Vraag nr. 105 van 19 maart 1997
van de heer JACKY MAES
Toewijzing sociale huurwoningen – "Bijzo n d e r e sociale omstandigheden"
Het artikel 6 § 1 van het sociaal huurbesluit van 29 september 1994 (Belgisch Staatsblad 3 december 1994) zegt dat de raad van bestuur van iedere sociale huisvestingsmaatschappij, of het door haar aangestelde verhuurcomité, in individuele gevallen aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) een gemotiveerde afwijking van de bepalingen van de artikelen 2 § 1, en 5 kan vragen. De aanvraag dient gebaseerd te zijn op bijzondere omstandighe-den van sociale aard en vergezeld te zijn van het advies van de commissaris van de VHM bij de sociale huisvestingsmaatschappij.
Dit artikel 6 behandelt de afwijking van de toewij-zingsregels voor individuele gevallen die gebaseerd zijn op bijzondere omstandigheden van sociale a a r d . Individuele afwijkingen moeten mogelijk blij-v e n , maar ze zouden moeten gebaseerd zijn op gelijke begrippen en altijd grondig moeten gemoti-veerd zijn. Inkomen is een gemakkelijk element om te controleren, maar andere sociale componen-ten zijn veel moeilijker te detecteren en zijn voor interpretatie vatbaar.
1. Bestaan er momenteel modaliteiten die de "bij-zondere omstandigheden" beschrijven ?
2. Hoeveel afwijkingen werden er volgens dit arti-kel toegestaan in 1995 en 1996 ?
3. Om welke bijzondere omstandigheden ging het in deze gevallen ?
4. Bestaat er enige vorm van controle op het toe-staan van de afwijking ?
5. Kan dergelijke afwijking worden aangevraagd in geval van onbewoonbaarverklaring en inge-val er een dringende noodzaak van herhuisves-ting is ?
Antwoord
1. Het besluit van de Vlaamse regering van 29 sep-tember 1994 bevat geen definitie van de in arti-kel 6 § 1 vermelde "bijzondere omstandigheden van sociale aard".
Gelet op de specificiteit van elk dossier, werden ook door de VHM geen criteria vooropgesteld. Er werd wel een modelformulier opgesteld dat in eerste instantie moet worden ingevuld door de aanvragende erkende vennootschap en dat de motivatie voor de aanvraag bevat. De bouw-maatschappij kan alle mogelijke elementen die in dit kader relevant zijn, aanhalen ter staving van de aanvraag. Op het modelformulier dient de VHM-commissaris zijn advies uit te brengen. 2. In 1995 en 1996 werden respectievelijk 337 en
341 aanvragen tot afwijking toegestaan.
3. Zoals reeds onder punt 1 werd vermeld, h e e f t elk dossier zijn specifieke kenmerken.
Meestal is er een combinatie van de volgende factoren aanwezig : zeer laag inkomen,dringend de privé-huurwoningmarkt moeten verlaten, faillissement, gedwongen verkoop van de eigen-d o m s w o n i n g, waarbij eigen-de opbrengst eigen-dient om schulden aan te zuiveren, het bewonen van een onaangepaste woning, de onmogelijkheid om in de privé-sector een geschikte woning te vinden wegens te duur, enzovoort.
4. Conform het huurbesluit beslist de VHM over het al dan niet toestaan van de afwijking.
5. In het geval een kandidaat-huurder een onge-zonde woning ontruimt die hij betrok op datum van de onbewoonbaarverklaring, geniet hij voorrang voor de toewijzing van een sociale w o n i n g, zodat een aanvraag tot afwijking in feite overbodig is.