H o o f d s t u k 3 :
M OZES
Er was grote hongersnood in het land. Jakob, de kleinzoon van Abraham, besloot daarom om zijn 12 zonen, en al
hun kinderen en dienstknechten, naar Egypte te brengen om daar te gaan wonen. In Egypte vermenigvuldigden
ze zich als het stof van de aarde.
1706 voor Christus
Al snel waren er zoveel nakomelingen van Jakob (die nu Israel heette) in het land, dat
de Egyptenaren hun aantallen vreesden.
Farao, die over het land Egypte regeerde, maakte slaven van de zonen van Jakob en dwong ze om onmenselijk zwaar werk te doen, door ze tichelstenen te laten maken. Nu ze al meer dan 300
jaar in Egypte zijn, waren ze de beloften vergeten, die God aan Abraham en hun voorvaders had gemaakt.
God had tegen Abraham gezegd dat zijn volk
naar een vreemd land zou trekken en
daar een ander volk zou dienen. Hij had ook beloofd dat Hij na 400 jaar dit volk zou oordelen en dat Hij zijn volk terug
zou brengen naar het beloofde land.
Mijn baby zullen ze niet doodmaken. God zal
hem beschermen.
Het is waar! Farao vreest dat er teveel van ons zijn. Hij doodt alle baby’s. De Egyptenaren zijn zwak en lui. Onze mannen
zijn sterk van al het harde werk. Ze zijn bang voor ons.
Ha, wat kan God nou doen tegen
de macht van Farao?
Uit angst dat er teveel Joden waren, besloot Farao om alle pasgeboren
jongetjes te laten doden.
Nee! Niet mijn baby! Dit mag je
niet doen.
Genesis 46:5-7; Exodus 1:1-12, 22
Maar moeder, wat moet ik de soldaten en onze buren vertellen al ze vragen waar onze
baby is?
Dan moet je ze gewoon
de waarheid vertellen. Zijn
moeder heeft hem zelf in de rivier gegooid
zodat de soldaten dat niet zouden
doen.
Moeder,
weet u zeker dat het niet lekt?
Het is bedekt met een laagje
teer. Het zal drijven.
Rond 1515 voor Christus.
God zal hem beschermen. Blijf dichtbij hem en houdt
goed de wacht.
Zullen we ons
broertje ooit weer zien?
O, die verschrikkelijke Egyptenaren!
De dochter van de Farao kwam om in de rivier te baden.
Luister eens! Ik
hoor gehuil uit dat biezen mandje komen!
Hij
heeft vast honger.
Ach, is het niet een
schatje!
Misschien is het een baby van de Hebreeuwse
slaven.
Kijk daar, dat is
één van de Hebreeuwse kinderen. Misschien kent
zij iemand die dat zou kunnen doen.
Ik zou
hem wel willen houden, als ik maar iemand kon
vinden die hem de borst kon
geven.
Ik zal op zoek gaan naar iemand die hem de borst kan geven.
Ik weet van een Hebreeuwse vrouw, van wie het kindje in de rivier gegooid is. Zij heeft
nog meer dan genoeg moedermelk.
Exodus 2:3-9
Moeder, moeder!
Wat heb ik gedaan?
Zal ik ooit mijn baby weer zien?
Wat vindt God hiervan?
Je had geen keuze. Je kon hem onmogelijk altijd blijven verstoppen.
Vroeg of laat zouden de soldaten hem hebben gevonden en hem hebben gedood. Je moet gewoon
op God blijven vertrouwen.
Gezegend zij de Eeuwige God!
Moeder, de dochter van de Farao kwam naar de rivier en vond mijn broertje. Ze wil
hem graag als haar kind houden, en daarom zoekt ze iemand die hem de borst zou kunnen
geven. Ze komt nu hiernaar toe!
Terwijl Mozes groter werd, leerde ze hem over de enige echte God en zijn voorvaders. God had een speciale bedoeling met dit jongetje.
Ik
hoorde van het verlies van uw kindje. Het spijt me zo. Ik vond deze baby
in de rivier. Ik zal u betalen als u hem
de borst wilt geven.
Zodra hij van de
borst af is, zal ik komen en hem meenemen naar het
paleis, waar hij opgevoed zal worden. We zullen hem
Mozes noemen.
Spring erin, kleine prins, dan maken we een
ritje naar het paleis.
Hoe snel kunnen ze
gaan?
Dank u wel, dat
u Mozes de borst heeft gegeven. Hij ziet er erg gezond uit. Hij zal een rijke,
machtige man worden.
Exodus 2:8-10
Als de geadopteerde zoon van Farao’s dochter, groeide Mozes op tot een belangrijke man in
Egypte. Hij was bestemd om rijk en machtig te zijn, maar zijn afkomst vergat hij nooit.
Echt waar Mozes,
de God van Abraham, Izak en Jakob, vertelde Abraham dat zijn zaad zich
zou vermenigvuldigen en dat zijn nageslacht vreemdelingen zouden zijn
in een land, dat niet van hen was.
Nou, en dat is precies waar we nu zijn!
Ja, en Hij zei ook tegen Abraham dat we 400 jaar lang onderdrukt zouden worden in
een vreemd land.
We zijn nu 359 jaar in dit land
geweest; nog maar 41 jaar
te gaan.
Dat lijkt
ongelofelijk. Farao zal nooit al zijn slaven laten gaan. Hij zal zeker niet toestaan
dat ze met grote rijkdommen vertrekken. Maar wie weet is er toch een manier. Waarom zullen
we daar dan nog 41 jaar op wachten?
Hij vertelde Abraham ook dat Hij een oordeel zal brengen over het volk dat ons dit kwaad aan zal doen. Uiteindelijk zullen
we met grote rijkdommen uit dit land vertrekken om terug te keren naar het
land dat God aan onze voorvaderen heeft gegeven.
De Hebreeuwse kinderen werden zwaar onderdrukt door hun overheersende meesters. Ze moesten werken in asfaltputten om tichelstenen te maken.
Mozes vond het verschrikkelijk om ze zo te zien lijden, en besloot daarom om er wat aan te doen.
Opstaan, jij vies varken!
Eber, wakker worden.
Wakker worden, voordat hij je
doodslaat!
Exodus 2:10-11
Op een dag zag Mozes dat iemand van zijn
eigen volk wreed behandeld werd door
een Egyptenaar.
De tijd van
verlossing is gekomen.
Dit moet stoppen.
Sto p daar direct
mee!
Mozes doodde de Egyptenaar en begroef zijn lichaam.
Maar iemand zag hem en rapporteerde dit aan de Farao.
DREUN !
Stop, je moet
voorgeleid worden voor moord!
Het is Mozes!
O God!
Wat heb ik gedaan?
Mozes verliet Egypte en vluchtte de woestijn in. Hij was alleen, zonder
familie en vrienden. Hij had zijn eigen volk niet kunnen redden. Hij
kon zichzelf niet eens redden.
Rond 1491 voor Christus
Exodus 2:11-15
Mozes liep vele dagen. Toen hij niet verder kon, kwam hij bij een
herderskamp.
Kijk!
Een man!
Hij ziet er
zo goed als dood uit. Breng water!
Het is een Egyptenaar!
Bij de Midianieten kreeg Mozes een nieuw leven. Hij leerde het leven in de woestijn kennen, trouwde , en werd een
herder. Veertig jaar gingen er voorbij en Egypte werd een vage herinnering.
Mozes had de hoop opgegeven om ooit zijn volksgenoten nog te zullen zien.
Dat is vreemd! Hoe kan het dat die braamstruik in brand staat en
waarom verbrandt hij niet? Ze blijft maar branden.
Mozes, trek je schoenen uit. Je staat op heilige grond. Ik ben de God van jouw voorvaderen, Abraham, Izak
en Jakob.
Ik heb het lijden van mijn volk gezien en hun gebeden gehoord. Het is tijd om de Israelieten te verlossen uit hun onderdrukking en ze terug te brengen
naar het land dat Ik hun voorvaderen beloofd heb.
Ik zal je naar farao sturen
en jij zult Mijn volk uit zijn slavernij weg leiden. Jij zult de farao zeggen dat hij Mijn volk moet laten gaan, maar hij zal weigeren. Vervolgens zal Ik mijn macht aan
Egypte laten zien. Daarna zal hij het volk laten gaan.
Exodus 2:16-3:10
Ze geloven vast niet, dat U het bent die mij gestuurd hebt. Ze zullen me gewoon
uitlachen.
Gooi je staf op de grond.
Wat? Mijn staf?
Het is
een dodelijke slang
geworden!
Raap de slang op bij
zijn staart.
Het is weer mijn staf geworden!
Ga naar Egypte. Ik zal je leren wat je
moet zeggen en je vertellen wat je moet doen. Je broer Aäron zal je tot hulp
zijn.
Exodus 4:1-4, 12-16
Het is 40 jaar geleden.
Wie mijn verleden kennen, zijn nu dood.
Niemand zal mij herkennen.
Tot het moment dat farao God’s volk zal laten
gaan.
1445 voor Christus Ga je terug naar
Egypte! Maar al die mensen dan die je daar willen doden?
Hoe lang zal je weg
zijn?
Roep alle
oudsten bij elkaar! De tijd van bevrijding is gekomen!
Dat is Aäron de Leviet.
Die andere man lijkt op ons, maar is geen slaaf.
Wie zijn dit?
Mozes is 80 jaar geleden geboren, in de tijd dat farao begon met het doden van alle mannelijke baby’s.
Zijn moeder verstopte hem in een mandje in de rivier.
Door God’s voorziening werd hij gevonden door de dochter van farao en
werd hij opgevoed als een Egyptenaar.
Oudsten van Israel, kom
dichterbij.
Exodus 4:29-31
Veertig jaar geleden, besloot Mozes dat
hij liever wilde lijden met zijn volk dan dat hij wilde regeren als een Egyptenaar. Hij probeerde ons op eigen kracht te bevrijden, maar dat mislukte. De afgelopen 40 jaar leefde hij in de woestijn van het land dat God onze voorvaderen
beloofd heeft. Kort geleden sprak God tot hem en liet hem zien hoe hij ons moest bevrijden van farao. Kijk, Mozes zal jullie
de tekenen laten zien die hij zal gebruiken om de farao te overtuigen dat hij ons moet laten gaan.
Vanuit een brandende
braamstruik heeft de God van Abraham tot mij gesproken en
mij gezonden om jullie terug te brengen naar het land van
jullie voorvaders. Hier is een teken.
Griebels!
Zijn staf is in een slang veranderd.
Wees niet bang.
Kijk
eens.
God heeft een bevrijder
gestuurd.
Ja! Dat zal farao een lesje
leren!
Het is een
wonder! We gaan
nu direct naar farao!
God van Abraham!
Exodus 4:17-30
Het is hier
nog steeds hetzelfde als 40 jaar geleden. Denk
eraan dat je precies zegt wat ik je net verteld
heb.
Ha! De God van Israel? Hahahaha, ik ken jullie God niet. Waarom zou ik die God moeten gehoorzamen? Dat is belachelijk. Ik ga mijn slaven niet een driedaagse reis laten maken, de
woestijn in.
De God van
Israel heeft tot Mozes gesproken. God zegt dat u het volk drie dagen de woestijn in
moet laten reizen om Hem te kunnen aanbidden en offers
te brengen.
Ik heb gehoord hoe je de mensen opjut, wat ertoe leidt dat ze niet meer werken. En nu willen ze een driedaagse reis maken om een God te aanbidden die ik
niet eens ken? Ik zal er voor zorgen dat ze nog harder moeten werken.
Van nu af aan zullen ze zelf moeten zorgen voor het stro wat nodig is om tichelstenen te kunnen maken. Verdwijn uit mijn
ogen en ga terug naar waar je vandaan komt.
Exodus 5:1-7
Niet te geloven, waar halen ze het lef
vandaan!
Wat een mop zeg! Ze komen naar
binnen marcheren alsof ze de stem van
God zelf zijn.
Wie denkt hij wel niet dat
hij is!
Niet te geloven dat we door zijn trucjes zo bij
de neus zijn genomen.
Eén of andere fanaat!
Wil je ons vertellen
dat het enige dat je bereikt hebt een verzwaring van onze werkdruk is?! Wat voor bevrijding is dat! En jij denkt dat
God jou gestuurd heeft?
Dus, jullie hebben niet genoeg te doen? Jullie willen jullie God aanbidden? We zullen jullie leren om
niet van die luie nietsnutten te zijn.
Jahweh, alles is alleen maar slechter geworden sinds ik hier gekomen
ben om in Uw naam te spreken.
Waarom heeft U mij hier naartoe
gezonden?
Ik ben Jahweh, de God van jouw voorvaderen en Ik heb het leed van mijn volk
Israel gezien en hun geroep gehoord.
Het is tijd om de belofte te vervullen die Ik gemaakt heb aan Abraham en dit volk uit te leiden naar het land Kanaän.
Jij, Mozes, zult hen leiden.
Aäron zal het spreken doen;
luister jij maar naar Mij en vertel hem wat hij moet zeggen. Farao zal eerst niet naar je willen luisteren, maar Ik zal hem grote tekenen laten zien totdat de Egyptenaren zullen weten dat
Ik de enige echte God ben.
Maar ik kan niet goed spreken. Farao
zal niet naar mij luisteren.
Haha. Waarom kom je hier nu
alwéér?
Jahweh zegt:
“Laat mijn volk gaan.”
Hier is een teken dat Jahweh gesproken heeft.
Hahaha, dat is gewoon een toverkunstje.
Daar word ik echt niet bang van. Roep onze
magiërs.
Dat deed hij wel erg goed - het zag er zowaar écht uit!
Waar zou hij geleerd hebben om die truc te
doen?
Exodus 5:10-23, 7:7-11
Kom snel, en neem die
toverkunst mee waarbij je stokken in slangen veranderd.
Dachten jullie dat wij hiervan onder de indruk waren? Hahaha!
Mozes, wat moeten we nu doen? We staan
voor gek.
Exodus 7:11-12
Kijk! Zijn slang wil met onze slang
vechten.
Zijn slang eet die van
ons op!
Hij heeft hem in één hap
doorgeslikt!
Nee, ga me niet vertellen dat hij er nóg een gaat opeten!
Wat een afgang!
Hoe is dit mogelijk?
Ongelofelijk!
Zijn slang heeft al onze slangen
opgegeten.
Jahweh is de God van de schepping. Hij
zegt: “Laat mijn volk gaan.”
Exodus 7:12
Exodus 7:13: “En de Heere zei tot Mozes: Het hart van farao is onvermurwbaar. Hij weigert
het volk te laten aan.”
Ik weet niet hoe je dat voor elkaar hebt gekregen, maar met een simpel toverkunstje krijg
je mijn slaven echt niet mee. Uit mijn ogen!
Ik weet niet waarom, maar God zei dat Hij het hart van farao zou verharden. En dat gebeurde ook.
Zag je hoe kwaad hij werd toen mijn stok zijn slangen op at?
Ik moet een plekje vinden om met Jahweh te kunnen praten. Ik weet nog niet
wat ik nu moet doen.
Waarom
stuurde Jahweh ons met een teken dat de magiërs van farao óók konden doen? We stonden
daar wel eventjes voor schut.
Opnieuw had God een ontmoeting
met Mozes waarin Hij hem
vertelde wat hij moest doen.
De Egyptenaren hadden Mozes bespot. Zijn eigen volk wees hem af, omdat farao hun
slavernij nog erger had gemaakt,
maar Mozes geloofde God en
gehoorzaamde, ook al begreep
hij God niet.
Jahweh zegt:
“Omdat je weigert Mijn volk te laten gaan
en opdat je weet dat Ik de ware God ben, zullen alle wateren van Egypte
veranderd worden in bloed.”
Sjonge, dat is
indrukwekkend.
Hoe heeft hij dát gedaan?
Haal mijn magiërs. De
god van de Nijl zal dit
stoppen.
Exodus 7:15-21
Kijk - míjn magiërs kunnen dat ook! Ik laat mij echt niet op andere
gedachten brengen door jullie
goocheltrucjes.
Ik heb in
mijn hele leven nog
nooit zoiets gezien. Zelfs de waterbronnen en vijvers zijn
in bloed veranderd. Wat zei hij dat de Naam van zijn
God was?
Ik heb ze Zijn
Naam niet horen zeggen.
Maar wat maakt het eigenlijk uit?
Wij hebben duizenden goden. De god van de rivier de Nijl is nu
vast kwaad.
Maar
één God? Dat is belachelijk.
Die kerel daar, die Mozes, zegt dat
zijn God de enige God is.
Zeven dagen nadat het water in bloed was veranderd, bracht Mozes opnieuw Gods oordeel over Egypte.
Laat de wateren overvloedig kikkers
voortbrengen.
Het stinkende bloedwater bracht opeens miljoenen
kikkers voort.
Exodus 7:21-25, 8:6
Mijn huis zit vol met kikkers.
Heel Egypte zit vol met kikkers. De
goden zijn kwaad!
Waar zijn onze priesters? Kunnen zij niet iets doen?
A
A a a a a a a a a h h!!!!
Ziet
u, farao, wij magiërs kunnen
ook kikkers maken.
Waarom maken ze nog méér kikkers?
Heeft die kerel Mozes er al niet genoeg gegeven?
En nu geeft farao ons er nóg meer.
Waarom laat u ze niet gewoon de woestijn ingaan, zoals ze u gevraagd hebben?
Dit houden we niet lang meer vol.
Roep
Mozes. Ik wil met hem praten.
Ja meester, zoals u wilt.
Vraag Jahweh om de kikkers weg te nemen. Als Hij dat doet,
dan zal ik jouw volk laten gaan om het offers te laten
brengen.
Zegt u maar
wanneer u wilt dat de kikkers sterven, en dan
zal het op dat tijdstip gebeuren.
Morgenochtend.
Zoals u het gezegd
hebt, zo zal het gebeuren. Op deze manier zult u weten dat er geen enkele God is zoals
Jahweh.
Exodus 8:7-10
Toen farao zag dat de kikkers op
de afgesproken tijd gestorven
waren, verhardde hij
zijn hart en weigerde om de Hebreeërs te laten gaan.
Wat voor God
is deze Jahweh, dat Hij ons land vult met
kikkers?
Waarom denk je dat een God dit gedaan heeft?
Misschien is het gewoon een natuurverschijnsel.
Ach, houd
je mond en werk door, anders krijgen we deze klus nooit geklaard.
Hoe wist Mozes dan zó zeker
dat het zou gebeuren dat hij het zelfs kon voorspellen? En hoe wist hij dan ook
nog eens het exacte tijdstip waarop ze allemaal zouden sterven?
En Jahweh zei tegen Mozes: “Zeg tegen Aäron, Strek je hand uit en sla ermee op het stof van de aarde, zodat het overal in Egypte
in muggen zal veranderen.
En al het stof in Egypte veranderde
in muggen.
A
A a a a a a a h h ! ! ! !!!
Willen jullie mij vertellen dat jullie geen muggen kunnen maken? De mensen zullen denken dat zijn God machtiger is dan onze
goden! Simpele goocheltrucjes, dat is alles wat jullie kunnen!
Maar heer, dit
kán niet anders dan het werk van God zijn. Geen mens kan de dingen doen
die deze twee mannen hebben gedaan. Wij zijn
machteloos.
Er moet een natuurlijke
verklaring voor zijn, maar we hebben
er hoe dan ook genoeg van. Stuur Mozes. Zeg hem, dat als zijn God de muggen weghaalt, ik de
Hebreeërs zal laten gaan om hun God te dienen. Exodus 8:13-19
De muggen zijn dan wel weg, maar ik kan de slaven niet laten gaan.
Ik bedoel, erger dan dit kan zijn God het vast
niet maken.
God heeft tot Mozes gesproken. God zegt: “Ik zal zwermen steekvliegen in Egypte laten komen. Jullie huizen zullen gevuld zijn met
steekvliegen. Maar deze keer zal Ik onderscheid maken tussen de Egyptenaren en
de Hebreeërs.
Bij Mijn volk zullen geen
steekvliegen zijn. Zo zal iedereen weten dat
Ik de God ben van de hele wereld!”
Papa, waarom kunnen onze priesters deze man niet stoppen? Waar
is hun kracht?
Ik weet niets over religie. Ik bemoei me alleen met
mijn eigen zaken.
Ga, zoek Mozes!
Het gebeurt precies zoals Hij zei; er zijn geen steekvliegen bij het Hebreeuwse volk! Dit moet
het werk van hun God zijn.
Ga dan, en breng jullie offers aan jullie God, maar verlaat
het land Egypte niet.
We moeten
minimaal drie dagen kunnen reizen.
Ik zei dat jullie
mogen gaan, maar jullie kunnen niet ver gaan. En nu, praat met jullie God en vraag
Hem om deze steekvliegen weg te nemen.
Opnieuw verhardde farao zijn hart en weigerde om
het volk te laten gaan.
Houd je mond.
Je klinkt alsof je die kletskous gaat
geloven.
Er is niet één steekvlieg levend overgebleven
in Egypte. Dat is een wonder!
Exodus 8:20-32
God stuurde nog een plaag over Egypte. Al hun
koeien, schapen, ossen, paarden en kamelen kregen een zeer zware pest en stierven. Maar de
dieren van de Hebreeërs kregen deze ziekte niet.
Onze dieren
zijn allemaal dood en die van jullie zijn gezond. Hoe verklaren
jullie dat?
Mozes zegt, dat dit komt omdat de God van onze voorvaderen is gekomen om ons te bevrijden van jullie wrede slavernij. Ik ben echter
maar een eenvoudige man; ik weet eigenlijk niets over dit
soort zaken.
Onze priesters brengen offers aan onze goden. Onze heilige
stier zal nu vast kwaad zijn en zorgen dat dit
allemaal stopt.
Zeg tegen farao dat het te laat is. Onze heilige stieren zijn allemaal gestorven.
De mensen zullen kwaad zijn als ze te weten komen dat onze goden niet eens zichzelf konden
beschermen tegen deze God van de Hebreeërs.
Waar zijn de goden van de Egyptenaren? Hebben
zij geen macht?
Maar farao verhardde
zijn hart.
Exodus 9:6-7
Opnieuw sprak God tegen Mozes en vertelde hem om
as uit te gooien over de stad, zodat de Egyptenaren
onder de zweren zouden komen te zitten.
God zegt: “Omdat u Mijn volk niet wilt laten gaan, zal Ik verschrikkelijke zweren sturen, die zowel uzelf
als jullie dieren zullen bedekken.
O nee, niet nog een keer.
Roep de magiërs. Vertel ze om al hun krachten op te roepen.
Offer aan de goden. Zorg dat dit stopt.
U riep, uwe Eminentie?
Ben jij ook al
bedekt met zweren? Heb je dan geen kracht die opgewassen is tegen die
God van Mozes?
Verdwijn uit mijn ogen,
stelletje bedriegers. Jullie doen
vingervlugge trucjes en nemen mensen in de maling, maar ik weet dat jullie bedriegers zijn.
Waar zijn jullie goden?
Ga morgenvroeg in de ochtend naar farao en zeg: “De God van de Hebreeërs zegt, ‘Laat Mijn volk gaan. Want de volgende plaag zal nog veel erger zijn. Hij zal vernietigend zijn en velen van
je volk zullen sterven. Hierdoor zal je weten dat er geen enkele God is, zoals Ik.
Je realiseert het je niet, maar Ik ben het
die jou tot farao gemaakt heeft. Weet je,
Ik wist dat jij je hart zou verharden en Mijn
volk niet zou laten gaan.
Je koppigheid geeft Mij de gelegenheid om Mijn kracht te laten zien en om Egypte te oordelen, omdat ze Mijn volk zo wreed behandeld heeft. Jij
bent bezig om te doen wat jij wilt.
Mijn wil doe je niet.
Daarom zal Ik morgen op dit tijdstip een regenbui van hagel en vuur sturen, zoals de wereld nog nooit heeft
meegemaakt.”
“Ik vertel je dit, opdat je iedereen kunt waarschuwen. Mens en dier moeten binnenblijven,
want alles wat zich buiten bevindt, zal sterven.”
Exodus 9:8-19
Laat het zijn, zoals Jahweh
zegt.
Degenen die niet naar de
waarschuwing luisterden en buiten bleven, werden overvallen door
hagel en vuur en ze stierven.
Hoe is
het mogelijk dat zoiets gebeurd, een
mengsel van vuur en hagel?
O
goden, kom ons te hulp!
Aaaah!
Vader, hoe kan Mozes dit doen? Is zijn God sterker
dan onze goden?
Maar niemand
heeft ooit zijn God gezien, zelfs de Hebreeërs niet. Zijn God, waarvan hij zegt dat Hij enkel Geest is, probeert farao
te overtuigen dat hij hen de woestijn in moet laten gaan zodat ze Hem kunnen aanbidden.
Hij stelt dat er maar
één God is en dat deze
Hebreeërs Zijn kinderen
zijn.
O, machtige
goden, we smeken u, stop deze verschrikkelijke
hagelstorm. Laat zien dat u sterker bent dan de
onzichtbare God van Mozes.
Exodus 9:23-26
Papa, ik
ben bang. Zullen dat vuur en die hagel ook op ons
vallen?
Het komt niet bij ons - alleen maar bij de
Egyptenaren.
Nee kind, Jahweh is de Egyptenaren aan het straffen voor hun ongehoorzaamheid aan Hem. Hij laat hen zien dat hun god van de stormen,
Seth, machteloos is om
hen te helpen. Wat
verschrikkelijk.
Ik heb tegen Jahweh gezondigd. De God van de Hebreeërs is rechtvaardig en mijn volk en ik
zijn kwaadaardig. Vraag Jahweh om het vuur en de hagel te stoppen, dan zal ik jouw volk
onmiddellijk laten gaan.
Toen farao zag dat de storm voorbij was gegaan
zondigde hij nog meer en verhardde zijn hart. Hij
liet het volk niet gaan.
Zodra ik uit de stad ben, zal ik mijn
handen naar de hemel opheffen en zal de plaag stoppen. Hierdoor zul je weten dat de aarde aan Jahweh toebehoort, maar uw
woord zult u niet houden. U heeft nog geen ontzag voor God.
God stuurde opnieuw een plaag. Sprinkhanen kwamen en
aten al het groen op dat de storm niet had verwoest. Ook
drongen ze de huizen binnen.
Exodus 9:26-35, 10:13-15
Aaaaaaah!
Raak!
Mama!
Mama!
Farao riep Mozes en beloofde het volk te laten gaan, maar toen
God de sprinkhanen wegnam, verhardde
farao opnieuw zijn hart en weigerde
om zijn slaven te laten gaan.
Zien
onze goden niet wat deze God van de Hebreeërs doet
met onze gewassen?
O goden, laat toch uw kracht
zien deze dag!
Exodus 10:14-20
Toen bracht God een dichte duisternis over Egypte. Drie dagenlang was het
donkerder dan een zwaarbewolkte nacht, maar in de huizen van de Hebreeërs was er geen duisternis.
Ik zou je al lang hebben laten
doden, ware het niet dat dat als bewijs zou dienen dat onze goden niet
opgewassen zijn tegen die van jou.
Verdwijn uit mijn ogen. Ik wil je gezicht nooit meer zien, want op die
dag zal je zeker sterven.
U heeft eindelijk een keer de waarheid gesproken.
Wij zullen elkaar nooit meer zien.
Grote goden
hoor ons. U houdt uzelf verborgen. Kunt u niet de God
van de Hebreeërs verslaan?
Dit is het moment! Nog één laatste plaag en dan zal farao blij zijn om ons uit Egypte te zien vertrekken. Om middernacht zal de verderfengel van God door het land
Egypte gaan. Iedere mannelijke eerstgeborene in alle Egyptische gezinnen zal sterven. God zal vannacht hun
zonde straffen.night. Maar wat
dan van onze eerstgeborenen?
Zullen die óók sterven?
God geeft redding
aan allen die geloven, zelfs voor Egyptenaren. Ga nu en neem een jong mannelijk lam of geitje,
doodt het deze avond en smeert het bloed van het lam aan beide
zijkanten en de bovenkant van de deur.
Jahweh zegt: “Als Ik vannacht door het land trek om iedere mannelijke
eerstgeborene te doden, zal Ik aan het huis waarop Ik het bloed zie voorbij gaan, zodat de eerstgeborene in dat huis niet zal sterven.
Blijf vannacht in jullie huis en eet het lam dat jullie slachten.
Exodus 10:22-29, 11:4-5, 12:3-7
Ga nu naar jullie Egyptische meesters en leen van hen kostbaarheden,
goud, juwelen, en zilver.
God heeft hun harten bereid gemaakt. Ze zullen gul en
overvloedig geven.
Pak jullie spullen
in en zorg dat je klaar bent om morgenochtend te vertrekken. Jullie zullen niet meer terugkomen. Dit is een definitief vaarwel aan Egypte. Dit zal het
beginpunt van een nieuwe tijd zijn voor jullie - jullie eerste dag.
Vader,
dat is ons enige lam. Kunnen we niet gewoon wat rode verf
gebruiken?
Zoon, God zei dat we een lam moesten slachten en het bloed op de deurpost moesten smeren. We moeten het
precies doen, zoals Hij zegt. Je hebt Zijn oordeel gezien over hen die Hem niet gehoorzamen.
Dit lam is bedoeld om jou van de dood te redden.
Is
dit lam dan gestorven
voor mij? Ook voor mij.
Ik ben ook een eerstgeboren
zoon.
Mama, waarom verft papa onze deurposten met
bloed?
Jahweh zei:
“Wanneer Ik het bloed op jullie deurposten zie, dan zal Ik weten dat jullie Mij geloven en zal
Ik in dat huis niemand
doden.” Exodus 12:26-28, 35-36
Ha, ben je
bijgelovig of zo? Hoe kan een klein beetje bloed op de deurposten nu de dood voorkomen? Mijn zoon is niet
bang. Toch, Joachim?
Waarom heeft u het lam niet geslacht en bloed
op de deurposten gesmeerd?
Natuurlijk niet, ik ben toch geen
watje! Religie is voor slappelingen. Een goede God zou nooit mensen doden simpelweg omdat ze nalaten om een beetje bloed op hun deurposten te smeren. Want wat zou dat dan betekenen voor mensen
die deze opdracht niet gehoord hebben?
Vader, waarom is deze nacht anders dan
alle anderen?
Omdat
God vannacht Zijn verderfengel zal sturen
om alle eerstgeboren jongens in Egypte te doden.
Maar wanneer Hij het bloed aan de deurposten ziet, dan
zal Hij dat huis passeren.
Dit is het begin van de
dagtelling voor ons. Ieder jaar op deze dag zullen wij Pesach, het paasfeest, vieren
en gedenken dat God ons bevrijdde uit de hand van de farao.
O Vader,
luister naar het geschreeuw! De verderfengel moet
er zijn!
Wees niet bang!
We hebben God
gehoorzaamd. Het bloed is aan de deurposten.
Wij eten het lam.
Mijn zoon is dood! O, God,
doe iets! Roep Mozes!
Exodus 12:28
Aaaaah!
Neeeeee!
Nee, God!
Niet mijn
baby!
Toen de verderfengel die nacht door de stad trok, stierven er duizenden. Zij die geloofden en het bloed
op de deurposten hadden gesmeerd, bleven in leven.
Het spijt me, maar het is te laat.
Jullie waren gewaarschuwd, maar jullie weigerden te luisteren. Ik ben bang dat
velen vannacht gestorven zijn.
Onze zoon is dood!
Schiet op! Breng Mozes onmiddellijk
hier.
Wat is er gebeurd?
Hij is de eerstgeborene van zijn familie!
Exodus 12:29-31
Farao liet opnieuw Mozes roepen.
Ik heb gezondigd.
Verlaat alsjeblieft Egypte en neem alle Hebreeërs met je me.
Jouw God, Jahweh, is meer dan ik kan verdragen.
Zegen mij voordat je gaat.
Maar farao keek niet naar Mozes’ gezicht.
Na 400 jaar vertrok het volk uit Egypte, precies zoals God aan hun voorvaderen had beloofd. De
Egyptenaren gaven de Hebreeërs goud en juwelen en eten, en alles
wat ze maar wilden en mee konden nemen. Het was een vreugdevolle tijd voor de Hebreeuwse kinderen;
de eerste dag van een bevrijd volk.
Zeshonderdduizend mannen, met hun vrouwen en kinderen, verlieten Egypte
op weg naar het beloofde land.
Overdag leidde God hen met een wolk die schaduw gaf, en ’s nachts met een vuurpilaar, die hen licht gaf.
Exodus 12:31-38, 13:21-22