Vraag nr. 161 van 10 januari 2003
van de heer JOHAN DE ROO Kanaal Gent-Terneuzen – Verzilting
In opdracht van de administratie Waterwegen en Z e e w e z e n , afdeling Bovenschelde – locatie Gent, werd een verziltingsstudie opgemaakt van het Ka-naal Gent-Terneuzen.
Het doel van dit onderzoek was om de omvang en de effecten in te schatten van de bijkomende ver-zilting die kan optreden als gevolg van mogelijke modernisering van de maritieme toegang tot de ha-vens van Gent en Terneuzen door het bouwen van een nieuwe sluis en een eventuele kanaalverbre-ding en kanaalverdieping.
1. Wat zijn de mogelijke effecten van verzilting op het vlak van infrastructuur, landbouw en ecolo-gie ?
2. Welke concrete maatregelen worden genomen om de verzilting in het Kanaal Gent-Te r n e u z e n tegen te gaan ?
3. Welke concrete maatregelen worden genomen om de negatieve gevolgen van de verzilting op het vlak van infrastructuur, landbouw en ecolo-gie tegen te gaan ?
Antwoord
1. Een verhoogde verzilting van het kanaalwater heeft invloed op volgende elementen :
Infrastructuur
Algemeen kan worden gesteld dat de bedrijven die water capteren in het kanaal en behoefte hebben aan zoet water hiervan negatieve effec-ten kunnen ondervinden.
Grondwater
De verzilting van het grondwater beperkt zich tot een zone langs het kanaal die vrijwel volle-dig op Nederlands grondgebied ligt. Op die plaatsen zijn de velden lager gelegen dan het peil van het kanaal waardoor het verzilte water van het kanaal in de grond kan infiltreren. Landbouw
Afhankelijk van de lokale omstandigheden en de soort geteelde gewassen is berekend hoeveel minderopbrengst er per hectare verwacht kan w o r d e n . Voor het volledige gebied betekent de installatie van de nieuwe sluis een opbrengst-derving van 0,3 % ten opzichte van een normale oogst in de huidige situatie. Dit komt overeen met ongeveer 11.000 euro/jaar. Indien er ook een kanaalverbreding en -verdieping wordt uit-g e v o e r d , zou dit 0,5% betekenen (of 25.500 euro/jaar).
Ecologie
Het belangrijkste natuurgebied dat beïnvloed w o r d t , is "Canisvliet" : een natuurgebied rond een plas ter hoogte van Sas van Gent aan de r e c h t e r o e v e r. Voor dit gebied is in detail de zoutconcentratie berekend rekening houdende met alle waterstromen in en rond de plas. D e verzilting blijft hier beperkt tot ongeveer 1.000 m g / l . Dit is net de toestand die de beheerders van het gebied willen behouden omdat zo de specifieke vegetatie in stand gehouden wordt. 2. Bij de modernisering van de maritieme toegang
tot de haven van Gent zouden volgende maatre-gelen kunnen worden genomen.
Verdubbeling van de kanaalafvoer
Een verdubbeling van de kanaalafvoer in de maanden met voldoende wateraanbod (novem-b e r-mei) geeft een (novem-belangrijke reductie van de chlorideconcentraties gedurende deze periode tot maximaal ca. 1.000 mg/l boven het huidige c o n c e n t r a t i e n i v e a u . In de zomermaanden, w a n-neer wegens een tekort aan water wordt overge-gaan tot de oorspronkelijke afvoer, stijgt het ch-loridegehalte op het kanaal tot iets onder de maximumwaarde in de situatie zonder debiet-v e r h o g i n g. Deze geringe reductie, die zich ook op de Moervaart en de Averijevaart voordoet, i s een gevolg van vertragingseffecten.
Zoutremmende beweegbare drempel in de Westsluis.
Het aanbrengen van een beweegbare drempel in de Westsluis geeft een reductie van de zout-uitwisseling tijdens het schutten van ca. 4 0 % . Omdat deze drempel niet bij iedere schutting gebruikt kan worden, zal een nettoreductie over alle schuttingen samen gegenereerd worden van 15%.
Het terugpompen van nivelleerwater, in plaats van het onder vrij verval leeg laten lopen van de s l u i s k o l k , levert een bijdrage aan de reductie van de zoutuitwisseling van ongeveer 30%. G e-durende lage kanaalafvoer verdient het de voorkeur bij het opschutten naar kanaalpeil de sluis vol te pompen met zeewater. Het watervo-lume dat hiermee bespaard wordt, kan worden gebruikt voor spuien waarmee de zoutbelasting op het kanaal kan worden teruggebracht. 3. Infrastructuur
Voor de infrastructuurelementen die bij de in-dustrie beïnvloed worden door de verzilting wordt vastgesteld dat bij een verhoging van de verzilting er extra maatregelen genomen moe-ten worden die een aanzienlijke investering be-t e k e n e n . Hebe-t bouwen van onbe-tzilbe-tingsinsbe-tallabe-ties kan hierbij een oplossing bieden.
Grondwater Maatregelen om infiltratie in het grondwater tegen te gaan zoals de aanleg van een kleischerm of een folie hebben een hoge kostprijs en een relatief beperkt effect, ze zijn in dit kader niet verder bestudeerd.
Landbouw
Voor de landbouw blijft de verwachte schade b e p e r k t . Lokaal kunnen bijkomende maatrege-len worden genomen die een mogelijke oogst-derving kunnen verminderen :
– kunstmatige beregening met zoet water : hiermee wordt vermeden dat het gewas af-h a n k elijk is van grondwater tijdens droge pe-riodes ;
– vervanging door zouttolerante gewassen: b v. tarwe is een zouttolerant gewas. In geen enkel van de hierboven berekende scenario's is opbrengstderving voor tarwe voorgeko-men ;
– d r a i n a g e : door de grondwaterstand kunstma-tig op een laag peil te houden, blijft de wor-telzone buiten de capillaire opstijgingszone. Ecologie
Voor de ecologie is de aandacht toegespitst op de Canisvliet. Dit natuurgebied ligt nabij de Belgische grens bij Sas van Gent. Het streefdoel voor deze plas is een licht brakke omgeving. Door de verzilting komen we in een brak tot sterk brak milieu. Dit wordt bereikt voor de