• No results found

H o o f d s t u k 3 : MOZES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "H o o f d s t u k 3 : MOZES"

Copied!
140
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H o o f d s t u k 3 :

M OZES

(2)

Er was grote hongersnood in het land. Jakob, de kleinzoon van Abraham, besloot daarom om zijn 12 zonen, en al

hun kinderen en dienstknechten, naar Egypte te brengen om daar te gaan wonen. In Egypte vermenigvuldigden

ze zich als het stof van de aarde.

1706 voor Christus

(3)

Al snel waren er zoveel nakomelingen van Jakob (die nu Israel heette) in het land, dat

de Egyptenaren hun aantallen vreesden.

(4)

Farao, die over het land Egypte regeerde, maakte slaven van de zonen van Jakob en dwong ze om onmenselijk zwaar werk te doen, door ze tichelstenen te laten maken. Nu ze al meer dan 300

jaar in Egypte zijn, waren ze de beloften vergeten, die God aan Abraham en hun voorvaders had gemaakt.

(5)

God had tegen Abraham gezegd dat zijn volk

naar een vreemd land zou trekken en

daar een ander volk zou dienen. Hij had ook beloofd dat Hij na 400 jaar dit volk zou oordelen en dat Hij zijn volk terug

zou brengen naar het beloofde land.

(6)

Mijn baby zullen ze niet doodmaken. God zal

hem beschermen.

Het is waar! Farao vreest dat er teveel van ons zijn. Hij doodt alle baby’s. De Egyptenaren zijn zwak en lui. Onze mannen

zijn sterk van al het harde werk. Ze zijn bang voor ons.

Ha, wat kan God nou doen tegen

de macht van Farao?

(7)

Uit angst dat er teveel Joden waren, besloot Farao om alle pasgeboren

jongetjes te laten doden.

Nee! Niet mijn baby! Dit mag je

niet doen.

Genesis 46:5-7; Exodus 1:1-12, 22

(8)

Maar moeder, wat moet ik de soldaten en onze buren vertellen al ze vragen waar onze

baby is?

Dan moet je ze gewoon

de waarheid vertellen. Zijn

moeder heeft hem zelf in de rivier gegooid

zodat de soldaten dat niet zouden

doen.

(9)

Moeder,

weet u zeker dat het niet lekt?

Het is bedekt met een laagje

teer. Het zal drijven.

Rond 1515 voor Christus.

(10)

God zal hem beschermen. Blijf dichtbij hem en houdt

goed de wacht.

Zullen we ons

broertje ooit weer zien?

O, die verschrikkelijke Egyptenaren!

(11)

De dochter van de Farao kwam om in de rivier te baden.

Luister eens! Ik

hoor gehuil uit dat biezen mandje komen!

(12)

Hij

heeft vast honger.

Ach, is het niet een

schatje!

Misschien is het een baby van de Hebreeuwse

slaven.

(13)

Kijk daar, dat is

één van de Hebreeuwse kinderen. Misschien kent

zij iemand die dat zou kunnen doen.

Ik zou

hem wel willen houden, als ik maar iemand kon

vinden die hem de borst kon

geven.

(14)

Ik zal op zoek gaan naar iemand die hem de borst kan geven.

Ik weet van een Hebreeuwse vrouw, van wie het kindje in de rivier gegooid is. Zij heeft

nog meer dan genoeg moedermelk.

Exodus 2:3-9

(15)

Moeder, moeder!

Wat heb ik gedaan?

Zal ik ooit mijn baby weer zien?

Wat vindt God hiervan?

Je had geen keuze. Je kon hem onmogelijk altijd blijven verstoppen.

Vroeg of laat zouden de soldaten hem hebben gevonden en hem hebben gedood. Je moet gewoon

op God blijven vertrouwen.

(16)

Gezegend zij de Eeuwige God!

Moeder, de dochter van de Farao kwam naar de rivier en vond mijn broertje. Ze wil

hem graag als haar kind houden, en daarom zoekt ze iemand die hem de borst zou kunnen

geven. Ze komt nu hiernaar toe!

(17)

Terwijl Mozes groter werd, leerde ze hem over de enige echte God en zijn voorvaders. God had een speciale bedoeling met dit jongetje.

Ik

hoorde van het verlies van uw kindje. Het spijt me zo. Ik vond deze baby

in de rivier. Ik zal u betalen als u hem

de borst wilt geven.

Zodra hij van de

borst af is, zal ik komen en hem meenemen naar het

paleis, waar hij opgevoed zal worden. We zullen hem

Mozes noemen.

(18)

Spring erin, kleine prins, dan maken we een

ritje naar het paleis.

Hoe snel kunnen ze

gaan?

Dank u wel, dat

u Mozes de borst heeft gegeven. Hij ziet er erg gezond uit. Hij zal een rijke,

machtige man worden.

Exodus 2:8-10

(19)

Als de geadopteerde zoon van Farao’s dochter, groeide Mozes op tot een belangrijke man in

Egypte. Hij was bestemd om rijk en machtig te zijn, maar zijn afkomst vergat hij nooit.

(20)

Echt waar Mozes,

de God van Abraham, Izak en Jakob, vertelde Abraham dat zijn zaad zich

zou vermenigvuldigen en dat zijn nageslacht vreemdelingen zouden zijn

in een land, dat niet van hen was.

Nou, en dat is precies waar we nu zijn!

Ja, en Hij zei ook tegen Abraham dat we 400 jaar lang onderdrukt zouden worden in

een vreemd land.

We zijn nu 359 jaar in dit land

geweest; nog maar 41 jaar

te gaan.

(21)

Dat lijkt

ongelofelijk. Farao zal nooit al zijn slaven laten gaan. Hij zal zeker niet toestaan

dat ze met grote rijkdommen vertrekken. Maar wie weet is er toch een manier. Waarom zullen

we daar dan nog 41 jaar op wachten?

Hij vertelde Abraham ook dat Hij een oordeel zal brengen over het volk dat ons dit kwaad aan zal doen. Uiteindelijk zullen

we met grote rijkdommen uit dit land vertrekken om terug te keren naar het

land dat God aan onze voorvaderen heeft gegeven.

(22)

De Hebreeuwse kinderen werden zwaar onderdrukt door hun overheersende meesters. Ze moesten werken in asfaltputten om tichelstenen te maken.

Mozes vond het verschrikkelijk om ze zo te zien lijden, en besloot daarom om er wat aan te doen.

Opstaan, jij vies varken!

Eber, wakker worden.

Wakker worden, voordat hij je

doodslaat!

Exodus 2:10-11

(23)

Op een dag zag Mozes dat iemand van zijn

eigen volk wreed behandeld werd door

een Egyptenaar.

De tijd van

verlossing is gekomen.

Dit moet stoppen.

(24)

Sto p daar direct

mee!

Mozes doodde de Egyptenaar en begroef zijn lichaam.

Maar iemand zag hem en rapporteerde dit aan de Farao.

DREUN !

(25)

Stop, je moet

voorgeleid worden voor moord!

Het is Mozes!

O God!

Wat heb ik gedaan?

(26)

Mozes verliet Egypte en vluchtte de woestijn in. Hij was alleen, zonder

familie en vrienden. Hij had zijn eigen volk niet kunnen redden. Hij

kon zichzelf niet eens redden.

Rond 1491 voor Christus

Exodus 2:11-15

(27)

Mozes liep vele dagen. Toen hij niet verder kon, kwam hij bij een

herderskamp.

Kijk!

Een man!

Hij ziet er

zo goed als dood uit. Breng water!

Het is een Egyptenaar!

(28)

Bij de Midianieten kreeg Mozes een nieuw leven. Hij leerde het leven in de woestijn kennen, trouwde , en werd een

herder. Veertig jaar gingen er voorbij en Egypte werd een vage herinnering.

Mozes had de hoop opgegeven om ooit zijn volksgenoten nog te zullen zien.

(29)

Dat is vreemd! Hoe kan het dat die braamstruik in brand staat en

waarom verbrandt hij niet? Ze blijft maar branden.

(30)

Mozes, trek je schoenen uit. Je staat op heilige grond. Ik ben de God van jouw voorvaderen, Abraham, Izak

en Jakob.

(31)

Ik heb het lijden van mijn volk gezien en hun gebeden gehoord. Het is tijd om de Israelieten te verlossen uit hun onderdrukking en ze terug te brengen

naar het land dat Ik hun voorvaderen beloofd heb.

Ik zal je naar farao sturen

en jij zult Mijn volk uit zijn slavernij weg leiden. Jij zult de farao zeggen dat hij Mijn volk moet laten gaan, maar hij zal weigeren. Vervolgens zal Ik mijn macht aan

Egypte laten zien. Daarna zal hij het volk laten gaan.

Exodus 2:16-3:10

(32)

Ze geloven vast niet, dat U het bent die mij gestuurd hebt. Ze zullen me gewoon

uitlachen.

(33)

Gooi je staf op de grond.

(34)

Wat? Mijn staf?

(35)

Het is

een dodelijke slang

geworden!

(36)

Raap de slang op bij

zijn staart.

(37)

Het is weer mijn staf geworden!

(38)

Ga naar Egypte. Ik zal je leren wat je

moet zeggen en je vertellen wat je moet doen. Je broer Aäron zal je tot hulp

zijn.

Exodus 4:1-4, 12-16

(39)

Het is 40 jaar geleden.

Wie mijn verleden kennen, zijn nu dood.

Niemand zal mij herkennen.

Tot het moment dat farao God’s volk zal laten

gaan.

1445 voor Christus Ga je terug naar

Egypte! Maar al die mensen dan die je daar willen doden?

Hoe lang zal je weg

zijn?

(40)

Roep alle

oudsten bij elkaar! De tijd van bevrijding is gekomen!

Dat is Aäron de Leviet.

Die andere man lijkt op ons, maar is geen slaaf.

Wie zijn dit?

(41)

Mozes is 80 jaar geleden geboren, in de tijd dat farao begon met het doden van alle mannelijke baby’s.

Zijn moeder verstopte hem in een mandje in de rivier.

Door God’s voorziening werd hij gevonden door de dochter van farao en

werd hij opgevoed als een Egyptenaar.

Oudsten van Israel, kom

dichterbij.

Exodus 4:29-31

(42)

Veertig jaar geleden, besloot Mozes dat

hij liever wilde lijden met zijn volk dan dat hij wilde regeren als een Egyptenaar. Hij probeerde ons op eigen kracht te bevrijden, maar dat mislukte. De afgelopen 40 jaar leefde hij in de woestijn van het land dat God onze voorvaderen

beloofd heeft. Kort geleden sprak God tot hem en liet hem zien hoe hij ons moest bevrijden van farao. Kijk, Mozes zal jullie

de tekenen laten zien die hij zal gebruiken om de farao te overtuigen dat hij ons moet laten gaan.

(43)

Vanuit een brandende

braamstruik heeft de God van Abraham tot mij gesproken en

mij gezonden om jullie terug te brengen naar het land van

jullie voorvaders. Hier is een teken.

(44)

Griebels!

Zijn staf is in een slang veranderd.

Wees niet bang.

(45)

Kijk

eens.

(46)

God heeft een bevrijder

gestuurd.

Ja! Dat zal farao een lesje

leren!

(47)

Het is een

wonder! We gaan

nu direct naar farao!

God van Abraham!

Exodus 4:17-30

(48)

Het is hier

nog steeds hetzelfde als 40 jaar geleden. Denk

eraan dat je precies zegt wat ik je net verteld

heb.

(49)

Ha! De God van Israel? Hahahaha, ik ken jullie God niet. Waarom zou ik die God moeten gehoorzamen? Dat is belachelijk. Ik ga mijn slaven niet een driedaagse reis laten maken, de

woestijn in.

De God van

Israel heeft tot Mozes gesproken. God zegt dat u het volk drie dagen de woestijn in

moet laten reizen om Hem te kunnen aanbidden en offers

te brengen.

(50)

Ik heb gehoord hoe je de mensen opjut, wat ertoe leidt dat ze niet meer werken. En nu willen ze een driedaagse reis maken om een God te aanbidden die ik

niet eens ken? Ik zal er voor zorgen dat ze nog harder moeten werken.

Van nu af aan zullen ze zelf moeten zorgen voor het stro wat nodig is om tichelstenen te kunnen maken. Verdwijn uit mijn

ogen en ga terug naar waar je vandaan komt.

Exodus 5:1-7

(51)

Niet te geloven, waar halen ze het lef

vandaan!

Wat een mop zeg! Ze komen naar

binnen marcheren alsof ze de stem van

God zelf zijn.

(52)

Wie denkt hij wel niet dat

hij is!

Niet te geloven dat we door zijn trucjes zo bij

de neus zijn genomen.

Eén of andere fanaat!

Wil je ons vertellen

dat het enige dat je bereikt hebt een verzwaring van onze werkdruk is?! Wat voor bevrijding is dat! En jij denkt dat

God jou gestuurd heeft?

(53)

Dus, jullie hebben niet genoeg te doen? Jullie willen jullie God aanbidden? We zullen jullie leren om

niet van die luie nietsnutten te zijn.

(54)

Jahweh, alles is alleen maar slechter geworden sinds ik hier gekomen

ben om in Uw naam te spreken.

Waarom heeft U mij hier naartoe

gezonden?

Ik ben Jahweh, de God van jouw voorvaderen en Ik heb het leed van mijn volk

Israel gezien en hun geroep gehoord.

Het is tijd om de belofte te vervullen die Ik gemaakt heb aan Abraham en dit volk uit te leiden naar het land Kanaän.

Jij, Mozes, zult hen leiden.

(55)

Aäron zal het spreken doen;

luister jij maar naar Mij en vertel hem wat hij moet zeggen. Farao zal eerst niet naar je willen luisteren, maar Ik zal hem grote tekenen laten zien totdat de Egyptenaren zullen weten dat

Ik de enige echte God ben.

Maar ik kan niet goed spreken. Farao

zal niet naar mij luisteren.

(56)

Haha. Waarom kom je hier nu

alwéér?

Jahweh zegt:

“Laat mijn volk gaan.”

(57)

Hier is een teken dat Jahweh gesproken heeft.

Hahaha, dat is gewoon een toverkunstje.

Daar word ik echt niet bang van. Roep onze

magiërs.

(58)

Dat deed hij wel erg goed - het zag er zowaar écht uit!

Waar zou hij geleerd hebben om die truc te

doen?

Exodus 5:10-23, 7:7-11

(59)

Kom snel, en neem die

toverkunst mee waarbij je stokken in slangen veranderd.

(60)

Dachten jullie dat wij hiervan onder de indruk waren? Hahaha!

(61)

Mozes, wat moeten we nu doen? We staan

voor gek.

Exodus 7:11-12

(62)

Kijk! Zijn slang wil met onze slang

vechten.

(63)

Zijn slang eet die van

ons op!

(64)

Hij heeft hem in één hap

doorgeslikt!

(65)

Nee, ga me niet vertellen dat hij er nóg een gaat opeten!

Wat een afgang!

(66)

Hoe is dit mogelijk?

Ongelofelijk!

Zijn slang heeft al onze slangen

opgegeten.

(67)

Jahweh is de God van de schepping. Hij

zegt: “Laat mijn volk gaan.”

Exodus 7:12

(68)

Exodus 7:13: “En de Heere zei tot Mozes: Het hart van farao is onvermurwbaar. Hij weigert

het volk te laten aan.”

Ik weet niet hoe je dat voor elkaar hebt gekregen, maar met een simpel toverkunstje krijg

je mijn slaven echt niet mee. Uit mijn ogen!

(69)

Ik weet niet waarom, maar God zei dat Hij het hart van farao zou verharden. En dat gebeurde ook.

Zag je hoe kwaad hij werd toen mijn stok zijn slangen op at?

Ik moet een plekje vinden om met Jahweh te kunnen praten. Ik weet nog niet

wat ik nu moet doen.

Waarom

stuurde Jahweh ons met een teken dat de magiërs van farao óók konden doen? We stonden

daar wel eventjes voor schut.

(70)

Opnieuw had God een ontmoeting

met Mozes waarin Hij hem

vertelde wat hij moest doen.

De Egyptenaren hadden Mozes bespot. Zijn eigen volk wees hem af, omdat farao hun

slavernij nog erger had gemaakt,

maar Mozes geloofde God en

gehoorzaamde, ook al begreep

hij God niet.

Jahweh zegt:

“Omdat je weigert Mijn volk te laten gaan

en opdat je weet dat Ik de ware God ben, zullen alle wateren van Egypte

veranderd worden in bloed.”

(71)

Sjonge, dat is

indrukwekkend.

Hoe heeft hij dát gedaan?

Haal mijn magiërs. De

god van de Nijl zal dit

stoppen.

Exodus 7:15-21

(72)

Kijk - míjn magiërs kunnen dat ook! Ik laat mij echt niet op andere

gedachten brengen door jullie

goocheltrucjes.

(73)

Ik heb in

mijn hele leven nog

nooit zoiets gezien. Zelfs de waterbronnen en vijvers zijn

in bloed veranderd. Wat zei hij dat de Naam van zijn

God was?

Ik heb ze Zijn

Naam niet horen zeggen.

Maar wat maakt het eigenlijk uit?

Wij hebben duizenden goden. De god van de rivier de Nijl is nu

vast kwaad.

(74)

Maar

één God? Dat is belachelijk.

Die kerel daar, die Mozes, zegt dat

zijn God de enige God is.

(75)

Zeven dagen nadat het water in bloed was veranderd, bracht Mozes opnieuw Gods oordeel over Egypte.

Laat de wateren overvloedig kikkers

voortbrengen.

(76)

Het stinkende bloedwater bracht opeens miljoenen

kikkers voort.

Exodus 7:21-25, 8:6

(77)

Mijn huis zit vol met kikkers.

(78)

Heel Egypte zit vol met kikkers. De

goden zijn kwaad!

Waar zijn onze priesters? Kunnen zij niet iets doen?

(79)

A

A a a a a a a a a h h!!!!

(80)

Ziet

u, farao, wij magiërs kunnen

ook kikkers maken.

Waarom maken ze nog méér kikkers?

Heeft die kerel Mozes er al niet genoeg gegeven?

En nu geeft farao ons er nóg meer.

(81)

Waarom laat u ze niet gewoon de woestijn ingaan, zoals ze u gevraagd hebben?

Dit houden we niet lang meer vol.

(82)

Roep

Mozes. Ik wil met hem praten.

Ja meester, zoals u wilt.

(83)

Vraag Jahweh om de kikkers weg te nemen. Als Hij dat doet,

dan zal ik jouw volk laten gaan om het offers te laten

brengen.

Zegt u maar

wanneer u wilt dat de kikkers sterven, en dan

zal het op dat tijdstip gebeuren.

(84)

Morgenochtend.

Zoals u het gezegd

hebt, zo zal het gebeuren. Op deze manier zult u weten dat er geen enkele God is zoals

Jahweh.

Exodus 8:7-10

(85)

Toen farao zag dat de kikkers op

de afgesproken tijd gestorven

waren, verhardde hij

zijn hart en weigerde om de Hebreeërs te laten gaan.

Wat voor God

is deze Jahweh, dat Hij ons land vult met

kikkers?

Waarom denk je dat een God dit gedaan heeft?

Misschien is het gewoon een natuurverschijnsel.

(86)

Ach, houd

je mond en werk door, anders krijgen we deze klus nooit geklaard.

Hoe wist Mozes dan zó zeker

dat het zou gebeuren dat hij het zelfs kon voorspellen? En hoe wist hij dan ook

nog eens het exacte tijdstip waarop ze allemaal zouden sterven?

(87)

En Jahweh zei tegen Mozes: “Zeg tegen Aäron, Strek je hand uit en sla ermee op het stof van de aarde, zodat het overal in Egypte

in muggen zal veranderen.

(88)

En al het stof in Egypte veranderde

in muggen.

A

A a a a a a a h h ! ! ! !!!

(89)

Willen jullie mij vertellen dat jullie geen muggen kunnen maken? De mensen zullen denken dat zijn God machtiger is dan onze

goden! Simpele goocheltrucjes, dat is alles wat jullie kunnen!

Maar heer, dit

kán niet anders dan het werk van God zijn. Geen mens kan de dingen doen

die deze twee mannen hebben gedaan. Wij zijn

machteloos.

(90)

Er moet een natuurlijke

verklaring voor zijn, maar we hebben

er hoe dan ook genoeg van. Stuur Mozes. Zeg hem, dat als zijn God de muggen weghaalt, ik de

Hebreeërs zal laten gaan om hun God te dienen. Exodus 8:13-19

(91)

De muggen zijn dan wel weg, maar ik kan de slaven niet laten gaan.

Ik bedoel, erger dan dit kan zijn God het vast

niet maken.

(92)

God heeft tot Mozes gesproken. God zegt: “Ik zal zwermen steekvliegen in Egypte laten komen. Jullie huizen zullen gevuld zijn met

steekvliegen. Maar deze keer zal Ik onderscheid maken tussen de Egyptenaren en

de Hebreeërs.

Bij Mijn volk zullen geen

steekvliegen zijn. Zo zal iedereen weten dat

Ik de God ben van de hele wereld!”

(93)

Papa, waarom kunnen onze priesters deze man niet stoppen? Waar

is hun kracht?

Ik weet niets over religie. Ik bemoei me alleen met

mijn eigen zaken.

(94)

Ga, zoek Mozes!

Het gebeurt precies zoals Hij zei; er zijn geen steekvliegen bij het Hebreeuwse volk! Dit moet

het werk van hun God zijn.

(95)

Ga dan, en breng jullie offers aan jullie God, maar verlaat

het land Egypte niet.

We moeten

minimaal drie dagen kunnen reizen.

Ik zei dat jullie

mogen gaan, maar jullie kunnen niet ver gaan. En nu, praat met jullie God en vraag

Hem om deze steekvliegen weg te nemen.

(96)

Opnieuw verhardde farao zijn hart en weigerde om

het volk te laten gaan.

Houd je mond.

Je klinkt alsof je die kletskous gaat

geloven.

Er is niet één steekvlieg levend overgebleven

in Egypte. Dat is een wonder!

Exodus 8:20-32

(97)

God stuurde nog een plaag over Egypte. Al hun

koeien, schapen, ossen, paarden en kamelen kregen een zeer zware pest en stierven. Maar de

dieren van de Hebreeërs kregen deze ziekte niet.

Onze dieren

zijn allemaal dood en die van jullie zijn gezond. Hoe verklaren

jullie dat?

Mozes zegt, dat dit komt omdat de God van onze voorvaderen is gekomen om ons te bevrijden van jullie wrede slavernij. Ik ben echter

maar een eenvoudige man; ik weet eigenlijk niets over dit

soort zaken.

(98)

Onze priesters brengen offers aan onze goden. Onze heilige

stier zal nu vast kwaad zijn en zorgen dat dit

allemaal stopt.

(99)

Zeg tegen farao dat het te laat is. Onze heilige stieren zijn allemaal gestorven.

De mensen zullen kwaad zijn als ze te weten komen dat onze goden niet eens zichzelf konden

beschermen tegen deze God van de Hebreeërs.

Waar zijn de goden van de Egyptenaren? Hebben

zij geen macht?

(100)

Maar farao verhardde

zijn hart.

Exodus 9:6-7

(101)

Opnieuw sprak God tegen Mozes en vertelde hem om

as uit te gooien over de stad, zodat de Egyptenaren

onder de zweren zouden komen te zitten.

God zegt: “Omdat u Mijn volk niet wilt laten gaan, zal Ik verschrikkelijke zweren sturen, die zowel uzelf

als jullie dieren zullen bedekken.

O nee, niet nog een keer.

(102)

Roep de magiërs. Vertel ze om al hun krachten op te roepen.

Offer aan de goden. Zorg dat dit stopt.

(103)

U riep, uwe Eminentie?

Ben jij ook al

bedekt met zweren? Heb je dan geen kracht die opgewassen is tegen die

God van Mozes?

(104)

Verdwijn uit mijn ogen,

stelletje bedriegers. Jullie doen

vingervlugge trucjes en nemen mensen in de maling, maar ik weet dat jullie bedriegers zijn.

Waar zijn jullie goden?

(105)

Ga morgenvroeg in de ochtend naar farao en zeg: “De God van de Hebreeërs zegt, ‘Laat Mijn volk gaan. Want de volgende plaag zal nog veel erger zijn. Hij zal vernietigend zijn en velen van

je volk zullen sterven. Hierdoor zal je weten dat er geen enkele God is, zoals Ik.

Je realiseert het je niet, maar Ik ben het

die jou tot farao gemaakt heeft. Weet je,

Ik wist dat jij je hart zou verharden en Mijn

volk niet zou laten gaan.

(106)

Je koppigheid geeft Mij de gelegenheid om Mijn kracht te laten zien en om Egypte te oordelen, omdat ze Mijn volk zo wreed behandeld heeft. Jij

bent bezig om te doen wat jij wilt.

Mijn wil doe je niet.

Daarom zal Ik morgen op dit tijdstip een regenbui van hagel en vuur sturen, zoals de wereld nog nooit heeft

meegemaakt.”

(107)

“Ik vertel je dit, opdat je iedereen kunt waarschuwen. Mens en dier moeten binnenblijven,

want alles wat zich buiten bevindt, zal sterven.”

Exodus 9:8-19

(108)

Laat het zijn, zoals Jahweh

zegt.

(109)

Degenen die niet naar de

waarschuwing luisterden en buiten bleven, werden overvallen door

hagel en vuur en ze stierven.

Hoe is

het mogelijk dat zoiets gebeurd, een

mengsel van vuur en hagel?

O

goden, kom ons te hulp!

Aaaah!

(110)

Vader, hoe kan Mozes dit doen? Is zijn God sterker

dan onze goden?

Maar niemand

heeft ooit zijn God gezien, zelfs de Hebreeërs niet. Zijn God, waarvan hij zegt dat Hij enkel Geest is, probeert farao

te overtuigen dat hij hen de woestijn in moet laten gaan zodat ze Hem kunnen aanbidden.

Hij stelt dat er maar

één God is en dat deze

Hebreeërs Zijn kinderen

zijn.

(111)

O, machtige

goden, we smeken u, stop deze verschrikkelijke

hagelstorm. Laat zien dat u sterker bent dan de

onzichtbare God van Mozes.

Exodus 9:23-26

(112)

Papa, ik

ben bang. Zullen dat vuur en die hagel ook op ons

vallen?

Het komt niet bij ons - alleen maar bij de

Egyptenaren.

(113)

Nee kind, Jahweh is de Egyptenaren aan het straffen voor hun ongehoorzaamheid aan Hem. Hij laat hen zien dat hun god van de stormen,

Seth, machteloos is om

hen te helpen. Wat

verschrikkelijk.

(114)

Ik heb tegen Jahweh gezondigd. De God van de Hebreeërs is rechtvaardig en mijn volk en ik

zijn kwaadaardig. Vraag Jahweh om het vuur en de hagel te stoppen, dan zal ik jouw volk

onmiddellijk laten gaan.

(115)

Toen farao zag dat de storm voorbij was gegaan

zondigde hij nog meer en verhardde zijn hart. Hij

liet het volk niet gaan.

Zodra ik uit de stad ben, zal ik mijn

handen naar de hemel opheffen en zal de plaag stoppen. Hierdoor zul je weten dat de aarde aan Jahweh toebehoort, maar uw

woord zult u niet houden. U heeft nog geen ontzag voor God.

(116)

God stuurde opnieuw een plaag. Sprinkhanen kwamen en

aten al het groen op dat de storm niet had verwoest. Ook

drongen ze de huizen binnen.

Exodus 9:26-35, 10:13-15

(117)

Aaaaaaah!

Raak!

Mama!

Mama!

(118)

Farao riep Mozes en beloofde het volk te laten gaan, maar toen

God de sprinkhanen wegnam, verhardde

farao opnieuw zijn hart en weigerde

om zijn slaven te laten gaan.

Zien

onze goden niet wat deze God van de Hebreeërs doet

met onze gewassen?

O goden, laat toch uw kracht

zien deze dag!

Exodus 10:14-20

(119)

Toen bracht God een dichte duisternis over Egypte. Drie dagenlang was het

donkerder dan een zwaarbewolkte nacht, maar in de huizen van de Hebreeërs was er geen duisternis.

Ik zou je al lang hebben laten

doden, ware het niet dat dat als bewijs zou dienen dat onze goden niet

opgewassen zijn tegen die van jou.

(120)

Verdwijn uit mijn ogen. Ik wil je gezicht nooit meer zien, want op die

dag zal je zeker sterven.

U heeft eindelijk een keer de waarheid gesproken.

Wij zullen elkaar nooit meer zien.

(121)

Grote goden

hoor ons. U houdt uzelf verborgen. Kunt u niet de God

van de Hebreeërs verslaan?

(122)

Dit is het moment! Nog één laatste plaag en dan zal farao blij zijn om ons uit Egypte te zien vertrekken. Om middernacht zal de verderfengel van God door het land

Egypte gaan. Iedere mannelijke eerstgeborene in alle Egyptische gezinnen zal sterven. God zal vannacht hun

zonde straffen.night. Maar wat

dan van onze eerstgeborenen?

Zullen die óók sterven?

(123)

God geeft redding

aan allen die geloven, zelfs voor Egyptenaren. Ga nu en neem een jong mannelijk lam of geitje,

doodt het deze avond en smeert het bloed van het lam aan beide

zijkanten en de bovenkant van de deur.

Jahweh zegt: “Als Ik vannacht door het land trek om iedere mannelijke

eerstgeborene te doden, zal Ik aan het huis waarop Ik het bloed zie voorbij gaan, zodat de eerstgeborene in dat huis niet zal sterven.

Blijf vannacht in jullie huis en eet het lam dat jullie slachten.

Exodus 10:22-29, 11:4-5, 12:3-7

(124)

Ga nu naar jullie Egyptische meesters en leen van hen kostbaarheden,

goud, juwelen, en zilver.

God heeft hun harten bereid gemaakt. Ze zullen gul en

overvloedig geven.

Pak jullie spullen

in en zorg dat je klaar bent om morgenochtend te vertrekken. Jullie zullen niet meer terugkomen. Dit is een definitief vaarwel aan Egypte. Dit zal het

beginpunt van een nieuwe tijd zijn voor jullie - jullie eerste dag.

(125)

Vader,

dat is ons enige lam. Kunnen we niet gewoon wat rode verf

gebruiken?

Zoon, God zei dat we een lam moesten slachten en het bloed op de deurpost moesten smeren. We moeten het

precies doen, zoals Hij zegt. Je hebt Zijn oordeel gezien over hen die Hem niet gehoorzamen.

Dit lam is bedoeld om jou van de dood te redden.

(126)

Is

dit lam dan gestorven

voor mij? Ook voor mij.

Ik ben ook een eerstgeboren

zoon.

(127)

Mama, waarom verft papa onze deurposten met

bloed?

Jahweh zei:

“Wanneer Ik het bloed op jullie deurposten zie, dan zal Ik weten dat jullie Mij geloven en zal

Ik in dat huis niemand

doden.” Exodus 12:26-28, 35-36

(128)

Ha, ben je

bijgelovig of zo? Hoe kan een klein beetje bloed op de deurposten nu de dood voorkomen? Mijn zoon is niet

bang. Toch, Joachim?

Waarom heeft u het lam niet geslacht en bloed

op de deurposten gesmeerd?

(129)

Natuurlijk niet, ik ben toch geen

watje! Religie is voor slappelingen. Een goede God zou nooit mensen doden simpelweg omdat ze nalaten om een beetje bloed op hun deurposten te smeren. Want wat zou dat dan betekenen voor mensen

die deze opdracht niet gehoord hebben?

(130)

Vader, waarom is deze nacht anders dan

alle anderen?

Omdat

God vannacht Zijn verderfengel zal sturen

om alle eerstgeboren jongens in Egypte te doden.

Maar wanneer Hij het bloed aan de deurposten ziet, dan

zal Hij dat huis passeren.

Dit is het begin van de

dagtelling voor ons. Ieder jaar op deze dag zullen wij Pesach, het paasfeest, vieren

en gedenken dat God ons bevrijdde uit de hand van de farao.

(131)

O Vader,

luister naar het geschreeuw! De verderfengel moet

er zijn!

Wees niet bang!

We hebben God

gehoorzaamd. Het bloed is aan de deurposten.

Wij eten het lam.

(132)

Mijn zoon is dood! O, God,

doe iets! Roep Mozes!

Exodus 12:28

(133)

Aaaaah!

Neeeeee!

Nee, God!

Niet mijn

baby!

(134)

Toen de verderfengel die nacht door de stad trok, stierven er duizenden. Zij die geloofden en het bloed

op de deurposten hadden gesmeerd, bleven in leven.

Het spijt me, maar het is te laat.

Jullie waren gewaarschuwd, maar jullie weigerden te luisteren. Ik ben bang dat

velen vannacht gestorven zijn.

(135)

Onze zoon is dood!

Schiet op! Breng Mozes onmiddellijk

hier.

(136)

Wat is er gebeurd?

Hij is de eerstgeborene van zijn familie!

Exodus 12:29-31

(137)

Farao liet opnieuw Mozes roepen.

(138)

Ik heb gezondigd.

Verlaat alsjeblieft Egypte en neem alle Hebreeërs met je me.

Jouw God, Jahweh, is meer dan ik kan verdragen.

Zegen mij voordat je gaat.

Maar farao keek niet naar Mozes’ gezicht.

(139)

Na 400 jaar vertrok het volk uit Egypte, precies zoals God aan hun voorvaderen had beloofd. De

Egyptenaren gaven de Hebreeërs goud en juwelen en eten, en alles

wat ze maar wilden en mee konden nemen. Het was een vreugdevolle tijd voor de Hebreeuwse kinderen;

de eerste dag van een bevrijd volk.

(140)

Zeshonderdduizend mannen, met hun vrouwen en kinderen, verlieten Egypte

op weg naar het beloofde land.

Overdag leidde God hen met een wolk die schaduw gaf, en ’s nachts met een vuurpilaar, die hen licht gaf.

Exodus 12:31-38, 13:21-22

Referenties

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Build is een partij die beoogt deze 2 groepen, de vastgoedinvesteerder in huurwoningen in het middensegment en de institutionele belegger, bij elkaar te brengen met als doel

[5] Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding.. Lied: Gezang 53 : 1

Snel kunnen reageren om zich aan te passen aan die veranderingen en ervan te profiteren, is voor beleggers dan ook van aan te passen aan die veranderingen en

Dit doet u door een flinke lepel crème te nemen en deze aan de linkerzijde op het bord te tikken, smeer deze met de bolle kant van de lepel in één keer uit naar rechts.. Leg

Uit de berekeningen die zijn uitgevoerd voor de A9 blijkt dat er vanwege het plan (aanleg van de nieuwe aansluiting op de A9) op negen referentiepunten de

De comparanten beslissen dat de aan de mede-eigendom ver- bonden lasten, met name de kosten van onderhoud, herstelling en vernieuwing, zullen worden omgeslagen naar

Deze gids is dus een belangrijk naslagwerk be- doeld voor iedereen: voor nieuwe leerlingen en hun ouders, maar ook voor leerlingen en hun ouders die al langer aan onze school

Onze Sint werd ook de man waar mijn zoon zijn tut aan wilde cadeau geven, zodat die naast de mijne mocht liggen in de grote tutjeskast. Onze Sint was gewoon gezellig. Hij was de