Vraag nr. 250 van 15 juni 2000
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
Waterwinning Cadol Heverlee – Methanoltoevoe-ging
Bij besluit van de toenmalige Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 10 april 1997 werd aan de Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r-voorziening (VMW) toelating verleend om voor een termijn van dertien jaar en met ingang van 10 april 1997 maximaal 60 gram methanol per kubieke meter water als toevoegsel bij de bereiding van lei-dingwater te gebruiken in het pompstation Cadol in Heverlee.
Het algemeen milieubeleid legt nochtans iedereen op om steeds de beste beschikbare techniek (BBT) toe te passen.
Gelet op het feit dat er vandaag naar verluidt bete-re technieken bestaan, rijst de vraag naar de actu-alisering van dit ministerieel besluit.
Wordt het ministerieel besluit van 10 april 1997 be-h o u d e n , of worden er initiatieven genomen om be-het te herroepen ?
Antwoord Situering
Het nitraatgehalte van de winning Cadol in Hever-lee neemt nog steeds toe. De toegepaste menging met nitraatvrij water uit een krijtput is nu reeds on-voldoende om de winning van Cadol op de vereiste capaciteit te laten werken voor de drinkwatervoor-ziening van de stad Leuven. De nitraatverwijdering is dan ook dringend om de levering te kunnen be-stendigen van kwaliteitsvol drinkwater dat beant-woordt aan de normen van het besluit van de Vlaamse regering van 15 maart 1989 houdende vaststelling van een technische reglementering in-zake drinkwater, alsook aan de nieuwe Europese drinkwaterrichtlijn van 3 november 1998.
De toelating voor de dosering van methanol in de nitraatverwijderingsinstallatie Cadol werd verkre-gen via het ministerieel besluit van 10 april 1997. Teneinde deze toelating effectief te kunnen benut-t e n , heefbenut-t de VMW een milieuvergunning aange-vraagd voor de opslag van 35.000 liter methanol in een bovengrondse tank. Op 27 januari 2000 is de vergunning hiervoor verleend door de bestendige
d e p u t a t i e. Tegen deze beslissing hebben omwonen-den bij mij beroep aangetekend. Vermits ik in deze procedure nog geen uitspraak heb gedaan, en aan-gezien de vraag van de Vlaamse volksvertegen-woordiger nauw gekoppeld is aan het vermelde mi-l i e u v e r g u n n i n g s d o s s i e r, wimi-l ik mij in eerste instan-tie beperken tot een vrij algemene schets van de p r o b l e m a t i e k . Nadat ik een beslissing in de be-roepsprocedure heb genomen, zal ik een vervolle-digd antwoord bezorgen.
Beste beschikbare technieken
Het nitraatprobleem meldde zich voor het eerst aan begin jaren tachtig in de oppervlaktewaterwin-ning De Blankaart.
Om een nitraattechnologie te ontwikkelen, b e g o n de VMW aan een eigen onderzoek. In een prelimi-nair onderzoek werden ionenuitwisseling, o m g e-keerde osmose en biologische denitrificatie onder-z o c h t . Ionenuitwisseling en omgekeerde osmose waren niet nitraatspecifiek genoeg en de afvoer van het brijn stelde een probleem. De biologische denitrificatie bleek de beste methode voor de ver-wijdering van nitraten, gezien de selectieve verwij-dering en de productie van het schadeloze stikstof-gas.
Als energiebron werd toen bewust gekozen voor m e t h a n o l , omdat deze laagmoleculaire stof effi-ciënt door de denitrificerende bacteriën wordt benut en omdat ook eventuele afbraakproducten gemakkelijk biodegradeerbaar zijn. Andere en duurdere koolstofbronnen leiden tot de productie van meer biomassa, een hoger verbruik aan chemi-caliën en een groter reactorvolume.
Naast de nitraatverwijdering zelf werd ook gedu-rende twee jaar de nabehandeling uitvoerig bestu-deerd door middel van een proefinstallatie en ver-der verfijnd op de waterwinning van Cadol in He-verlee.
Op 3 januari 1990 werd aan de VMW de toelating verleend voor het gebruik van methanol als toe-voegstof bij de bereiding van drinkwater in het productiecentrum De Blankaart. Deze toelating werd verleend voor twintig jaar. In oktober 1997 werd de industriële installatie van 750 m3/h in De
Blankaart in bedrijf genomen.
tweede nitraatverwijderingsinstallatie van de V M W. Daarop werd de markt geconsulteerd voor de realisatie ervan.
In tussentijd werd de membraantechnologie verder o n t w i k k e l d , waarbij gebruik wordt gemaakt van ni-traatspecifieke membranen. De Vlaamse Maat-schappij voor Watervoorziening liet een haalbaar-heidsstudie uitvoeren van nitraatverwijdering door middel van membranen op de waterwinning Mees-w i j k . Ik heb deze studie, vermits niet in mijn bezit, opgevraagd.
Naar aanleiding van het beroependossier én van de evaluatie van het in de vraag van de V l a a m s e volksvertegenwoordiger vermelde ministerieel be-s l u i t , worden op mijn kabinet de verbe-schillende me-thodes voor nitraatverwijdering uit drinkwater geë-v a l u e e r d . Het is egeë-vident dat ik hiergeë-voor in eerste instantie de diverse adviezen gebruik die mij zijn verstrekt in het kader van de milieuvergunnings-p r o c e d u r e. Hiernaast winnen mijn medewerkers ook informatie in bij diverse technische en weten-schappelijke instellingen en maatschappijen die on-derzoek verrichten inzake drinkwaterproductie, o f voor de productie van drinkwater instaan.
Bij de evaluatie zijn volgende elementen relevant : – een kosten-bateninschatting van de opslag en
het gebruik van methanol op de site Cadol in H e v e r l e e, en een evaluatie van het gebruik van methanol in het algemeen ;
– de mogelijke alternatieve technieken in relatie tot de vastgestelde "kosten" (met een ruimer blikveld dan alleen membraantechnologieën) ; – de te verwachten ontwikkelingen inzake
drink-waterbereiding (voorzover een dergelijke in-schatting mogelijk is) ;
– de kostprijs (toepassing van het BBT-principe). Besluit