Vraag nr. 220 van 25 maart 1998
van de heer JACKY MAES
Zeezoogdierenbescherming – Strandvisserij
Op vrijwel alle stranden aan de Belgische kust wordt er aan (recreatieve) strandvisserij gedaan, onder meer met vaste netten. In deze netten gera-ken echter geregeld zeezoogdieren, zoals de gewo-ne zeehond, v e r s t r i k t . Alle zeezoogdieren die bij ons voorkomen, genieten wettelijke bescherming. Vaak laten de strandvissers hun netten enkele dagen (weken) achter op het strand, zonder ze te l e d i g e n . Dat resulteert in een hoeveelheid dode (rotte) vis en het risico dat het net verloren gaat in z e e, waar het eventueel verder kan vissen (ghost-net) en aldus bijdraagt tot de vervuiling van de zee. Het toelaten van en de controle op deze visserij is een bevoegdheid van de gemeenten die het strand in concessie hebben, de administratie Wa t e r w e g e n en Zeewezen (AWZ) van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Dienst Zeevisserij (DZV) van het federale ministerie van Landbouw wat de controle op de maat van de vis betreft, e n de federale overheid voor de strandvisserij beoe-fend beneden de laagwaterlijn.
Juridisch is er vrijwel geen reglementering om deze vorm van visserij te verbieden of te beperken (enkele gemeentereglementen niet te na gespro-k e n ) . Er zijn geen vergunningen vereist voor deze soort visserij. De enige beperking die wordt opge-l e g d , is artikeopge-l 33 van het Beopge-lgisch Ku s t r e g opge-l e m e n t (beperking tot maximum 150 m vanaf de laagwa-t e r l i j n ) . Deze reglemenlaagwa-teringen zijn echlaagwa-ter nielaagwa-t vol-doende en een striktere reglementering inzake het gebruik van deze netten is dan ook nodig, t e n e i n d e een effectievere bescherming te kunnen bieden aan de zeezoogdieren voor onze kust. De bevoegde overheden zijn verschillend naargelang de plaats van de visserij : tot aan de laagwaterlijn is het Vlaams Gewest bevoegd, voorbij de laagwaterlijn is de federale overheid bevoegd. Om tot een een-vormige reglementering te komen voor de hele k u s t , zouden beide overheden in onderling overleg onverwijld een afdoende reglementering moeten uitwerken om de strandvisserij aan banden te leg-gen en in het bijzonder om het vissen met vaste netten zeer sterk te beperken.
In de eerste plaats moet strandvisserij een hobby b l i j v e n , en dus dient het aantal vergunningen per visser te worden beperkt. Het is eveneens noodza-kelijk dat een zonering wordt ingevoerd, zowel in tijdsperiode als in ruimte. Het lijkt tevens nuttig de
strandvissers te verplichten hun net weg te halen indien het niet de volgende dag wordt geleegd, e n te voorzien van merktekens ter identificatie. N a a s t het opmaken van een reglement moeten er ook afspraken worden gemaakt voor toezicht en con-trole.
1. Heeft de minister reeds maatregelen genomen tegen de wantoestanden m.b.t. de strandvisserij, teneinde de zeezoogdieren beter te bescher-men ?
2. Heeft de minister reeds overleg gepleegd met zijn federale collega om tot een afdoende, strik-tere en eenvormige reglementering te komen ? 3. Zo ja, op welke manier wil de minister de
strandvisserij aan banden leggen en het vissen met vaste netten beperken ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, met een bijkomende deelvraag.
Antwoord 1 en 3.
Zeevisserij behoort tot de bevoegdheid van de Federale Diensten van We t e n s c h a p p e l i j k e, Te c h n i-sche en Culturele A a n g e l e g e n h e d e n . Ik heb dus niet de bevoegdheid om maatregelen te treffen met betrekking tot deze materie.
Inzake strandvisserij is het Vlaams Gewest enkel betrokken partij als eigenaar van het gebied. D e gemeenten verlenen de concessies met betrekking tot de strandvisserij.
1 en 2
Er werd recentelijk een samenwerkingsovereen-komst afgesloten met betrekking tot het weten-schappelijk onderzoek van zeezoogdieren en zee-vogels die aanspoelen aan de Belgische kust en de oevers van de oppervlaktewateren, of die gevangen worden als bijvangst.
Dit samenwerkingsakkoord werd afgesloten tussen de federale diensten, de diensten van de V l a a m s e G e m e e n s c h a p, waaronder de afdeling Natuur en het Instituut voor Natuurbehoud, en de universitei-ten.
uit-stippeling van het beleid voor het mariene milieu, vooral met betrekking tot het natuurbehoud en de n a t u u r b e s c h e r m i n g, maar eventueel ook met betrekking tot de visserij en de scheepvaart, d o o r de bevoegde autoriteiten.