• No results found

Vraag nr. 35 van 1 december 2000 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 35 van 1 december 2000 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 35

van 1 december 2000

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Geneesmiddelengebruik bij jongeren – Initiatieven Ter gelegenheid van het drugcongres 2000 dat plaatsvond op 22 en 23 november 2000 gaf profes-sor Caroline Andries (VUB) een voorstelling van de resultaten van het onderzoek "Trends in genot-middelen in Nederlandstalige scholen bij jongeren van 12-22 jaar".

De onderzoeksresultaten met betrekking tot het geneesmiddelengebruik bij jongeren zijn veront-rustend hoog. Het gebruik van lichte pijnstillers is vooral bij vrouwen erg hoog. De startleeftijd met betrekking tot het gebruik van zware pijnstillers, k a l m e e r- en slaap- en opwekmiddelen zou reeds rond de 12 jaar zijn gesitueerd.

Binnen dit kader onderstreepte professor A n d r i e s het belang van het uitbouwen van een efficiënte p r e v e n t i e. Daarnaast is het aanbevolen binnen de scholen een registratiesysteem met betrekking tot het geneesmiddelengebruik op te zetten. Op die wijze kunnen gegevens worden verzameld over welke geneesmiddelen worden gebruikt, met welke frequentie en om welke redenen.

1. Beschikt de minister over cijfergegevens die een evolutie aantonen van het geneesmiddelenge-bruik (algemeen en in scholen) ?

2. Worden er initiatieven in het vooruitzicht ge-steld om tegemoet te komen aan de problema-tiek van het stijgend gebruik van geneesmidde-len ?

3. Wordt er overleg georganiseerd met de minister van Onderwijs om de problematiek van het ge-neesmiddelengebruik binnen de scholen aan te kaarten ?

4. Neemt de minister initiatieven in samenspraak met haar collega van Onderwijs om een systeem van geneesmiddelenregistratie op te zetten in de scholen ?

Antwoord

1. In het kader van de studie "Jongeren en ge-zondheid 1990-1994-1996-1998", u i t g e v o e r d door Carine Vereecken en Lea Maes van de Universiteit Gent, Vakgroep Maatschappelijke G e z o n d h e i d s k u n d e, onder toezicht van de

W G O, wordt onder andere gepeild door middel van enquêtes in het kader van de HBSC-survey naar diverse aspecten van het leven van de schoolgaande jeugd die het gezondheidsgedrag zouden kunnen beïnvloeden. (WGO : We r e l d g e -zondheidsorganisatie ; HBSC : Health Behaviour in School-aged Children – red.)

In deze studie werd ook het medicatiegebruik o p g e n o m e n . Volgende conclusies kwamen naar voor bij het bekijken van de evolutie van het medicatiegebruik bij Vlaamse jongere n : v o o r 11-18-jarige jongens en meisjes blijkt, na aan-passing voor leeftijd en opleiding, het gebruik in de periode '90-'94 voor beide groepen signifi-cant te zijn gestegen, in de periode '94-'96 is er geen significante verandering en in de periode '96-'98 wordt opnieuw een stijging waargeno-men maar nu alleen wat de jongens betreft. Meer meisjes dan jongens hadden in de voorbije maand voor de afname van de enquête een ge-neesmiddel genomen, waarbij door beide groe-pen hoofdpijn het meest als aanleidinggevende klacht werd aangehaald. Na aanpassing voor ge-s l a c h t , leeftijd en opleiding blijkt bijna de helft meer een geneesmiddel tegen hoofdpijn te heb-ben gebruikt.

Een gedetailleerde tabel van het percentage respondenten ten opzichte van het gebruik van een pilletje tegen de verschillende ongemakken is opgenomen in de Gezondheidsindicatoren 1 9 9 7 , een publicatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

In een andere publicatie van de Vlaamse Ge-m e e n s c h a p, Vrind 99, worden deze gegevens eveneens opgenomen, evenals de internationale vergelijking van jongeren tussen 11 en 15 jaar (Vrind : Vlaamse Regionale Indicatoren – red.). Hieruit blijkt dat de Vlaamse jongere n van 11, 1 3 en 15 jaar respectievelijk op de 19de, 16de en 24ste plaats komen in een classificatielijst van 28 landen voor het gebruik van medicatie tegen hoofdpijn en tegen maagdarmproblemen, w a a r-bij de jongeren die het minst gebruiken op de eerste plaats staan. De Vlaamse jongeren maken echter na Noorwegen het minst gebruik van slaapmedicatie.

(2)

het gebruik van geneesmiddelen tegen hoest en v e r k o u d h e i d . Mogelijk liggen een iets latere be-vraging (mei 2000 versus april 1998) of betere weersomstandigheden aan de basis van deze v e r s c h u i v i n g. Wat het nieuwe item pilletje of ge-neesmiddel om te vermageren betreft, blijkt ook dit vooral door meisjes te worden genomen, vooral door BSO-meisjes, en meer door de ou-dere leeftijdsgroepen dan door de jongere (BSO : beroepssecundair onderwijs – red.). Door de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) wordt sedert januari 1999 jaarlijks in 164 scholen aan jongens en meisjes uit de zes of zeven leerjaren van het se-cundair onderwijs een bevraging gehouden in het kader van het drugbeleid op school. E e n eerste syntheserapport over het schooljaar 1999-2000 bevestigt de trend die uit de boven-vermelde enquête te voorschijn komt. 7 % van de ondervraagde jongeren zegt geregeld (1 x/week) medicatie te gebruiken. Er is een stij-ging met de leeftijd waar te nemen, gaande van 5,4 % in de eerste graad tot 8 % in de derde g r a a d . De meisjes scoren hoger dan de jongens. Bij de jongens neemt gemiddeld 5,5 % geregeld m e d i c a t i e, tegenover de meisjes 8,5 %. Vo o r a l worden zoals hierboven vermeld pijnstillers ge-b r u i k t . Opvallend is ook het geregeld gege-bruik van vermageringsmiddelen bij de jongeren die zeggen dagelijks medicatie te nemen.

Uit de Gezondheidsenquête die in 1997 door het Centrum voor Operationeel Onderzoek in Volksgezondheid werd verricht bij 4.664 huis-houdens in B e l g i ë blijkt dat voor de leeftijdsca-tegorie van 0 tot 14 jaar 27,9 % niet-voorge-schreven en 25,5 % voorgeniet-voorge-schreven geneesmid-delen gebruikt had in de afgelopen twee weken. Voor de leeftijdscategorie van 15 tot 24 jaar steeg dit percentage tot respectievelijk 34,4 % en 26,9 %. Het betreft vooral pijnstillers. P i j n-stillers worden meer door vrouwen dan door mannen genomen.

Het gebruik is het kleinst in de leeftijdscatego-rie 0-14 jaar, toch gebruikte 12 % van deze jon-geren de afgelopen twee weken een pijnstiller. 2. Door de oprichting van de centra voor

leerlin-genbegeleiding (CLB) wordt de mogelijkheid gecreëerd gezondheids-, p s y c h o - p e d a g o g i s c h e en sociale problemen bij leerlingen in een multi-disciplinair verband te detecteren en naar op-lossingen ervoor te zoeken.

In een aantal scholen wordt een "drugbeleid op school" toegepast. Dit is een globaal concept waarin alle genotsmiddelen aan bod komen, gaande van tabak, alcohol tot geneesmiddelen en illegale drugs. In dit concept worden drie pij-lers van een beleid uitgestippeld, met (1) een plan met een reglement, waarin ook regels en afspraken over een medicatiebeleid kunnen worden opgenomen, (2) een educatief luik, waarin preventielessen en een schoolklimaat worden gepland en uitgewerkt, en (3) een pre-v e n t i e l u i k , waarin problemen snel worden gede-tecteerd en opgevangen. Vanzelfsprekend heeft het CLB hierin een rol als deskundige partner. Er bestaan ook een beperkt aantal specifieke pakketten rond medicatie, onder andere van de ziekenfondsen (Gewikt en gewogen, C M - d i e n s t G VO, 1 9 9 7 ) . Het project Farmaka heeft didac-tisch lesmateriaal voor het secundair onderwijs ("Hoe een pilletje rollen kan"), een gezel-schapsspel voor jongeren van 14-17 jaar ("Straf spul") en informatie ("Fa r-well") voor jongeren over geneesmiddelen en klachten. Verder wor-den in een aantal regio's specifieke acties on-dernomen naar jongeren en geneesmiddelenge-b r u i k , voornamelijk tijdens de geneesmiddelenge-blokperiodes. Z o wordt in Brugge jaarlijks een campagne "Pep is nep" georganiseerd, met affiches en materialen van Farmaka.

3. In het kader van de start en de opvolging van de opdrachten en werkzaamheden van de CLB heb ik geregeld overleg met mijn collega van O n d e r w i j s. Alle gezondheidsproblemen en pro-blemen in verband met de preventieve jeugdge-zondheidszorg kunnen binnen dit overleg aan bod komen. De resultaten van de bovenvermel-de jongerenbevraging heb ik besproken met mevrouw Vanderpoorten.

In de commissie "gezondheidsbevordering" bin-nen de Vlaamse Onderwijsraad, waarin ik via mijn administratie vertegenwoordigd ben, w o r-den kwaliteitslabels aan gezondheidsbevorde-rend materiaal dat in de scholen kan worden ge-b r u i k t , g e g e v e n . Zo werd een kwaliteitslage-bel aan het concept "drugbeleid op school" ver-leend in 1999.

(3)

Op 1 september 2000 startten de CLB's, h e t MST en de PMS zijn hierin opgenomen (PMS : p s y ch o - m e d i s ch-sociaal centrum – red.). M o-menteel wordt het samenwerken van de ver-schillende welzijns- en gezondheidswerkers in een multidisciplinair team en aan de vernieuw-de opdrachten geïmplementeerd.

Naar aanleiding van de gesprekken rond het creëren van een "netoverschrijdend informatie-project voor de centra voor leerlingenbegelei-ding in samenwerking met het Onderwijsdepar-tement" (NICO) stel ik vast dat er nog een lange weg is af te leggen naar het registreren van begeleidingsopdrachten in het algemeen en van gezondheidsgerelateerde items in het bij-zonder.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is dan ook zeer vreemd en zelfs verontrustend te moeten horen dat het anderzijds lang kan duren vooraleer bepaalde geselecteerde gezinnen een kind krijgen toegewezen door

Kind en Gezin – Boekenreeks "Allereerste stapjes" "Allereerste stapjes", een reeks boekjes voor kin- deren tussen 12 en 36 maanden, is zoals de folder vermeldt

Artikel 11, § 2 van dit decreet bepaalt dat, nadat de k a n d i d a a t-adoptant een keuze heeft gemaakt tus- sen een adoptie via gehele of gedeeltelijke bemid- deling van een

In al zijn publicaties (jaarverslagen, b r o c h u r e, o m- zendbrieven) en in al zijn contacten met de "klan- ten" wijst het V I PA erop dat het zelf de éénloket-

Deze experimentele projecten lopen tot het einde van dit jaar en zijn gesitueerd in netwer- ken van reeds door het Fonds erkende voorzie- ningen voor

In vele wetteksten en besluiten met betrekking tot de ziekenhuisreglementering vindt men de volgen- de bepaling terug : "Om erkend te worden moet de dienst beschikken over

H e t VELO-initiatief wordt wat mij betreft in dit kader geplaatst, en zal zeker zijn plaats krijgen in het overleg en de discussies die hierover nog zullen worden gevoerd.. Er

Als ik vaststel dat een eerste aanpassing van het strategisch plan "kinderopvang" conform de be- palingen van het beleidsplan van de regering wellicht nog voor de zomer