fN O O fN 3 00 DOCUMENTATIECENTRUM NEDERLANDSE P0L11 PARTIJEN ^ IEKE
Gerrit Zalm, aangenaam
De laatste VVD-Expresse verscheen op 3 mei jl. Hans Dijkstal eindi :iin column met d
om niet door net ijs te zakken
deze plaats zijn column met de woorden dat we
JP
dei snelheid nodig hebbende op Hij doelde daarmee op het verbeteren van de economische groei. De dagen en weken daarna hebben de begrippen 'snelheid' en 'door het ijs zakken’ een geheel andere dimensie gekregen. De ontwikkelingen zijn razendsnel gegaan en, laten we eerlijk zijn, de VVD is met 14 zetels verlies behoorlijk door het ijs gezakt. Hoewel we als partij de komende tijd moeten benutten om alles nog eens grondig te analyseren, wil ik hier een aantal ontwikkelingen met u doorlopen en even kort stilstaan bij de kabinetsformatie.Maar laat ik mij eerst eens voorstellen. Gerrit Zalm is de naam, demissionair minister van Financiën en sinds 16 mei fractievoorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de VVD. In mijn loopbaan ben ik, onder meer als directeur van het Centraal Planbureau, veel met de financieel- economische politiek in aanraking gekomen. Wie als minister van Financiën strenge spelregels hanteert, krijgt bovendien al snel te maken met andere beleidsterreinen dan de financieel- economische. Ik meen dan ook te mogen stellen dat ik politiek gezien geen kat in een vreemd pakhuis ben. Wel valt er als fractievoorzitter en als partijman nog veel te leren, maar als liberaal die het beste uit zichzelf wil halen is dat alleen maar een welkome uitdaging.
Het is voor mij een eer Hans Dijkstal op te volgen als fractievoorzitter. Hans heeft vier jaar bekwaam leiding gegeven aan ae VVD-fractie. Drieënhalf jaar tegen een stabiele politieke achtergrond, het laatste half jaar in een buitengewoon turbulente omgeving die niemand van tevoren had voorzien. Dat vraagt veel van een fractievoorzitter en partijleider. Ik ben Hans Dijkstal zeer erkentelijk voor wat hij voor de VVD en het parlement heeft gedaan.
Na overdracht van de voorzittershamer wachtte mij de taak met de fractie duiding te geven aan de verkiezingsuitslag. Daarover bestond weinig misverstand: bij een fors zetelverlies past slechts bescheidenheid. Ik heb informateur Donner dan ook gezegd dat de VVD niet wenst deel te nemen aan een regering. Ten onrechte werd deze stellingname in sommige media afgedaan als onderhandelingstactiek. Dat is niet het geval. Wie door de kiezer flink wordt afgestraft moet zijn verlies met de oppositiebanken bekopen. Er is één omstandigheid die iedere verantwoorde lijke partij daarvan ontslaat en dat is het landsbelang. Het land is niet gebaat bij een instabiele regering.
Toen bleek dat de winnaars van de verkiezingen, CDA en LPF, het niet aandurfden met elkaar een minderheidsregering te vormen - die overigens op onze gedoogsteun had kunnen rekenen - deden zij een beroep op de VVD om toch over een nieuw regeerakkoord te praten. Dat is geen onderhandelingstactiek, dat is de juiste volgorde. Ik heb de Tractie voorgelegd om uit oogpunt van het landsbelang beschikbaar te zijn voor overleg over de vorming van een parlementair meerderheidskabinet. Onder de voorwaarde dat de VVD een substantieel deel van het verkie zingsprogramma in het regeerakkoord weerspiegelt ziet, is de fractie hiermee akkoord gegaan. Twee weken geleden, op 24 mei, zijn de programmatische besprekingen van start gegaan. De gesprekken verlopen in een goede sfeer, in een nog beter tempo en de eerste afspraken lijken veelbelovend. Een beginnersfout van de LPF werd snel gecorrigeerd. Ik doel daarmee op net vermeende generaal pardon aan illegalen. De VVD zelf vaart een standvastige koers en is stevig op weg om daadwerkelijk een belangrijk deel van het verkiezingsprogramma zwart op wit in een regeerakkoord te krijgen.
Per saldo kijk ik terug op een paar zware maar vruchtbare weken als nieuwe fractievoorzitter van de VVD. De snelheid zit er goed in en we staan weer stevig op het ijs. Ik houd van transparantie ■ en open communicatie. Ik kijk er dan ook naar uit om wekelijks te schrijven op deze plek in de
VVD-Expresse en de kennismaking voort te zetten. Gerrit Zalm
Notitie Zalm geeft analyse politieke onvrede rond Paars II
Huidig WD-fractievoorzitter Gerrit Zalm schreef
als kandidaat-Kamerlid aan de vooravond van de
verkiezingen een notitie over de politieke
onvrede die hij rond Paars signaleerde.
De notitie bevat een analyse van de politieke
onvrede rond het tweede Paarse kabinet. Het
stuk geeft een open analyse van de zwakke plek
ken in het functioneren van Paars II, met de
bedoeling dat de W D daaruit lessen kan trek
ken. Gegeven de politieke en electorale situatie
van dat moment was daar ook alle reden toe. De
successen die Paars II wel degelijk en in ruime
mate heeft gebracht komen door de aard en de
bedoeling van de notitie niet aan bod. De notitie
kan dan ook niet als totaalevaluatie van Paars
worden gezien.
In de media zijn reeds delen van deze notitie
verschenen. In deze WD-Expresse bieden wij u
de gehele notitie aan.
Voor meer informatie:
e x p r e s s e
417
&
Politieke onvrede
I. In le id in g
De opkomst van Fortuyn - wiens lijst vóór 6 mei op 20 a 30 zetels werd gepeild - is een teken van onvrede met de bestaande politiek en politici. In dit stukje ga ik alleen in op zaken die de politiek zelf kan beïnvloeden en niet op allerlei omgevingsfactoren zoals de media.
Zonder uitputtend te zijn volgen onderstaand enkele opmerkingen over:
onvrede met het bestel; onvrede met de inhoud van het beleid;
onvrede met de stijl. De onvredes hangen met elkaar samen en versterken elkaar.
II. O n vre d e met het bestel
Veel gehoorde uitdrukkingen van onvrede over "De Haagse Politiek" zijn:
Het is allemaal één pot nat; Het is pappen en nathouden; Het is vlees noch vis; Ze zijn vastgeplakt aan het pluche.
a. Eén pot nat
Toen Paars I begon was het vernieu wend. Voor het eerst was het CDA de regeermacht ontzegd en kwamen aartsvijanden PvdA en VVD samen in één regering. Op immaterieel gebied konden vernieuwingen worden door gevoerd (euthanasie, gelijkberechti ging). Paars I bracht ook veel nieuwe gezichten in de politiek (Wijers, Sorgdrager, Borst, de Boer, van Aartsen, Zalm). Bolkestein jaagde PvdA en D'66 regelmatig op de kast en hield het VVD-profiel hoog. Bij Paars II, en vooral tegen het eind, gingen de nadelen van de zeer brede coalitie overheersen. De nieuwheid was er af en de paarse partijen werden op één noop gegooid. Op personeelsgebied was Paars II ook al weinig vernieuwend, er werd geko zen voor “tried and trusted"; ae roulatiemethodiek was niet in alle opzichten een succes. De nieuwe ministers waren oude politieke rotten uit de jaren zeventig en tachtig (Herfkens, de Vries, Vermeend, Hermans, Korthals, de Grave, Brinkhorst). Het enige echt nieuwe gezicht (Apotheker) was snel verdwe nen. Dit was niet opwindend. Paars werd grijs.
Conclusies:
1) Liever een gekleurde coalitie (links of rechts) dan een brede (grijs).
2) Zorg bij een formatie ook voor nieuwe gezichten van buiten het politieke circuit.
3) Een brede coalitie stelt zware eisen aan de profilering van de fractie.
b. Pappen en nathouden, vlees noch vis
Een andere reden voor onvrede is als er op belangrijke beleidsterreinen weinig voortgang wordt geboekt omdat partijen het niet eens kunnen worden (pappen en nathouden). Voorbeelden hiervan zijn het zorg stelsel, de WAO-aanpak en het vreemdelingenbeleid. Soms wordt ook het adviescircus overdadig inge schakeld zoals bij de W AO (eerst Donner, dan SER en pas in bijna demissionaire staat een deel-stand- punt van het kabinet). Polderen wordt dan blubberen.
Wat ook tot onvrede leidt zijn half slachtige compromissen (vlees noch vis). Voorbeelden hiervan zijn het onuitvoerbaar gebleken compromis uit het regeerakkoord van Paars II over de organisatie van de sociale zekerheid (private uitvoering met publieke toelating) en de staatsrech telijke vernieuwingen (benoemings procedure burgemeester/CdK en correctief referendum).
Conclusies:
4) Liever elkaar wederzijds de zin geven op onderwerpen (uitruil) aan stilstand of halfslachtigheid. 5) Meer snelheid.
c. Het pluche
Wanneer stapt er nu eindelijk eens iemand op? In 8 jaar paars is er slechts één keer een bewindspersoon opgestapt (i.c. Linschoten) i.v.m. een kwestie die met beleid verband hield. Er zijn meer gelegenheden geweest waarbij aftreden niet ongepast was. Dat dit zo weinig gebeurt, geeft aanleiding tot het beeld dat kramp achtig wordt vastgehouden aan posi ties.
Conclusie:
6) In geval van twijfel is aftreden beter dan blijven.
III. O n vre d e met de inhoud
De onvrede over de inhoud van het beleid waarvoor Fortuyn als spreekbuis diende heeft vooral betrekking op: a) het vreemdelingenbeleid (asiel,
immigratie, integratie); b) het veiligheidsbeleid; c) de gezondheidszorg (wachtlijs ten); d) de bureaucratie; e) het onderwijs.
Pikant is dat Fortuyn de onvrede verwoordde zonder direct geld in het vooruitzicht te stellen. De oplossing
van de onvrede over de bureaucratie zou ook de middelen vrijmaken om de andere onvredes op te lossen. Op de meeste genoemde punten staan de opvattingen van Fortuyn niet ver af van die van de VVD. Veelal zijn onze oplossingen beter uitgewerkt.
Daar staat tegenover dat de VVD in de afgelopen 8 jaar van kabinetsdeel- name onvoldoende in staat is geble ken hervormingen bij het vreemdelin genbeleid en de gezondheidszorg af te dwingen terwijl de extra financiële en personele capaciteit bij onderwijs en veiligheid door het puDÜek niet als navenante verbeteringen worden ervaren. Wel is begonnen met het maken van prestatie-afspraken (boter bij de vis in de zorg) en is een presta- tiegeörienteerde begrotingsmetho- diel< doorgevoerd.
Conclusies:
7) Vreemdelingenbeleid en veilig heidsbeleid dienen te worden verscherpt en qua wijzigingen in regelgeving en uitvoering toppri oriteit te zijn in een komend regeerakkoord.
8) Verdere liberalisering en markt werking bij zorg en onderwijs annex prestatiegeörienteerde financieringssystemen moeten worden doorgevoerd.
9) Meer algemeen: voortgang boeken met prestatie-afspraken met uitvoerders van beleid (VBTB).
IV. O n vre d e m et de stijl
Moeilijk, ambtelijk, ontwijkend, saai, politiek correct, risicomijdend en technocratisch zijn kenmerkend voor de stijl en het woordgebruik van veel politici. Fortuyn stelde daar een stijl en woordgebruik tegenover die het tegendeel was en die veel mensen aansprak, zelfs mensen die voorheen niet in politiek geïnteresseerd waren.
Conclusies:
10) Naast inhoud zijn stijl en taalge bruik van toenemend belang. Eerlijkheid, eenvoud, humoren soms wat emoties zijn noodzake lijk, ook als daar risico mee gelo pen wordt. Steeds risico mijden is riskant.
11) De VVD moet nog meer Volkspartij worden.