DIABETESPLAN
Neem het diabetesplan altijd mee bij de eerstvolgende controle, zodat de praktijkondersteuner of
huisarts aandacht aan uw vragen kan besteden en het overzicht kan aanvullen.
Gegevens patiënt
Achternaam, tussenvoegsel, voorletters:
………
M / V
Auteur:
Stijn van den Broek
-
wetenschappelijk medewerker NHG, huisarts
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
(In te vullen door zorgverlener)
Beschrijving van de diagnose diabetes mellitus
Bij diabetes mellitus is de hoeveelheid suiker in het bloed te hoog. Daarom spreekt men ook wel van 'suiker' of
suikerziekte. Suiker (glucose) komt uit de koolhydraten in onze voeding. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in brood,
aardappelen en rijst en in zoete producten zoals jam, limonade, koek en gebak.
Diabetes ontstaat door een tekort aan insuline, of doordat uw lichaam minder gevoelig is voor insuline. Insuline is een
hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier en dat ervoor zorgt dat de lichaamscellen suiker uit het bloed opnemen.
Diabetes kan op den duur leiden tot beschadiging van bloedvaten en zenuwweefsel. Daardoor kunnen klachten ontstaan
als tintelingen of een verminderd gevoel in armen en benen, slechter zien, pijn op de borst, loopproblemen en seksuele
stoornissen. Goede behandeling van diabetes kan de kans hierop verkleinen.
Welke andere diagnoses zijn van belang?
complicaties van diabetes
o verminderde nierfunctie
Ja / Nee
o verminderde oogfunctie
Ja / Nee
o verminderde zenuwfunctie in voeten
Ja / Nee
o wond aan de voet
Ja / Nee
(risicofactoren voor) hart- en vaatziekten
o roken
Ja / Nee
o overgewicht
Ja / Nee
o verhoogde bloeddruk
Ja / Nee
o verhoogd cholesterol
Ja / Nee
o hart- of vaatziekten (hvz), namelijk:
Ja / Nee
o
o
o familiair voorkomen van hvz
Ja / Nee
overige belangrijke diagnoses
o
o
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
Gegevens huisartsenpraktijk
Huisarts: ……… Praktijkondersteuner: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ………Gegevens overige hulpverleners
Diëtist: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Pedicure: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Podotherapeut: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Fysiotherapeut: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Internist: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Diabetesverpleegkundige: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Voetenpoli: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Oogarts: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Zorggroep: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Beweegactiviteiten: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ……… Pak-je-kans: ……… Adres: ……… Telefoon: ……… Internet: ………
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
Diabetesvereniging: ………
Adres: ………
Telefoon: ………
ZORGPROCES
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
Dit document wordt u ter beschikking gesteld via de website van het Nederlands Huisartsen Genootschap, www.nhg.org of via uw pagina met
stappen in de zorgverlening aan
de patiënt met diabetes mellitus
Signalering
Stel een werkdiagnose op basis van klachten of
onderzoeksuitslagen die wijzen op diabetes.
mellitus: de werkdiagnose.
Diagnostiek
Doe onderzoek om de werkdiagnose aan te
tonen of uit te sluiten.
Stel de diagnose diabetes mellitus.
Inkaarten
Verzamel metingen en leefstijlfactoren.
Bepaal het cardiovasculair risicoprofiel.
Scharnierconsult
Bespreek de diagnose.
Bespreek het zorgproces en de rollen daarin.
Overweeg herhaling
van onderdelen van
de intensieve
behandelfase.
Ontregeling / complicaties
Herstel de streefwaarden.
Behandel eventuele complicaties.
Stabiele behandelfase
Controleer de instelling van de diabetes
mellitus en de cardiovasculaire risicofactoren.
Onderhoud een zo gezond mogelijke leefstijl.
Spring in op problemen en stel streefdoelen
bij.
Stel eventueel de behandeling bij.
Intensieve behandelfase
Geef adequate voorlichting en instructie.
Bevorder zelfmanagement van de patiënt.
Stel de patiënt zo goed mogelijk in.
Bevorder een gezonde leefstijl.
VOORWOORD
Omdat u suikerziekte heeft, vindt regelmatig controle plaats. Samen met uw huisarts en/of
praktijkondersteuner is uw risicoprofiel opgesteld en heeft u voorlichting en instructies ontvangen om dit
risicoprofiel te verbeteren en de suikerziekte zo goed mogelijk te behandelen en te begeleiden. Ook
maakt u aan het einde van iedere controle een nieuwe afspraak voor de eerstvolgende controle. Deze
benadering helpt u om grip te krijgen op uw chronische ziekte en om de prognose te verbeteren.
Dit diabetesplan gebruikt u om overzicht te houden, de eerstvolgende controle voor te bereiden, maar
ook om informatie over uw suikerziekte met andere zorgverleners te delen en nieuwe afspraken te
noteren.
Het plan bevat de volgende informatieblokken:
o De beschrijving van uw suikerziekte.
o Uw risicoprofiel van hart- of vaatziekten, oog-, nier- of voetklachten.
o De beschikbare voorlichting en instructies over diabetes mellitus.
o De zorgverleners die bij de begeleiding en behandeling van uw suikerziekte betrokken zijn.
o De schematische weergave van de zorg rondom uw suikerziekte.
Deze gegevens veranderen doorgaans weinig en kunt u altijd makkelijk opzoeken voorin het
diabetesplan. Het kan handig zijn om deze erbij te houden als u metingen invult en vragen beantwoordt.
Daarnaast kunt u in het diabetesplan zaken opschrijven die telkens veranderen of nieuw zijn, zoals:
o De uitslagen van onderzoeken zoals bloedglucose-, bloeddrukmeting, etc.
o De medicijnen die u gebruikt.
o Uw vragen rondom de suikerziekte.
o Uw (nieuwe) streefdoelen voor de begeleiding en behandeling van uw suikerziekte.
o De afspraken en planning naar aanleiding van de controles.
Afhankelijk van het moment rondom de controle kunt u gericht een hoofdstuk opzoeken:
Voor de controle:
Bekijk in de week voor de afspraak met uw zorgverlener een kleine checklist. Zo krijgt u een beeld
van de onderwerpen waarover u vragen heeft of waarbij u ondersteuning wilt en bent u goed op
de controle voorbereid.
Tijdens de controle:
Uw zorgverlener zal uw vragen en metingen bekijken. Ook kunnen nieuwe bevindingen aan dit
diabetesplan toegevoegd worden.
Aan het einde en na de controle:
Vervolgens probeert u samen de streefdoelen van de best haalbare behandeling en begeleiding
op elkaar af te stemmen en maakt u aan het einde van de controle afspraken voor de periode tot
aan de volgende controle. Na de controle noteert u zelf eventuele bijzonderheden over uw
suikerziekte, zoals de suikerwaarden, complicaties, etc.
Al met al vormt dit diabetesplan een eerste aanzet tot een persoonlijk zorgplan en een integrale
1benadering van uw suikerziekte. Zowel de patiëntenverenigingen als het Nederlands Huisartsen
Genootschap streven komende jaren ook naar een digitale versie.
1 Integraal = met oog voor de diverse zorgdomeinen, bekeken vanuit de patiënt: klachten, symptomen, beperkingen,
psychosociaal welbevinden en bekeken vanuit de zorgverlener: meet- en streefwaarden, diagnostiek, leefstijlfactoren,
medicatie.
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
VOOR DE CONTROLE
(Door de zorgverlener aan de patiënt mee te geven ter voorbereiding aan de volgende controle)
In de week voor de controle neemt u als diabetespatiënt onderstaande voorlichtingskaart door.
Daarin staan onderwerpen die belangrijk zijn om te weten.
Als u over bepaalde onderwerpen nog vragen heeft, dan kunt u deze aanstrepen.
U kunt ook de open-vragenlijst invullen, als u daar behoefte aan heeft.
Voorlichtingskaart en open-vragenlijst voor de controle
Algemeen
o Wat is diabetes en hoe ontstaat het?
o Welke klachten passen bij diabetes?
o Wat verandert er voor mij omdat ik diabetes heb?
o Welke gevolgen kan de diabetes voor mij hebben?
o Hoe groot is de kans op ontregeling van de diabetes?
o Kan ik een te lage of te hoge bloedsuiker merken?
o Hoe kan ik het verloop van de diabetes zelf beïnvloeden en de prognose verbeteren?
o Hoe kunnen mijn zorgverleners de diabetes behandelen en begeleiden?
o Hoe kan ik betrouwbare informatie over diabetes op papier of internet vinden?
Controle
o Welke afspraken zijn er over de controles?
o Wie doen de controles?
o Welke taak hebben de praktijkassistente, praktijkondersteuner en huisarts in de begeleiding?
o Welke hulpverleners zijn buiten de huisartspraktijk nog meer betrokken en wat doen zij?
o Welke procedure heeft de praktijk voor telefonisch overleg?
o Welke onderzoeken en metingen worden regelmatig verricht?
o Waarom wordt regelmatig bloed geprikt?
o Hoe lang mag ik niet eten voor het bloedprikken?
o Waarom wordt mijn bloeddruk gecontroleerd?
o Waarom wordt de buikomtrek gemeten?
o Waarom worden mijn voeten onderzocht?
Leefstijlen (voeding, gewicht, roken, beweging)
o Wat is gezonde voeding bij diabetes?
o Hoe zit het met alcoholgebruik en diabetes?
o Waarom hoef ik geen suikervrij dieet te gebruiken?
o Wat is de relatie tussen overgewicht en diabetes?
o Waarom wordt diabetes eerst met gezonde voeding en meer bewegen behandeld en niet direct met
medicijnen?
o Waarom is het belangrijk niet te roken bij diabetes?
o Wat is de invloed van bewegen en sport op diabetes?
o Wat betekent onregelmatig werk of dagritme voor de diabetes?
Medicijnen
o Wanneer moet ik de medicijnen innemen?
o Hoe zit het met etenstijden en gebruik van de medicijnen?
o Wanneer wordt met insuline gestart?
o Word ik dikker door de insuline?
o Waarom krijg ik een cholesterolremmer?
o Kan ik medicijnen krijgen voor het stoppen met roken?
o Wat zijn de mogelijke bijwerkingen van de medicijnen?
o Kan ik een hypoglykemie (te weinig suiker in het bloed)krijgen als ik geen medicijnen gebruik?
Als u insuline gebruikt
o Hoe doe ik zelf de bloedsuikermetingen en wanneer moet ik extra meten?
o Wat doe ik bij een hypo?
o Kan ik zelf mijn insuline bijregelen?
o Wat doe ik bij diarree of braken?
Invuldatum:
Hoe is het sinds het vorige contact gegaan?
– Waar ben ik tevreden over?
–
–
– Waar ben ik tegenaan gelopen?
–
–
– Welke afgesproken acties heb ik niet uitgevoerd?
(zie TAB ‘na de controle’)
–
–
– Heb ik de medicatie ingenomen zoals
afgesproken?
(zie TAB ‘medicatie’)–
Heb ik nieuwe klachten, vragen of zorgen die verband
houden met mijn diabetes?
(zie çhecklist op uitklapkaft van TAB ‘voor de controle’)
Heb ik zorgen over de toekomst en de kans op ernstige
complicaties?
Wat zou ik willen veranderen?
– Ik wil graag stoppen met roken
–
– Ik wil graag afvallen
–
– Ik wil gezonder eten
–
– Ik wil de medicatie zorgvuldiger gebruiken
–
– Ik wil graag meer bewegen
–
– Ik wil mijn dag-/nachtritme verbeteren
–
Zijn er komende maanden bijzonderheden te
verwachten?
(bv. zwangerschap, lange reis)
Vragen uit de voorlichtingskaart
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
TIJDENS DE CONTROLE
(Checklist voor de zorgverlener)
De kwartaalcontrole is een korte controle waarbij u:
Informeert naar klachten en medicatiegebruik met betrekking tot diabetes mellitus.
Inventariseert welke vragen uw patiënt heeft voorbereid
(zie ‘Voorlichtingskaart en open-vragenlijst voor de controle’).
Samen met de patiënt besluit welke vragen in deze controle aandacht krijgen.
Een aantal metingen, berekeningen en onderzoeken verricht:
o gewicht en body mass index
o bloeddruk
o onderzoek van de voeten
o laboratorium: kreatinine bij gebruik van metformine en vorige keer verhoogd)
o indien niet recent bepaald: bloedglucose.
o bij insulinegebruik (behalve als eenmaal daags langwerkende insuline):
dagcurves en HbA1c.
Nagaat of de voorgeschreven medicatie juist wordt gebruikt.
Nagaat in hoeverre de metingen en uitslagen afwijken van de streefdoelen.
Nagaat in hoeverre medicijnen of leefstijladviezen moeten worden bijgesteld.
Zo nodig verwijst naar voorlichting- en instructiematerialen en/of deze meegeeft.
Zo nodig verwijst naar andere zorgverleners
Ingaat op opmerkingen of vragen zoals aan het begin van de controle is afgesproken.
Op indicatie overleg pleegt met de huisarts.
Eventueel een nieuwe afspraak maakt voor het bespreken van meer klachten of het behandelen
van complicaties.
In dit diabetesplan de nieuwe afspraken, metingen en medicatie bijwerkt.
De jaarcontrole is een langere controle, waarbij u een aantal extra handelingen verricht:
Informeren:
o vraag naar visusproblemen, angina pectoris, claudicatio intermittens, sensibiliteitsverlies,
pijn of tintelingen in de benen en eventuele tekenen van autonome neuropathie, zoals
maagontledigingsproblemen of diarree;
o vraag naar seksuele problemen (erectieproblemen, libidoverlies, verminderde lubricatie)
en bespreek mogelijke oorzaken en behandelingsmogelijkheden;
o bij insulinegebruik vraagt u naar:
o aanpassingen van het voorgeschreven insulineregime
o omgang met het dagschema en de voedingstijden
o gebruik van de insulinepen
Extra onderzoeken:
o bij pijn in de benen in rust of tijdens lopen: enkel-armindex
o bij insulinegebruik:
spuitplaatsen op buikwand, bil of bovenbeen op infiltraten
Controles:
o bij onverwachte uitkomsten dagcurve en infiltraten op spuitplaatsen: controleer of de
patiënt de juiste injectietechniek toepast.
o controleer of de griepvaccinatie gegeven is.
Een uitgebreidere analyse van alle metingen (incl. bloed-) over afgelopen jaar.
Evalueer samen met de patiënt de behandeling, begeleiding en de behaalde streefdoelen in het
persoonlijk behandelplan .
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
NA DE CONTROLE
Streefdoelen voor de patiënt
Denk aan bijvoorbeeld stoppen met roken, afvallen, beter innemen medicijnen, meer bewegen/sporten,
regelmatigere dagindeling, scherpere instelling bloedsuikers, minder alcoholgebruik, minder snoepen, verlagen
cholesterol, verlagen bloeddruk.
Korte termijn
(voor volgende
kwartaal controle)
Onderwerp
streefwaarde
met hulp van
beloning
startdatum streefdatum
Middellange termijn
(voor
volgende jaarcontrole)
Onderwerp
streefwaarde
met hulp van
beloning
startdatum streefdatum
Lange termijn
(in komende 3 jaar)
Datum- en tijdafspraken voor volgende controles
Dag
Datum
Tijd
Voor
Bij
Opmerkingen
………dag ….-….-….
……….u
………..
………
……….
………dag ….-….-….
……….u
………..
……….
……….
………dag ….-….-….
……… u
………..
……….
……….
……. dag ….-….-…..
……… u
………..
……….
……….
……...dag ….-….-….
……….u
………..
……….
……….
Zorgafspraken tot aan volgende controle
Onderwerp
Indien
Dan handelen als volgt
Bij verhindering graag zo spoedig mogelijk afmelden en een nieuwe afspraak maken!
U wordt verzocht een week voor de controle:
Ο
naar de prikpost te gaan:
met het aanvraagformulier
met ochtendurine
Ο
Niet te eten of te drinken gedurende 8 uur vóór controle
O
Als u insuline gebruikt (behalve eenmaal daags langwerkende insuline):
een dagcurve te maken
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
METINGEN
Wat heeft de zorgverlener gemeten?
Bloedsuiker (momentopname)
mMol/l15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
dd/mm
jaar
HbA1c (instelling laatste weken)
mMol/Mol
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
dd/mm
jaar
MDRD (nierfunctie)
mL/min /1.73m²>60
60
55
50
45
40
35
30
25
20
15
10
<10
dd/mm
jaar
Eiwit in urine (risicofactor vaat- en nierschade)
mg/mMol
creat.
>45
45
40
35
30
25
20
15
10
5
3.5
2,5–3,5
<2,5
dd/mm
jaar
Fundoscopie (kwaliteit netvlies)
N / A
Links
Rechts
dd/mm
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
Bloeddruk (bovendruk risicofactor vaatschade)
mm Hg>21
0
210
200
190
180
170
160
150
140
130
120
110
100
dd/mm
jaar
BMI (gewicht/lengte-verhouding) + middelomtrek (MO)
kg/m
2MO(cm
)
>40
>105
40
105
38
100
36
95
34
90
32
85
30
80
28
75
26
70
24
65
22
60
20
55
18
50
dd/mm
jaar
Gevoel in voeten (zenuwfunctie benen)
N / A
links
rechts
dd/mm
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2
Wat heb ik zelf gemeten?
Datum
Nuchter
Na ontbijt
Voor
lunch
Na lunch
Voor avondeten
Na avondeten
Voor
nacht
Klachten
Reden meten
Voor reden van meten vult u bijvoorbeeld in:
controle
hypoklachten
braken en/of diarree
veranderde werktijden
langdurige reis
overige, nl…..
MEDICATIE
Waar kan ik niet tegen?
Naam medicijn
Beschrijving van bijwerkingen
Welke medicijnen gebruik ik?
Naam medicijn
Dosis (aantal mg)
per eenheid
Gebruik
Startdatum
Stopdatum
© Nederlands Huisartsen Genootschap, december 2013, versie 1.2