Verschijnt wekelijks met uitzondering van de recesperiodes van de Tweede-Kamerfractie.
Uitgave van de Haya van Somerenstichting onder de verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur van de VVD.
De inhoudelijke verantwoordelijkheid berust bij de Tweede-Kamerfractie van de VVD.
9 nov. 1984. num m er 58
redactie: drs. L.M.L.H.A. Hermans. J.J. Metz: redactie-adres: Postbus 20018. 2500 EA 's-Gravenhage. tel. 070-61 49 11:
organisa tie: J.N.J. van den Broek: a b o n n em entenadm inistra tie: algemeen secretariaat VVD. postbus 19027. 2500 CA s-Gravenhage:
abonnem entsgeld: ƒ 5 0 - per jaar: vo rm g e vin g en d ru k: Hofstad Druktechniek bv. Zoetermeer.
Tweeverdieners
Het nu door het kabinet aangedragen compromis inzake de tweeverdieners, ziet de VVD als een Salomons- oordeel. Dit Salomons-oordeel bevat voldoende elementen van de door de VVD aangedragen voorstellen, om de fractie redelijk tevreden te kunnen stellen. Zoals door het kabinet, bij monde van de Staatssecretaris van Financiën bij het debat in de Tweede Kamer is aangegeven, kon de VVD zich terecht beroepen op de aanwezigheid van politieke binding van kabinet en regeringsfracties. Daarom spreekt de fractie de wens uit dat zowel kabinet als VVD in de toekomst voor dit soort verrassingen gespaard zullen blijven. De VVD gaat er voorts vanuit dat het CDA accoord gaat met het nieuwe compromisvoorstel van het kabinet.
Het overschot van ƒ 15 miljoen, dat resulteert uit het compromisvoorstel, ziet de fractie bij voorkeur besteed in de sfeer van de kinderopvang, waarmee mede tegemoet wordt gekomen aan de wensen van de VVD- Staatssecretaris voor Emancipatiezaken. Ten slotte spreekt de VVD-fractie haar grote waardering uit voor de standvastigheid, waarmee VVD-Staatssecretans Koning de arbeidstoeslag, als één van de kernpunten van de derde fase-operatie, heeft weten vast te houden.
(V o o rn a d e re in fo rm a tie : m r. F .H .C . C ra ve , te l. 070-614911, tst. 2855.)
Begroting Volkshuisvesting 1985
Volkshuisvestingsdebatten
Halverwege de rit van het kabinet maakte VVD- woordvoerder Pol de Beer de balans op, aan de hand van het regeeraccoord. Hij kwam tot de conclusie dat het oor
deel duidelijk positief uitvalt, maar dat nog heel wat zal moeten gebeuren om in de resterende twee jaar het beleid verder in de richting van het regeeraccoord om te buigen.
Dat geldt met name voor de bevordering van het eigen woningbezit (betere hypothecaire garanties, stimulering van koop door de zittende huurders) en voor het huurharmonisa- tiebeleid.
Met tevredenheid kan worden geconstateerd dat op het punt van de individuele huursubsidie inderdaad een aantal verbeteringen zijn ingevoerd, waar de VVD al jaren
lang voor heeft gepleit. De uitgaven terzake zullen nog wel stijgen, maar ze zijn weer beheersbaar geworden.
Over de gang van zaken in de koopsector is de VVD- fractie zeer bezorgd. De staatssecretaris doet of er geen vuiltje aan de lucht is, maar uit de bouwwereld zijn gegevens gekomen waaruit blijkt dat slechts de helft van het gepro
grammeerde aantal woningen in aanbouw wordt genomen.
Hierdoor dreigen zo'n 20.000 bouwvakkers op straat te komen staan. De VVD acht dit onaanvaardbaar. Daarom deed De Beer het voorstel, op de premiekoop A- en B- woningen een stimuleringspremie te zetten van ƒ 2.000,- en
voorts, om de inkomensgrenzen ruimer te stellen zodat bij
voorbeeld ook tweeverdieners meer voor een premie in aanmerking komen. De financiële dekking voor deze voor
stellen moet dan - helaas - worden gevonden door het officiële woningprogramma iets te verminderen. „Maar beter is het om ruim 90% van het voorgenomen aantal ook echt te bouwen, dan om op papier 100% uit te geven, maar in werkelijkheid slechts 50% te realiseren”, aldus De Beer.
Tenslotte deed de VVD ook het voorstel, om huuropzegging aan kamerhuurders mogelijk te maken indien blijkt dat hoofdbewoner en kamerhuurder onmogelijk met elkaar kun
nen opschieten. Dat zal zeker veel aarzeling, die thans bij velen bestaat om een lege kamer te verhuren, wegnemen.
Uit de bijdrage van mevrouw Jorritsma kunnen twee hoofdpunten worden gelicht, namelijk:
a) Contingentering van de vrije-sectorwomngen met een
malige bijdrage
b) Realiseringsmogelijkheden van de vrije-sectorwomngen met eenmalige bijdrage
De VVD vindt, dat de vrije-sectorwomngen met een
malige bijdrage moeten worden toegewezen aan die gemeenten die komen met de plannen met de laagste stichtingskosten. Hierdoor kan worden bereikt, dat de rijks
premie van ƒ 6500,- ook daadwerkelijk ten goede komt aan de woonconsument. Dat kan alleen als de premie als prikkel werkt om de stichtingskosten laag te houden. Het kan ook nooit zo zijn dat, zoals de Staatssecretaris nu van plan is, de vrije sector gelijk behandeld wordt als de echte gesubsidi
eerde sector. De VVD is van plan hierover eventueel een motie in te dienen, als de Staatssecretaris met met afdoende toezeggingen komt.
Bovendien bestaan bij de VVD-fractie ten aanzien van de realiseringsmogelijkheden van de vrije-sectorwomngen met eenmalige bijdrage een groot aantal twijfels. Het gaat in deze categorie om maar liefst 19.000 woningen voor volgend jaar: 9000 meer dan voor dit jaar, terwijl ook voor de jaren daarna eenzelfde aantal is opgenomen. Veel van deze woningen zijn in 1984 gerealiseerd omdat er een overschot aan plannen in ontwikkeling was waarvoor geen contingent in de sociale huurwoningen en premiekoopwomngen beschikbaar was. Ook waren gemeenten bereid grond tegen lage c.q. lagere prijzen beschikbaar te stellen. Het is nog maar de vraag of dit de komende jaren zo zal blijven.
Met andere woorden, een erg wankele basis om meerjaren- beleid op af te stemmen.
(V o o r n a d e re in fo rm a tie : L .M . d e B e e r e n m e v r. A. J o rn ts m a - L e b b m k , tel. 070-614911, tst. re s p . 2405 e n 2492.)
5 8 - 2
Langdurige superheffing in strijd met Regeeraccoord
Deze week wordt, tijdens de behandeling van de Landbouwbegroting m de Kamer, de nodige aandacht besteed aan de huidige problematiek.
De landbouw is een economisch gebeuren, en in beginsel is alles wat goed is voor de Nederlandse economie, goed voor de landbouw. Omgekeerd mag ook gezegd wor
den, dat, wat goed is voor de landbouw, ook goed is voor de Nederlandse economie. Ondanks de gesignaleerde ople
ving in de economie echter, is het agrarisch inkomen laag.
Op dit moment staat de Europese landbouw op de drempel van een nieuwe periode; we denken hierbij bij
voorbeeld aan de toenemende mogelijkheden van informa
tica en genetica, maar tevens aan de afnemende politieke acceptie in verband met de overschotten.
Voor de toekomst zijn nu voor ons twee lijnen denk
baar. 1. terug naar het marktprincipe, 2. een systeem van gegarandeerde afname m Europa. Wij denken hierbij aan ongeveer 120% van de interne Europese consumptie, te weten: consumptie 100%, 15% wereldmarktschommeling en 5% calamiteit. Dit alles tegen een reële prijs, met daaraan gekoppeld het verhandelbaar zijn van het produktierecht en dan alleen voor produktie waarvan een structureel overschot is.
Men zal, ten gevolge van het hierdoor ontstane meer marktgericht produceren, wel meer aandacht moeten beste
den aan structuurbeleid.
Wat betreft de superheffing; Bij de vorige begrotings
behandeling hebben wij gekozen voor superheffing onder voorwaarde. (Bijstelbaar, tijdelijk, uitzicht op meer perspec- tiefbiedend beleid.) Inmiddels zien wij, dat de superheffing op korte termijn haar doelstelling beantwoordt, namelijk produktiereductie, doch op lange termijn geen oplossing biedt.
Daarnaast is het met in overeenstemming met de hoofdlijnen van het Kabinetsbeleid, getuige het regeerac
coord.
Naar aanleiding van het structuurbeleid, constateren wij, dat uitvoering van de superheffing, m verband met het grondgebonden zijn van de produktie, m het kader van de grondmobiliteit hele grote belemmeringen bewerkstelligt.
Een beëindiging van deze grondgebondenheid lijkt ons van belang.
De overschotten-problematiek is zeer actueel. In dit kader geeft de VVD-fractie als eerste prioriteit het beschik
baar stellen aan de Europese consument, mits het de bestaande afzet met of minimaal aantast.
Ten slotte, met betrekking tot het beleid van de Minister: de VVD-fractie is van mening dat het beleid van de bewindslieden over het geheel genomen te behoudend is.
(V o o r n a d e re in fo rm a tie : P M . B la u w, tel. 070-614911, tst. 2116.)
Huursubsidie studenten
Door wijzigingen in de regelingen voor de huursubsi
die is de positie van studenten boven de 23 jaar ongunstiger geworden. De PvdA heeft een motie ingediend om de nadelige gevolgen voor de studenten boven de 23 jaar op te heffen. De VVD neemt de problematiek serieus, maar kon het PvdA voorstel toch niet volgen. Daarvoor was een aantal redenen:
- Er zou een onrechtvaardig onderscheid ontstaan tussen studenten op basis van koppelingen die de VVD altijd heeft afgewezen, zoals de koppeling van de studietoelage aan de RWW-normen.
- Het is niet precies vast te stellen om welke groep studen
ten het gaat,
- De feitelijke en uitvoeringskosten zouden vele miljoenen bedragen; daarvoor is geen dekking.
- Tenslotte is niet duidelijk of dit vraagstuk thuishoort bij Volkshuisvesting of bij Onderwijs en Wetenschappen.
De VVD is van mening, dat huursubsidie een alge
meen beleidsinstrument is m de sfeer van de Volkshuisves
ting en met ingezet kan worden als instrument voor inko
menscompensatie.
In het kader van de studiefinanciering dient de pro
blematiek aan de orde gesteld te worden.
(V o o r n a d e re in fo rm a tie : M .J.H . d e n O u d e n -D e k k e rs en L.M . d e B eer, tel. 070-614911, tst. re s p . 2283 en 2405.)
