• No results found

Vraag nr. 183 van 9 juni 2000 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 183 van 9 juni 2000 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 183 van 9 juni 2000

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Beleidsopties kinderopvang – Standpunt Kind en Gezin

Via de pers verneem ik dat bij de voorstelling van het Jaarverslag 1999 van Kind en Gezin de verte-genwoordigers van deze organisatie hun twijfels hebben geuit bij de haalbaarheid van de regerings-beslissing om bijkomende opvangplaatsen te creë-ren in de particuliere sector.

1. Is het aanvaardbaar dat een Vlaamse openbare instelling haar twijfels uit bij de beslissing van de regering om bij prioriteit in de particuliere sector kinderopvangplaatsen te creëren ? 2. Hypothekeert Kind en Gezin op die manier niet

van bij de aanvang de beleidsoptie van de poli-tieke overheid om aan de private sector stimuli te geven en aldus groeikansen te bieden ? Het is immers Kind en Gezin dat voor de Vlaamse overheid grotendeels uitvoering moet geven aan dit stimuleringsbeleid.

3. Kind en Gezin staat in het Vlaamse overheids-landschap bekend voor zijn degelijke strategi-s c h e - p l a n n i n g strategi-s a a n p a k . Het istrategi-s een geplogenheid binnen de Vlaamse overheid dat, zodra de poli-tieke overheid haar beleidsopties heeft bepaald, de Vlaamse administratie strategische plannen uittekent om deze beleidsbeslissingen doelmatig uit te voeren.

Is Kind en Gezin op dit ogenblik reeds gestart met het opstellen van een dergelijk strategisch plan ter realisatie van het beleidsplan kinderop-vang van de minister ? Zo ja, wat is de planning hieromtrent en kan het Vlaams Parlement en met name de Commissie voor We l z i j n , Vo l k s g e-zondheid en Gelijke Kansen hiervan inzage krijgen ?

Antwoord

Naar aanleiding van de voorstelling van het Ja a r-verslag over de activiteiten van 1999, heeft Kind en Gezin een aantal themata onder de aandacht van de pers gebracht. Eén daarvan was de kinderop-vang.

Meer concreet werd naar aanleiding van een recen-te studie, waarvan de eersrecen-te resultarecen-ten nu

voorlig-g e n , voorlig-gemeld dat het voorlig-gebruik van de kinderopvanvoorlig-g drastisch toeneemt en dat tegelijk de beschikbaar-heid hiervoor van grootouders betekenisvol af-n e e m t . Vaaf-nuit deze dubbele vaststelliaf-ng heeft Kiaf-nd en Gezin naar voor geschoven dat het creëren van tienduizend bijkomende opvangplaatsen over een periode van vier jaar, de doelstelling die de rege-ring heeft uitgezet, misschien niet zal volstaan om vraag en aanbod in de sector in evenwicht te hou-den.

In deze context is aangegeven dat de uitdaging om tienduizend plaatsen en misschien wel meer te re-aliseren met een maximaal aandeel van de particu-liere sector daarin, geen vanzelfsprekend gegeven i s. Het is immers zo dat het aantal particuliere op-vanggezinnen de laatste jaren stelselmatig afneemt. Het is vooral een specifieke groep van particuliere o p v a n g i n s t e l l i n g e n , met een capaciteit van zeven of acht tot een goede twintig plaatsen, die voor de stijging van het particuliere aanbod instaat.

1. Bovenstaande opmerkingen doen geen afbreuk aan de beslissing van de regering om, en ik ci-teer het beleidsplan, de uitbreidingsoperatie te dragen door een maximale stimulering van het particuliere aanbod.

Het aangeven van mogelijke knelpunten daarbij door de openbare instelling die inderdaad last is met het uitvoeren van het beleid met be-trekking tot de kinderopvang, is mijns inziens a a n g e w e z e n , omdat dat de mogelijkheid creëert op een gevatte en consistente manier de meest efficiënte uitvoering van de door de regering uitgestippelde beleidsaanpak vorm te geven. 2. Het lijkt mij dan ook niet zo dat Kind en Gezin

van bij de aanvang de optie om de private sec-tor stimuli te geven en groeikansen te bieden, h y p o t h e k e e r t . Ik stel integendeel vast dat Kind en Gezin in het actualiseren van haar strate-gisch plan "kinderopvang" uitgaat van de opties die zijn verwoord in het beleidsplan van de Vlaamse regering. Het stimuleren van de parti-culiere sector en het installeren van een werven-de campagne in dit verband, zijn daarin een cen-traal aandachtspunt.

(2)

3. Als het strategisch plan van Kind en Gezin met betrekking tot de kinderopvang is gefinaliseerd – het spreekt vanzelf dat ik bij de opbouw ervan overleg heb met Kind en Gezin en waak over de cruciale beleidsopties die worden geno-men – zal ik het docugeno-ment ter kennisgeving voorleggen aan het Vlaams Parlement en met name aan de leden van de Commissie We l z i j n , Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kind en Gezin heeft bij Belgacom een voorlopige oplossing kunnen bedingen voor de zes 078-num- mers die voorbehouden zijn voor de vertrouwens- c e n t r a , zodat deze momenteel

In vele wetteksten en besluiten met betrekking tot de ziekenhuisreglementering vindt men de volgen- de bepaling terug : "Om erkend te worden moet de dienst beschikken over

Welke maatregelen neemt de minister in over- leg met de minister bevoegd voor het weten- schappelijk onderzoek, in het kader van het we- tenschappelijk onderzoek met betrekking

Over hoe- veel onteigeningen gaat het en hoeveel zullen er nog volgen?. Wat is het doel van

H e t VELO-initiatief wordt wat mij betreft in dit kader geplaatst, en zal zeker zijn plaats krijgen in het overleg en de discussies die hierover nog zullen worden gevoerd.. Er

Ook voor de in België gerealiseerde dossiers rij- zen zeer vele problemen, gelet op het feit dat de meeste dossiers door diverse instanties/perso- nen werden gerealiseerd die

Wat is de kortste en langste duur voor kandi- d a a t-adoptanten enerzijds om een beginseltoe- stemming te verkrijgen en anderzijds om bij een verzoek tot een heroverweging

Naar verluidt zouden in een ministerieel schrijven van 15 mei 2000 voor bepaalde ziekenhuizen reeds voornemens zijn geuit tot weigering van de planningsvergunning voor