• No results found

CCCooommmmmmiiissssssiiieee vvvaaannn bbbeeerrroooeeeppp IIIssslllaaammmiiitttiiisssccchhheee SSSccchhhooollleeennn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CCCooommmmmmiiissssssiiieee vvvaaannn bbbeeerrroooeeeppp IIIssslllaaammmiiitttiiisssccchhheee SSSccchhhooollleeennn"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

C C C o o o m mm m m mi i is s s s si s i ie e e v v va a an n n b be b e er r ro o oe e ep p p I Is I s sl l la a a m mi m i it t ti i is s s c ch c h he e e S S S c ch c h ho o ol l le e en n n

Jaarverslag 2013

(2)

Jaarverslag 2013 2

V V V o oo o o or r rw w w o o o o o o r rd r d d

Hierbij treft u aan het jaarverslag 2013 van de Commissies van Beroep PO, VO, BVE en HBO 2013.

In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties wordt dit jaarverslag uitsluitend digitaal aangeboden.

De Commissies van Beroep worden in stand gehouden door Stichting Onderwijsgeschillen.

Het bureau van Onderwijsgeschillen verzorgt de administratieve en juridische ondersteuning van de commissies.

Bijzondere hogescholen, bijzondere BVE-instellingen, bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs en bijzondere scholen voor primair onderwijs, moeten aangesloten zijn bij een Commissie van Beroep waarbij door elk personeelslid van de instelling beroep kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen die door of namens het instellingsbestuur als

werkgever zijn genomen. Ook openbare scholen onder een samenwerkingsbestuur moeten zijn aangesloten bij een Commissie van Beroep.

In het jaarverslag vindt u per commissie een overzicht van het aantal uitspraken en de onderwerpen daarvan, alsmede de samenvattingen van de in het verslagjaar door deze commissie gedane uitspraken. De volledige, geanonimiseerde uitspraken en de gegevens over de Commissies en over het bureau van Onderwijsgeschillen zijn te vinden op

www.onderwijsgeschillen.nl.

Evenals in 2012 stond in 2013 de toekomst van de Commissies van Beroep in de schijnwerpers.

Op 17 februari 2014 is het wetsvoorstel Werk en zekerheid door de Tweede Kamer

aanvaard. Als dit wetsvoorstel in zijn huidige vorm wet wordt, zal het ontslagrecht per 1 juli 2015 wijzigen. Een van de gevolgen van deze wet is dat ook voor de werknemers in het bijzonder onderwijs de preventieve ontslagtoets gaat gelden en dat de wettelijke basis voor de Commissies van Beroep verdwijnt. Dit betekent dat niet alleen de (wettelijke)

bevoegdheid van de Commissie van Beroep om achteraf over een ontslag te oordelen, maar ook haar bevoegdheid om te oordelen over andere arbeidsrechtelijke geschillen, zoals berisping, schorsing, overplaatsing, per 1 juli 2015 zal komen te vervallen. Het wetsvoorstel laat wel ruimte om in de cao afwijkende afspraken te maken over de uitvoering van de preventieve ontslagtoets.

In verband met de toekomst van de Commissies van Beroep, heeft het Expertisecentrum van Stichting Onderwijsgeschillen een werkgroep ingesteld met opdracht advies uit te brengen voor verbeteringen voor de Commissies van Beroep.

De werkgroep bestaat uit drie deskundigen, te weten prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, hoogleraar Arbeidsrecht en Sociale Zekerheid, verbonden aan de VU Amsterdam, mr. W.

Lindeboom (Brussee Lindeboom Advocaten) en dr.mr.drs. F.H.J.G. Brekelmans,

bestuursadviseur AOb en voorzitter adviescommissie Toekomst Commissies van Beroep.

De werkgroep heeft een definitief advies uitgebracht waarbij rekening is gehouden met het wetsvoorstel Werk en zekerheid zoals dat in de Tweede Kamer is aangenomen. Dit advies is een vervolg op de eerder uitgebrachte publicatie van het Expertisecentrum van

Onderwijsgeschillen:

(3)

Jaarverslag 2013 3

Commissies van Beroep en het daarover georganiseerde symposium van 9 november 2012.

In haar adviesrapport stelt de werkgroep voor om in de diverse sectorcao’s van het onderwijs te regelen dat de Commissies van Beroep, met uitsluiting van de civiele rechter, in alle arbeidsrechtelijke geschillen in het onderwijs oordelen in een arbitrale procedure.

De werkgroep heeft daartoe tekstvoorstellen voor de cao opgesteld.

Het is nu aan de sociale partners om te beslissen of de voorstellen van de werkgroep worden overgenomen.

Daarbij is van belang op te merken dat als het wetsvoorstel Normalisering rechtspositie ambtenaren tot wet verheven wordt, de werknemers in het openbaar onderwijs dezelfde civiele rechtspositie zullen hebben als de werknemers in het bijzonder onderwijs. Kortom, het nieuwe ontslagrecht als gevolg van de invoering van de wet Werk en zekerheid, zal dan alle medewerkers in het onderwijs betreffen en een eventuele arbitragecommissie zoals door de werkgroep voorgesteld, zal dan bevoegd worden ten aanzien van het hele onderwijs, zowel openbaar als bijzonder.

Op 21 mei 2014 organiseert het Expertisecentrum van Onderwijsgeschillen een symposium waarop de werkgroep haar advies zal presenteren. Genodigden zijn de sociale partners en de werkgevers in het onderwijs. Het verslag van dit symposium zal te zijner tijd op de website gepubliceerd worden.

De Commissies van Beroep en Stichting Onderwijsgeschillen hopen u met dit jaarverslag van dienst te zijn.

(4)

Jaarverslag 2013 4

I In I n nl l le e ei i i d d d i in i n ng g g

Op grond van artikel 60 lid 1 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 52 lid 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), is het bevoegd gezag van een bijzondere (speciale) school voor basisonderwijs en van een school voor voortgezet onderwijs, aangesloten bij een commissie van beroep waarbij door elk personeelslid van de instelling of school beroep kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen die door of namens het instellingsbestuur of bevoegd gezag zijn genomen.

De Commissie van beroep Islamitische Scholen is een commissie van beroep als bedoeld in artikel 60 van de WPO en artikel 52 van de WVO.

De Commissie wordt in stand gehouden door de Islamitische Scholen Besturen Organisatie voor onderwijs op Islamitische Grondslag (ISBO).

De Commissie strekt haar werkzaamheden uit over scholen voor Islamitisch primair en voortgezet onderwijs, die zich bij de Islamitische Scholen Besturen Organisatie hebben aangesloten.

Bij de Commissie kan beroep worden ingesteld tegen de volgende beslissingen:

een disciplinaire maatregel schorsing

het direct of indirect onthouden van promotie het verminderen van de omvang van de betrekking

ontslag, anders dan op eigen verzoek, voordat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt

de beslissing van het bevoegd gezag ten aanzien van de werknemer op basis waarvan op termijn vermindering van diens betrekkingsomvang kan plaatsvinden de beëindiging van een verlengd tijdelijk dienstverband (dat dus niet van

rechtswege is verstreken)

de aanwijzing als personeelslid boven de basisformatie voortvloeiend uit een algemeen verbindend voorschrift welke aanwijzing op termijn kan leiden tot

ontslag, vermindering van de betrekkingsomvang of beëindiging van een verlengd tijdelijk dienstverband;

de aanwijzing van een andere school of andere scholen waaraan een personeelslid werkzaamheden zal verrichten

de eenmalige inhouding van een periodieke verhoging.

Artikel 60 lid 3 WPO en artikel 52 lid 3 WVO bepalen dat het bevoegd gezag zich aan de uitspraak van de Commissie onderwerpt.

(5)

Jaarverslag 2013 5

In het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:

mr. M.S.F. Ilahibaks-Gulzar, voorzitter mr. R.G. Groen, plaatsvervangend voorzitter mr. B. Euser, lid personeel

C. van der Griendt, lid personeel

mr. C.H. Kemp-Randewijk, plaatsvervangend lid personeel W.A.M. Kok, plaatsvervangend lid personeel

mr. N. Bochhah, plaatsvervangend lid besturen (tot 1-8-2013) mr. A. Cinar, plaatsvervangend lid besturen

mr. J.M. de Kooning, lid besturen mr. A.A.H. Zegers, lid besturen

vacature, plaatsvervangend lid besturen (per 1-8-2013)

(6)

Jaarverslag 2013 6

B B B e e e r r r o o o e e e p p p

A Aa A a an n ng g ge e e s sl s l lo o ot t te e en n n s s sc c ch h h o ol o l le e en n n

In het verslagjaar waren alle Islamitische scholen, die vallen onder de Islamitische Scholen Besturen Organisatie, bij de Commissie aangesloten.

B B B e e e h h h a a a n n n d d d e e e l l l e e e n n n d d d e e e b b b e e e r r r o o o e e e p p p e e e n n n C C C o o o m m m m m m i i i s s s s s s i i i e e e v v v a a a n n n b b b e e e r r r o o o e e e p p p I I I s s s l l l a a a m m m i i i t t t i i i s s s c c c h h h e e e s s s c c c h h h o o o l l l e e e n n n : : :

In het verslagjaar heeft de Commissie 8 beroepen mondeling ter zitting behandeld, waarvan 2 beroepen gevoegd zijn behandeld.

resterend uit 2012 5

aanhangig gemaakt in 2013 5

ingetrokken 2

uitspraken 8 VVVeeerrrgggeeellliiijjjkkkiiinnngggvveveerrrssslllaaagggjjjaaaaaarrrmmmeeetttvvovooooorrrgggaaaaaannndddeeejjjaaarrreeennn:::

22200011122 2

totaal in behandeling 14

ingetrokken 4

uitspraken 5

voortgezet in 2013 5

22200011111 1

totaal in behandeling 22

ingetrokken 18

uitspraken 4

222000111000

totaal in behandeling 27

ingetrokken 9

uitspraken 3

voortgezet in 2011 15

222000000999

totaal in behandeling 16

ingetrokken 6

uitspraken 5

voortgezet in 2010 5

(7)

Jaarverslag 2013 7 U U U i i i t t t s s s p p p r r r a a a k k k e e e n n n v v v a a a n n n d d d e e e C C C o o o m m m m m m i i i s s s s s s i i i e e e v v v a a a n n n b b b e e e r r r o o o e e e p p p I I I s s s l l l a a a m m m i i i t t t i i i s s s c c c h h h e e e

S S S c ch c h ho o ol l l e en e n n: : :

Van de 8 in het verslagjaar gedane uitspraken zijn:

gegrond verklaard de beroepen tegen:

ontslag wegens disfunctioneren 1

ontslag wegens onbekwaamheid/

ongeschiktheid

1

ontslag wegens arbeidsongeschiktheid 1

mededeling einde dienstverband 1

ongegrond verklaard de beroepen tegen:

rddf-plaatsing 1

beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband

1 ontslag wegens opheffing betrekking 2

(8)

Jaarverslag 2013 8

S S S a a a m m m e e e n n n v v v a a a t t t t t t i i i n n n g g g e e e n n n v v v a a a n n n d d d e e e u u u i i i t t t s s s p p p r r r a a a k k k e e e n n n

105893 - Beroep tegen ontslag wegens disfunctioneren; PO

Het beroep is gericht tegen de brief van de werkgever waarin deze meedeelt dat het tijdelijk dienstverband met ingang van 1 augustus 2013 niet wordt voortgezet wegens disfunctioneren. De werknemer is tijdelijk benoemd met als grond voorziening in een tijdelijke vacature. Van tijdelijkheid van de vacature kan in ieder geval per 1 augustus 2012 geen sprake meer zijn omdat de functie inmiddels in het functiebouwwerk van de school was opgenomen. Er bestond geen in de cao po genoemde grond voor tijdelijkheid voor in ieder geval de arbeidsovereenkomst voor het jaar 2012-2013.

Derhalve moet worden aangenomen dat deze arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan. De brief van de werkgever dient daarom te worden aangemerkt als een ontslagbeslissing. Werkgever moet werknemer op grond van de cao-po in de gelegenheid stellen zijn zienswijze ten aanzien van het voorgenomen ontslag kenbaar te maken. Reeds omdat de werkgever dit door de cao beschermde belang heeft verontachtzaamd, kan de ontslagbeslissing niet in stand blijven.

Beroep gegrond.

105957 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; PO In geval van ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid is het, zeker bij een langdurig dienstverband, noodzakelijk dat de werkgever helder en overtuigend weet aan te tonen dat sprake is van zodanige onbekwaamheid of ongeschiktheid dat voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet van hem gevergd kan worden.

De gestelde onbekwaamheid of ongeschiktheid dient te blijken uit verslagen van functionerings- en beoordelingsgesprekken en/of andere schriftelijke stukken.

De werkgever heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van

onvoldoende functioneren van de werknemer. Zo hier al sprake van zou zijn, dan heeft de werkgever werknemer onvoldoende in de gelegenheid gesteld zijn functioneren te verbeteren. Beroep gegrond.

105628 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; VO De werkneemster is ontslagen wegens arbeidsongeschiktheid.

De Commissie toetst of is voldaan aan de vereisten van artikel 20 Zavo.

Werkneemster is meer dan twee jaar arbeidsongeschikt en uit de UWV beschikking volgt dat herstel binnen zes maanden redelijkerwijs niet is te verwachten. De

werkgever heeft echter onvoldoende inspanningen verricht om werkneemster te herplaatsen. Immers, uit de rapportages van de arbeidsdeskundige en de verzekeringsarts is af te leiden dat werkneemster met enige aanpassing bij haar werkgever kan worden ingezet in haar eigen functie van docent lichamelijke

opvoeding. Een redelijke uitleg van goed werkgeverschap brengt met zich mee dat de werkgever een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer die in staat wordt geacht een deel van de tot zijn functie behorende werkzaamheden te verrichten, tot de bedongen arbeid dient toe te laten, zelfs als dit de werkgever noopt tot

organisatorische aanpassingen. Beroep gegrond.

(9)

Jaarverslag 2013 9

105657 - Beroep tegen mededeling einde dienstverband; PO

De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat het dienstverband (wegens vervanging) van rechtswege afloopt terwijl de werkneemster aanvoert dat zij niet vervangt en voor langere tijd is benoemd.

De werkgever heeft niet aangegeven dat de werknemer ter vervanging van specifieke personen voor de duur van hun afwezigheid zou worden benoemd. Daarbij heeft de werkgever op zijn minst de indruk gewekt dat de werknemer een benoeming in tijdelijke dienst op andere gronden dan vervanging had. Deze indruk is door de werkgever niet weggenomen of verminderd door, ondanks de uit artikel 3.1 lid 4 cao po voortvloeiende verplichting om bij indiensttreding een akte van benoeming te verstrekken, (naar eigen zeggen) niet eerder dan in oktober 2012 een dergelijke akte te verstrekken. Derhalve wijst niets erop dat de tijdelijkheid van het dienstverband grond vindt in vervanging van een afwezige werknemer.

Aldus is sprake van een tijdelijk dienstverband voor bepaalde tijd. Aangezien een tussentijds ontslag uit een tijdelijk dienstverband op grond van het bepaalde in artikel 3.8 cao po dient te worden gebaseerd op een opzegging en geen van de

opzeggingsgronden van artikel 3.8 cao po zichtbaar is, of door de werkgever gebezigd is, dient het beroep reeds om deze reden gegrond verklaard te worden.

Beroep gegrond.

105626/105627 - Beroepen (2) tegen ontslag wegens opheffing betrekking; PO Werknemer is ontslagen met ingang van 1 februari 2013.

Gesteld noch gebleken is dat sinds de rddf-plaatsing - vanwege beëindiging van subsidie in het kader van de ID-regeling - een verandering van omstandigheden is opgetreden die voortzetting van het dienstverband zou mogelijk maken. Derhalve staat de noodzaak tot ontslag voldoende vast.

Voorts heeft de werkgever zich voldoende ingespannen om werknemer te

herplaatsen in een passende functie. Van de werkgever kan niet worden gevergd een dienstverband waarvan de bekostiging is geëindigd in stand te laten zonder dat er voor de werknemer een passende functie aanwezig is. De werkgever heeft wel een onjuiste opzegtermijn gehanteerd. Dit leidt echter niet tot gegrondheid van het beroep; de Commissie leest het ontslagbesluit aldus dat het ontslag verleend is met ingang van 1 maart 2013. Beroepen ongegrond.

105495 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; PO

De werknemer is benoemd op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als voorziening in een tijdelijke vacature voor de duur van één jaar. Na afloop van de eerste arbeidsovereenkomst heeft de werknemer zijn werkzaamheden voortgezet met instemming van de werkgever zonder dat hieraan een schriftelijke benoeming ten grondslag ligt. De werkgever zegt halverwege het tweede jaar het tijdelijk

dienstverband op.

De werkzaamheden zijn hetzelfde gebleven en er is sprake van stilzwijgende

voortzetting van de arbeidsovereenkomst onder dezelfde voorwaarden een en ander conform artikel 7:668 lid 1 BW. Op grond van artikel 3.6 lid 4 cao po eindigt een verlengde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd door voorafgaande opzegging met inachtneming van de opzeggingstermijn.

De werkgever heeft het dienstverband in redelijkheid kunnen opzeggen.

Beroep ongegrond.

(10)

Jaarverslag 2013 10

105495 - Beroep tegen rddf-plaatsing; PO

Werkneemster, groepsleerkracht, heeft aangevoerd dat haar functie ten onrechte in het rddf is geplaatst.

De rddf-plaatsing is conform de geldende regels van de cao po tot stand gekomen. Er zijn weliswaar nog collega's na werkneemster in dienst getreden maar deze hebben, gezien hun arbeidsverleden in het onderwijs, een langere diensttijd dan

werkneemster. Gezien het aantal dienstjaren en de positie van werkneemster op de afvloeiingslijst en gezien de voorziene terugloop in formatie is de plaatsing van de functie van werkneemster in het rddf niet onjuist.

Beroep ongegrond.

Postbus 85191 3508 AD Utrecht

info@onderwijsgeschillen.nl www.onderwijsgeschillen.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het doel van het experiment is te onderzoeken of afwijking van wetgeving op het gebied van onderwijstijd, inhoud van het onderwijs, locatie van het onderwijs en bekostiging in

Met dit wijzigingsbesluit is geregeld dat de inspectie niet langer verplicht is om aanvullend onderzoek te verrichten wanneer sprake is van geen of onvoldoende gegevens om

ten aanzien van algemeen gebruikelijke vakken of programmaonderdelen, waarvoor op grond van een getuigschrift als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, ten eerste, niet

De kerndoelen ter voorbereiding op dagbesteding zijn erop gericht dat leerlingen hun competenties voor de praktijk van hun dagelijkse activiteiten optimaal kunnen

Het gaat om sancties als het gedeeltelijk opschorten, lager vaststellen, intrekken, terugvorderen of ten nadele van de ontvanger wijzigen van (een deel van) de bekostiging.

Op grond van artikel 60 lid 1 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 52 lid 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), is het bevoegd gezag van een

Op grond van artikel 60 lid 1 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 52 lid 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), is het bevoegd gezag van een

Op grond van artikel 60 lid 1 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 52 lid 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO), is het bevoegd gezag van een