• No results found

Vraag nr. 52 van 15 december 2000 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 52 van 15 december 2000 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 52

van 15 december 2000

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Adoptiebeleid – VZW Gewenst Kind Zoekregister In april van dit jaar werd door Kind en Gezin de werking van de VZW Gewenst Kind Zoekregister als experimenteel project erkend en tevens onder-steund met een projectsubsidie. Deze VZW heeft de opdracht gekregen een zoekregister aan te leg-g e n , teneinde binnenlandse leg-geadopteerden in staat te stellen hun natuurlijke ouders terug te vinden. Zij beschikt dan ook over een aantal adoptiedos-siers afkomstig van adoptieorganisaties.

De VZW begint zich echter ook bezig te houden met interlandelijk geadopteerden en verklaart zelf in het buitenland actief te zijn, waar zij zich voor-stelt als een door Kind en Gezin erkende dienst. In de informatiebrochure van deze V Z W, v e r s p r e i d op een open contactdag op 2 december 2000 van de VAG (Vereniging voor Kind en A d o p t i e g e z i n ) , in aanwezigheid van Kind en Gezin, stelt zij echter letterlijk dat zij om gegevens te verkrijgen, g e-bruikmaakt van "ingewikkelde, niet altijd even le-gale constructies".

Daarenboven blijken een aantal adoptiedossiers van adoptiebemiddelaars die niet meer bestaan, i n het bezit te zijn van Kind en Gezin. Tijdens dezelf-de contactdag verklaardezelf-de Kind en Gezin dat dezelf-deze dossiers slechts kunnen worden geraadpleegd onder begeleiding van het project Zoekregister. Een dergelijke handelwijze lijkt mij in strijd met het inzagerecht en creëert een monopoliesituatie van één dienst.

Tevens werd gesteld dat het de bedoeling is van Kind en Gezin om in de toekomst het rootsonder-zoek onder te brengen bij de bemiddelingsorgani-s a t i e bemiddelingsorgani-s. Het lijkt mij echter dat men op die wijze be-zwaarlijk van onafhankelijkheid en respect voor alle betrokken partijen zal kunnen spreken aange-z i e n , aange-zeker in het verleden, door de bemiddelings-diensten een aantal tekortkomingen zijn begaan en zij dus geenszins onpartijdig kunnen worden ge-noemd wanneer het gaat om geadopteerden die hun natuurlijke ouders willen terugvinden.

De minister heeft opdracht gegeven tot een evalu-atie van het Vlaams adoptiebeleid, waarbij de ad-o p t i e ad-o u d e r s, de kandidaat-adad-optanten en de be-middelingsbureaus worden betrokken. Er is echter nergens sprake van de geadopteerden.

1. Is bij de erkenning van de VZW Gewenst Kind Zoekregister ook gesteld dat de VZW in het buitenland actief kon zijn ? Zo ja, volgens welke modaliteiten ?

Volgens welke voorwaarden gebeurde de er-k e n n i n g, en er-kunnen ooer-k andere organisaties worden erkend onder dezelfde voorwaarden ? Waar vindt men de grond voor de erkennings-v o o r w a a r d e n , aangezien de nazorg niet is erkennings-vererkennings-vat in het decreet terzake ?

2. Is het normaal dat een, via Kind en Gezin, d o o r de Vlaamse Gemeenschap zogenaamd erkende en gesubsidieerde VZW zelf verklaart gebruik te maken van niet altijd even legale construc-ties ? Om welke construcconstruc-ties gaat het ?

Heeft de minister reeds maatregelen genomen om deze wijze van werken tegen te gaan en zo ja, welke ?

3. Volgens welke modaliteiten kunnen geadop-teerden hun dossier, dat in het bezit is van Kind en Gezin en tot hun privé-verleden behoort, i n-kijken ?

Waarom verplicht Kind en Gezin hen tot bege-leiding door één welbepaalde dienst ? Is deze begeleiding verplicht en zo ja, waarom ?

Is het niet correcter de vraag naar begeleiding te laten afhangen van de wensen van de ge-adopteerden, in plaats van ze op te dringen ? 4. Wat zijn de plannen van Kind en Gezin met

be-trekking tot de nazorg ?

Wordt deze toevertrouwd aan adoptiebemidde-lingsorganisaties en hoe ziet de minister in dat kader dan het probleem van de belangenver-menging ?

5. Worden bij de evaluatie van het adoptiebeleid ook de geadopteerden betrokken en zo ja, welke organisaties, wanneer en op welke wijze ? Zo neen, waarom niet ?

Antwoord

(2)

De aanvrager dient een dossier in, dat wordt voorgelegd op de opvolgingsgroep voor projec-t e n . Deze brengprojec-t een eersprojec-te advies uiprojec-t. Na con-sultatie van het financieel management, w o r d t een ontwerpnota voor de raad van bestuur op-g e m a a k t , die via het bestuurlijk directiecomité wordt overgezonden aan de raad van bestuur. Deze beslist of een project al dan niet wordt g e s u b s i d i e e r d . Vervolgens wordt een overeen-komst opgemaakt en wordt het project opge-volgd door de projectcoördinator en de aange-wezen projecteigenaar.

Wat buitenlandse adopties betreft, is de V Z W enkel actief op individuele vraag van geadop-teerden of afstandsouders in de gevallen waar-bij geen adoptiedienst betrokken is.

De doelstelling van Gewenst Kind Zoekregister is de begeleiding van het proces dat al dan niet leidt tot een ontmoeting met de oorspronkelijke o u d e r ( s ) , respectievelijk het kind dat werd afge-s t a a n . Na een ontmoeting wordt de betrokkene verder begeleid en wordt nazorg aangeboden voor het verwerken van de ervaring.

Gewenst Kind Zoekregister wil zelf geen roots-reizen organiseren. Wel is het nodig om ook de situatie ter plaatse in het buitenland te begrij-pen teneinde een adequate begeleiding te kun-nen bieden. De realiteit in de diverse herkomst-landen kan erg verschillend zijn en heeft een in-vloed op de mogelijkheden om al dan niet infor-matie te vinden of tot een ontmoeting te kun-nen komen.

De nazorg is in het Vlaams decreet opgenomen, met name in artikel 6 §1, 2° en §2, 6° en in arti-kel 9 §3.

2. Kind en Gezin heeft deze verklaring niet verno-m e n . De vertegenwoordiger van Kind en Gezin was enkel aanwezig bij het eigen agendapunt. Bij bespreking en evaluatie van het project zal Kind en Gezin dit element wel kritisch aanbren-g e n . Het is in deze context inderdaad niet wen-selijk uit te gaan van "niet altijd even legale constructies".

3. Op dit ogenblik wenst Kind en Gezin dat de vermelde dienst de begeleiding op zich neemt van de geadopteerde of de afstandsouder die de informatie vraagt, aangezien een adoptiedossier steeds informatie bevat over de drie betrokken p a r t i j e n . Elke partij heeft slechts recht op de in-formatie die op haar betrekking heeft.

Vaak beantwoordt de schriftelijke informatie niet volledig aan de behoeften of verwachtingen en is het nodig via gesprekken hierop verder in te gaan. Alle binnenlandse diensten doen dit voor hun eigen dossiers. Het is noodzakelijk voor alle dossiers in deze begeleiding te voor-z i e n . Op dit ogenblik is Gewenst Kind de enige dienst die deze dienstverlening kan bieden voor de dossiers die niet door een adoptiedienst wer-den gerealiseerd.

De begeleiding wordt niet opgedrongen, d o c h a a n g e b o d e n . Indien een verzoeker dit wenst, kunnen de gesprekken ook geschieden door medewerkers van Kind en Gezin zelf. U i t e r a a r d indien het dossiers betreft die bij Kind en Gezin worden bewaard.

4. Nazorg is meer dan het beantwoorden van de zogenaamde rootsvragen. De adoptiediensten dienen ter beschikking te staan voor nazorg op vraag van alle bij de adoptie betrokken partijen. Ook wat de rootsvragen betreft, is het belang-rijk dat dit in eerste instantie geschiedt via de adoptiediensten die verantwoordelijkheid heb-b e n , ook naar de autoriteiten in het land van h e r k o m s t . Zij beschikken over de rechtstreekse contacten die nodig zijn om bijkomende infor-matie te krijgen.

Indien er terzake in het verleden problemen zijn geweest, dient te worden onderzocht waar-aan dit te wijten was. Ook het recht van een ge-adopteerde om inzage te krijgen in zijn afstam-mingsgegevens kan soms beperkt zijn door bij-voorbeeld de visie op adoptie in de herkomst-l a n d e n , het taboe ten aanzien van ongehuwde m o e d e r s, of de wettelijk geregelde anonieme b e v a l l i n g, waardoor definitief elk spoor wordt uitgewist.

In elk geval zullen zowel de specifieke proble-matiek van de rootsvragen, als de globale aan-pak van de nazorg ten gronde worden herzien wanneer de procedures van het adoptieproces in V l a a n d e r e n , naar aanleiding van de resulta-ten van de gebruikersbevraging en de doorlich-ting van de adoptiediensten, worden geher-oriënteerd.

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In vele wetteksten en besluiten met betrekking tot de ziekenhuisreglementering vindt men de volgen- de bepaling terug : "Om erkend te worden moet de dienst beschikken over

H e t VELO-initiatief wordt wat mij betreft in dit kader geplaatst, en zal zeker zijn plaats krijgen in het overleg en de discussies die hierover nog zullen worden gevoerd.. Er

Als ik vaststel dat een eerste aanpassing van het strategisch plan "kinderopvang" conform de be- palingen van het beleidsplan van de regering wellicht nog voor de zomer

Bij besluit van de toenmalige Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 10 april 1997 werd aan de Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r- voorziening (VMW) toelating

Of er effectief een kind kan worden geplaatst, hangt af van een aantal concrete elementen zoals de leeftijd, de burgerlijke staat, de al dan niet aan- wezigheid van kinderen

Kind en Gezin – Boekenreeks "Allereerste stapjes" "Allereerste stapjes", een reeks boekjes voor kin- deren tussen 12 en 36 maanden, is zoals de folder vermeldt

Artikel 11, § 2 van dit decreet bepaalt dat, nadat de k a n d i d a a t-adoptant een keuze heeft gemaakt tus- sen een adoptie via gehele of gedeeltelijke bemid- deling van een

Volgende conclusies kwamen naar voor bij het bekijken van de evolutie van het medicatiegebruik bij Vlaamse jongere n : v o o r 11-18-jarige jongens en meisjes blijkt, na aan-