• No results found

Vraag nr. 42 van 28 november 1995 van de heer BART VANDENDRIESSCHE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 42 van 28 november 1995 van de heer BART VANDENDRIESSCHE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 42

van 28 november 1995

van de heer BART VANDENDRIESSCHE OCMW-steun – Financieel onderzoek

Artikel 60, paragraaf 1 van de OCMW-wet stipuleert dat de tussenkomst van het OCMW zonodig wordt voorafgegaan door een sociaal onderzoek, dat besluit met een nauwkeurige diagnose nopens het bestaan en de omvang van de behoefte aan dienstverlening en dat de meest passende middelen voorstelt om daarin te voorzien.

De hulpaanvrager is ertoe gehouden elke nuttige inlichting nopens zijn toestand te geven, alsook het OCMW op de hoogte te brengen van elk nieuw gege-ven dat een weerslag kan hebben op de hulp die hem wordt verleend.

Tijdens de voorbije jaren is in meerdere OCMW's het gebruik geïntegreerd om, met het oog op het nagaan van de bestaansmiddelen van de hulpvrager, aan betrokkene een volmacht te vragen om bij zijn bankin-stelling(en) navraag te kunnen doen over zijn eventuele tegoeden. Deze werkwijze is niet zelden relevant geble-ken. Sommigen zijn evenwel de mening toegedaan dat artikel 60, paragraaf 1 van de OCMW-wet geen vol-doende rechtsgrond biedt om van de betrokkene een dergelijke volmacht te eisen.

Kan het OCMW zo'n volmacht vragen ? Wat is de rechtsgrond daarvoor ?

Antwoord

Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag nr. 28 van 14 september 1995 van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 4 van 13 okto-ber 1995, blz. 127).

Artikel 60, § 1 van de OCMW-wet impliceert dat de betrokkene het OCMW volledig moet informeren over zijn financiële mogelijkheden en eventueel ook de uit-treksels van zijn bankrekeningen aan het OCMW zal moeten voorleggen.

Dat het OCMW in het kader van dit onderzoek ook een volmacht kan eisen om de aangeboden informatie te verifiëren bij verschillende financiële instellingen, lijkt mij minder evident.

Wanneer deze volmacht uit vrije wil wordt gegeven, is er mijns inziens geen probleem, ofschoon men zich de vraag kan stellen in hoever er in de relatie OCMW-hulpvrager sprake kan zijn van een vrije toestemming. Wanneer dit niet het geval is, komt het mij voor dat artikel 60, § 1 van de OCMW-wet geen voldoende rechtsgrond biedt voor dergelijke ingrijpende onder-zoeksmaatregel.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het meest recente voorbeeld is het plaatsen van een nieuw zuiveringsstation voor het psychia- trisch ziekenhuis Sint-Camilius in Sint-Denijs- Westrem (project in

Nader onderzoek heeft uitgewezen dat, afhankelijk van de te verwezenlijken diepte, in de zone tussen de monding van de Ringvaart in de Schelde en Gentbrugge ca..

Hoeveel aanvragen werden door de verschillende voorzieningen per groep ingediend, sinds het ont- staan van het VIPA (ziekenhuizen, rusthuizen, bij- zondere jeugdbijstand

Het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn (afgekort BFMW) is bij decreet hou- dende goedkeuring van het Sociaal Impulsfonds vanaf het begrotingsjaar 1997

Hoewel mijn administratie destijds het inzicht had een dossier voor te bereiden voor eventuele voor- legging aan het overlegcomité federale regering – gewest-

Dit gedeelte moest worden herschilderd omdat bij de aanleg van de rode coating niet het juiste oplosmiddel werd gebruikt1. Technische voorschriften voor het aanbrengen van

De beheersingsmaatregelen van 20 juli 1994 hadden betrekking op het invoeren van een minimumbijdrage voor de personen met een handicap in internaats- en

van de heer BART VANDENDRIESSCHE Sociale huisvesting – Voorrang gemeentebewoners Artikel 5, paragraaf 1, vijfde lid van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994