• No results found

Vraag nr. 116 van 25 maart 1998 van de heer JACKY MAES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 116 van 25 maart 1998 van de heer JACKY MAES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 116 van 25 maart 1998

van de heer JACKY MAES

Kustkampeerterreinen – Brandveiligheidsattest De toekomst van onze kust zit in een meer kwali-teitsvol toerisme. Concreet moet er onder meer aandacht gaan naar de verkeersveiligheid, h e t behoud van de open ruimten, het beheer van n a t u u r g e b i e d e n , het belang van voorzieningen voor alle weer, ...

Het decreet van 3 maart 1993 op de terreinen voor openluchtrecreatieve bedrijven, is een belangrijk instrument om de kampeerterreinen aan de kust te saneren en de gemiddelde kwaliteit van het kam-peerwezen te verhogen. Ieder kampeerterrein diende conform dit decreet op 1 januari 1998 over een brandveiligheidsattest te beschikken. B r a n d-veiligheidsattesten kunnen enkel worden gegeven aan kampeerterreinen die zich in orde hebben gesteld via een saneringsplan.

1. Hoeveel kampeerterreinen aan onze kust beschikten op 1 januari 1998 niet over een gel-dig brandveiligheidsattest, hoeveel wel ?

2. De kampeerterreinen die niet over een brand-veiligheidsattest beschikken, zijn in strijd met het campingdecreet en vormen een bedreiging voor de veiligheid van de campinggebruikers en de omwonenden.

Welke stappen heeft de minister-president reeds genomen naar deze campings toe die geen sane-ringsplan indienden en die nog een exploitatie hebben ?

3. Wie is verantwoordelijk voor het sluiten van kampeerterreinen die niet in orde zijn conform het decreet ?

Welke stappen heeft de minispresident ter-zake al ondernomen om onder meer de betrok-ken burgemeesters, g e m e e n t e b e s t u r e n , c a m-pinguitbaters en -gebruikers hierrond te infor-meren ?

Antwoord

Tot en met 1 januari 1998 heeft Toerisme V l a a n d e-ren van 44 terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven gelegen aan de Vlaamse kust een brand-veiligheidsattest ontvangen. Ondertussen werd er door nog 12 andere terreinen gelegen aan de

Vlaamse kust een attest bezorgd, zodat per 31 maart 1998 56 terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven beschikken over het vereiste attest. Geografisch bestaat de Vlaamse kust uit de tien Vlaamse kustgemeenten en de deelgemeente Zee-b r u g g e. Volgens de recente inventaris van de terrei-nen voor openluchtrecreatieve verblijven die door Toerisme Vlaanderen werd opgesteld, bevinden er zich in West-Vlaanderen 218 terreinen voor open-luchtrecreatieve verblijven, waarvan er 179 toeris-tisch worden uitgebaat als kampeerterrein, k a m-peerverblijfpark of vakantiepark. Van deze 179 ter-reinen liggen er 159 aan de Vlaamse kust. A l d u s zijn er nog 103 terreinen die op dit ogenblik nog niet over het vereiste brandveiligheidsattest beschikken.

Hierbij moet evenwel worden opgemerkt dat in het brandveiligheidsbesluit tevens is bepaald dat er, n a advies van de Technische Commissie Brandveilig-h e i d , afwijkingen of termijnverlenging kunnen worden toegestaan om te voldoen aan toegestane a f w i j k i n g e n . Voor de Vlaamse kust werd er hier-voor door de uitbaters van 87 terreinen een dossier tot uitstel en/of afwijking van één of meerdere brandveiligheidsnormen ingediend. In 68 g e v a l l e n resulteerde dit reeds in een beslissing hetzij tot afwijking voor één of meerdere brandveiligheids-n o r m e brandveiligheids-n , hetzij tot termijbrandveiligheids-nverlebrandveiligheids-ngibrandveiligheids-ng om te voldoebrandveiligheids-n aan toegestane afwijkingen, of een combinatie van b e i d e. 6 dossiers zijn op dit ogenblik nog in behan-deling bij de Technische Commissie Brandveilig-heid.

De terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven die nog niet beschikken over een brandveiligheids-a t t e s t , mogen vbrandveiligheids-anbrandveiligheids-af 1 jbrandveiligheids-anubrandveiligheids-ari 1998 niet meer wor-den uitgebaat. Wanneer men ze toch uitbaat, z u l l e n de uitbaters hiervoor door Toerisme Vlaanderen in gebreke worden gesteld. Hiervoor werden de uit-baters door Toerisme Vlaanderen op 17 januari 1 9 9 7 , 21 oktober 1997 en 20 april 1998 aangeschre-v e n . Teaangeschre-vens werden de burgemeesters aangeschre-van de gemeenten waar de terreinen gelegen zijn op 21 oktober 1997 en 20 april 1998 hiervan op de hoogte g e s t e l d . Het decreet van 3 maart 1993 houdende statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven bevat echter geen machtiging in hoofde van Toerisme Vlaanderen om bij ontstentenis van het vereiste attest van brandveiligheid de sluiting van een terrein te vorderen.

(2)

gedaan op de burgemeesters van de gemeenten waar zich terreinen zonder het vereiste attest b e v i n d e n . Zij werden verzocht, na kennisname van de toestand ter plaatse, overeenkomstig de g e m e e n t e w e t , inzonderheid artikels 133 en 135 § 2, al dan niet tijdelijk de sluiting van de betrokken terreinen te vorderen.

Tegen 31 december 1999 moeten de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven beschikken over een vergunning afgeleverd overeenkomstig het decreet van 3 maart 1993 houdende statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven. Tegen de terreinen die na die datum nog worden uitgebaat zonder vergunning dient door officieren van de gerechtelijke politie, de personeelsleden van de rijkswacht, de ambtenaren en de agenten van de plaatselijke politie, de ambtenaren die hier-toe door de Vlaamse regering worden aangewezen, en de ambtenaren van Toerisme Vlaanderen die door de Vlaamse regering hiertoe werden gemach-t i g d , proces-verbaal gemach-te worden opgemaakgemach-t. D e z e processen-verbaal dienen te worden overgezonden aan de bevoegde ambtenaren van het openbaar m i n i s t e r i e. Op basis van een vonnis kan vervolgens de sluiting van een terrein worden gevorderd. D e g e m e e n t e b e s t u r e n , plaatselijke brandweer, c a m-p i n g u i t b a t e r s, m-provinciale diensten van het ministe-rie van de Vlaamse Gemeenschap en de kanton-naal bevoegde ambtenaren van het openbaar ministerie werden hiervan door Toerisme V l a a n d e-ren schriftelijk ingelicht in 1997.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om tot een een- vormige reglementering te komen voor de hele k u s t , zouden beide overheden in onderling overleg onverwijld een afdoende reglementering moeten uitwerken om

Ondertus- sen zijn we zes jaar verder en toch stellen wij vast dat sommige OCMW's nog steeds dergelijke onwettelijke vergoedingen blijven uitbetalen2. Aangezien het duidelijk is dat

Na overleg met alle partijen (administratie Water- wegen en Zeewezen, administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting,

Op 7 oktober 1998 heeft de minister in zijn ant- woord op mijn vraag om uitleg in de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud gesteld dat er wel degelijk werk wordt gemaakt van

In het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening behandelt artikel 7 de oprichting, de organisatie en werkwijze van de Vlaamse Commissie voor Ruim- telijke Ordening (Vlacoro)..

Bij het zoeken naar een nieuwe locatie wordt rekening gehouden met de mogelijkheid het labo Gent en eventueel op termijn het labo Oostende daar onder te brengen?. Aan

In een eerste fase is het de bedoeling om voor de consensusgebieden tussen de gewenste agrarische structuur en de gewenste natuur- en bosstructuur de procedure op te starten..

Hierbij moet worden opgemerkt dat in het ver- leden reeds een vergunning werd afgeleverd voor de aanleg van een parking, maar dat we- gens technische aspecten en de problemen