Vraag nr. 188 van 15 juli 1997
van mevrouw NELLY MAES
Sociale huurwoningen – Begunstiging krotwoning-bewoners
Bij de toewijzing van sociale huurwoningen wor-den bewoners van een krotwoning dubbel bevoor-deeld tegenover gezinnen met een gelijk inkomen die een aanvraag voor het betrekken van een sociale huurwoning hebben ingediend.
Ze krijgen prioriteit bij de toewijzing van de huur-w o n i n g, dit ten nadele van gezinnen die reeds lan-ger op de wachtlijst staan, en ze kunnen een aan-zienlijke huursubsidie genieten in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 11 decem-ber 1991, gewijzigd bij het besluit van de V l a a m s e regering van 24 juni 1992, tot instelling van indivi-duele huursubsidies en een installatiepremie bij het betrekken van een gezonde of aangepaste huurwo-ning.
Leidt dit in de praktijk niet tot een discriminatie van gezinnen met gelijk inkomen, die moeilijker aan een sociale woning geraken ?
Zo ja, hoe wordt dit verholpen ? Waarom werd bij-voorbeeld geen grens ingevoerd, beperkt tot een halve basishuur ?
Antwoord
Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994 tot reglementering van het sociaal huurstelsel definieert een ongezonde woning als de woning die hetzij het voorwerp is van een besluit tot onbewoonbaarverklaring, h e t z i j door de Vlaamse minister als ongezond niet-verbe-terbaar werd erkend op advies van de door hem daartoe gemachtigde ambtenaar, hetzij wordt ge-sloopt met een subsidie van het gewest, v e r l e e n d krachtens de Huisvestingscode. Voor de toepassing van dit besluit wordt een kampeerwagen gelijkge-steld met een ongezonde woning.
Dit houdt in dat binnen een bepaalde termijn de woning moet worden ontruimd en dat de betrok-ken eigenaar of huurder geen woonst bezit.
De regelgever heeft immers geoordeeld dat aan deze categorie van kandidaat-huurders een priori-teit moest worden toegekend bij de toewijzing van een huurwoning.
Daarnaast bestaat inderdaad een specifieke regle-mentering voor de toekenning van individuele huursubsidies en een installatiepremie, die evenwel volledig los staat van de sociale huurreglemente-ring.
Verder is het ook zo dat volgens de huurreglemen-tering de reële huurprijs in geen geval lager mag zijn dan de helft van de basishuurprijs. Voor de bepaling van de reële huurprijs worden de kortin-gen en/of toelakortin-gen die aan de sociale huisvestings-maatschappij of aan de huurder worden toegekend krachtens een andere specifieke reglementering, buiten beschouwing gelaten. Dat betekent dat de uiteindelijk te betalen huurprijs lager kan liggen dan de halve huurprijs. Het verlenen van een huur-subsidie is echter een toelage die krachtens een specifieke reglementering wordt toegekend, die los staat van de voordelen die krachtens de huurregle-mentering worden verkregen.