• No results found

Nieuw lied van de verliefde droomer over de vrouwen · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuw lied van de verliefde droomer over de vrouwen · dbnl"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nieuw lied van de verliefde droomer over de vrouwen

bron

Nieuw lied van de verliefde droomer over de vrouwen. Z.p., 19de eeuw

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie064nieu01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

1

Nieuw lied

van de Verliefde Droomer over de Vrouwen.

Het is toch dwaas -

Ik denk steeds aan de vrouwen, De gansche nacht, -

Heb ik er van gedroomd, Ofschoon men zegt:

Men kan ze niet vertrouwen, Hoor ik hun naam, -

Dan word ik steeds beschroomd 't Is raar hoe 't komt, (bis) 't blijft mij een vraag,

Waarom mag ik toch, De vrouwen zoo graag.

Nieuw lied van de verliefde droomer over de vrouwen

(3)

2

2

Verliefdheid dunkt mij, Kan het toch niet wezen,

Verliefdheid doet, - Ja, aan het harte pijn,

Dat heb ik immers, Meer dan eens gelezen,

Ik wil geen pijn, dus - Liefde kan 't niet zijn

't Is raar hoe 't komt, - 't Blijft mij een vraag,

Waarom mag ik toch, De vrouwen zoo graag.

3

Zou dan de kracht, - De grootheid van de Vrouwen

Ons goedig geslacht, - Dat men hun steeds aanbiedt,

Ofschoon ik laatst las, Het zal ons nog berouwen, -

Zou 't waarheid zijn?

Ik denk, ik hoop het niet, 't Is raar hoe 't komt, 't Blijft mij een vraag

Waarom mag ik toch, De vrouwen zoo graag.

4

Ben ik dan trouwziek?

Foei! hoe durf ik het wagen, Want trouwen, neen!

Daar denk ik nimmer aan, Ik zou het toch. -

Nooit van mijn leven wagen, Om met een andermanskind, - Maar meê te gaan.

't Is raar, hoe 't komt, 't Blijft mij een vraag,

Waarom mag ik toch, D e vrouwen zoo graag.

Nieuw lied van de verliefde droomer over de vrouwen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hendrik Lussing, Matthijsz., Gezangen voor de oude mannen en vrouwen, in 't Diaconie huis, het eene bij den maaltijd hun gegeven bij gelegenheid van 't eeuwfeest van gemelde huis

Toont dat gy hebt nog hollands bloed, Want ziet voor Vorst en Vaderland, Hebben wy ons leven gansch verpand, Zoo sprak, zoo sprak ons Generaal, En ik ben

Soldeeren, soldeeren, de ketel is kapot, Een ieder is thans in de weer, Met heeten bout en oud soldeer, Soldeeren, soldeeren, een tuitje aan de pot2. Soldeeren, soldeeren, de ketel

't Is waar ik heb zeer veele schulden, En borgen wil geen Mensch een duit Bezat ik noch maar eene Gulden, Ik liep direct de Poort maar uit, Om in een ander Land te raaken, Daar kan

Als de vlindertjes nog geen vlindertjes zijn, Maar popjes, voor 't vliegen nog veel te klein,.. Dan doen ze dansjes en spelletjes, Op voetjes, die trippelen pas voor pas Heel

'Ik vraag mij af waar men, wanneer de spelling zo wordt dat niemand meer kans heeft een fout te maken met zijn beoordeling blijft over iemands prestaties.’ En zo is het ook: de

En deeze Tooneelen doen niet alleen geen voordeel, maar sleepen nóch eenige mismaaktheid met zich: want, daar de Fransche dichter alle de zyne zo zórgvuldig aan één gehécht heeft, én

Hoewel hij dus geen zin meer had, oefenden anderen niettemin aandrang op hem uit, ‘groote heeren ende andere goede vrienden’ - let op hoe zorgvuldig hij zich hier als goede vriend