• No results found

Vraag nr. 86 van 26 januari 2000 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 86 van 26 januari 2000 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 86

van 26 januari 2000

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Sociaal-medisch beleid – Dodelijke ongevallen Eén van de operationele doelstellingen uit het soci-a soci-a l-medisch beleid (progrsoci-ammsoci-a 42.2 vsoci-an de begro-ting 2000), met name artikel 1.d.3, is om tegen het jaar 2002 het aantal dodelijke ongevallen in de p r i v é-sfeer en in het verkeer met 20 % te vermin-deren.

Voorbeelden uit het buitenland (Scandinavië, D e-n e m a r k e e-n , Nederlae-nd) toe-nee-n aae-n dat het werkee-n met dergelijke targets doeltreffend kan zijn. Vo o r-waarde is evenwel dat er een actieplan en strategie bestaan die op geregelde wijze worden geëvalu-eerd en bijgestuurd.

1. Welke strategie of actieplan begeleidt de ver-melde doelstelling ?

2. Is er een afzonderlijke strategie voor ongevallen in de privé-sfeer en in het verkeer ?

3. Worden kinderen in dit actieplan als een afzon-derlijke doelgroep benaderd ?

Antwoord

1 en 2. Om de gezondheidsdoelstelling te bereiken, met name tegen het jaar 2002 het aantal dodelij-ke ongevallen in de privé-sfeer en het verdodelij-keer verminderen met 20 %, wordt er een beroep ge-daan op verschillende partners zoals de overhe-den op lokaal, provinciaal en gemeenschapsni-v e a u . Verder zijn er het Vlaams Instituut gemeenschapsni-voor Gezondheidspromotie (VIG), de logo's (net-werken van lokaal gezondheidsoverleg), d e v o o r z i e n i n g e n , intermediairen onder andere in de thuiszorg, s o c i o-culturele organisaties die de doelgroepen bereiken, u n i v e r s i t e i t e n , h o g e s c h o-l e n , de media, e n z o v o o r t . Van hen wordt concre-te medewerking verwacht. Het op touw zetconcre-ten van acties gericht op het realiseren van minstens een van de vijf Vlaamse gezondheidsdoelstellin-g e n , was en is trouwens een voorwaarde voor het verder erkennen van de voorzieningen inza-ke gezondheidspromotie.

Het verkeersveiligheidsbeleid heeft tot doel om de verkeersongevallen terug te dringen, r e k e-ning houdende met de noodzakelijke en ge-wenste omvang en kwaliteit van de mobiliteit en de gewenste kwaliteit van het woon-, w e r k- e n

l e e f m i l i e u . Verscheidene factoren kenmerken het ongevalsgebeuren : de mens als verkeers-d e e l n e m e r, het voertuig, verkeers-de weg en zijn omge-v i n g, diomge-verse omge-verkeersomstandigheden. Vo o r a l de wisselwerking tussen deze factoren speelt een grote rol. Ve r k e e r s v e i l i g h e i d s m a a t r e g e l e n moeten erop gericht zijn de samenloop van fac-toren te breken die in een concrete situatie tot een ongeval leidt ; samenloop tussen menselijke tekortkomingen en situatiefactoren. Indien één van deze invloedsfactoren kan worden gewij-z i g d , is de kans gewij-zeer groot dat het ongeval niet p l a a t s v i n d t . Alleen onderling samenhangende pakketten van maatregelen in de sfeer van voer-t u i g, weg en omgeving, samen mevoer-t voorlichvoer-ting, e d u c a t i e, toezicht en wetshandhaving kunnen het vervoer- en verkeersproces veiliger maken. Het is daarbij uiterst belangrijk om gewenst ge-drag én omgeving op elkaar af te stemmen. Het concept "duurzaam veilig wegverkeer" moet worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Een duurzaam veilig verkeerssysteem kent : – een infrastructuur die qua vormgeving zo

veel mogelijk aangepast is aan de beperkin-gen van de menselijke voorgangers ;

– voertuigen die voorzien zijn van middelen om de taken van de mens te vereenvoudigen en die geconstrueerd zijn om de kwetsbare mens zo goed mogelijk te beschermen ; – een verkeersdeelnemer die adequaat wordt

o p g e l e i d , g e ï n f o r m e e r d , waar nodig gecon-troleerd en aan wie, na ongeval, d e s k u n d i g e hulp wordt verleend.

(2)

Op het terrein van ongevallen in de privé-sfeer is de stuwende motor achter het Vlaamse pre-ventiebeleid het Vlaams Instituut voor Gezond-h e i d s p r o m o t i e, dat over een dienst Preventie van Ongevallen in de Privé-sfeer beschikt. H i e r worden relevante en bruikbare methodieken en werkingsinstrumenten ontwikkeld en geva-l i d e e r d , die kunnen worden ingezet voor doegeva-l- doel-groep- of settingsgerichte projecten die betrek-king hebben op de bevordering van de veilig-heid in de privé-sfeer. Het VIG verzorgt ook ten behoeve van de logo's aangepaste bijscholingen betreffende de gezondheidsdoelstelling inzake ongevallenpreventie in de privé-sfeer.

Preventie van ongevallen in de privé-sfeer moet zich richten op alle risicosituaties en tot alle be-v o l k i n g s g r o e p e n . Toch wordt er aan bepaalde ri-sico's en doelgroepen prioriteit gegeven. D e drie prioritaire doelgroepen zijn : k i n d e r e n , o u-deren en kansarmen. De drie prioritaire risico's zijn : vallen, vergiftigingen en brandwonden. Een ongeval is niet het gevolg van het blinde n o o d l o t . Drie factoren, die elkaar onderling b e ï n v l o e d e n , spelen een belangrijke rol bij het totstandkomen van een ongeval, namelijk de m e n s, een product en de omgeving. Wil preven-tie van ongevallen enig resultaat boeken, d a n moeten deze drie factoren gelijktijdig worden a a n g e p a k t . Door risico's te herkennen en te leren beheersen, kan men de aanleiding tot een ongeval tegengaan en het ongeval zelf voorko-m e n . Preventie van ongevallen is een onderdeel van een globaal gezondheidsbevorderend be-l e i d . Men moet er zich ook van bewust zijn dat preventie een investering is op lange termijn. Inzake de preventie van ongevallen in de privé-sfeer werd er een strategisch plan opgesteld met vijf strategische doelstellingen, waarvan de eer-ste drie prioritair zijn.

Het eerste (prioritaire) doel is het aantal onge-vallen bij mensen in huis en tijdens de vrije tijd v e r m i n d e r e n , door het bijbrengen aan bepaalde bevolkingsgroepen van kennis, vaardigheden en basishoudingen in verband met ongevallenpre-v e n t i e, door te werken aan een ongevallenpre-veilige woonsi-t u a woonsi-t i e, door woonsi-te werken aan de veiligheid van producten en diensten en door te werken aan de prioritair gestelde risico's.

Het tweede (prioritaire) doel is de aandacht voor ongevallen in de privé-sfeer verhogen door de overheid op het niveau van gemeente, p r

o-v i n c i e, gewest en gemeenschap te ado-viseren, door de samenleving te sensibiliseren over het belang van ongevallen in de privé-sfeer en door de medewerking te stimuleren van diegenen die een zinvolle bijdrage kunnen leveren tot het re-aliseren van de gezondheidsdoelstelling.

Het derde (prioritaire) doel is het verhogen van de deskundigheid met betrekking tot ongeval-lenpreventie door het organiseren van vorming en ondersteuningsactiviteiten, door het thema ongevallenpreventie te integreren in de regulie-re opleiding van intermediairegulie-ren, en door het volgen van ontwikkelingen met betrekking tot de verschillende aspecten van preventie van on-gevallen in de privé-sfeer.

Het vierde doel is het registreren van ongeval-len in de privé-sfeer. Daartoe dienen eerst meetinstrumenten te worden geïnventariseerd en ontwikkeld, moeten de bestaande gegevens op elkaar worden afgestemd, moet er een werk-instrument worden ontwikkeld voor het identi-ficeren en signaleren op logo-niveau van speci-fieke thema's, en moeten de wetenschappelijke gegevens toegankelijk worden gemaakt voor het werkveld, de voorzieningen, …

Het vijfde en laatste strategische doel is de re-alisatie van een doeltreffende coördinatie tus-sen alle partners. Dit betekent het verzekeren van een optimale interne communicatie en van een optimale communicatie met de samenle-v i n g, het samenwerken met strategische part-n e r s, het deelpart-nemepart-n aapart-n advies- epart-n overlegorga-n e overlegorga-n , het regelmatig evaluereoverlegorga-n eoverlegorga-n bijstureoverlegorga-n vaoverlegorga-n de eigen werking, een toekomstgericht beheer van financiële en materiële middelen voeren en zorgen voor voldoende, gemotiveerde en des-kundige medewerkers.

3. Zoals reeds uit het vorige antwoord blijkt, z i j n kinderen een prioritaire doelgroep in de pre-ventie van ongevallen in de privé-sfeer. De actie rond de veilige speeltuinen, die voor juni-sep-tember 2000 gepland is naar aanleiding van het koninklijk besluit hieromtrent dat tegen de paasvakantie wordt verwacht, heeft uiteraard als doelgroep kinderen.

(3)

lager onderwijs wordt er een computerspel rond brandwonden en veiligheid in het algemeen ontwikkeld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 1 april 1999 heeft Kind en Gezin in een brief gericht aan het Ministerie van de Vlaamse Ge- meenschap – afdeling Gebouwen, een aan- vraag gedaan om kantoorruimte hiervoor

Kind en Gezin heeft bij Belgacom een voorlopige oplossing kunnen bedingen voor de zes 078-num- mers die voorbehouden zijn voor de vertrouwens- c e n t r a , zodat deze momenteel

In vele wetteksten en besluiten met betrekking tot de ziekenhuisreglementering vindt men de volgen- de bepaling terug : "Om erkend te worden moet de dienst beschikken over

Welke maatregelen neemt de minister in over- leg met de minister bevoegd voor het weten- schappelijk onderzoek, in het kader van het we- tenschappelijk onderzoek met betrekking

Over hoe- veel onteigeningen gaat het en hoeveel zullen er nog volgen?. Wat is het doel van

H e t VELO-initiatief wordt wat mij betreft in dit kader geplaatst, en zal zeker zijn plaats krijgen in het overleg en de discussies die hierover nog zullen worden gevoerd.. Er

Als ik vaststel dat een eerste aanpassing van het strategisch plan "kinderopvang" conform de be- palingen van het beleidsplan van de regering wellicht nog voor de zomer

Bij besluit van de toenmalige Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 10 april 1997 werd aan de Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r- voorziening (VMW) toelating