Rekenkundige modellen
Hoofdstuk 3 Conjunctuur
Komende weken
Deze week
Les 1: Conjunctuurmodellen
Les 2: Sparen/besteden en het evenwicht
Les 3: afmaken opdrachten (want oefenen is de sleutel)
Volgende week Les 1: Herhalen
Les 2: Herhalen vervoer
Les 3: Toets Conjunctuur 1-3 + Vervoer 1-6
2
Overzicht les
Deze les gaan we voor het eerst rekenen met wiskundige modellen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model
2. Consumeren en sparen 3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
3
Vandaag lezen we:
Hoofdstuk 3 En maken we:
Opdrachten 3.1 – 3.11 Leerdoelen
Kennen: Marginale, autonome en gemiddelde consumptie
Kunnen: berekenen van
marginale en gemiddelde
consumptie
Vraag aan jullie: hoeveel belasting wordt er in dit schema betaald?
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
4
Begin wiskundige modellen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
5
Wat je uitgeeft hangt af van je inkomen
Bijvoorbeeld:
Van iedere euro die je verdient spaar je 25 cent
We noemen dat de Marginale consumptiequote
(wat was ook al weer marginaal?)
Hoe ziet dit eruit
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
C = 0,8Y
Dat betekent dat je van iedere euro die je verdient weer 80 cent uitgeeft.
Hoeveel is de marginale consumptiequote?
Hoeveel wordt er dan gespaard?
Gezinnen kunnen in dit model dus 2 dingen: sparen + lenen Dus sparen S = Y - C
6
Als er gespaard kan worden dan hebben we nog een speler nodig
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
7
Bedrijven Gezinnen
C
Financiële instellingen
S
I Y
Overheid
O Tekort
B
Autonome consumptie
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
Als je geen inkomen hebt, kun je dan toch nog geld uitgeven?
Natuurlijk, je kunt je spaargeld opmaken!
Zelfs als een land helemaal geen inkomen heeft dan wordt er toch geld uitgegeven.
Dat noemen we autonome consumptie C0
8
Gemiddelde consumptiequote
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
Hoeveel geven we gemiddeld uit aan consumptie Dat is autonoom en marginaal samen
Je kunt het uitrekenen door: C / Y Bijvoorbeeld:
C = 0,8Y + 100
Hoeveel is de marginale consumptie bij Y = 600?
Hoeveel is de gemiddelde consumptie bij Y = 600
9
Even eentje om samen op te lossen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
C = 0,9Y + 50 Y = 400 miljard
1. Hoeveel is de marginale consumptiequote 2. Hoeveel is de spaarquote?
3. Hoeveel bedraagt de autonome consumptie?
4. Hoe hoog is de gemiddelde consumptiequote?
10
Dan nu aan de slag
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
Lezen Hoofdstuk 3 t/m p.16 Maken 3.1 t/m 3.11
11
Afsluiten
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel
2. Uitleg
1. Wiskundig model 2. Consumeren en
sparen
3. Autonome consumptie 4. Gezamenlijk
oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken 3.1 – 3.11
4. Afsluiting
Deze les hebben we de volgende dingen behandeld 1. Marginale consumptiequote
2. Autonome consumptie
3. Gemiddelde consumptiequote
12
Oplossen van kringloop modellen
Hoofdstuk 3 Conjunctuur
Overzicht les
Deze les gaan we voor het eerst echt modellen oplossen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again 2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model 2. Kringloopmodellen
3. Heel veel vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
14
Vandaag lezen we:
Hoofdstuk 3 En maken we:
Opdrachten 3.11 t/m 3.16 Leerdoelen
Kennen: Sparen en investeren
Kunnen: oplossen wiskundig
model
Het gesloten model again……
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
15
Bedrijven Gezinnen
C
Financiële instellingen
S
I Y
Overheid
O Tekort
B
En hoe zat dit ook al weer?
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
C = 0,5Y + 50 Y = 400 miljard
1. Hoeveel is de marginale consumptiequote 2. Hoeveel is de spaarquote?
3. Hoeveel bedraagt de autonome consumptie?
4. Hoe hoog is de gemiddelde consumptiequote?
16
Dan nu het ingewikkelde
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
We gaan nu vooral rekenkundige vergelijkingen oplossen. Voor een aantal zal dit echt supermakkelijk zijn en een aantal vinden dit supermoeilijk Dit kun je alleen onder de knie krijgen door het zelf te oefenen
Ook kan ik hier niet alles klassikaal voordoen want dan ben ik alleen maar formules aan het oplossen. Vandaar dat jullie twee lessen de tijd hebben, waarvan alleen in de eerste nieuwe uitleg zit en de rest is zelf doen.
17
Dan nu de clue van dit hoofdstuk…. Een model oplossen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
Die clue zit in het gelijkstellen van de effectieve vraag en de productie Productie/inkomen: Y
Effectieve vraag: EV
De effectieve vraag betekent hoeveel er bij bedrijven uitgegeven wordt door iedereen.
18
Waar staat Y gelijk aan in dit model?
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
19
Bedrijven Gezinnen
C
Financiële instellingen
S
I Y
Overheid
O Tekort
B
Een voorbeeldje om samen op te lossen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting We hebben de volgende vergelijkingen
EV = C + S + B EV = C + I + O
Y = EV
C = 0,75Y + 100 I = I
0= 150 O = O
0= 100
20
Sparen en investeren
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
De spaarvergelijking S = I
Voor de liefhebbers: de wiskundige uitwerking
(officieel heet dit ook het IS/LM model. IS staat voor sparen en
investeren, terwijl LM staat Liquiditeit = monetaire vraag, nee dat hoef je niet te weten)
21
Samen oefenen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting 1. Hoe groot is de marginale spaarquote in dit model? Leg
uit wat dit getal precies betekent.
2. Bereken de gemiddelde spaarquote als Y = 400 miljard.
3. Bereken het evenwichtsinkomen
22
Dan nu aan de slag
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
Lezen rest Hoofdstuk 3 Maken 3.12 t/m 3.17
23
Afsluiten
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloopmodel again
2. quotes
2. Uitleg
1. Oplossen van een model
2. Kringloopmodellen 3. Heel veel
vergelijkingen 4. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. Maken t/m 3.17
4. Afsluiting
Deze les hebben we de volgende dingen behandeld 1. Het oplossen van een economisch model
2. Sparen en investeren
24
Afmaken hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3 Conjunctuur
Overzicht les
Deze les is er om zelf aan de slag te zijn met de kringloopmodellen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloop
2. Wiskundige vergelijkingen
2. Uitleg
1. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. (af)Maken t/m 3.17 2. Nabespreken 3.12 3. Nabespreken 3.16
4. Afsluiting
26
Vandaag lezen we:
Hoofdstuk 3 En maken we:
Opdrachten 3.11 t/m 3.16
Waar staat Y gelijk aan in dit model?
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloop 2. Wiskundige
vergelijkingen
2. Uitleg
1. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. (af)Maken t/m 2. Nabespreken 3.17 3. Nabespreken 3.12
3.16
4. Afsluiting
27
Bedrijven Gezinnen
C
Financiële instellingen
S
I Y
Overheid
O Tekort
B
Wiskundige vergelijkingen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloop 2. Wiskundige
vergelijkingen
2. Uitleg
1. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. (af)Maken t/m 2. Nabespreken 3.17 3. Nabespreken 3.12
3.16
4. Afsluiting
Het evenwichtsinkomen:
Y = EV
Dan nog dat sparen en lenen aan elkaar gelijk moeten zijn:
S = I
Stel de consumptievergelijking is: C = 0,4 Y + 50 Wat is dan de spaarvergelijking?
Bij welke Y zijn S en I in evenwicht
28
Samen oefenen
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloop 2. Wiskundige
vergelijkingen
2. Uitleg
1. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. (af)Maken t/m 2. Nabespreken 3.17 3. Nabespreken 3.12
3.16
4. Afsluiting
Gegeven zijn de volgende vergelijkingen:
1. Y = EV
2. EV = C + I + O 3. C = 0,8Y + 120 4. I = 150
5. O = 180
1. Bereken het evenwichtsinkomen 2. Geef de spaarvergelijking
3. Bij welk inkomen zijn S en I aan elkaar gelijk?
29
Dan nu aan de slag
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloop 2. Wiskundige
vergelijkingen
2. Uitleg
1. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. (af)Maken t/m 2. Nabespreken 3.17 3. Nabespreken 3.12
3.16
4. Afsluiting
Dan nu afmaken tot en met 3.17 We bespreken 3.12 en 3.16 na
30
Opdracht 3.12
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloop 2. Wiskundige
vergelijkingen
2. Uitleg
1. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. (af)Maken t/m 2. Nabespreken 3.17 3. Nabespreken 3.12
3.16
4. Afsluiting
31
Opdracht 3.16
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloop 2. Wiskundige
vergelijkingen
2. Uitleg
1. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. (af)Maken t/m 2. Nabespreken 3.17 3. Nabespreken 3.12
3.16
4. Afsluiting
32
Afsluiten
Agenda
1. Herhaling
1. Kringloop 2. Wiskundige
vergelijkingen
2. Uitleg
1. Samen oefenen
3. Zelfstandig
1. (af)Maken t/m 2. Nabespreken 3.17 3. Nabespreken 3.12
3.16
4. Afsluiting
Deze les hebben jullie vooral zelf gewerkt aan de opdrachten