• No results found

CCCooommmmmmiiissssssiiieee vvvaaannn bbbeeerrroooeeeppp PPPOOO,,, VVVOOO,,, BBBVVVEEE eeennn HHHBBBOOO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CCCooommmmmmiiissssssiiieee vvvaaannn bbbeeerrroooeeeppp PPPOOO,,, VVVOOO,,, BBBVVVEEE eeennn HHHBBBOOO"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

C C C o om o m mm m mi i i s ss s s si i i e e e v v va a a n n n b b be e er r r o o o e ep e p p P P PO O O , , , V V VO O O, , , B B BV V VE E E e en e n n H H H B B B O O O

Jaarverslag 2011

(2)

Jaarverslag 2011 2

V V V o o o o o o r r r w w w o o o o o o r r r d d d

Hierbij treft u aan het jaarverslag 2011 van de Commissies van beroep PO, VO, BVE en HBO 2011.

In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties wordt dit jaarverslag uitsluitend nog digitaal aangeboden.

De Commissies van beroep worden in stand gehouden door Stichting

Onderwijsgeschillen. Het bureau van Onderwijsgeschillen verzorgt de administratieve en juridische ondersteuning van de commissies.

Bijzondere hogescholen, bijzondere BVE-instellingen, bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs en bijzondere scholen voor primair onderwijs, moeten

aangesloten zijn bij een Commissie van Beroep waarbij door elk personeelslid van de instelling beroep kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen die door of namens het instellingsbestuur als werkgever zijn genomen. Ook openbare scholen onder een samenwerkingsbestuur moeten zijn aangesloten bij een Commissie van beroep.

Na ruim 25 jaar heeft prof. mr. L.H. van den Heuvel op 1 juni 2011 afscheid genomen als voorzitter van de Commissies van Beroep. Als blijk van waardering voor de bijzondere wijze waarop prof. mr. L.H. van den Heuvel aan het werk van de Commissies van Beroep voor het onderwijs vorm heeft gegeven, heeft Stichting Onderwijsgeschillen op 27 mei 2011 een symposium georganiseerd met als titel: ‘De Commissie van Beroep: je hebt elkaar nodig!’ Tijdens dit symposium zijn er onder meer inleidingen verzorgd door prof. dr. K. Boonstra, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans en prof. mr. D. Mentink. De heer Van den Heuvel heeft een lezing gehouden over de

‘leken’ in de Commissies. Aan het slot van het symposium heeft de heer Van den Heuvel uit handen van de directeur/bestuurder van Onderwijsgeschillen, mr. Hilde Mertens, een Liber Amicorum aangeboden gekregen waaraan vele auteurs hun

medewerking hebben verleend. Dit Liber Amicorum is als publicatie uitgegeven met als titel: ‘De Commissie van Beroep in het onderwijs: Snel en rechtvaardig’.

Deze publicatie bevat 13 bijdragen van auteurs die aansluiten bij het werk van de Commissie van Beroep. Een verslag van dit symposium kunt u nalezen op onze website. Ook vind u daar meer informatie over de publicatie en eventuele bestelwijze daarvan.

Op 20 juni 2011 is mr. L.C.J. Sprengers benoemd tot nieuwe kamervoorzitter van de Commissies van Beroep.

De heer Sprengers is werkzaam als advocaat, gespecialiseerd op het terrein van medezeggenschapsrecht en het collectief en individueel arbeids- en ambtenarenrecht.

Tot 1 januari 2102 was hij tevens hoogleraar op de Albeda-leerstoel bij de Universiteit Leiden. De leerstoel houdt zich bezig met de bestudering van de ontwikkelingen in de arbeidsverhoudingen bij de overheid.

In het jaarverslag vindt u per commissie een overzicht van het aantal uitspraken en de onderwerpen daarvan, alsmede de samenvattingen van de in het verslagjaar door deze commissie gedane uitspraken. De volledige, geanonimiseerde uitspraken en de gegevens over de Commissies en over het bureau van Onderwijsgeschillen zijn te vinden op www.onderwijsgeschillen.nl.

(3)

Jaarverslag 2011 3 Sa S am me en ns st te el ll li in ng g v va an n d de e C Co om mm mi is ss si ie e

De Commissies van beroep van Stichting Onderwijsgeschillen vormen een personele unie waardoor op één zittingsdag beroepen uit verschillende onderwijssectoren behandeld kunnen worden, hetgeen leidt tot efficiency en kostenbeheersing. De Commissie is zodanig samengesteld dat de nodige kennis van en ervaring uit de diverse onderwijssectoren aanwezig is.

De Commissies waren in het verslagjaar als volgt samengesteld:

prof. mr. L.H. van den Heuvel, kamervoorzitter (tot 01-06-2011) prof. mr. L.C.J. Sprengers, kamervoorzitter, (vanaf 01-06-2011 mr. W.H.B. den Hartog Jager, kamervoorzitter

mr. T.M.J. Smits, kamervoorzitter drs. J.A.M. van Agt, lid werkgeverszijde mr. K.P. Piena, lid werkgeverszijde

drs. K.A. Kool, plaatsvervangend lid werkgeverszijde

mr. E.M.W.P. Hermans, plaatsvervangend lid werkgeverszijde drs. P. Koppe, lid werknemerszijde

mr. D.A.M. Schilperoord, lid werknemerszijde

mr. C.H. Kemp-Randewijk, plaatsvervangend lid werknemerszijde mr. drs. B.H. van Velzen, plaatsvervangend lid werknemerszijde

(4)

Jaarverslag 2011 4

B B B e e e r r r o o o e e e p p p P P P O O O

A Aa A a an n ng g ge e e s sl s l lo o ot t te e en n n s s sc c ch h h o ol o l le e en n n

In het verslagjaar waren bij de Commissie 41 besturen met meerdere scholen aangesloten.

B B B e eh e h ha a an n n d de d e el l le e en n nd d de e e b b b e er e r ro o oe e ep p p e en e n n C C Co o om m mm m mi i is s ss s si i i e e e v v va a an n n b b be e e r r r o o o e ep e p p P P PO O O : : :

PO

aanhangig gemaakt 13

beroepen resterend uit 2010 2

ingetrokken 7

uitspraken 7

behandeling nog niet afgerond op 31-12-2011 1 VVVeeerrrgggeeellliiijjjkkkiiinnngggvveveerrrssslllaaagggjjjaaaaaarrrmmmeeetttvvovooooorrrgggaaaaaannndddeeejjjaaarrreeennn:::

22200011100 0

totaal in behandeling 12

ingetrokken 8

uitspraken 2

voortgezet in 2011 2

22200000099 9

totaal in behandeling 3

ingetrokken 1

voortgezet in 2010 2

22200000088 8

totaal in behandeling 6

ingetrokken 6

222000000777

totaal in behandeling 7

ingetrokken 6

uitspraken 1

(5)

Jaarverslag 2011 5 U U U i i i t t t s s s p p p r r r a a a k k k e e e n n n v v v a a a n n n d d d e e e C C C o o o m m m m m m i i i s s s s s s i i i e e e v v v a a a n n n b b b e e e r r r o o o e e e p p p P P P O O O

Van de 7 in het verslagjaar gedane uitspraken zijn:

gegrond verklaard de beroepen tegen:

ontslag wegens opheffing betrekking 1

plaatsing in vervangingspool 1

ontslag wegens plichtsverzuim, subsidiair ontslag wegens

onbekwaamheid/ongeschiktheid, meer subsidiair vanwege zwaarwegende omstandigheden

1

ongegrond verklaard de beroepen tegen:

ontslag wegens opheffing betrekking 3

ontslag wegens plichtsverzuim 1

(6)

Jaarverslag 2011 6

S S S a am a m me e e n nv n v va a at t t t t t i i i n ng n g ge e en n n v va v a an n n d de d e e u u ui i it t t s sp s p pr r ra a ak k ke e en n n P P P O O O

104959 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; PO

Voldaan is aan de voorwaarden van bijlage III, 4 van de CAO PO en artikel 3.18 lid 1 CAO PO: de functie van werkneemster is het voorgaande schooljaar in het rddf geplaatst en de zogenoemde voornemen-procedure is gevolgd. Gebleken is dat de gemeente de ID-regeling afbouwt en dat vanuit de reguliere middelen geen ruimte aanwezig is om de ID-baan van werkneemster nog langer te kunnen bekostigen, dan wel om deze baan om te zetten in een reguliere baan. Derhalve heeft de werkgever in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat de functie van werkneemster diende te worden opgeheven. De werkzaamheden van werkneemster zijn echter nog steeds voorhanden. Het had op de weg van de werkgever gelegen om gedurende het jaar van rddf-plaatsing de mogelijkheden te onderzoeken om werkneemster op school

werkzaam te houden. Nu de werkgever dit heeft nagelaten heeft hij onvoldoende voldaan aan de op hem rustende inspanningsverplichtingen om zorgvuldig te

onderzoeken of het in redelijkheid mogelijk is de werknemer een passende functie bij de werkgever dan wel bij een andere werkgever aan te bieden (bijlage III, 7 sub d CAO PO). Beroep gegrond.

104973/104975/104989 - Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing betrekking; PO

Werkneemsters verrichten hun werkzaamheden als lokaalassistent op basis van een gemeentelijke uitvoeringsregeling In- en Doorstroom-banen (ID-regeling) voor het primair onderwijs. De functies zijn ingedeeld in schaal 1. Gemeente beëindigt de regeling per 1 augustus 2011. Aangezien de bekostiging van de functies uitsluitend plaatsvond op basis van de gemeentelijke ID-regeling en deze bekostiging is komen te vervallen, heeft de werkgever naar het oordeel van de Commissie in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat de betrekkingen dienden te worden opgeheven. Gedurende de rddf-plaatsing heeft de werkgever via inschakeling van een gespecialiseerd bureau geprobeerd werkneemsters in andere voor hen passende functies te plaatsen.

Werkgever heeft zich voldoende ingespannen werkneemsters te herplaatsen.

Beroepen ongegrond.

104966 - Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim, subsidiair ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, meer subsidiair vanwege zwaarwegende omstandigheden; PO

Werknemer is algemeen directeur van een vereniging met zeven basisscholen.

Vanwege onregelmatigheden bij het declareren van vervangingsgelden heeft de werkgever primair disciplinair ontslag verleend, subsidiair ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid en meer subsidiair vanwege zwaarwegende

omstandigheden, bestaande uit verlies van vertrouwen in de werknemer. Gelet op de voorbeeldfunctie van een algemeen directeur en omdat onjuiste declaraties voor het Vervangingsfonds aanleiding kunnen vormen betaalde bedragen terug te vorderen heeft de werkgever de gedragingen als plichtsverzuim kunnen aanmerken.

(7)

Jaarverslag 2011 7

Of disciplinair ontslag evenredig is aan de verweten gedraging is mede afhankelijk van de omstandigheden waaronder de werknemer het plichtsverzuim heeft gepleegd.

Hoewel het bewerkstelligen dan wel niet voorkomen dat namens de vereniging onjuiste declaraties bij het Vervangingsfonds worden ingediend in beginsel aanleiding tot ontslag kan vormen, zijn er in de onderhavige ontslagkwestie relevante

omstandigheden die tot een andere uitkomst dienen te leiden. De feiten duiden niet op een zodanige moraliteit dat de werknemer zich daardoor gediskwalificeerd zou hebben voor de uitoefening van de functie van algemeen directeur zodat geen sprake is van onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de functie. Verlies van vertrouwen is in het voornemen tot ontslag niet onderbouwd. Derhalve heeft de werknemer zich tegen het voornemen op deze grond ontslag te verlenen niet kunnen verweren door het geven van een zienswijze. Reeds vanwege de schending van dit door artikel 3.18 lid 1 CAO PO beschermde belang, kan deze grond het verleende ontslag niet dragen. Beroep gegrond.

104806 - Beroep tegen plaatsing in vervangingspool; PO

Op grond van art. 60 WPO kan beroep worden ingesteld als een personeelslid naar een andere school wordt overgeplaatst. Onder het begrip "de overplaatsing naar een andere school" wordt ook verstaan de plaatsing in de vervangingspool. Derhalve is de Commissie bevoegd. Alhoewel er na het besluit om werkneemster te plaatsen in de vervangingspool, waartegen zij tijdig beroep heeft aangetekend, in overleg met werkneemster is besloten om haar op een andere school te plaatsen heeft werkneemster voldoende belang bij het doorzetten van haar beroep tegen de overplaatsingsbeslissing. Het beroep is daarom ontvankelijk. De

overplaatsingsbeslissing kan niet in stand blijven, omdat de werkgever in strijd met artikel 10.6 lid 5 CAO PO niet heeft aangegeven op welke wijze hij de belangen van de werkgever en die van de werknemer tegen elkaar heeft afgewogen. Beroep gegrond.

104767 - Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim; PO

Werkneemster is wegens plichtsverzuim ontslagen omdat zij weigerde in gesprek te gaan over de aard van haar problemen, over mediation, over werkhervatting en over de aangeboden passende functie, en omdat zij na haar herstel melding heeft

geweigerd om haar werkzaamheden te hervatten en het aanbod van een passende functie heeft afgeslagen. Naar het oordeel van de Commissie heeft de werkgever dit handelen van werkneemster in redelijkheid als plichtsverzuim kunnen aanmerken nu voldoende vaststaat dat werkneemster hardnekkig heeft geweigerd medewerking te verlenen aan iedere door de werkgever voorgestelde oplossing van de gerezen

problemen. Gelet op de ernst van het plichtsverzuim, niet meewerken aan re-integratie en de werkweigering, en de tevergeefs aan werkneemster gegeven signalen acht de Commissie het ontslag proportioneel. Beroep ongegrond.

(8)

Jaarverslag 2011 8

B B B e e e r r r o o o e e e p p p V V V O O O

A Aa A a an n ng g ge e e s sl s l lo o ot t te e en n n s s sc c ch h h o ol o l le e en n n v vo v o oo o or r r v v vo o oo o or r rt t tg g ge e ez z ze e et t t o o on n n d de d e er r rw w w i ij i j js s s

In het verslagjaar hadden 45 besturen de onder hun gezag staande scholen voor voortgezet onderwijs bij de Commissie aangesloten.

B B B e eh e h ha a an n n d de d e el l le e en n nd d de e e b b b e er e r ro o oe e ep p p e en e n n C C Co o om m mm m mi i is s ss s si i i e e e v v va a an n n b b be e e r r r o o o e ep e p p V V VO O O : : :

In het verslagjaar heeft de Commissie 22 beroepen mondeling ter zitting behandeld.

Van deze beroepen is er 1 beroep schriftelijk en zijn er 11 gevoegd behandeld.

VO

beroepen resterend uit 2010 7

aanhangig gemaakt 51

ingetrokken 23

uitspraken 22

behandeling nog niet afgerond op 31-12-2011 13 VVVeeerrrgggeeellliiijjjkkkiiinnngggvveveerrrssslllaaagggjjjaaaaaarrrmmmeeetttvvovooooorrrgggaaaaaannndddeeejjjaaarrreeennn:::

22200011100 0

totaal in behandeling 46

ingetrokken 32

uitspraken 8

voortgezet in 2011 6

22200000099 9

totaal in behandeling 37

ingetrokken 18

uitspraken 15

voortgezet in 2010 4

222000000888

totaal in behandeling 39

ingetrokken 22

uitspraken 14

voortgezet in 2009 3

22200000077 7

totaal in behandeling 32

ingetrokken 15

uitspraken 6

voortgezet in 2008 11

(9)

Jaarverslag 2011 9 U U U i i i t t t s sp s p pr r ra a ak k ke e en n n v v va a an n n d d d e e e C C Co o om m mm m m i i i s ss s s si i i e e e v v va a an n n b b be e e r r r o o o e ep e p p V V VO O O

Van de 22 in het verslagjaar gedane uitspraken zijn:

gegrond verklaard de beroep tegen:

einde tijdelijk dienstverband, 1 ontslag wegens opheffing betrekking 1

schorsing 1

disciplinair ontslag 1

ongegrond verklaard de beroepen tegen:

ontslag wegens opheffing school 9

ontslag wegens dringende reden 1

ontslag wegens opheffing betrekking 1

ontslag op staande voet 1

schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan

1

verzoek voorlopige voorziening;

verzoek om doorbetaling salaris

1

ontslag wegens arbeidsongeschiktheid 2 ontslag wegens gewichtige

omstandigheden

1

niet-ontvankelijk verklaard het beroep tegen:

beweerd (in)direct onthouden promotie;

vereenvoudigde behandeling

1

(10)

Jaarverslag 2011 10

S S S a am a m me e e n nv n v va a at t t t t t i i i n ng n g ge e en n n v va v a an n n d de d e e u u ui i it t t s sp s p pr r ra a ak k ke e en n n V V VO O O

104994 t/m 104997, 104999 t/m 105002 en 105007- Beroepen (9) tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO

De werknemers voeren aan dat voortzetting van de school mogelijk is, dat de

werkgever verzuimd heeft uitvoering te geven aan het Sociaal Statuut en dat sprake is van ongelijke behandeling ten opzichte van reeds eerder ontslagen werknemers die van de werkgever een schadevergoeding ontvingen. De bekostiging van de school is door het ministerie van OCW beëindigd. Niet gebleken is dat de werkgever over zodanige eigen middelen beschikt dat een voortzetting van de school voor eigen rekening mogelijk zou zijn. De noodzaak tot ontslag staat hiermee voldoende vast. Van onjuiste toepassing van het Sociaal Statuut is niet gebleken. Voorts is geen sprake van ongelijke behandeling van de werknemers ten opzichte van de werknemers die een jaar eerder met gebruikmaking van het Sociaal Plan met ontslag gingen. Van gelijke gevallen kan niet worden gesproken omdat de werknemers die het nu betreft een jaar langer in dienst zijn gebleven met alle (financiële) gevolgen van dien. De beroepen van de werknemers zijn ongegrond.

105110 - Beroep tegen beweerd (in)direct onthouden promotie; vereenvoudigde behandeling; VO

Werkneemster stelt dat de beslissing van haar werkgever om haar geen uren in de bovenbouw toe te kennen, neerkomt op het direct of indirect onthouden van

bevordering/promotie als bedoeld in art. 52 lid 1 onder c WVO. Volgens vaste jurisprudentie van de Commissie dient onder het direct of indirect onthouden van promotie te worden verstaan de directe of indirecte weigering van de werkgever om de werknemer, die het maximum van de bij zijn functie behorende hoogste aanloopschaal heeft bereikt, te laten overgaan naar de bij die functie behorende maximumschaal. Dit is gebaseerd op de voorheen geldende rechtspositieregeling waarin het woord

‘promotie' in die zin werd gebruikt. Indirecte weigering bestond eruit dat de werkgever weigerde mee te werken aan de realisering van de voorwaarden waaronder een docent overging naar de bij zijn functie behorende maximumschaal. De beslissing tot de urenverdeling is derhalve geen voor beroep vatbare beslissing. Beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.

105014 - Beroep tegen ontslag wegens dringende reden; VO

Werknemer, docent, is wegens een dringende reden ontslagen op grond van fraude bij de schoolexamens. De aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten zijn voldoende komen vast te staan. Werknemer heeft geen derde schoolexamen als bedoeld in het PTA afgenomen terwijl hij daarvoor wel cijfers aan de administratie heeft doorgegeven.

Gezien het daardoor geschonden vertrouwen, het niet serieus nemen van de belangen van leerlingen en de ernst van deze feiten, is sprake van een dringende reden op grond waarvan van de werkgever redelijkerwijze niet meer verlangd kon worden het dienstverband met de werknemer te laten voortduren. Voorts is het ontslag onverwijld verleend. Beroep ongegrond.

(11)

Jaarverslag 2011 11

105026 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; VO

De werkzaamheden van de werknemer, assistent ICT, zijn komen te vervallen als gevolg van de vernieuwing van ICT-apparatuur en het daaraan gekoppelde onderhoudscontract. Derhalve heeft de werkgever in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat de functie van werkneemster diende te worden opgeheven. De werkgever heeft zich voldoende ingespannen om de werknemer in- of extern te herplaatsen. Beroep ongegrond.

105008 - Beroep tegen einde tijdelijk dienstverband, in feite ontslag; VO De werknemer was sinds 2008 in tijdelijke dienst op wisselende gronden en stelt inmiddels in vaste dienst te zijn. De werkgever stelt dat van een dienstverband voor onbepaalde tijd geen sprake kan zijn omdat de werknemer, die een bewijs van bekwaamheid voor het vak Techniek heeft, niet bevoegd is het vak Natuurkunde te geven. In de wet noch CAO is basis te vinden voor de stelling dat een benoeming voor onbepaalde tijd slechts mogelijk is indien de werknemer een bewijs van bekwaamheid heeft voor het door hem te geven vak. Voorts heeft de werkgever na het eerste

dienstverband het dienstverband met de werknemer verlengd voor 12 maanden op grond van bijzondere omstandigheden. Van dergelijke omstandigheden is niet

gebleken. Omdat ook voor het overige niet gebleken is van feiten of omstandigheden die volgens de CAO VO een voortzetting van het dienstverband per 1 augustus 2009 voor bepaalde duur mogelijk maakten en omdat de werknemer in het bezit was van een wettelijke onderwijsbevoegdheid, dient het dienstverband van 1 augustus 2009 beschouwd te worden als te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. Aldus heeft die de werknemer ontslagen uit een dienstverband voor onbepaalde tijd op grond van het niet hebben van een bevoegdheid voor het vak Natuurkunde. Omdat het niet hebben van een bepaalde bevoegdheid geen reden kan zijn voor een ontslag uit een vast

dienstverband, kan het ontslag geen stand houden. Beroep gegrond.

105045 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; VO

De werknemer is werkzaam op basis van een ID-regeling. Deze regeling wordt afgebouwd en in verband daarmee heeft de werkgever het dienstverband op 23 mei 2011 opgezegd per 1 augustus 2012. Gebleken is dat de subsidie per 1 augustus 2012 zal eindigen en dat de bekostiging van de functie alleen op basis van de ID-regeling plaatsvindt. In zoverre wordt het ontslag gedragen door de reden van opheffing van de functie. Tussen de ontslagbeslissing en de ontslagdatum ligt een periode van ruim veertien maanden. Onder deze omstandigheden kunnen de inspanningen van de werkgever in het kader van herplaatsing dan wel doorstroom in de periode gelegen tussen de ontslagbeslissing en de daadwerkelijke ontslagdatum, door de Commissie onvoldoende worden getoetst. Beroep gegrond.

105027 - Beroep tegen ontslag op staande voet; VO

Werknemer, conciërge, is op staande voet ontslagen wegens het meenemen van een gevonden mobiele telefoon uit de conciërgeloge op school, welke telefoon hij

vervolgens via zijn zoon aan een derde heeft verkocht. De aan het ontslag ten

grondslag gelegde feiten zijn voldoende aannemelijk geworden en gezien de aard en ernst van deze feiten is sprake van een dringende reden op grond waarvan van de werkgever redelijkerwijze niet meer verlangd kon worden het dienstverband met de werknemer te laten voortduren. Voorts is het ontslag onverwijld verleend.

Beroep ongegrond.

(12)

Jaarverslag 2011 12

104944/104968 - Beroepen (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; VO

Werkgever heeft werkneemster bij wijze van ordemaatregel geschorst voor de duur van 4 weken omdat hij een onderzoek wilde instellen naar de conflictueuze situatie binnen de sectie waar werkneemster werkzaam was en om zich te beraden op eventuele te nemen maatregelen. Gebleken is dat werkneemster in een conflictueuze situatie met één van haar collega's terecht is gekomen en dat zij zich hierover

meerdere malen ongepast heeft uitgelaten tegenover leerlingen. De werkgever heeft aannemelijk gemaakt dat de houding van werkneemster tegenover een collega gevolgen had voor de verhoudingen binnen de sectie en ook voor haar relatie met de schoolleiding. De schorsing is een passende ordemaatregel om de vereiste rust binnen de sectie te herstellen en de leerlingen niet te belasten met deze kwestie.

Beroep tegen de tweede schorsing gegrond vanwege het niet in acht nemen van de voornemen-procedure.

De omstandigheid dat werkneemster zich reeds tegen de eerste schorsing had

verweerd maakt dat niet anders omdat de omstandigheden veranderd zouden kunnen zijn. Beroep tegen eerste schorsing ongegrond; beroep tegen tweede schorsing gegrond.

105050 - Verzoek voorlopige voorziening; verzoek om doorbetaling salaris; VO De werknemer is op staande voet ontslagen wegens beweerde fraude bij het digitale eindexamen van de school, bestaande uit het vroegtijdig openen van de examens en docenten van de inhoud kennis laten nemen. Het ontslag is onverwijld gegeven. Het voortijdig openen van de digitale examens en het daarbij inzage geven aan docenten staan voldoende vast. Het is niet aannemelijk dat de werknemer alleen de examens heeft geopend om technisch onderzoek te doen. Het voortijdig openen van de digitale examens en het daarbij inzage geven aan docenten is naar het voorlopig oordeel van de Voorzitter toereikend voor een ontslag op staande voet. Er kan met onvoldoende mate van waarschijnlijkheid worden aangenomen dat de Commissie in de

bodemprocedure het beroep gegrond zal verklaren. De gevraagde voorziening wordt afgewezen.

104873 - Beroep tegen disciplinair ontslag; VO

De werknemer is disciplinair ontslagen vanwege het niet naleven van de geldende regels rondom verzuim. De werkgever heeft in zijn voornemen tot het opleggen van de maatregel niet vermeld welke disciplinaire maatregel hij voornemens was op te leggen.

Daarmee heeft de werkgever de werknemer de mogelijkheid ontnomen bij diens afweging wel of geen verweer te voeren, alsmede bij het verweer zelf, het karakter van de hem eventueel op te leggen maatregel te betrekken. Daardoor is de werknemer in de hem door de CAO geboden verweermogelijkheden geschaad. Beroep gegrond.

104638 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; VO

Werkneemster is sinds 2008 arbeidsongeschikt. Het UWV heeft haar een WIA-

uitkering toegekend op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100%. In het kader van de herbeoordeling van de WIA heeft het UWV geoordeeld dat

werkneemster onveranderd ongeschikt is voor de maatgevende arbeid en besloten dat zij ongewijzigd volledig arbeidsongeschikt is. Gezien de gebleken geringe mogelijke inzetbaarheid van werkneemster alsmede gezien haar volledige arbeidsongeschiktheid

(13)

Jaarverslag 2011 13

en het feit dat de werkgever geen maatregelen zijn opgelegd in verband met mogelijke tekortkomingen in zijn re-integratieverplichtingen, heeft de werkgever in redelijkheid tot opzegging van het dienstverband wegens blijvende arbeidsongeschiktheid kunnen beslissen. Beroep ongegrond.

104843 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; VO

Werkneemster stelt dat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 20 ZAVO. De Commissie oordeelt dat dit wel het geval is. Werkneemster is meer dan 2 jaar

onafgebroken arbeidsongeschikt. Het gegeven dat zij in het kader van de re- integratieverplichtingen werkzaamheden heeft verricht, doet daaraan niet af. Uit de toekenningsbeschikking en het deskundigenoordeel mocht de werkgever afleiden dat herstel binnen 6 maanden na de voorgenomen ontslagdatum niet is te verwachten.

Blijkens het arbeidsdeskundig rapport heeft de werkgever voldaan aan zijn herplaatsingsverplichtingen. Beroep ongegrond.

104799 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige omstandigheden; VO

Werkgever heeft het dienstverband met werknemer opgezegd vanwege een incident waarbij werknemer betrokken is geweest.

Vast staat dat werknemer het lokaal is binnengegaan toen de les van zijn collega nog niet was afgelopen, dat hij de muziekinstallatie heeft uitgezet en dat hij jegens zijn collega een discutabele opmerking heeft gemaakt. Vervolgens heeft werknemer het werkstuk van een leerling in de papier-/prullenbak gegooid en er is uiteindelijk een fysieke confrontatie ontstaan tussen hem en de leerling. De handelwijze van appellant is dermate onbetamelijk en onprofessioneel dat de werkgever redelijkerwijs tot het besluit heeft kunnen komen dat sprake is van zodanige gewichtige omstandigheden dat voortzetting van het dienstverband niet van de werkgever geëist kan worden.

Beroep ongegrond.

(14)

Jaarverslag 2011 14

B B B e e e r r r o o o e e e p p p B B B V V V E E E

A Aa A a an n ng g ge e e s sl s l lo o ot t te e en n n B B B V V V E E E - -i - i in n ns s st t t e e e l ll l l li i in n ng g ge e en n n

In het verslagjaar waren 48 BVE-instellingen bij de Commissie aangesloten.

B B B e eh e h ha a an n n d de d e el l le e en n nd d de e e b b b e er e r ro o oe e ep p p e en e n n C C Co o om m mm m mi i is s ss s si i i e e e v v va a an n n b b be e e r r r o o o e ep e p p B B BV V VE E E: : :

In het verslagjaar heeft de Commissie 26 beroepen mondeling ter zitting behandeld.

Van deze beroepen is er 1 beroep schriftelijk behandeld.

BVE

beroepen resterend uit 2010 16

aanhangig gemaakt 64

ingetrokken 41

uitspraken 26

behandeling nog niet afgerond op 31-12-2011 13

VVVeeerrrgggeeellliiijjjkkkiiinnngggvvveeerrrssslllaaagggjjjaaaaaarrrmmmeeetttvvvoooooorrrgggaaaaaannndddeeejjjaaarrreeennn:::

222000111000

totaal in behandeling 68

ingetrokken 28

uitspraken 24

voortgezet in 2011 16

222000000999

totaal in behandeling 82

ingetrokken 54

uitspraken 12

voortgezet in 2010 16

22200000088 8

totaal in behandeling 121

ingetrokken 62

uitspraken 37

voortgezet in 2009 22

22200000077 7

totaal in behandeling 57

ingetrokken 22

uitspraken 21

voortgezet in 2008 14

(15)

Jaarverslag 2011 15 U U U i i i t t t s s s p p p r r r a a a k k k e e e n n n v v v a a a n n n d d d e e e C C C o o o m m m m m m i i i s s s s s s i i i e e e v v v a a a n n n b b b e e e r r r o o o e e e p p p B B B V V V E E E : : :

Van de 26 in het verslagjaar gedane uitspraken zijn:

gegrond verklaard de beroepen tegen:

berisping 3

ontslag wegens opheffing betrekking 3

ontslag op eigen verzoek 1

ontslag wegens plichtsverzuim/

onbekwaamheid of ongeschiktheid/

andere redenen van gewichtige aard

1

ontslag wegens ziekte of arbeidsonge- schiktheid

1

onbevoegd verklaard het beroep tegen:

aanwijzing boventalligheid;

vereenvoudigde behandeling

1

ongegrond verklaard de beroepen tegen:

wegens opheffing betrekking 4

ontslag op staande voet 1

berisping 2

ontslag wegens arbeidsongeschiktheid 3

onbekwaamheid/ongeschiktheid 1

ontslag wegens plichtsverzuim/

onbekwaamheid of ongeschiktheid/

andere redenen van gewichtige aard

1

niet ontvankelijk verklaard de beroepen tegen:

reorganisatieontslag; vereenvoudigde behandeling

1

niet verlengen (verlengd) tijdelijk dienstverband

1 einde tijdelijke arbeidsovereenkomst 1

waarschuwing 1

(16)

Jaarverslag 2011 16

S S S a am a m me e e n nv n v va a at t t t t t i i i n ng n g ge e en n n v va v a an n n d de d e e u u ui i it t t s sp s p pr r ra a ak k ke e en n n B B B V V V E E E

105103 - Beroep tegen berisping; BVE

De werknemer zou volgens de werkgever te ver gaande uitlatingen tegen een

deelneemster hebben gebezigd en daarbij een dreigende houding naar haar vertoond hebben. De feiten die vaststaan leiden op zich tot de conclusie dat de werknemer zich niet correct heeft gedragen. Hij heeft zich laten leiden door zijn boosheid en hij had er verstandiger aan gedaan om enige afstand van de situatie te nemen in plaats van te reageren op de door hem als provocatie gevoelde opmerking van de deelneemster. Dit houdt echter nog niet in dat sprake is van plichtsverzuim. De door de werknemer erkende feiten dienen geplaatst te worden in de door hem opgevoerde context. Daarbij dient ook in overweging genomen te worden dat de werknemer een zeer lang

dienstverband bij de werkgever heeft en dat niet gebleken is van eerdere vergelijkbare problemen. Onder deze omstandigheden had het eerder op de weg van de werkgever gelegen om de werknemer aan te spreken op zijn onprofessionele houding dan om hem een disciplinaire maatregel op te leggen. Beroep gegrond.

105090 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; BVE Werkneemster stelt dat de werkgever haar in onvoldoende mate heeft duidelijk

gemaakt dat haar baan op het spel stond. Concrete benoeming van de verbeterpunten vond niet plaats en evenmin kreeg zij voldoende tijd om zich te verbeteren. Voldoende is vast komen te staan dat er vanaf 2004 diverse keren met werkneemster is

gesproken over haar functioneren. De verbeterpunten waren zodanig concreet geformuleerd dat van werkneemster verwacht kon worden hiermee aan de slag te kunnen. Voorts is werkneemster door haar werkgever in de gelegenheid gesteld zich te verbeteren. De werkgever heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat verbetering van het functioneren ondanks de gemaakte afspraken uitbleef en heeft hieraan in

redelijkheid de conclusie kunnen verbinden dat werkneemster niet (langer) geschikt was voor het uitoefenen van haar functie. Beroep ongegrond.

105087 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; BVE

De werknemer is beheerder digitale werkplaats. Ten gevolge van uitbreiding van het aanbod van leermiddelen, laptops in het bijzonder, is het beroep op de medewerkers van de digitale werkplaats fors verminderd. De werkgever heeft de

arbeidsovereenkomst opgezegd wegens opheffing van de betrekking. Van de werkgever mag weliswaar worden verwacht dat hij een vanwege terugloop van de werkzaamheden met ontslag bedreigde medewerker bij voorrang in een eventuele vacature plaatst, maar deze verplichting geldt uitsluitend indien er passende werkzaamheden voorhanden zijn. Niet gebleken is dat er bij de werkgever in de aanloop naar de opzegging of daarna passende werkzaamheden voor de werknemer beschikbaar waren.

(17)

Jaarverslag 2011 17

105083 - Beroep tegen ontslag op staande voet; BVE

De werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij zich niet op correcte wijze had ziek gemeld, omdat hij ondanks deze ziekmelding en zonder toestemming op

studiereis is gegaan en omdat hij sinds januari 2011 zonder toestemming of studieverlof op de vrijdag geen werkzaamheden voor de werkgever heeft verricht.

De aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten zijn voldoende aannemelijk geworden.

Gezien de ernst van deze feiten leveren deze, in samenhang beschouwd, een

dringende reden op voor een ontslag op staande voet. Het ontslag is voorts onverwijld verleend. Beroep ongegrond.

104852 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; BVE

Werknemer is medewerker IT. Ten gevolge van het wegvallen van opdrachten voor het verzorgen van inburgeringscursussen heeft de afdeling Educatie, waar werknemer werkzaam is, een reorganisatie ondergaan waarbij een groot aantal arbeidsplaatsen is komen te vervallen. De werkgever heeft met toepassing van het Sociaal Plan Educatie het dienstverband opgezegd. Het Sociaal Plan bevat onder meer een vacaturestop:

interne vacatures worden in beginsel vervuld door interne kandidaten. De werkgever heeft onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd dat de werknemer niet voor

herplaatsing in een functie in aanmerking komt. In het bijzonder is niet gebleken van een zorgvuldig onderzoek naar de mogelijkheden om de functie applicatiemedewerker te vervullen, alvorens deze functie open te stellen voor externe kandidaten. Zo is de werknemer nooit uitgenodigd voor het voeren van een sollicitatiegesprek voor de desbetreffende functie. Beroep gegrond.

104986 - Beroep tegen schriftelijke berisping; BVE

De werkgever heeft aan de berisping ten grondslag gelegd dat de werknemer een leerlinge over haar bil heeft geaaid. De werknemer heeft dit erkend zodat de feiten op grond waarvan de maatregel is opgelegd vast staan. Derhalve heeft de werknemer gedaan wat hij bij een goede uitoefening van zijn functie diende na te laten en heeft hij plichtsverzuim gepleegd. Werkgever heeft werknemer er in een brief uit 2007 op gewezen dat zijn gedrag als intimiderend werd ervaren en als grensoverschrijdend moest worden gekenmerkt. Mede gelet op de begeleiding die de werknemer nadien heeft gekregen heeft de werkgever in redelijkheid een disciplinaire maatregel kunnen opleggen. De opgelegde schriftelijke berisping is passend en proportioneel. Beroep ongegrond.

104929 - Beroep tegen berisping; BVE

Werknemer zou zich onheus hebben gedragen jegens een studente die op grond daarvan een klacht tegen hem heeft ingediend. De daarop door de werkgever ingestelde klachtencommissie heeft de klacht deels gegrond, deels ongegrond verklaard waarna de werkgever de werknemer heeft berispt. De Commissie oordeelt dat de feiten vaststaan en dat deze plichtsverzuim opleveren. Omdat de werkgever naar aanleiding van de klacht van de studente reeds meerdere maatregelen jegens de werknemer heeft genomen met een belastend en beperkend karakter, te weten

overplaatsing, wijziging van het takenpakket en het opleggen van een coachingstraject, is de opgelegde disciplinaire maatregel disproportioneel. Beroep gegrond.

(18)

Jaarverslag 2011 18

104871 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking ; BVE

Werkneemster, benoemd in de functie van senior strategisch beleidsmedewerker, is ontslagen omdat haar arbeidsplaats als gevolg van een reorganisatie is komen te vervallen. Uit het - door de vakcentrales geaccordeerde - bezuinigingsplan blijkt dat er binnen de door werkneemster uitgeoefende functie 2 fte dient te worden bezuinigd.

Werkneemster komt op basis van anciënniteit in deze functie voor ontslag in aanmerking. Omdat de werkneemster heeft gesteld dat er sprake is van een inwisselbare functie waarin 2 collega's werkzaam zijn met een kortere diensttijd, te weten de functie van senior beleidsmedewerker, is de werkgever verzocht nadere informatie te verstrekken. Naar het oordeel van de Commissie heeft de werkgever onvoldoende weerlegd dat er geen sprake is van een inwisselbare functie als gevolg waarvan de Commissie niet kan vaststellen of werkneemster de werkzaamheden van een senior beleidsmedewerker ook zou kunnen verrichten. Voorts heeft de werkgever nagelaten een overzicht van diensttijd van deze collega's te overleggen. Reeds om deze redenen oordeelt de Commissie het beroep gegrond.

104935 - Beroep tegen ontslag op eigen verzoek; BVE

Beroep tegen ontslag op grond van artikel H-51 CAO BVE, in verband met gebruikmaking van FPU. Partijen hebben in 2002 een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin onder andere is opgenomen dat de werknemer uiterlijk 1 oktober 2006 gebruik zal maken van de FPU. In 2006 is dit echter niet gebeurd en nu heeft de werkgever alsnog de werknemer ontslag verleend. Daarbij heeft hij aangegeven dat dit gebeurt op verzoek van de werknemer. De vaststellingsovereenkomst kan niet anders worden gelezen dan dat van de werknemer een beëindigingshandeling van de

arbeidsovereenkomst gevraagd wordt op het moment dat hij gebruik gaat maken van de FPU. De werknemer heeft weersproken dat hij een dergelijke

beëindigingshandeling heeft gepleegd en weersproken dat hij op 1 juni 2011 gebruik wilde maken van de FPU. Ook is niet gebleken van een beëindigingshandeling van de werknemer.

Aldus kan de ontslagbrief van de werkgever niet anders gelezen worden dan als het eenzijdig door de werkgever beëindigen van het dienstverband met de werknemer.

Van een verzoek tot ontslag door de werknemer is echter geen sprake. Het ontslag mist feitelijke grondslag. Beroep gegrond.

104900 - Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/onbekwaamheid of ongeschiktheid/andere redenen van gewichtige aard; BVE

Ontslag is primair gebaseerd op plichtsverzuim, subsidiair op onbekwaamheid of ongeschiktheid en meer subsidiair op grond van andere redenen van gewichtige aard, zijnde een vertrouwensbreuk.

De Commissie heeft in een eerdere beroepszaak tussen partijen geoordeeld dat de destijds genomen maatregel van disciplinair ontslag niet proportioneel was met het gepleegde plichtsverzuim. Daarbij is tevens geoordeeld dat niet is gebleken dat de werknemer niet voldoende zou hebben gefunctioneerd.

Er zijn thans geen nieuwe feiten en/of omstandigheden aan het ontslag wegens plichtsverzuim ten grondslag gelegd. Er zijn geen nieuwe stukken overgelegd waaruit de ongeschiktheid van de werknemer zou blijken. De werkgever heeft de

vertrouwensbreuk slechts onderbouwd met feiten die de primaire en de subsidiaire ontslaggronden betreffen. Gelet op het daaromtrent overwogene oordeelt de Commissie dit niet afdoende om als grond te dienen voor ontslag.

(19)

Jaarverslag 2011 19

Voor het overige heeft de werkgever geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de conclusie zouden kunnen rechtvaardigen dat sprake is van een objectiveerbare vertrouwensbreuk. Beroep gegrond.

104880 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; BVE

Werknemer is ontslagen omdat zijn arbeidsplaats als gevolg van een reorganisatie is komen te vervallen. Werknemer heeft een zogenoemde unieke functie; hij is de enige werknemer benoemd in de functie van Projectleider bedrijfsvoering Financiën. Uit het - door de vakcentrales geaccordeerde - bezuinigingsplan blijkt dat deze functie vervalt, waardoor vaststaat dat de werkzaamheden van werknemer als gevolg van de

reorganisatie zijn komen te vervallen. Werknemer heeft aangevoerd dat hij wel als Business Controller en Coördinator Grootboek zou kunnen werken. Na indiensttreding van werknemer zijn er enkele tijdelijke werknemers in deze functies benoemd. Er is echter geen sprake van inwisselbare functies. Voorts is niet gebleken dat werknemer elders herplaatst zou kunnen worden. Het beroep van de werknemer op de

hardheidsclausule wordt niet gehonoreerd. Beroep ongegrond.

104796 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; BVE

De arbeidsongeschiktheid van de werknemer heeft langer dan twee jaar geduurd en herstel binnen zes maanden heeft zich niet voorgedaan. Werknemer is door het UWV volledig arbeidsongeschikt verklaard. Door op verschillende momenten advies in te winnen over een mogelijke re-integratie van de werknemer heeft de werkgever voldoende onderzocht of de werknemer herplaatst kon worden. Uit het

deskundigenoordeel blijkt dat er voor de werknemer geen herplaatsingsmogelijkheden zijn. Uitgaande van de inspanningen die de werkgever in het kader van een mogelijke herplaatsing heeft verricht, het niet inzetbaar zijn van de werknemer alsmede gezien zijn volledige arbeidsongeschiktheid, kon de werkgever in redelijkheid tot opzegging van het dienstverband wegens blijvende arbeidsongeschiktheid beslissen. Beroep ongegrond.

104925 - Beroep tegen aanwijzing boventalligheid; vereenvoudigde behandeling BVE

Artikel 4.1.5 lid 1 van de WEB somt limitatief de beslissingen op waartegen een werknemer beroep kan instellen. Onder deze beslissingen valt niet de beslissing inhoudende aanwijzing als boventallige, noch is deze beslissing gelijk te stellen met één van de in artikel 4.1.5 lid 1 WEB genoemde beslissingen. Nu er geen voor beroep vatbare beslissing voorhanden is, is de Commissie kennelijk onbevoegd van het beroep kennis te nemen. Commissie kennelijk onbevoegd.

104684 - Beroep tegen berisping; BVE

In tegenstelling tot wat de werkgever aanvoert, is het beroep tijdig ingediend en heeft de werknemer belang bij een uitspraak van de Commissie. De werkgever heeft aan de disciplinaire maatregel ten grondslag gelegd dat de werknemer ongeoorloofd afwezig is geweest in de periode 19 tot en met 27 januari 2010. Na een korte periode van arbeidsongeschiktheid heeft de werkgever de werknemer meegedeeld dat er eerst een gesprek zou moeten worden gevoerd alvorens hij weer aan het werk mocht. Dat gesprek heeft plaatsgevonden zodat op dat moment voldaan was aan de door de werkgever gestelde voorwaarde voor werkhervatting. Niet gebleken is dat aan de werkhervatting nog andere voorwaarden waren verbonden.

(20)

Jaarverslag 2011 20

Als de werknemer meende dat er onduidelijkheid bestond over het tijdstip waarop hij zijn werkzaamheden diende te hervatten, had het op zijn weg gelegen om daarnaar te informeren. Door dat na te laten en eerst na daartoe uitdrukkelijk te zijn opgeroepen pas op 28 januari 2010 het werk te hervatten is hij zonder deugdelijke reden en derhalve ongeoorloofd afwezig geweest. Beroep ongegrond.

104846 - Beroep tegen ontslag om bedrijfseconomische redenen; BVE

Werknemer betwist de noodzaak tot ontslag niet maar is het niet eens met de door de werkgever gehanteerde ontslagsystematiek. In geval van een ontslag wegens

bedrijfseconomische redenen dient de afvloeiing van de betrokken werknemers te geschieden aan de hand van objectieve, te verifiëren maatstaven. Hiermee wordt willekeur voorkomen. Het door de werkgever gehanteerde Sociaal Plan Educatie alsmede de afvloeiingsregeling zijn overeengekomen met de vakcentrales en

geaccordeerd door de MR, alsook in overeenstemming met het bepaalde in artikel G-4 CAO-BVE. Aangezien de werknemer op grond van zijn plaats op de afvloeiingslijst voor ontslag in aanmerking kwam, heeft de werkgever hem op grond van het bepaalde in artikel H-57 onder c CAO-BVE mogen ontslaan. Dat de werknemer, zoals hij

aanvoert, beter functioneert dan collega's die niet worden ontslagen, zo dit al het geval zou zijn, staat aan het ontslag niet in de weg. Beroep ongegrond.

104833 - Beroep tegen ontslag om bedrijfseconomische redenen; BVE

Werkneemster, docent, betwist de bedrijfseconomische noodzaak voor het ontslag niet, maar voert aan dat zij, vanwege een onjuiste uitleg door de werkgever van het begrip 'diensttijd', op een verkeerde plaats op de afvloeiingslijst staat en daardoor niet voor ontslag in aanmerking komt. Uitgaande van een grammaticale uitleg van hetgeen omtrent het begrip diensttijd in het IGO-verslag is opgenomen, dient alle diensttijd die een werknemer bij de werkgever en zijn rechtsvoorgangers heeft opgebouwd, mee te tellen bij de berekening van het aantal dienstjaren op de afvloeiingslijst. In de tekst is geen steun voor de opvatting van de werkgever dat deze dienstverbanden

ononderbroken moeten zijn. Dat werkneemster zelf ontslag heeft genomen bij een van deze rechtsvoorgangers is voor de vaststelling van het arbeidsverleden niet relevant.

Vaststaat dat werkneemster vanaf oktober 1987 in tijd aansluitend werkzaam is geweest bij instellingen die uiteindelijk ieder voor zich rechtsvoorganger van de werkgever zijn geworden. Deze gehele periode dient te worden meegerekend. Nu de werkgever dit heeft nagelaten, heeft hij bij het nemen van de bestreden beslissing op onjuiste wijze toepassing gegeven aan het diensttijdbegrip van het Sociaal Plan.

Beroep gegrond.

104864 - Beroep tegen reorganisatieontslag; vereenvoudigde behandeling; BVE Op grond van artikel 8 lid 5 van het reglement van de Commissie dient het

beroepschrift te worden ingediend bij de Voorzitter van de Commissie binnen zes weken, gerekend vanaf de dag na die waarop het besluit van de werkgever waartegen het beroep wordt ingesteld, aan appellant is verzonden. Vast staat dat appellante de schriftelijke beslissing van 30 november 2010 op woensdag 1 december 2010 heeft ontvangen. De beroepstermijn is op woensdag 1 december gaan lopen. De termijn, binnen welke het beroep diende te worden ingesteld, eindigde op dinsdag 11 januari 2011. Het beroepschrift d.d. 12 januari 2011 is dan ook buiten de beroepstermijn verzonden. Niet gebleken is van omstandigheden op grond waarvan de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.

(21)

Jaarverslag 2011 21

104886 - Beroep tegen het niet verlengen (verlengd) tijdelijk dienstverband;

vereenvoudigde behandeling; BVE

De werkgever heeft meegedeeld dat wegens een wijziging in het onderwijsconcept van de instelling de functie zal komen te vervallen. De werknemer stelt dat de beslissing van de werkgever op grond van artikel 4.1.5 van de WEB voor beroep vatbaar is.

Artikel 4.1.5 lid 1 onder f Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) opent de mogelijkheid beroep in te stellen tegen de beëindiging van een verlengd tijdelijk dienstverband. Voor het eindigen van een dergelijke arbeidsovereenkomst is naar huidig recht evenwel geen besluit van het bevoegd gezag (opzeggingshandeling) meer vereist want de overeenkomst eindigt van rechtswege na het verstrijken van de

overeengekomen tijd (artikel 4.1.5 lid 1 onder f WEB kan bijvoorbeeld wel betrekking hebben op het tussentijds beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, maar dit geval is niet aan de orde). De brief van de werkgever dient te worden beschouwd als een mededeling (bevestiging) dat de arbeidsovereenkomst na ommekomst van de overeengekomen periode niet meer verlengd zal gaan worden.

Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.

104811 - Beroep tegen einde tijdelijke arbeidsovereenkomst; BVE

Werknemer werkt op basis van elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd vanwege onbevoegdheid. De omvang van de betrekking is door de werkgever teruggebracht. Dit is volgens de werknemer aan te merken als een ontslagbeslissing aangezien hij door het behalen van een pedagogisch-didactisch certificaat een vast dienstverband heeft. Op grond van de WEB dienen zowel pedagogisch-didactische kennis en inzicht als vakbekwaamheid aanwezig te zijn.

Omdat bij het begin van het dienstverband is afgesproken dat de werknemer een opleiding zou volgen, die tot bevoegdheid zou leiden, heeft de werkgever in redelijkheid kunnen beslissen geen geschiktheidsverklaring af te geven. Daarmee voldoet de werknemer niet aan de gestelde bekwaamheidseisen voor de docent en kan de arbeidsovereenkomst met hem vanwege onbevoegdheid op grond van art. H- 11 CAO BVE alleen voor bepaalde tijd worden aangegaan. De arbeidsovereenkomst is voorts niet stilzwijgend voortgezet. Er is geen sprake van een ontslagbeslissing.

Beroep niet-ontvankelijk.

104839 - Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/onbekwaamheid/

ongeschiktheid; BVE

Aan het ontslag is primair ten grondslag gelegd plichtsverzuim, subsidiair

onbekwaamheid of ongeschiktheid anders dan op grond van ziekte of gebrek. De Commissie oordeelt dat de feiten waarop het plichtsverzuim is gestoeld zijn komen vast te staan en in beginsel plichtsverzuim kunnen opleveren. De overtredingen zijn echter niet van zodanige aard dat zij de zware maatregel van een disciplinair ontslag kunnen dragen. Omdat uit het gehele dossier het beeld naar voren komt van een niet goed functionerende werknemer die ondanks allerlei pogingen daartoe zijn gedrag niet heeft kunnen verbeteren, heeft de werkgever het dienstverband met werknemer wel op grond van ongeschiktheid of onbekwaamheid mogen opzeggen. Beroep tegen

disciplinair ontslag gegrond, beroep tegen ontslag wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid ongegrond.

(22)

Jaarverslag 2011 22

104772 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; BVE

Omdat werkneemster als hoofdinstructeur beschouwd kan worden als iemand die les geeft aan een onderwijsgevende instelling is ingevolge artikel 2 onder b BBA geen ontslagvergunning vereist. De Commissie is niet bevoegd om een schadevergoeding toe te kennen. Wat betreft het ontslag staat vast dat de arbeidsongeschiktheid van de werkneemster langer dan twee jaar heeft geduurd en herstel binnen zes maanden na het ontslag niet valt te verwachten. Werkneemster is door het UWV volledig

arbeidsongeschikt verklaard. De arbeidsdeskundige acht werkneemster marginaal belastbaar en heeft geoordeeld dat zij op medische gronden ongeschikt is voor het uitoefenen van haar eigen functie en dat er voor haar geen

herplaatsingsmogelijkheden zijn in eigen, eigen aangepast of ander werk bij de eigen werkgever. De werkgever zijn geen maatregelen opgelegd in verband met mogelijke tekortkomingen in zijn re-integratieverplichtingen. Uitgaande van de gebleken zeer geringe mogelijke inzetbaarheid van werkneemster en gezien haar volledige arbeidsongeschiktheid en de bevindingen van het UWV heeft de werkgever in redelijkheid tot ontslag kunnen beslissen. Beroep ongegrond.

104676 - Beroep tegen waarschuwing; BVE

Werknemer heeft beroep ingesteld tegen de beslissing om hem een waarschuwing te geven vanwege het zonder kennisgeving aan zijn leidinggevende niet aanwezig zijn in de door hem te geven lessen. In eerdere uitspraken heeft de Commissie uitgesproken dat onder omstandigheden aan een waarschuwing een disciplinair karakter niet kan worden ontzegd, zodat tegen een dergelijke beslissing dan beroep open staat. Als zulke omstandigheden kunnen bijvoorbeeld gelden het gebruik van de term "officiële waarschuwing" in combinatie met "plichtsverzuim". Van dergelijke omstandigheden is in de aanloop naar het opleggen van de waarschuwing, noch in de bewoordingen waarin de waarschuwing is gegeven, gebleken. Derhalve is het geven van de waarschuwing niet aan te merken als het opleggen van een disciplinaire maatregel waartegen beroep bij de Commissie kan worden ingesteld. Beroep niet-ontvankelijk.

104782 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking; BVE

De werkneemster heeft niet weersproken dat opheffing van de betrekking noodzakelijk is. Uit de stukken en het ter zitting verhandelde is de Commissie gebleken dat de werkgever gezocht heeft naar een passende functie voor de werkneemster, maar dat zij geen diploma's bezit noch kwalificaties heeft voor overige functies bij de werkgever.

De werkneemster heeft daarbij niet kunnen aangeven welke functies zij naar haar oordeel bij de werkgever zou kunnen vervullen. Aldus staat de noodzaak voor ontslag in voldoende mate vast waarbij niet is gebleken dat de werkgever onvoldoende

invulling heeft gegeven aan zijn inspanningsverplichting tot interne plaatsing van de werkneemster. Het beroep is ongegrond.

104729 - Beroep tegen ontslag wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid; BVE De werkgever heeft over de herplaatsing van de werkneemster aangegeven uit te zijn gegaan van een arbeidsdeskundig advies dat door de bedrijfsgeneeskundige dienst aan de werkgever is verschaft. De werkgever heeft echter verzuimd nadere rapportage bij UWV of bij de werkneemster op te vragen. Deze rapportage is van belang omdat volgens artikel 20 lid 7 en lid 8 ZAR-BVE de werkgever zorgvuldig onderzoek naar de herplaatsingsmogelijkheden van de werknemer dient te doen waarbij hij het oordeel van het UWV dient te betrekken. Uit het door de werkneemster verstrekte

arbeidsdeskundig onderzoek van het UWV blijkt dat de werkneemster geschikt is voor

(23)

Jaarverslag 2011 23

administratieve arbeid en dat zij hierin bij de werkgever haar verdiencapaciteit geheel benut. Door de rapportage van het UWV niet op te vragen heeft de werkgever geen zorgvuldig onderzoek naar de herplaatsingsmogelijkheden gedaan. Het beroep is gegrond.

104797 - Beroep tegen ontslag wegens blijvende arbeidsongeschiktheid; BVE Werkneemster is sinds 2007 arbeidsongeschikt, met wisselende

arbeidsongeschiktheidspercentages. Zij stelt dat zij nog in staat is om aangepast werk te doen en dat dit werk ook aanwezig is. Het UWV heeft werkneemster een WGA- uitkering toegekend op basis van een Arbeidsongeschiktheids- percentage van 80-100.

Uit de toekenningsbeschikking mocht de werkgever ten tijde van de opzegging afleiden dat herstel binnen zes maanden redelijkerwijs niet was te verwachten. Van reële herplaatsingsmogelijkheden binnen de organisatie van de werkgever is niet gebleken.

Er is voldaan aan de voorwaarden van artikel H-57 sub d CAO BVE en artikel 20 ZAR BVE. Het ontslag wordt gedragen door de daaraan ten grondslag gelegde reden van arbeidsongeschiktheid. Beroep ongegrond.

104718 - Beroep tegen berisping; BVE

De werknemer is niet verschenen op een geplande studie-bijeenkomst. De werkgever heeft via een brief en e-mails met het personeel gecommuniceerd over de invulling van de studiedagen. De werknemer wist of had moeten weten van de studiebijeenkomst.

Door niet op de bijeenkomst te verschijnen heeft hij nagelaten te voldoen aan zijn verplichtingen ten opzichte van de werkgever, hetgeen plichtsverzuim oplevert.

De aard van het plichtsverzuim is niet van zodanige ernst dat dit het opleggen van een disciplinaire maatregel rechtvaardigt. Bijzondere omstandigheden, zoals een eerdere waarschuwing voor een gelijksoortig plichtsverzuim, die tot een ander oordeel

aanleiding zouden kunnen geven, zijn niet gebleken. Beroep gegrond.

(24)

Jaarverslag 2011 24

B B B e e e r r r o o o e e e p p p H H H B B B O O O

A Aa A a an n ng g ge e e s sl s l lo o ot t te e en n n H H H o og o g ge e es s sc c ch h ho o ol l l e en e n n

In het verslagjaar waren 33 Hogescholen bij de Commissie aangesloten.

B B B e e e h h h a a a n n n d d d e e e l l l e e e n n n d d d e e e b b b e e e r r r o o o e e e p p p e e e n n n C C C o o o m m m m m m i i i s s s s s s i i i e e e v v v a a a n n n b b b e e e r r r o o o e e e p p p H H H B B B O O O : : :

In het verslagjaar heeft de Commissie van beroep HBO 10 beroepen mondeling ter zitting behandeld.

HBO

beroepen resterend uit 2010 2

aanhangig gemaakt 27

ingetrokken 15

uitspraken 10

behandeling nog niet afgerond op 31-12-2011 4

VVVeeerrrgggeeellliiijjjkkkiiinnngggvveveerrrssslllaaagggjjjaaaaaarrrmmmeeetttvvovooooorrrgggaaaaaannndddeeejjjaaarrreeennn:::

22200011100 0

totaal in behandeling 23

ingetrokken 13

uitspraken 8

voortgezet in 2010 2

22200000099 9

totaal in behandeling 32

ingetrokken 12

uitspraken 12

voortgezet in 2010 8

22200000088 8

totaal in behandeling 46

ingetrokken 21

uitspraken 23

voortgezet in 2009 2

222000000777

totaal in behandeling 49

ingetrokken 17

uitspraken 15

voortgezet in 2008 17

(25)

Jaarverslag 2011 25 U U U i i i t t t s s s p p p r r r a a a k k k e e e n n n v v v a a a n n n d d d e e e C C C o o o m m m m m m i i i s s s s s s i i i e e e v v v a a a n n n b b b e e e r r r o o o e e e p p p H H H B B B O O O : : :

Van de 10 in het verslagjaar gedane uitspraken zijn er 8 beroepen mondeling ter zitting behandeld, waarvan respectievelijk 2 beroepen schriftelijk behandeld zijn.

gegrond verklaard de beroepen tegen:

schorsing als ordemaatregel 2

verlenging schorsing als ordemaatregel 1

verzoek voorlopige voorziening 2

vermindering betrekkingsomvang 1

ontslag op staande voet 1

ongegrond verklaard de beroepen tegen:

ontslag op staande voet 1

verzoek voorlopige voorziening tot opheffing schorsing

1

niet ontvankelijk verklaard de beroepen tegen:

beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband

1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door in het kader van de toekenning van de bindingstoelage te concluderen dat een werknemer niet voldoende functioneert indien hij op twee competenties een drie scoort, hanteert de

Omdat de werkgever in de bestreden beslissing geen onderscheid heeft gemaakt in de benoeming van deze feiten in voornoemde zin en hij niet onderbouwd heeft aangegeven op welke

Op grond van artikel 60 lid 1 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 52 lid 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), is het bevoegd gezag van een

Voor een behandeling van het geschil op grond van artikel N-7 CAO is geen aanleiding, omdat de werkgever desgevraagd door de Commissie aangegeven heeft niet akkoord te gaan

Het bezwaar is niet-ontvankelijk voor zover het is gericht tegen het aan bezwaarde onthouden van promotie, dan wel tegen dat zij op grond van (een beoordeling van) haar

Op grond van artikel 60 lid 1 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 52 lid 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), is het bevoegd gezag van een

Door dit niet te doen en door reeds in 2000 de werknemer vanuit bovendien een verkeerde interpretatie van artikel IV van bijlage G van de CAO-BVE te verplichten een toezegging te

Volgens de kenmerken en scores FUWA VO wordt voor het toekennen van een score 4 op kenmerk 2 (doel van de werkzaamheden) verlangd dat de functionaris bijvoorbeeld