• No results found

Tweede Kamerfractie Toetreding van Theo Joekes tot VVD- Formatie VVD-Expresse PARTIJEN 'oocuManATtoomuM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tweede Kamerfractie Toetreding van Theo Joekes tot VVD- Formatie VVD-Expresse PARTIJEN 'oocuManATtoomuM"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verschijnt wekelijks met uitzondering van de recesperiodes van de Tweede-Kamerfractie.

Uitgave van deHaya van Somerenstichting onder de verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur van de VVD. De inhoudelijke verantwoordelijkheid berust bij de Tweede-Kamerfractie van de VVD.

bjunnaöb, nummer 123

redactie: H.F. Heijmans, drs. L.M.L.H.A. Hermans: eind red actie : J.J. Metz;

redactie-adres: Postbus 20018, 2500 EA 's-Gravenhage, tel. 070-61 4911; organisa tie: J.N.J. van den Broek abo nnem entenadm inistra tie: algemeen secretariaat VVD, postbus 30836,2500 GV 's-Gravenhage; tel. 070-614121 abonnem entsgeld: ƒ 5 0 ,- per jaar; vo rm g e vin g en dru k: Hofstad Druktechniek bv, Zoetermeer.

M iiid u e , ie i. u / u - o i < t i £ i ,

'oocuM anA Ttoom uM

NEDERLANDSE

P O L IT IE K E

PARTIJEN

VVD-Expresse

Het programma van de Tweede Kamer wordt op dit moment bepaald door onderwerpen, die door geen van de politieke partijen als „controversieel” is betiteld.

Dat betekent, dat uitsluitend onomstreden zaken aan de orde kunnen komen.

Hoewel wij met willen beweren, dat hetgeen tot nu toe in de VVD-Expresse heeft gestaan uitsluitend hoog con­ troversieel was, is de redactie van oordeel, dat de VVD- Expresse voor de duur van de Kabinetsformatie in eerste instantie daarover inlichtingen zou moeten geven.

Om begrijpelijke redenen wordt echter tijdens de duur van de formatie grote terughoudendheid betracht met publiciteit. De handelwijze van de fracties is vóór alles gericht op het behalen van een goed eindresultaat.

Indien gegevens omtrent de formatie kunnen worden gepubliceerd, zal een VVD-Expresse verschijnen.

Voor het zomerreces zal derhalve de VVD-Expresse met meer verschijnen, tenzij bijzondere gebeurtenissen in de Kamer daartoe aanleiding geven.

In tegenstelling tot de gewoonte is het echter moge­ lijk, dat u tijdens het reces een extra nummer ontvangt. De Redactie

Formatie

De heer Nijpels heeft namens de VVD-fractie het volgende advies aan de Koningin uitgebracht.

„Aan Hare Majesteit de Koningin Majesteit,

Reeds voor de verkiezingen heb ik namens mijn partij aangegeven dat ons inziens het landsbelang het meest gediend met voortzetting van het beleid dat de afgelopen jaren door het kabinet Lubbers-Van Aardenne is gevoerd, zij het dat dat op een ontspannen en behoedzame wijze zou kunnen geschieden.

Nu de verkiezingsuitslag de meerderheid van de hui­ dige CDA-VVD-coalitie heeft herbevestigd, ligt de vorming van een parlementair meerderheidskabinet van CDA en VVD voor de hand.

Mijn fractie acht het daarbij van groot belang dat over de koers van een dergelijk kabinet helderheid en zekerheid bestaat middels een duidelijk regeeraccoord.

De voorbereiding voor de komst van een dergelijk kabinet zou zowel kunnen plaatsvinden door een informa- teursduo van CDAVVD-huize, als door een informateur van CDA-zijde. De ervaring die mijn fractie gedurende de laat­

ste formatie heeft opgedaan met werkgroepen is ons daarbij goed bevallen.

In de hoop Uwe Majesteit met dit advies van dienst te zijn geweest,

Uw dienstwillige, drs. E.H.T.M. Nijpels"

Ook de fractie van het CDA geeft, gevolg gevend aan de voor de verkiezingen uitgesproken voorkeur, geadvi­ seerd in eerste instantie de mogelijkheid van de vorming van een kabinet steunend op de fracties van CDA en VVD te onderzoeken.

Inmiddels is de heer De Koning met die informatie­ taak belast. Dagelijks vinden gesprekken plaats. In eerste instantie zijn die gesprekken gericht op een eerste inventari­ satie van punten die in aanmerking komen voor nader overleg. Daarbij wordt een methode gevolgd, die enigszins afwijkt van hetgeen gebruikelijk was. Tussen fractiespecia­ listen van VVD en CDA worden de geïnventariseerde pun­ ten nader besproken. Op die wijze wordt tegelijkertijd ten aanzien van allerlei verschillende beleidsterreinen gewerkt aan overeenstemming. Met name de snelheid van het forme­ ren kan daarmee gediend zijn. De typisch Nederlandse traditie van maandenlang slepende formaties kan daarmee wellicht worden doorbroken.

De coördinatie van de besprekingen aan VVD-zijde wordt gevoerd door een formatieteam, waarvan - naast Ed Nijpels - deel uitmaken: F, Bolkestein, J. Franssen, R. de Korte en J. Voorhoeve.

Toetreding van Theo Joekes tot VVD-

Tweede Kamerfractie

Op 27 mei heeft mevrouw Rempt, nr. 27 op de lande­ lijke VVD-kandidatenlijst de haar toekomende plaats in rijks- kieskring Assen afgestaan aan de heer De Korte.

Deze is op zijn beurt bereid in de rijkskieskringen Haarlem/Den Helder plaats te maken voor de heer Korthals, zodat de door de partij vastgestelde volgorde op de lande­ lijke lijst kan worden gehandhaafd.

Dit is belangrijk nu de heer Joekes met voorkeurstem­ men in de Tweede Kamer is gekozen.

(2)

1 2 3 - 2

Uit het Europees Parlement

Erasmus actie-programma

Het Erasmus actieprogramma zoals voorgesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschap, heeft tot doel te bereiken dat in 1992 tenminste 10% van de 6 miljoen Europese studenten een deel van hun studie in een andere lidstaat zullen volgen, In de mei-zitting van het Europees Parlement in Straatsburg werd door het Europees Parlement een positief advies uitgebracht over dit uitwisselingspro­ gramma. Jessica Larive, woordvoerder van de Europese Liberale Fractie, benadrukte het belang van een snelle goedkeuring van het Erasmusprogramma door de Raad van Sociale Zaken in juni onder Nederlands voorzitterschap! Dit is ook van groot belang omdat er in de praktijk nog steeds hindernissen voor de mobiliteit van studenten blijven bestaan. In België bijvoorbeeld worden nog steeds grote aantallen (met name Nederlandse) studenten uitgesloten van inschrijving aan een universiteit, in strijd met de uitspraken van de Europese Raad en het Hof van Justitie. Verder blijven de lidstaten dwarsliggen bij de goedkeuring van ontwerp- wetgeving inzake een verblijfsrecht m de lidstaat van hun keus voor economisch niet-actieve EG-burgers, waaronder studenten.

Het Erasmusprogramma, in de voetsporen van de Nederlandse wijsgeer Erasmus voorziet in twee soorten communautaire beurzen:

- gedeeltelijke beurzen voor reiskosten en taalkundige voorbereiding;

- volledige beurzen die op basis van een jaarlijks vergelij­ kend onderzoek zullen worden toegekend voor een geïn­ tegreerde studieperiode in een andere lidstaat.

Verder beoogt het Erasmusprogramma de instelling van een Europees Universitair netwerk van uitwisselingspro­ gramma's voor studenten; alsook praktische maatregelen zoals de invoering van een voor de hele Gemeenschap geldend Europees stelsel van puntenoverdracht, die de erkenning op academisch niveau moeten bevorderen van de diploma’s en de studietijdvakken.

Begeleidende maatregelen zullen ook worden geno­ men om de contacten tussen de leerkrachten te bevorderen. Tenslotte wil de Commissie een voorlichting, gericht op uitwisselingsprogramma's en studiebezoeken van docenten en universitair personeel realiseren, en tevens een „Eras­ musprijs" voor het meest „Europese" uitwisselingspro­ gramma instellen.

Jessica Larive stipte een aantal mogelijke problemen met het programma van de Commissie aan:

1. Wederkerigheid: Nederlanders en Denen gaan graag in het buitenland studeren maar hoeveel buitenlanders zijn in staat in onze talen colleges te volgen; dit betekent de noodzaak van taalcursussen.

2. Erasmus fondsen zullen voor nieuwe programma's moeten worden gebruikt en niet ter financiering van al bestaande (bijvoorbeeld bilaterale) uitwisselingsprogramma's. 3. Er zijn in de EG 6 miljoen studenten aan 3600 umversitei-

ten met 11 verschillende academische stelsels. Dat wil zeggen dat overdreven toename van bureaucratie tussen universiteiten alleen kan worden voorkomen als het Eras­ musprogramma gepaard gaat met een geleidelijke har­ monisering van studieopbouw, erkenning van diploma's en het gemeenschappelijk „creditpomt" systeem. (V o o r n a d e re in fo rm a tie : m r. Je ssica L a riv e , te l. 09-352- 43002400.)

De liberalisatie van de Europese Vervoersmarkt

Waar de Raad van Ministers in het eerste semester van 1986 onder het Nederlandse voorzitterschap vele zaken ter Europese regulering van de vervoersmarkt op de agenda had staan, zijn er tot op heden nog maar weinig besluiten genomen. Toch dringt de tijd, want in het arrest van het Europese Hof van Justitie werd de Raad slechts een redelijke termijn gelaten om alsnog de vrijheid van dienstverlening in het interne vervoer over land en de binnenwateren te re­ gelen.

In het arrest d.d. 22 mei 1986 werden uitdrukkelijk de vervoerstakken over zee en in de lucht uitgezonderd, omdat die in tegenstelling tot de twee bovengenoemde niet in het Verdrag als binnen een bepaalde termijn te liberaliseren vermeld staan. Toch heeft de Europese Commissie al geruime tijd geleden gemeend ook dienaangaande voorstel­ len voor een Gemeenschappelijke marktregeling te moeten mdienen, m de vorm van memoranda, beide vergezeld van een aantal Verordeningen en Richtlijnen.

Het Europees Parlement heeft bij verslag van de Duitse socialist Jan Klinkenborg zijn advies over het Tweede Luchtvaartmemorandum gegeven in september 1985, zie VVD-Expresse no. 90/91, blz. 4.

Inmiddels heeft het Europees Hof van Justitie een belangrijke stap gezet op de weg naar een geïntegreerde vervoersmarkt, in het arrest Nouvelles Frontières, (zaak 209- 213/84, d.d. 30 april 1986), waarin de Commissie opgedragen wordt de artikel 85 e.v. van het Verdrag inzake de concur­ rentie ook toe te passen op de burgerluchtvaart. Nu heerst er in die sector een wirwar van bilaterale verdragen, die prijzen en capaciteiten vaststellen. Het zou wel eens kunnen zijn, dat de deregulering, die Minister Smit tussen Nederland en Groot-Brittannië heeft geïnitieerd, ook in andere lid­ staten toegepast zal moeten gaan worden.

Het Parlement is thans midden in het adviseringspro- ces over het Tweede zeevaartmemorandum, bij rapporte­ ring van de Britse Socialist Ken Stewart. De voornaamste onderdelen van dit memorandum betreffen de concurrentie, de cabotage, de gemeenschappelijke opstelling ten opzichte van derde landen, vrije toegang tot de lading en dumpmgpraktijken. Rapporteur Stewart had vooral m zijn toelichting zich op een dusdanig regulerend en ideologisch onaanvaardbaar standpunt gesteld, dat er in de parlemen­ taire vervoerscommissie 150 amendementen op werden mgediend, waarvan 25 door ondergetekende. Er werden er zoveel van aangenomen, dat de rapporteur weigerde zijn rapport zelf voor de plenaire vergadering te verdedigen.

Voor ons Liberalen is het van het grootste belang, evenals overigens voor de nog overlevende Nederlandse rederij, dat er op de kortst mogelijke termijn maatregelen genomen worden tegen de prijsdumping vanuit de Oostblok­ landen en tegen de ladmgsreserveringen vanuit de Vere­ nigde Staten en steeds meer Derde Wereldlanden. Nu het Parlement nog voor de zomer zijn advies over het gehele pakket voorstellen van de Commissie zal rapporteren, is het nu aan de Raad om de voorstellen in het publikatieblad te krijgen, dat wil zeggen besluiten te nemen.

(3)

1 2 3 - 3

Uit de Eerste Kamer

De Onderwijsvoorrangswet

In de VVD-Expresse, nr. 88 van 13 september 1985, heeft de Tweede Kamer-fractie bij monde van de heer Dijkstal duidelijk uiteengezet welke grote bezwaren er kle­ ven aan het sterk regulerende Onderwijsvoorrangs-wets- voorstel, daarbij het grote belang dat de VVD aan onderwijs­ voorrangsbeleid hecht, vooropstellend. Bij de behandeling van het voorstel had hij dan ook spijtig geconstateerd dat een Kamermeerderheid deze wet wilde en zich vervolgens beij­ verd voor een versterking van de rol van de gemeenten in het voorgestelde systeem. Dit leidde tot aanneming van het wetsvoorstel met de aarzelende steun van de VVD-fractie in de Tweede Kamer.

In de Eerste Kamer echter tekende zich bij de behan­ deling een duidelijke meerderheid tégen het voorstel af. CDA, VVD en de kleine christelijke partijen lieten weten weinig in het onderhavige voorstel te zien. VVD-woordvoer- der Van Boven herhaalde de vele bezwaren die in VVD- kring tegen het voorstel leven.

• de onvoldoende - en dan vaak negatieve - evaluatie van het tot dusver gevoerde onderwijsvoorrangsbeleid • de gebrekkige criteria om vast te stellen wie eronder

moeten vallen

® het ten onrechte op één hoop gooien van stimulerings- en anderstaligenbeleid

• het gevaar van verdringing van het noodzakelijke zorg- verbredingsbeleid in de basisscholen

• de twijfel aan de rechtvaardigheid van het gebiedenbe- leid waarin met name het platteland uit de boot zal vallen ® de vrees dat veel te veel tijd, geld en energie gestoken

zal worden in het overlegcircuit als gevolg van de anders- soortige traditie en werkwijze van onderwijs en welzijn • de bureaucratie-bevorderende overregulering.

Ervan uitgaande dat het wetsvoorstel door de Eerste Kamer verworpen zal worden, verzoeken VVD en CDA (gesteund door SGP, RPF en GPV) m de ingediende motie Van Boven - Grol-Overling de regering „te bevorderen dat via begrotingswijzigingen de middelen, die in het voorstel voor gebiedenbeleid bestemd zijn, rechtstreeks ter beschik­ king komen aan het budget van de scholen naar rato van het aantal leerlingen in achterstandsituaties, opdat scholen zelf­ standig kunnen beslissen op welke wijze zij de achterstan­ den van hun leerlingen het beste kunnen aanpakken en de Staten Generaal daarover op korte termijn in te lichten".

Ten principale verzette de woordvoerder van de VVD-fractie zich tegen het argument dat de in het onderwijs­ veld gewekte verwachtingen nu gehonoreerd moeten wor­ den. Hij nam stelling tegen de gewoonte van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, om m circulaires reeds geruime tijd tevoren een voorschot te nemen op een succes­ volle parlementaire behandeling en met premature voorbe­ reidende beleidsmaatregelen het parlement onder onaan­ vaardbare druk te zetten.

Staatssecretaris Van Leyenhorst en Minister Brinkman vroegen aan het einde van het debat schorsing van de beraadslagingen voor kabinetsberaad.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : d rs, A. van B oven, tel. 070-246582.)

Verhaal van bijstand op de onderhoudsplichtige

In de Eerste Kamer is op 20 mei j.1. wetsvoorstel 18.813, wijziging van de Algemene Bijstandswet met betrek­ king tot verhaal, verworpen. Dit geschiedde met medewer­ king van een meerderheid van de VVD-fractie.

Dit voorstel bevatte drie hoofdelementen:

- het reeds eerder aangenomen beginsel dat een gemeente niet kan worden verhinderd om betaalde bijstand op een onderhoudsplichtige te verhalen doordat deze met de onderhoudsgerechtigde had afgesproken dat geen ali­ mentatie behoefde te worden betaald, werd uitgebreid tot het geval waarin het niet bij een afspraak was gebleven doch een alimentatievonnis was uitgelokt dat een te lage alimentatie oplegde, en wel door aan de rechter onvolle­ dige informatie te verschaffen.

- aan gemeenten werd de plicht opgelegd om in gevallen waar verhaal mogelijk was, dat verhaal ook te doen. - voor het verhaal werden procedureregels gegeven.

De beide eerste elementen ondervonden geen bestrij­ ding; het eerste was de consequentie van het anderhalf jaar geleden aangenomen wetsontwerp inzake het „nihil­ beding", het tweede bevordert de rechtsgelijkheid in het land. Het is ongewenst dat - zoals thans - de ene

gemeente wel verhaalt en de andere niet. De minderheid van de fractie heeft deze overwegingen zo zwaar laten wegen dat zij daarom het ontwerp heeft gesteund. De meerderheid heeft, met erkenning van deze goede bedoelingen, zich laten leiden door de ernstige juridische bezwaren tegen de procedure die in het voorstel voor een en ander was voorgeschreven. Deze bezwaren betroffen drie hoofdpunten:

- de rechtsbescherming van degene op wie verhaal werd genomen, dan wel van wie aan betrokkene zelf verleende bijstand werd teruggevorderd, was onvoldoende omdat de gemeente zou mogen executeren hangende beroep op de rechter;

- het beginsel dat de burgerrechtelijke onderhoudsplicht de grens van de verhaalsmogelijkheid zou bepalen werd door de staatssecretaris De Graaf wel beleden, doch de consequenties daaruit werden in het wetsvoorstel niet getrokken nu daarin los van die civielrechtelijke onder­ houdsplicht bij AMvB normen zouden worden gesteld voor het door de gemeente te verhalen bedrag. Het bestaan van deze afzonderlijke AMvB is op zichzelf al onjuist, welk bezwaar alleen nog maar versterkt wordt doordat in de overgelegde concept-AMvB de normen die de burger­ lijke rechter pleegt te hanteren bij de alimentatievaststel- ling, slechts gebrekkig worden weerspiegeld;

- de beoordeling van het verhaal ingeval de betrokkenen zich daarmee niet kan verenigen werd gegeven aan de kantonrechter, terwijl m de nieuwe situatie veelal de bepaling van de hoogte van de alimentatie het wezenlijke geschilpunt zal zijn; dit hoort bij de rechtbank thuis. Daarbij werd tevens overwogen dat een correcte regeling zeer wel mogelijk is, zodat het bereiken van de met dit wetsvoorstel beoogde doelen het geenszins nodig maakt de vermelde bezwaren te accepteren; een dergelijk wel acceptabel voorstel zal ook de van dit voorstel te verwach­ ten budgettaire resultaten - waarvan het bedrag overigens werd betwist - voortbrengen.

(4)

1 2 3 - 4

Ondernemingsrecht - misbruik-ontwerpen

In de Eerste Kamer zijn de beide wetsvoorstellen tot wijziging van het vennootschapsrecht, in de wandeling bekend als het tweede en derde misbruikontwerp, aanvaard met medewerking van de VVD-fractie.

Voor wat betreft het zogenaamde derde misbruikont­ werp, dat aan de curator in een faillissement de mogelijk­ heid geeft om bestuurders en anderen die het beleid van de vennootschap bepaald hebben persoonlijk aan te spreken wanneer er sprake is geweest van wanbeheer, bestond daarover weinig verschil van mening. Enkele vragen die gerezen waren naar aanleiding van een door de Tweede Kamer bij amendement ingevoerde regeling voor de overdracht van aandelen, waren door de minister bevredi­ gend beantwoord.

Voor wat betreft het zogenaamde tweede misbruik­ ontwerp, dat voor bestuurders van vennootschappen een meldingsplicht invoert wanneer zij niet m staat zijn tijdig de verschuldigde belasting en premies te betalen, bij gebreke van elke melding zij eveneens persoonlijk aangesproken kunnen worden, bestonden aanvankelijk bij de VVD-fractie - evenals bij de VVD-fractie in de Tweede Kamer - ernstige bezwaren, gegrond op de vrees dat hiervan naast het derde ontwerp weinig winst te verwachten was, doch wel een aanmerkelijke kans op onnodige faillissementen. De verde­ diging door de beide VVD-bewindslieden, minister Korthals Altes en staatssecretaris Koning, stelde met goede argumen­ ten dat de kans op faillissementen als gevolg van deze regeling die niet in een later stadium toch zouden zijn gevolgd zeer gering is, terwijl het eerder volgen van een toch onvermijdelijk faillissement slechts toe te juichen is. Voorts wezen zij er met klem op dat de voorgestelde rege­ ling van groot belang is om de specifiek op de fiscus en bedrijfsvereniging gerichte fraude tegen te gaan, en dat een gezond bedrijf de melding niet zal behoeven te doen omdat de bank dan bereid zal zijn de betrokken betalingen te financieren, terwijl het een bedrijf niet behoeft te worden toegestaan om het krediet dat het van de bank niet kan krijgen ongevraagd te nemen van de fiscus c.s. Door deze verdediging heeft de VVD-fractie in de Eerste Kamer zich laten overtuigen.

(V o o r n a d e re in fo rm a tie : m r.ir. H. H e ijn e M a k k re e l, tel. 023- 2 4 351 7)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat doet men vooral door de argumenten voor zijn ultra-linkse standpunten gewoon niet meer naar voren te brengen.. Het gevolg is dat het PvdA-veiligheidsstandpunt kant nog

De VVD is het eens met de voorgestelde uitbreiding van de cellencapaciteit. Voor een geloofwaardig beleid moet dit sluitstuk van de strafrechtelijke vervolging priori­ teit

d) De normen moeten zodanig realistisch zijn, dat zowel het milieu als de landbouw er mee kunnen leven. Geen ideologische stokpaardjes van alleen milieu of alleen

Op voorstel van het Europees Parlement werd m juli overeengekomen dat het begrotingstekort dat de Gemeen­ schap voor 1984 heeft door voorschotten van de lidstaten gedekt zal

Het gaat in deze categorie om maar liefst 19.000 woningen voor volgend jaar: 9000 meer dan voor dit jaar, terwijl ook voor de jaren daarna eenzelfde aantal is opgenomen.. Veel

De komende verhoging van de zelfstandigenaftrek moet echter niet in het kader van een inkomenspolitiek worden gezien, maar het is een extra maatregel (flankerend beleid) in

aspecten concentreerde zich op de vraag of de internationale rechtsorde als zodanig hier in het geding was; of aan commu­ nistisch China een belofte was gedaan, hoe de relatie met

Als de overheidsinstanties op dit punt in gebreke blijven, dan zou juist dat er wel eens de oorzaak van kunnen worden dat wij, zoals de OESO voor ons land al heeft aanbevolen, dan