• No results found

Eén lichaam, meerdere genders : case study naar sexuale identiteitsprocessen van gender benders in multicultureel Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eén lichaam, meerdere genders : case study naar sexuale identiteitsprocessen van gender benders in multicultureel Amsterdam"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jeanne Wolbers | 6293603| Universiteit van Amsterdam | 24 januari 2014 Bachelorscriptie Algemene Sociale Wetenschappen | Vrij Domein Gender & Seksualiteit

Scriptiebegeleiders: Mw. Drs. Y. Sastramidjaja & Dhr. Drs. H.B de Vries

Case study naar seksuele identiteitsprocessen van gender benders in

multicultureel Amsterdam.

Eén lichaam, meerdere

genders

(2)

Voorwoord

Velen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze scriptie. Als eerste dien ik mijn begeleiders Drs. Y Sastramidjaja en Drs. H.B de Vries bedanken voor het geven van opbouwende kritiek en adviezen die mij de goede richting in hebben geholpen. Daarnaast wil ik hen bedanken voor het omarmen van mijn ideeën die tot dit onderzoek geleid hebben.

De onderwerpen die ik behandel in dit onderzoek zijn van gevoelige aard en het in contact komen met transgenders ging dan ook niet altijd even gemakkelijk. Toch waren de reacties – bijna uitsluitend – positief. Ik heb veel locaties aangedaan, waarvan voornamelijk Thaise restaurants. Hierbij bleek de Thai Bird vooral een centrale rol in te nemen, de jonge mannen die ik hier heb geïnterviewd hebben mij geïntrigeerd en verblijd met hun interessante verhalen en enthousiasme. Café de Lellebel en zijn bezoekers dien ik ook te benoemen. Het café is een warm thuis voor gender

benders, een omgeving waarin er ruimte is voor plezier, performance en experimenteren met gender. Hier ben ik altijd open ontvangen en heb ik uiteindelijk veel contacten opgedaan.

Ook - en voornamelijk wil ik een warm hart toedragen aan de personen die in alle openheid hun persoonlijke verhalen- zij die dit lezen weten op wie ik doel- aan mij hebben verteld. Nooit had ik verwacht op deze manier zoveel rijkelijke informatie te mogen verkrijgen over de ervaringen die jullie hebben opgedaan en de gevoelens die jullie bezitten. Jullie verhalen waren zowel fascinerend als soms schokkend, maar wat mij vooral bij blijft is de kracht die jullie bezitten, de sterke en gelukkige

vrouwen die jullie tijdelijk of permanent zijn geworden. De opofferingen die zijn gemaakt om te worden wie je bent hebben mij geraakt en geïnspireerd om ontzettend mijn best te doen op een positieve totstandkoming van deze scriptie. Ik hoop dan ook dat ik jullie verhaal op een eervolle manier heb verteld.

Tot slot een dankwoord aan mijn vrienden, die mij altijd attendeerden op nieuwe

documentaires, artikelen en onderzoeken betreffende transseksualiteit of mij geholpen hebben met het leggen van contacten. En mijn ouders, voor de altijd bemoedigende woorden.

Jeanne Wolbers, 24 januari, Amsterdam.

(3)

Samenvatting

Dit onderzoek tracht op kwalitatieve wijze de ervaringen en percepties van gender benders met

verschillende etnische achtergronden in Amsterdam te onderzoeken en biedt hiermee een verdieping in het onderzoeksveld waarin nog weinig bekend is over deze doelgroep. Door middel van life story interviews is er rijkelijk en persoonlijke informatie verzameld betreffende de concepten gender

performance, stigmatisering en het zelfbeeld onder de respondenten, die tezamen verheldering geven over de seksuele identiteit processen die zij doormaken vanuit een unieke positie in de maatschappij. Dit onderzoek tracht de levensverhalen van de respondenten in een wetenschappelijk kader te plaatsen waarbij de belevingswereld van de respondent centraal staat.

Uit de resultaten blijkt dat de gender benders bestaande uit incidentele dressers, travestieten en transseksuelen ieder een uniek identiteitsproces doorgaan en hierbij een specifieke gender performance creëren. Deze genderperformance, waarbij geëxperimenteerd wordt met vrouwelijkheid wijkt af van de westerse normering, waarbij er een binaire verdeling bestaat tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid. De gender benders worden dan ook op grote schaal getracht vrouwelijke gevoelens en gedragingen te

onderdrukken vanuit de sociale omgeving. Dit resulteert regelmatig in een intrinsiek conflict en vaak tot het gecontroleerd uiten van vrouwelijke gedragingen. Vrouwelijkheid figureert hierbij als een instrument; om zich te laten gaan, ter floreren van bestaande karaktereigenschappen maar kan intrinsiek ook zo sterk aanwezig zijn dat het verlangen naar een geheel nieuwe vrouwelijke identiteit gevormd wordt waarbij zelfkracht een aanzienlijke rol speelt.

(4)

Inhoudsopgave

1. Introductie ... 5

2. Theoretische verdieping ... 7

2.1 Gender in de westerse (Nederlands) samenleving ... 7

2.2 Gender bending in verschillende culturele contexten ... 9

2.3 Gender bending in westerse context ... 11

2.4 Stigmatisering van gender benders ... 13

2.5 Het zelfbeeld en de (seksuele) identiteit ... 15

3. Probleemstelling ... 17 3.1 Vraagstelling ... 17 3.2 Relevantie ... 19 3.1.1 Wetenschappelijke relevantie ... 19 3.1.2 Maatschappelijke relevantie ... 19 3.3 Ethische Bezwaren ... 19 3.4 Interdisciplinariteit ... 20 4. Methodologie ... 21

4.1 Onderzoeksstrategie, instrumenten en methoden ... 21

4.1.1 Onderzoeksstrategie ... 21

4.1.2 Onderzoeksdesign ... 21

4.1.3 Methoden ... 21

4.3 Dataverwerking en analyse ... 24

4.4 Respondentenwerving ... 24

5. Seksuele identiteitsprocessen van gender benders in multicultureel Amsterdam . ... 26

5.1 Het onderzoeksproces ... 26

5.2 De performance van gender tijdens de seksuele ontwikkeling naar en in de volwassenheid ... 28

5.3 De performance van gender, gedragingen en voorkeuren ... 33

5.3.1 Gender performance, uiterlijke kenmerken ... 33

5.3.2 Het vrouwelijke personage, voor gender bender en travestieten ... 34

5.3.3 Transseksualiteit, een nieuwe identiteit ... 37

5.4 Sociale relaties, vrouwelijke gedragingen en de negatieve effecten... 39

5.5 Stigmatisering ... 43

5.5.1 Stigmatisering vanuit de directe omgeving ... 43

5.5.2 Stigmatisering vanuit de Nederlandse maatschappij ... 44

5.6 Het zelfbeeld ... 45

(5)

5.6.1 Zelfperceptie en zelfexpressie ... 45 6. Conclusie ... 49 6.1 Discussie ... 52 6.2 Reflectie ... 53 Referenties ... 55

4 |

(6)

1.

Introductie

Tijdens een reis naar Thailand raakte ik geïnteresseerd in de gepopulariseerde omgeving van gender bending in Bangkok, verwijzend naar in dit geval mannen die zich vrouwelijk kleden en gedragen. De ladyboys (de gepopulariseerde term voor transseksualiteit in het land) zijn nauwelijks te onderscheiden van de vrouwen in de stad en besteden vaak juist meer aandacht aan uiterlijke

verzorging, zijn ad-rem, enthousiast en visueel erg aanwezig in het dagelijks leven. Hiermee worden zij gezien als een grote aantrekkingskracht voor de toeristen in voornamelijk de grote steden van Thailand. De seksindustrie is er hoogontwikkeld en speelt hierop in, samen met de medische industrie (Brummelhuis, 1999).

Ik ontdekte dat Thailand in tegenstelling tot Nederland een derde gender model bezit, de kathoey. Met de term gender wordt kortweg gedoeld op de gedragingen die passend zijn bij een bepaalde sekse: man of vrouw (Alsop, 2002). De Thaise kathoey representeert de combinatie hiertussen en staat in Thailand voor de man die zich als vrouw verkleedt of gedraagt, maar dan wel in meerdere gradaties variërend van de vrouwelijke homoseksueel tot de transseksueel. Hiermee is deze term zeker niet zo toegespitst als de termen die wij hanteren in Nederland, zoals; Transgender,

Transseksueel, Travestie en gender benders (Ocha, 2012). Dat gender bending anders tot uiting komt in Amsterdam, de stad waar ik woon, wekte bij mij de belangstelling over hoe gender benders reflecteren op hun eigen gedragingen en zelfs hun levensverhaal.

Vanuit persoonlijke interesse heb ik altijd een grote belangstelling gehad voor verschijnselen met betrekking tot seksualiteit in verschillende samenlevingen. Voornamelijk het verschil in zelf-perceptie, naar jezelf, maar ook in perceptie vanuit de samenleving intrigeert me. Met veel homoseksuele vrienden en een lesbisch zusje die allemaal hun eigen seksuele identiteitsproces hebben moeten doorgaan, voor de één zwaarder dan de ander, was er altijd bewondering voor deze groep. Dit komt met name voort uit het feit dat op het gebied van seksualiteit in de Nederlandse samenleving nog veel te behalen valt als we spreken in termen als tolerantie en volledige

maatschappelijke acceptatie, iets waar ik mij ondanks mijn heteroseksuele aard goed bewust van ben (Keuzenkamp et al, 2013).

Terug in Amsterdam vanuit mijn reis naar Zuid- Oost Azië, met een mix van culturele visies op gender benders in mijn achterhoofd vormde zich het idee om deze bachelor scriptie te richten op de ervaringen omtrent de seksuele identiteitsprocessen die gender benders met verschillende etnische achtergronden in Amsterdam doorgaan. Het concept seksuele identiteitsprocessen wordt hierbij toegespitst op de gedragingen die gevormd worden bij vrouwelijkheid en mannelijkheid ofwel de gender performance, ervaringen met de directe omgeving en de samenleving (stigmatisering) en de invloed die deze fenomenen hebben op het zelfbeeld van het individu. In een tijd waarin de

multiculturele samenleving onder vuur ligt en homoseksualiteit (met daarbij gender overschrijdend gedrag) met toch vaak een lichte schijn getolereerd wordt (Keuzenkamp et al, 2013) heerst er nog

(7)

veel noodzaak tot verdiepend onderzoek naar de unieke situatie van gender benders. Dit

scriptieonderzoek naar hun ervaringen vanuit verschillende culturele perspectieven raakt hiermee een lacune in het onderzoeksveld.

De hoofdvraag die bij dit onderzoek aansluit luidt: Hoe ervaren en performen gender benders van verschillende etnische afkomst de seksuele identiteitsprocessen die zij doorgaan? Het betreft hier mannelijke gender benders die in leeftijd variëren tussen 24 en 57 jaar. Het gaat hierbij om

volwassenen die in zekere mate kunnen reflecteren op hun eigen levensverhaal. Deze levensverhalen worden vervolgens gekoppeld aan theoretische concepten. Op deze wijze tracht dit onderzoek op een zo volledig mogelijke manier inzicht te bieden in het seksuele ontwikkelingsproces van een gender bender woonzaam in de multiculturele stad Amsterdam.

(8)

2. Theoretische verdieping

Het onderzoek tracht een theoretische verdieping te bezitten, om hier vanuit solide conclusies te kunnen vormen. De theoretische verdieping zal ten eerste de huidige dominante gender rollen en de verschillende vormen van gender bending die aanwezig zijn in de niet- westerse en de Nederlandse samenleving toelichten. Daarbij worden stigmatiserende factoren ook behandeld. Daarnaast wordt er dieper ingegaan op het zelfbeeld van de gender benders.

2.1 Gender in de westerse (Nederlands) samenleving

De huidige westerse samenleving is een heteronormatieve samenleving, dat wil zeggen dat heteroseksualiteit de heersende norm is, die wordt ondersteund door middel van duidelijke richtlijnen rondom vrouwelijkheid en mannelijkheid. Zo wordt jonge mannen aangeleerd dat het hebben van seksueel contact met een vrouw essentieel is om de mannelijkheid te confirmeren (Tiefer, 1995, aangehaald in Schrock, 2006). ‘Echte mannen’ worden beschouwd als heteroseksueel.

Homoseksuelen worden gezien als deviant waarbij voornamelijk vrouwelijkheid in mannen gedevalueerd wordt. Hierdoor zijn er begrenzingen ontstaan over hoe mannen en vrouwen zich dienen te gedragen.

Deze begrenzingen zijn door verscheidene ontwikkelingen ontstaan. Ten eerste hangt het nauw samen met het ontstaan van de actieve en passieve rol in de Westerse samenleving. De verwachte actieve rol van de man en de passieve rol van de vrouw ontstond rond 1800, vanuit het opkomende Nationalisme tijdens de Franse Revolutie (Kimmel, 1996 via Hekma, 2010 aangehaald in Wolbers, 2012). Deze rolverdeling werd ondersteund door de opmars van het christendom. Deze maatschappelijke ontwikkelingen leidden tot een oplopende druk op mannen om een stoer en militair imago te disponeren (Mosse, 1985 via Hekma, aangehaald in Wolbers, 2012). Dit werd ook beïnvloed door dominante biologische verklaringen op de culturele waarden en overtuigingen over hoe mannen en vrouwen zich moeten gedragen (Rayman & Jackson, 2010). Homoseksualiteit en transseksualiteit waren daarbij verschijnselen die als verwerpelijk gezien werden vanuit het Christelijke geloof, een religie die diepe sporen heeft achtergelaten in de huidige Nederlandse samenleving.

Het westerse model waar wij hedendaags in leven is dus voornamelijk een binair model, bestaande uit twee normatieve gender vormen; man of vrouw (Lorber, 1996). Rond 1800 was men nog niet bekend met de term gender. Men refereerde enkel vanuit de term sekse. Gender gaat in

tegenstelling tot sekse uit van sociale in plaats van biologische attributies die toegekend zijn aan mannelijkheid en vrouwelijkheid in de samenleving. Gender kan hierbij gezien worden als een proces dat zich al op jonge leeftijd vormt (Rahman &Jackson, 2010), jonge jongens worden bijvoorbeeld aangeleerd om een competitieve en soms agressieve instelling te hebben, terwijl meisjes vooral verzorgende taken, zoals het spelen met poppen bijgebracht krijgen (Sedgwick, 2004). Het concept gender dient verder toegelicht te worden aan de hand van enkele richtlijnen.

(9)

Ten eerste kan gender gezien worden als een proces dat contextueel gebonden is, verschillende soorten visies op mannelijkheid en vrouwelijkheid ontstaan in verscheidene settingen (West &

Zimmerman, 1987 aangehaald in Sallee & Harris, 2012). Dit vindt zowel plaats op het niveau van de privé en publiekelijke sfeer als op een cultureel contextueel niveau. Goffman (1969) brengt een verdieping aan op de contextuele gebondenheid van gedragingen in zijn boek de Presentation of self in everyday life.

Goffman (1969) verdeelt hierbij de rol van de context in de frontstage en de backstage. Hij licht dit in zijn onderzoek toe door middel van het bestuderen van keukenpersoneel in een hotel. De frontstage refereert naar een setting waar het personeel de gedragingen aanpast naar de verwachtte norm, zoals het gedeelte van het restaurant waar de gasten dineren. Gedragingen worden hierbij deels onderdrukt en omgevormd; het personeel spreekt beleefd en volgt de etiketten passend bij het

restaurant. Dit staat volgens Goffman in contrast met de backstage van het personeel, refererend naar de keuken van het hotel. Hier merkt hij op dat het personeel kan ontspannen en zich kan gedragen op een manier dat in een andere context misschien niet gepast zou zijn.

De frontstage en backstage van Goffman (1969) kan ook gekoppeld worden aan gender gerelateerde gedragingen. Gelinkt aan de gender benders zou gesteld kunnen worden dat zij gender overschrijdend gedrag aanzienlijk vaker zullen uiten in de backstage ten opzichte van de frontstage, omdat de gender overschrijdende gedragingen als deviant worden beschouwd in de frontstage van veel settingen. Hoe dit tot uiting komt voor de gender benders zal blijken uit het onderzoek.

Naast een contextueel proces kan gender ook gezien worden als een fenomeen dat collectief gecreëerd wordt. Wij creëren gender allemaal continue samen. Individuen vormen samen een collectieve performance, waarbij de meeste samenlevingen mannelijkheid als superieur zien over alle andere gender varianten (Connell, 1987 aangehaald in Sallee & Harris, 2012).

Daarnaast stelt Butler (1990) dat gender gevormd wordt door alledaagse communicatie over en weer. Het betreft hier gedragingen die onbewust geïnternaliseerd raken, voortkomend uit

normeringen gecreëerd door het collectief (Butler, 1990). Hoe vorm wordt gegeven aan gender gerelateerde gedragingen noemt Butler de gender performance. Niet alleen internalisering van gedragingen maar ook de functie van het lichaam is hierbij van belang.De vormgeving van het eigen lichaam kan namelijk gezien worden als een ‘tekst’ die steeds complexer wordt door de sociale betekenissen en overtuigingen die het aanneemt (Douglas, 1970 aangehaald in Wolbers, 2012). Er ontstaat een proces waarbij de betekenissen die deze gedragingen en signalen uitstralen informatie geven over onze identiteit.

Een voorbeeld gelinkt aan de theorie van Judith Butler dat illustreert dat gender performance gecreëerd wordt door alledaagse interactie is de case study van Garfinkel (1967 aangehaald in Connell, 2010). In deze case study werd een transseksueel genaamd Agnes, opgegroeid als jongen maar in transitie gegaan naar vrouw vanaf haar 17e levensjaar gevolgd. Agnes raakte na de transitie in een conflict, omdat zij zich wel vrouw voelde, maar de vrouwelijke gedragingen passend bij bepaalde

(10)

sociale constructies nog niet had geïnternaliseerd (doelend op gedragingen die een biologische vrouw opdoet vanuit alledaagse sociale interactie). Butler (1990) hanteert hierbij ook de distinctie tussen innerlijke en uiterlijke psychische ruimte toegepast op de gender benders, ofwel de uiterlijke psychische ruimte; de mannelijke anatomie en de innerlijke psychische ruimte; het verlangen naar vrouwelijkheid.

In het geval van Agnes betekende dit dat zij zich intrinsiek vrouw voelde maar de uiterlijke kenmerken nog deels behoorden tot de mannelijke gender rol. Hierdoor ontstond de noodzaak voor Agnes om verschillende identiteitsstrategieën te ontwikkelen met als doel als een ’’normale natuurlijke vrouw’’ ontvangen te worden. Agnes moest hierdoor analyseren en uitzoeken hoe zij zich als vrouw moest gedragen in bepaalde gestructureerde sociale omstandigheden. Gedragingen die voor een biologische vrouw als normatief beschouwd worden. Dit is geen constructie die tijdelijk aangenomen kan worden maar een proces, dat langzame verandering in gedragingen teweeg brengt. Dit geeft het processuele verloop van de gender performance weer (Garfinkel, 1967 aangehaald in Connell, 2010).

Gender is dus contextueel gebonden waarbij er een onderscheid gemaakt kan worden tussen de frontstage en de backstage en de culturele context. Op gender gerelateerde gedragingen hebben wij allemaal invloed, gender is een collectief gevormd proces. Daarbij vormt de gender performance zich als een procedure dat bestaat uit de herhaling van gedragingen die geïnternaliseerd raken. De invloed van de culturele context is van belang op de gender benders van dit onderzoek, aangezien zij een verschillende etnische afkomst hebben. Dit maakt dat de gender performance beïnvloed kan worden door bijvoorbeeld verschillende culturele en religieuze overtuigingen. Verscheidene contextueel gebonden verschillen worden hieronder dan ook nader toegelicht.

2.2 Gender bending in verschillende culturele contexten

In deze paragraaf worden enkele culturele visies op gender bending toegelicht waaronder de Thaise kathoey, de Indonesische Banci’s en Waria’s en de Arabisch Mukhannathan, te beginnen met de Thaise kathoey. De kathoey is in Thailand noch man noch vrouw, maar vertegenwoordigt een derde gender variant. Deze is niet zo toegespitst zoals in de Westerse samenleving, deze varianten zullen later toegelicht worden.

De kathoey varieert van de vrouwelijke homoseksueel tot de transseksueel, ofwel de ladyboy. In Thailand is vooral de ladyboy een gepopulariseerd fenomeen in de grote steden. Uit het onderzoek van Brummelhuis (1999) blijkt dat er grote financiële voordelen verbonden zijn aan het zijn van een Thaise kathoey in de westers georiënteerde seksindustrie van Thailand sinds 1990. De laatste 15 jaar is er dan ook in Thailand nog meer acceptatie ontstaan betreffende ladyboys vanwege het sekstoerisme en de ontplooiende medische industrie (Winter, 2011 via Ocha, 2013). Deze populariteit van de kathoey in de seksindustrie van Thailand is zelfs zo aanzienlijk dat gebleken is dat er vormen van kathoey zijn die geen psychologische motieven bezitten voor het ondergaan van een

(11)

geslachtsverandering. Zij doen dit voornamelijk voor het behalen van meer economische zelfstandigheid (Ocha, 2012).

De Thaise vorm van gender bending, de kathoey komt dus anders tot uiting in het land dan in de westerse Nederlandse samenleving. De kathoey wordt vooral gepopulariseerd in de grote steden, wat vooral voortkomt uit de westers georiënteerde seksindustrie. Dit verduidelijkt de culturele verscheidenheid van gender en toont aan dat het zich in diverse manieren kan ontwikkelen. In hoeverre de Thaise gender benders uit het onderzoek dit ervaren in het seksuele ontwikkelingsproces zal voortkomen uit de interviews.

Ook Indonesië bezit een andere visie tegenover gender overschrijdend gedrag. Het is van belang dit toe te lichten omdat de gender benders met een Indonesische achtergrond beïnvloed kunnen zijn door deze maatschappelijke ontwikkelingen. In Indonesië wordt transgender niet erkend als een officiële gender categorie, in tegenstelling tot in Thailand (Boelstroff, 2004). Er bestaan verschillende termen voor het verschijnsel op het platteland die vanuit traditioneel oogpunt wel in verband gebracht worden met magie, genezingskracht en heiligheid. In tegenstelling tot de steden, waar het

voornamelijk geassocieerd wordt met homoseksualiteit (Boelstroff, 2004). Banci’s en Waria’s zijn hierdoor net zoals de Thaise Kathoey ook termen die gebruikt worden om vrouwelijke homoseksuelen te benoemen. Ze zijn hiermee geen afgebakende categorieën, zoals we in het westen wel zien. In tegenstelling tot de Westerse samenlevingen, lijkt homofobie juist toe te nemen in Indonesië, mede door de groei van de Islamitische politieke partijen in het land. Uit cultureel antropologisch onderzoek van Said (2012) is gebleken dat de Banci’s en Waria’s de Westerse wereld idealiseren en het

beschouwen als een volledig accepterende omgeving tegenover homo en transseksualiteit. Dit komt voort uit de vertekende beeldvorming van Hollywood films. Veel Banci’s en Waria’s overwegen hierdoor te migreren naar de Westerse wereld.

Om aan te tonen dat er los van samenlevingen in Zuid- Oost Azië zoals Indonesië en Thailand ook andere gemeenschappen zijn waarin gender bending anders benaderd wordt tracht er een

verdieping geschept te worden op de Arabische Mukhannathan (Rowson, 1991). Het betreft hier een transgender variant benaderd vanuit de geschiedenis. Deze mannen met vrouwelijke karakteristieken figureerden vaak als bemiddelaars en tussenpersonen tussen huwelijken. Ze werden hierbij vrij gelaten in de omgang met vrouwen, in tegenstelling tot de mannen, vanuit de voorwaarde dat er geen seksuele interesse in hen bestond. Daarnaast speelden ze een grote rol in de ontwikkeling van de Arabische muziek. Deze groepering werd echter onderworpen aan periodieke vervolging door de staat, waarbij vooral de functie als bemiddelaar als schadelijk werd gezien voor de maatschappij (Rowson, 1991).

Door het toelichten van deze verschillende culturele visies omtrent gender overschrijdend gedrag tracht er verduidelijking geschept te worden omtrent gendervariatie verbonden aan

verschillende culturele constructies. Deze diversiteit is interessant voor dit onderzoek aangezien in de context van Multicultureel Amsterdam veel gender benders met verschillende culturele achtergronden zich wellicht moeten aanpassen aan de westerse kaders van gender bending.

(12)

2.3 Gender bending in westerse context

Het verschijnsel gender bending, een term die duidt op gender overschrijdend gedrag, houdt in dat aspecten van een andere gender aangenomen worden. Het is een westerse term die doorgaans uit een grote verscheidenheid aan varianten bestaat (Ekins, 1996 via Berkowitz; Belgrave; Halberstein, 2008). De variaties op gender overschrijdend gedrag die in deze paragraaf worden toegelicht zijn de travestie, de drag queen en de transgender. Tussen deze variaties op gender bending bestaan er grote verschillen in performance van gender, visie van de directe omgeving en de maatschappij en het zelfbeeld. De betekenis van travestie is complex, niet alle mannen die zich als vrouwen verkleden worden namelijk gezien als travestieten. Schacht (2002) stelt dat travestieten individuen zijn die voornamelijk heteroseksueel maar ook homoseksueel zijn. Ze hebben een mannelijk geslachtsdeel en voelen niet de noodzaak deze te verwijderen en te vervangen voor vrouwelijke geslachtsorganen zoals transseksuelen. Daarnaast treden zij op als vrouw voor een publiek dat zich bewust is van het feit dat ze geïdentificeerde mannen zijn, ondanks dat ze als een echte vrouw overkomen.

Travestieten ondergaan een grote psychische en fysieke transformatie en hierbij aansluitend is uit empirische analyses van travestie performances gebleken dat er vaak een groot verschil is tussen de identiteit van de travestiet in vergelijking tot de feitelijke identiteit (Tewksbury, 1993, aangehaald in Brown, 2001). Daarbij stelt Schacht (2000) in zijn etnografisch onderzoek dat travestieten zich vaak aanpassen naar conventionele standaarden van mannelijkheid en vrouwelijkheid, waardoor het binaire maatschappelijke verschil nog steeds in stand gehouden wordt.

Een variatie op de travestie, de drag queens, worden gezien als homoseksuele mannen die de travestie combineren met een performance. Drag queens willen net zoals travestieten niet volledig vrouw zijn, al heeft een enkeling borstimplantaten. Drag queens vormen een erg kleine en variërende groep in de grotere gender bending gemeenschap, waarnaar steeds meer interesse ontstaat vanuit het onderzoeksveld (Schacht, 2000/ 2002; Hopkins, 2004; Taylor& Rupp, 2004, aangehaald in Berkowitz, Belgrave & Halberstein, 2008). Gebleken is dat de travestie niet per definitie voort hoeft te komen vanuit een intrinsiek verlangen naar vrouwelijke kenmerken, het kan ook gebaseerd zijn op show.

Als het gaat om transgenders, is het duidelijk dat het uiten van vrouwelijke gevoelens bij hen van binnenuit komt, als een onontkoombaar gegeven. Transgenders zijn mannen of vrouwen die zich identificeren met vrouwelijke of mannelijke gevoelens die in tegenstrijd zijn met de sekse (Fleisher 1996; Brubach 1999; Meyerowitz 2002; Schacht 2002 via Berkowitz; Belgrave; Halberstein, 2008). De medische term voor transgender is genderdysphorie, waarbij een persoon het gevoel heeft zich in het verkeerde lichaam te bevinden. Een persoon kan transgender zijn zonder de

geslachts-veranderende operatie te ondergaan, indien deze operatie wel is ondergaan spreekt men van een transseksueel (Valentine, 2007). Man-vrouw transseksuelen zijn mannen die een volledige transitie en geslachtverandering hebben ondergaan. Zij gaan nu als vrouw door het leven.

In de Westerse samenleving zijn transseksuelen te onderscheiden in twee groepen. Zo zijn er de primaire en de secundaire transseksuelen. Dit refereert naar het ontwikkelingsproces van de

(13)

transseksueel in kwestie. De primaire transseksuelen bestaat uit een groep die al vanaf jongs af aan genderdysforische gevoelens hebben. Zij behoren hiermee tot de early- onset transseksuelen. Vanuit een psychologisch onderzoek is gebleken dat de secundaire transseksuelen zich pas op latere leeftijd bewust worden van transgender gevoelens. Dit resulteert vaak al vanaf jonge leeftijd in het verschil in gedragingen tussen beiden groepen (Van Rijn, 2003). Van Rijn (2003) stelt hierbij dat secundaire transseksuelen minder extreem gedrag vertonen vanaf jonge leeftijd, in tegenstelling tot de primair transseksuelen (Cohen-Kettenis, 2000).

De opkomst van transseksualiteit begon in eerste instantie in de jaren tachtig van de twintigste eeuw, vanuit Virginia Prince, een Amerikaanse activiste die opkwam voor de soevereiniteit van gender expressie en Leslie Feinberg (1993) die de term introduceerde als een ‘paraplu’. Hierdoor werd het toepasselijk voor meerdere gender manifestaties, zoals transseksuelen, travestieten, hermafrodieten, cross dressers, mannelijke vrouwen en vrouwelijke mannen, nichten enz. (Stryker, 2006 aangehaald in Soto Lafontaine, 2008). Er ontstond hierdoor meer aandacht op individuen die tijdelijk of permanent hun sociale gender wilden aanpassen (Stryker, 2006 via Soto Lafontaine 2008).

Uit een recentelijk Nederlands onderzoek voor het Centraal Bureau voor Statistiek (2012) is gebleken dat er op dit moment om en nabij 900 transseksuelen zijn in Nederland. Dit cijfer is berekend door een telling van het aantal personen dan tussen 1995 en 2012 een geslachtswijziging heeft

vastgelegd via de rechtbank. In Nederland zou het aantal transseksuelen uitkomen op 1 op de 18.300 inwoners (Kuyper, 2012). De Nederlandse samenleving heeft een vooruitstrevend traject op het gebied van de behandeling van genderdysphorie. In Nederland biedt het Kennis –en Zorgcentrum voor genderdysphorie in het VU medisch centrum de mogelijkheid om een aangepast traject door te gaan, waarbij uiteindelijk de sekse veranderd kan worden.

Ten eerste wordt er geëist dat er een real-life test of experience plaatsvindt. Men moet hier (voor als dit nog niet gebeurd is) een start maken met de verandering van de gender naar de gewenste sekse. Dit wordt ondersteund door middel van cross-seks hormoonbehandeling. In het

wetenschappelijke onderzoeksveld bestaan er verschillende visies betreffende de invloed van hormonen op de gedragingen van een individu. Uit psychologisch onderzoek van Van Rijn (2013) is gebleken dat de hormonen zowel cognitief als fysiologisch grote invloed uitoefenen. Dit terwijl sociaal medische wetenschapper Jordan Young (2010) vanuit een sociaal constructivistische visie stelt dat hormonen enkel dienen als een opstapje richting mannelijke en vrouwelijke gedragingen die

grotendeels gevormd worden door de maatschappij. Hoe de transseksuele respondenten dit ervaren is dan ook van belang voor het onderzoek.

Naast het gebruik van hormonen wordt ook van transgenders in transitie geëist dat ze minstens één jaar een real life fase doorgaan, hierbij gaat het individu als de gewenste gender door het leven. Dit gebeurt vaak in combinatie met therapie. Indien dit succesvol verloopt wordt er overgegaan tot een geslachtsverandering.

Ondanks deze medische mogelijkheden in de Nederlandse maatschappij blijft gender bending

(14)

een term die een zware politieke last draagt. Op verschillende schalen lijkt genderdeviant gedrag afgekeurd te worden in de Nederlandse maatschappij. Gender benders kunnen zich dan ook in een gemarginaliseerde hoek van de samenleving bevinden en stigmatisering ervaren doordat hun

gedragingen als anders worden ervaren. Deze vorming van stigmatisering en mate van (in-)tolerantie zullen verder uiteengezet worden in de volgende alinea.

2.4 Stigmatisering van gender benders

Stigmatisering ontstaat door de sociale en psychologische reacties van mensen op een persoon die een stigmatiserende conditie heeft (Lamont &Mizrachi, 2011). Dit wil zeggen dat de persoon die deviant gedrag vertoont niet volledig voldoet aan de heersende norm die gevormd is door de

maatschappij (Becker, 1963). Becker stelt hierbij dat doordat een persoon zich deviant gedraagt er een labelling proces ontstaat vanuit de maatschappij. Door het uiten van deviant gedrag kan er mogelijk uitsluiting van de maatschappij ontstaan. Deze stigmatisering kan grote gevolgen hebben op de identiteit van de persoon die de stigmatisering ondergaat. Negatieve gedachtes en gevoelens kunnen geïnternaliseerd worden waardoor de zelfwaardering daalt (Lamont &Mizrachi, 2011).

Dit onderzoek behandelt de seksuele identiteitsprocessen die gender benders met een

verschillende etnische afkomst doorgaan. Dit maakt dat zij uit verschillende groeperingen bestaan die allemaal deviant gedrag vertonen. Om verduidelijking te scheppen in de mate van stigmatisering binnen deze groeperingen wordt ten eerste de stigmatisering rondom de vrouwelijke homoseksueel nader toegelicht. Al eerder is toegelicht dat homoseksualiteit historisch wordt beschouwd als een ongeaccepteerd verschijnsel, hedendaags wordt vooral vrouwelijkheid in de homoseksueel gedevalueerd.

Uit een recent onderzoek van het Sociaal Cultureel Plan Bureau (2013) is gebleken dat in Nederland de afwijzing van homoseksualiteit vooral ligt in het uiten van vrouwelijkheid. Homoseksuelen worden vanuit de omgeving vooral getracht zich ‘gewoon’ dus normatief te gedragen (cf. Keuzenkamp et al. 2006 via Keuzenkamp et al. 2013 ). Dit houdt in dat zij zich als mannelijk dienen te profileren. De institutionele dwang, vanuit organisaties van de Nederlandse overheid tegenover homoseksuele mannen die als onmannelijk beschouwd is dan ook groot. Vrouwelijke homoseksuelen ervaren allerlei negatieve effecten vanuit de maatschappij waaronder: pesten door leeftijdsgenoten, strijden van ouders tegen deze vrouwelijke gedragingen en de uitsluiting van sportactiviteiten (Hekma, 2007). Veel homoseksuelen verzetten zich hierdoor tegen vrouwelijkheid in de homoseksualiteit.

Naast vrouwelijke homoseksuelen ervaren gender benders, waaronder travestieten en drag queen ook stigmatisering vanuit de maatschappij. Uit het onderzoek van Berkowitz, Belgrave en Halberstein (2008) is gebleken dat drag queens als deviant worden beschouwd in de samenleving. Wat opmerkelijk is, is dat gender benders zich onderling ook sterk distantiëren van elkaar.

Er bestaat namelijk een duidelijke divisie tussen de groeperingen van gender benders. Dit bleek vooral zo te zijn voor de drag queens. Zo bleek uit een onderzoek van Fournet, Forsyth en

(15)

Schramm (1988), over stigmatisering en communicatie tussen homoseksuele mannen en drag queens, dat de meerderheid van de homoseksuele mannen zich distantieerden van de drag scene (Fournet, Forsyth, & Schramm, 1988, p. 179 via Berkowitz; Belgrave; Halberstein, 2008). Uit dit onderzoek bleek daarnaast dat de drag queens ontvangen werden als gefaalde mannen in vergelijking met de homoseksuele mannen, voortkomend uit de devaluatie van vrouwelijkheid in de mannelijke identiteit (Taylor & Rupp, 2004; Schacht & Underwood, 2004; Tewksbury, 1994; Newton, 1979 via Berkowitz; Belgrave; Halberstein, 2008). Dit is dan waarschijnlijk ook de reden waarom homoseksuelen zichzelf afzetten tegen deze groep.

Ook transgenders ervaren stigmatisering vanuit de maatschappij. Aan het begin van de moderniteit was transseksualiteit verboden in veel landen, en dit is nog steeds het geval in veel niet-westerse maar ook niet-westerse samenlevingen. De medische mogelijkheid tot geslachtsverandering vond plaats in de jaren vijftig van de vorige eeuw en zorgde toen voor iets meer acceptatie.

In Nederland worden de termen transgender en transseksualiteit tegenwoordig door vele instituties gebruikt. Dit zorgt voor de mogelijkheid tot uitbreiding naar nieuwe concepten op het gebied van burger- en mensenrechten gerelateerd aan individuen die van sekse of gender wensen te veranderen (Stryker, 2006 aangehaald in Lafontaine 2008). Daarbij is er hedendaags een beweging gaande die het makkelijker maakt om sekse veranderingen te registreren zonder autoriteiten en zelfs zonder het ondergaan van een geslacht veranderende operatie. Seksuele identificatie wordt dus meer en meer een privékwestie in de westerse wereld (Hekma, 2010). Dit heerst echter niet op grote schaal, in veel landen wordt de procedure om de sekse te veranderen nog erg bemoeilijkt. Echter hoeven deze ontwikkelingen niet te betekenen dat er sprake is van publieke en maatschappelijke acceptatie in Nederland. Vanuit de ontstane dominante gendernormen klinkt namelijk een ander signaal.

Uit het onderzoek voor het Sociaal en Cultureel Planbureau door Keuzenkamp et al. (2013) is gebleken dat de Nederlandse bevolking een negatieve houding bezit tegenover verwijfdheid in het homoseksuele karakter. Dit zou kunnen betekenen dat hiervan ook sprake is voor de transgenders in Nederland. De eerste data over de mate van tolerantie omtrent transgender komen vanuit een seksuele gezondheid enquête afgenomen in 2011 (Kuyper, 2011). Er is hier geen sprake geweest van een representatieve steekproef, de cijfers gelden dan ook onder enig voorbehoud. Uit deze gegevens blijkt dat ongeveer 9% van de respondenten een vriendschap met een goede vriend(in) zou verbreken, mocht deze een transitie willen doorgaan. Daarnaast benoemt 20% van de respondenten dat zij vinden dat er iets mis is met de mensen die zich geen duidelijk man of vrouw voelen, 21% prefereert dan ook niet in omgang te zijn met deze groepering en 57% van de respondenten wil bij een eerste ontmoeting

duidelijkheid over de sekse. 59% van de respondenten steunt echter wel een geslachtverandering, maar 39 % deelt de opinie dat de kosten zijn voor diegene zelf (Keuzenkamp et al. 2013).

Een soortgelijk onderzoek is ook gedaan in Zweden. Landén en Innala (2000, aangehaald in Kuyper, 2012) hebben onder een steekproef van 668 Zweden (17-80 jaar) de attituden tegenover transseksuelen getoetst. Uit de resultaten bleek dat 53% positief staat tegenover hormoonbehandeling

(16)

van transseksuelen en daarbij 56% een geslachtsoperatie steunt. Een aanzienlijke meerderheid van 71% uit negatief te staan tegenover een openlijke transgender als collega. Vooral het publieke aspect van de transgender lijkt dus niet geaccepteerd te worden.

Opmerkelijk is dat vanuit het onderzoek van Keuzenkamp et al. (2013) vrouwen een

positievere houding blijken te bezitten tegenover transgenders en genderdeviant gedrag dan mannen. Daarnaast blijkt de acceptatie ook minder groot te zijn onder religieuze respondenten. Ook blijken Nederlanders van Turkse of Marokkaanse afkomst vaak het minst positief te staan tegenover gender overschrijdend gedrag (Kuyper 2012).

Deze gegevens duiden op een negatief stigma dat geplaatst is op gender benders in Nederland. Vooral de verwijfdheid in het homoseksuele karakter en de onduidelijkheid van de sekse lijken negatieve reacties op te roepen bij de bevolking. Er is hierdoor sprake van stigmatisering. In hoeverre dit invloed heeft op het zelfbeeld is dan ook van belang om de seksuele identiteitsprocessen te kunnen verklaren. Met die reden zal in de volgende alinea verder ingegaan worden op het zelfbeeld en de (seksuele) identiteit van tansgenders en gender benders.

2.5 Het zelfbeeld en de (seksuele) identiteit

Een individu ontwikkelt een sociale identiteit door middel van de percepties op het zelfbeeld samen met de zelfreflectie en zelfexpressie (Ashmore, Deaux, &McLaughlin-Volpe, 2004, aangehaald in Holly 2012). Het unieke zelfbeeld van een transgender komt voort vanuit het feit dat de biologische sekse in conflict staat met de genderidentiteit. Het zelfbeeld, de percepties van, en de tevredenheid over zijn of haar lichaam is hiermee voor een transseksueel vaak zorgelijk. Lindgren en Pauly (1975) stellen dat het interne conflict van de transseksueel zich vaak uit in een extreme ontevredenheid over het lichaam. Dit resulteert vaak in het niet in staat zijn tot het vormen van gezonde concepten (Pauly and Lindgren, 1975, aangehaald in Michael, Fleming, Bradford, MacGowam, Robinson, Spitz, Salt, 1982).

Uit onderzoek is gebleken dat individuen in een Westerse samenleving met niet-gendergeaccepteerd gedrag vaak expliciete discriminatie ervaren (Lasser & Tharinger, 2003, aangehaald in Holly 2012). Dit resulteert vaak in stress, aangezien de identiteit als non normatief wordt beschouwd (Kelleher, 2009 via Holly 2012). Daarnaast blijkt uit het onderzoek van Beren et al. dat homoseksuelen een negatiever zelfbeeld hebben dan heteroseksuelen (Beren, Hayden, Wilfley, & Grilo, 1996 via Bozkurt, 2006).

Uit een vergelijkend onderzoek tussen homoseksuele getrouwde mannen en travestieten is gebleken dat travestieten een negatiever zelfbeeld hadden in tegenstelling tot de homoseksuele mannen en zich meer identificeerden met de vrouwelijke gender rol (Fagan, Wise, Derogatis, and Schmidt 1988 via Bozkurt, 2006). Daarbij is gebleken dat alle transgenders een periode ervaren waarin zij zich realiseren dat zij een genderidentiteit bezitten die significant anders is dan die van de

normatieve populatie (Clifford & Orford, 2008 via Holly, 2012). Deze realisatie komt voor iedereen

(17)

anders tot uiting, omdat er meerdere factoren meespelen in de bepaling wat zijn of haar identiteit betekent en of diegene comfortabel is met het hebben van een transseksuele identiteit.

Het vormen van een identiteit is van groot belang, omdat het volgens Stryker (1980) een referentie is naar wie men is en wat men uitdraagt. Hierbij wordt gedoeld op een set van sociale betekenissen die een persoon door zichzelf en de omgeving toegewezen krijgt (Stryker, 1980

aangehaald in Berkowitz, Belgrave, and Halberstein, 2008). Gender bending vraagt soms ook om een zekere vorm van manipulatie van de identiteit. Hier is echter alleen sprake van bij enkele gender benders en travestieten, wanneer voor hen de vrouwelijke gedragingen niet intrinsiek of essentieel zijn.

Geconcludeerd kan worden dat gender benders een unieke gender performance bezitten. Zij experimenteren namelijk op verscheidene manieren met mannelijke en vrouwelijke gedragingen en de vormgeving van de gender. De gender performance van de gender benders is daarnaast contextueel afhankelijk en wordt collectief gevormd. Hoe deze concepten invloed uitoefenen op de gender performance van de respondenten zal blijken uit het onderzoek.

Daarnaast is gebleken dat gender benders in verschillende mate stigmatisering ervaren, dit komt voornamelijk voort uit de binaire westerse visie (Lorber, 1996). Er bestaat echter nog gering onderzoek naar de Nederlandse publiekelijke acceptatie van gender benders in Nederland, waarbij er vooral een lacune lijkt te bestaan in de ervaringen en percepties van de gender benders zelf. De persoonlijke verhalen van de gender benders die binnen dit onderzoek gegenereerd worden trachten dan ook meer inzicht te geven in de processen die zij doorgaan. Doelend op het proces van worden wie je bent en zijn wie je wilt zijn tezamen met het vinden van een plek in de maatschappij.

(18)

3. Probleemstelling

3.1 Vraagstelling

Het bovenstaande illustreert dat er verschillende maatschappelijke visies omtrent transseksualiteit bestaan, die een verschillende uitoefening kunnen hebben op de seksuele identiteitsprocessen. De vorming van een identiteit wordt veelal beïnvloed door maatschappelijke contexten, die maken dat gender benders een uniek proces doorgaan. Het kan als problematisch worden beschouwd dat er geen bestaande onderzoeken zijn die zich verdiepen in de percepties en ervaringen van gender benders, dit te bedenken dat zij samen –gender benders, travestieten, transgenders en transseksuelen- een aanzienlijke bevolkingsgroep vormen. Een bevolkingsgroep die hedendaags nog als non-normatief beschouwd wordt.

Het creëren van meer kennis en inzicht omtrent de unieke positie van gender benders in de maatschappij is dan ook het doel van dit onderzoek. De eigen ervaringen en percepties op de gender performance, stigmatisering en het zelfbeeld geven meer inzichtelijke informatie betreffende de seksuele identiteitsprocessen die zij doorgaan. Daarnaast dient het multiculturele aspect uit dit

onderzoek meer licht te werpen op verscheidene culturele visies op gender overschrijdend gedrag en de invloed hiervan op de seksuele identiteitsprocessen.

Om de doelstelling te verwezenlijken zijn er meerdere vragen opgesteld waarop het onderzoek voortbouwt. Hierbij wordt er voortgebouwd op onderzoeken van verscheidene cultureel antropologen, sociologen en psychologen. Waarbij onder andere visies van cultureel antropoloog Brummelhuis (2008) betreffende de kathoey in Thailand en sociologische onderzoeken van Becker (1963) omtrent stigmatisering en Butler’s (1990) onderzoeken betreffende gender en de gender performance. De hoofdvraag die hierbij aansluit luidt: Hoe ervaren en performen gender benders van verschillende etnische afkomst de seksuele identiteitsprocessen die zij doorgaan?

De (seksuele) identiteit is een begrip dat bestaat uit verschillende facetten. Er kan gesteld worden dat de identiteit voornamelijk wordt gevormd door de sociale omgeving waarin een persoon is opgegroeid in verbinding met de persoonlijke ervaringen gedurende verschillende leeftijdsfasen. De gedragingen die hieruit voortkomen, vormen de gender performance. Aansluitend worden in dit onderzoek de seksuele identiteitsprocessen verbonden aan de ervaringen met stigmatisering alsook het zelfbeeld van de respondenten.

Uit de theoretische verdieping is naar voren gekomen dat gender benders aspecten van de andere gender overnemen of intrinsiek al hebben. Gender vormt zich al in de kindertijd (Sedgwick, 2004) en bestaat uit een veranderlijk proces. Voor gender benders is dit proces van de kindertijd naar de volwassenheid uniek, omdat zij gedrag vertonen afwijkend van de norm. Hoe zij hier vorm aan hebben gegeven in deze specifieke periode is van belang om de hoofdvraag te beantwoorden. De eerste deelvraag die hierbij gevormd is luidt dan ook: Hoe geven de gender benders vorm aan hun gender performance vanuit de ontwikkeling van de kindertijd naar volwassenheid? De

(19)

ontwikkelingen die zij hebben doorgaan hebben immers invloed op de gender performance, de manier waarop gender, en in dit geval vrouwelijkheid wordt aangenomen en geuit.

Zoals al eerder is toegelicht stelt Butler (1990) dat gender performance gezien kan worden als een repetitie van bepaalde handelingen passend bij de gender van de persoon, deze handelingen worden geïnternaliseerd en zijn dus aangeleerd. Er ontstaan hierdoor gendernormen die veranderlijk zijn in tijd. De vrouwelijke handelingen die de gender benders internaliseren zijn dan ook van groot belang om meer inzicht te krijgen in de identiteitsprocessen die zij doorgaan. Is vrouwelijkheid voor gender benders lang haar? Of een mooie jurk? Of juist ontzettend “sletterig”? Daarbij wordt getracht de verschillen in de gender performance tussen de respondenten, die allemaal in verschillende variatie gender overschrijdend gedrag vertonen, ook toegelicht. Om deze verschillen en eventuele overeenkomsten te duiden zal de tweede deelvraag zich richten op de uiting van deze performance: Hoe geven de Amsterdamse gender benders vorm aan hun gender performance?

Naast het vormgeven aan de gender performance wordt de focus ook gelegd op de eventuele stigmatiserende factoren en de invloed hiervan op de identiteit. Dit komt voort uit Nederlandse culturele visies die in mindere mate tolerant zijn tegenover het derde gender model, ofwel transseksualiteit. In hoeverre de respondenten stigmatisering ervaren is dan ook relevant voor het onderzoek. De vraag die hierbij wordt gesteld is: In hoeverre ervaren de gender benders

stigmatisering vanuit de omgeving?

Doordat er een duidelijk verschil bestaat in culturele visies op gender bending is het erg nuttig om vanuit het multicultureel perspectief van de gender benders te kijken naar eventuele stigmatisering en de invloed die dit heeft op de seksuele identiteit. Ervaren zij stigmatisering vanuit de directe omgeving maar ook vanuit de Nederlandse maatschappij? En hoe gaan zij hiermee om?

Uit het theoretische kader is gebleken dat stigmatisering invloed heeft op het zelfbeeld van een individu, dit is dan ook een belangrijk concept voor het onderzoek. De behoefte en het uiten van gender overschrijdend gedrag vraagt vaak veel durf en ook aanpassingsvermogen in bepaalde situaties. Of deze ontwikkelingen de personen vormen en in hoeverre dit het zelfbeeld beïnvloedt roept de volgende deelvraag op: In hoeverre beïnvloedt het uiten van gender overschrijdend gedrag het zelfbeeld van de gender benders?

Ten slotte richt dit onderzoek zich op het verschil in ervaringen tussen de gender benders met een verschillende etnische afkomst, de deelvraag die hierbij past is: In hoeverre is er een verschil in ervaring van de seksuele identiteitsprocessen tussen de respondenten met een verschillende etnische afkomst? Er wordt hierbij gekeken naar de perceptie op het zelfbeeld, de zelfreflectie en de mate van zelfexpressie. De ervaringen van de gender benders met een verschillende etnische afkomst geven meer inzicht in de seksuele identiteitsprocessen die zij doorgaan en in de concepten die hierbij gehanteerd worden. Er worden hierbij veel gevoelige onderwerpen behandeld die het onderzoek een unieke uitdaging maken. De relevantie van het onderzoek en deze ethische bezwaren zullen hieronder verder worden toegelicht.

(20)

3.2 Relevantie

3.1.1 Wetenschappelijke relevantie

In het wetenschappelijke veld met betrekking tot gender benders is er al relatief veel onderzoek gedaan naar transgender migranten en hun positie in de maatschappij. Er is echter geen onderzoek gedaan naar de eigen ervaringen van gender benders van verschillende etnische achtergrond in Nederland. Vooral de Thaise kathoey geëmigreerd naar Nederland is in feite een min of meer ‘onzichtbare’ en verwaarloosde groep in Nederland, aangezien er nagenoeg geen onderzoek naar gedaan is. Daarnaast staan de eigen ervaringen en percepties centraal, wat een lacune raakt in het onderzoeksveld, omdat hier nog geen onderzoek op gebaseerd is. De thema’s die dit onderzoek behandelt, zoals de uiting van gender performance, het zelfbeeld en stigmatisering zijn onderwerpen die overkoepelend functioneren als indicatoren voor identiteitsprocessen. Deze processen worden interdisciplinair benaderd, waardoor er een brede visie ontstaat betreffende de fenomenen die onderzocht worden in het onderzoek.

3.1.2 Maatschappelijke relevantie

Transseksualiteit in de westerse maatschappij en in vele andere culturen is nog steeds een fenomeen dat niet volledig geaccepteerd is, ook niet in Nederland. Er bestaan nog veel

onduidelijkheden en vooroordelen over gender overschrijdend gedrag in alle varianten in de Nederlandse samenleving. Dit onderzoek tracht meer inzicht te krijgen in de diversiteit van ervaringen die gender benders hebben. Hiermee verschaft het onderzoek meer inzicht in de complexe positie van transgenders in de Nederlandse samenleving. Door deze ervaringen bloot te leggen kan er eventueel ook meer kennis ontstaan over de verwachtingen en behoeftes die gender benders hebben van de Nederlandse maatschappij ter verbetering van de levensstandaard.

3.3 Ethische Bezwaren

Dit onderzoekt raakt veel gevoelige onderwerpen doordat het kijkt naar de seksuele

identiteitsprocessen die mensen doorgaan, beginnend vanaf de kindertijd. De respondenten hebben elk hun eigen ontwikkelingen doorgemaakt, die vaak ook erg gevoelig van aard zijn maar wel relevant voor het onderzoek. Het onderzoek heeft als doel deze gevoelige onderwerpen te

achterhalen, zoals hoe mensen zichzelf zien, maar ook wat zij in het verleden hebben meegemaakt. Dit houdt in dat er van de respondenten gevraagd wordt veel persoonlijke kwesties te bespreken. Er wordt van hen gevraagd om erg reflectief te zijn op hun eigen ervaringen. Hier moet voorzichtig mee omgegaan worden.

Ten eerste worden alle interviews anoniem afgenomen. Hierdoor ontstaat er geen eventuele druk op hen. Daarbij wordt de doelstelling van het onderzoek duidelijk uitgelegd aan de respondent. De nadruk wordt hierbij gelegd op het verkrijgen van meer inzicht in de verschillende ervaringen met transseksualiteit en andere visies over transseksualiteit. Hierbij wordt geen oordeel gevormd

(21)

over de verschillende belevenissen van de respondenten, door een open en neutrale houding aan te nemen. De respondent moet zich vrij voelen om te vertellen waar hij zich prettig bij voelt. Daarbij wordt de mogelijkheid tot het weigeren van een vraag altijd aangeboden.

3.4 Interdisciplinariteit

Om de hoofdvraag zo volledig mogelijk te beantwoorden is het noodzakelijk potentiele disciplines die het meest relevant zijn te identificeren. Een potentiele discipline is een discipline die het fenomeen van het probleem representeert maar ook het onderzoek domein behoudt (Repko, 2008). Voor dit

onderzoek zijn verschillende disciplines van toepassing. Het betreft een onderwerp dat vaak cultureel antropologisch of sociologisch wordt benaderd maar in deze nauwelijks op een interdisciplinaire manier is onderzocht. Vanuit een sociologisch perspectief kan er voornamelijk gekeken worden naar de historische percepties op gender rollen in de Westerse samenleving heersend in Nederland. Hier is vooral de huidige visie en eventuele stigmatisering over transseksualiteit van belang. Doelend op onderliggende patronen en normen in de Nederlandse maatschappij.

Een cultureel antropologisch perspectief is daarnaast noodzakelijk om meer inzicht te verkrijgen in de seksuele identiteitsprocessen die de gender bender met een verschillende etnische afkomst doorgaan. De gemeenschap waarin zij zijn opgegroeid en de sub culturen waar zij in aanraking mee zijn gekomen zijn van grote invloed op de identiteitsontwikkeling. Deze achtergrond heeft namelijk invloed op de manier waarop de respondenten gedragingen en percepties internaliseren en hoe bepaalde verschijnselen bekeken worden, dit vraagt dan ook om een inzichtelijke cultureel antropologische analyse.

Tot slot, en ook het meest ter opvulling van de lacune in het onderzoeksveld wordt er een psychologische invalshoek gehanteerd. De persoonlijke ervaringen van de gender benders raken een lacune in het onderzoeksveld. Deze verhalen dienen ook psychologisch te worden geïnterpreteerd, omdat het niet enkel sociologische en cultureel antropologische ontwikkelingen zijn die de

ontwikkeling van de gender benders hebben beïnvloed. Dit hangt ook zeker samen met psychologische aspecten, zoals het zelfbeeld van de respondenten en de rol van emoties die zij ervaren.

De drie disciplines die dus van belang zijn voor dit onderzoek zijn de sociologie, culturele antropologie en de psychologie. Hierbij worden de concepten die gehanteerd worden gekoppeld aan de disciplines. Het onderzoek verdiept zich in de ervaringen omtrent de seksuele identiteitsprocessen van de genders bender met een verschillen de etnische afkomt in Amsterdam. De concepten die

samenhangen met de seksuele identiteitsprocessen zijn de gender performance, stigmatisering en het zelfbeeld. De gender performance en stigmatisering worden vooral benaderd vanuit een sociologisch perspectief, dit lijkt dan ook de hoofdlijn van het onderzoek te bezitten. Daarnaast zijn de gevolgen van stigmatisering meer verbonden met het zelfbeeld en vragen dus om een psychologisch perspectief.

(22)

4. Methodologie

4.1 Onderzoeksstrategie, onderzoeksdesign en methoden 4.1.1 Onderzoeksstrategie

Om een zo volledig mogelijk antwoord te geven op de hoofdvraag zal de strategie van dit onderzoek kwalitatief zijn. Er wordt hierbij inductief gewerkt, wat inhoudt dat er vanuit de

bevindingen een theorie gegenereerd wordt (Bryman, 2008). Daarnaast wordt het onderzoek benaderd vanuit een epistemologische positie met een interpretivistische insteek. Dit houdt in dat het onderzoek tracht een focus te leggen op het begrijpen van de sociale wereld waar de gender benders zich in bevinden. Het onderzoek sluit hiermee aan bij een constructionistische ontologie (Bryman, 2008), wat betekent dat de sociale fenomenen behandeld in dit onderzoek gezien worden als een uitkomst van de interacties tussen individuen, ofwel de interactie tussen de gender benders en de wereld om hen heen.

Het meetniveau dat hierbij gehanteerd wordt is micro. Er is gekozen voor een microniveau, omdat er op deze wijze meer specifieke gedetailleerde informatie achterhaald kan worden over de situatie van de gender benders woonzaam in Amsterdam. Aangezien het hier een lacune in het onderzoeksveld betreft is het van belang de focus voornamelijk op de ervaringen en belevenissen van de gender benders zelf te houden. Dit sluit aan het gekozen onderzoeksdesign, de case study.

4.1.2 Onderzoeksdesign

Dit onderzoek is een case study, omdat het één onderzoekseenheid betreft, namelijk de seksuele identiteitsprocessen van gender benders van verschillende etnische afkomst woonzaam in Amsterdam (Bryman, 2008). Het type onderzoeksdesign dat gehanteerd wordt is the unique case. Het betreft een uniek design, omdat het een specifieke doelgroep onderzoekt die afwijkt van de normering in Nederland (Bryman, 2008). Gender benders experimenteren namelijk met mannelijkheid en vrouwelijkheid en ondergaan dus een uniek en gecompliceerd ontwikkelingsproces. Het onderzoek richt zich vooral op de diversiteit en complexiteit van de ervaringen van de gender benders en bestudeert de bijbehorende concepten gender performance, stigmatisering en het zelfbeeld intensief.

4.1.3 Methoden

De methode die in dit onderzoek gehanteerd wordt is een semi gestructureerd life story interview, die ondersteund wordt door participerende observaties. Er wordt gesproken met 7 gender benders met een verschillende etnische afkomst. De afname van het interview zal op een neutrale locatie zijn, waar de respondent zich prettig voelt. Hierbij kan gedacht worden aan een locatie op de universiteit, een café, maar ook bij de respondent thuis is een mogelijkheid.

Tijdens de uitvoering van de interviews wordt er een interview gids gehanteerd die de verschillende concepten behandeld – zoals gender performance, stigmatisering en het zelfbeeld – met een duidelijke overgang van de kindertijd naar de pubertijd en volwassenheid. Dit maakt dat het

(23)

enigszins semi- gestructureerd is. Daarbij wordt er wel grote vrijheid aan de respondent gegeven betreffende het verloop van het interview (Bryman, 2008). Door het gebruiken van deze

interviewtechniek wordt de respondent de vrijheid gegeven om onderwerpen die voor hem of haar van belang zijn te bespreken, dit geeft meer inzicht in de eigen belevingswereld. Daarnaast realiseert het de mogelijkheid om een persoonlijk gesprek te voeren. Er bestaat hierbij een wisselwerking tussen de conceptualisering van theorieën en de interpretatie van de data; ofwel een continue koppeling tussen de bestaande theorieën en de uitvoering van de methode/ het onderzoek.

Het gekozen life story format houdt in dat de respondent wordt uitgenodigd om terug te reflecteren op de eigen levensloop. Gezien de afwezigheid van de stemmen van gender benders in de Nederlandse maatschappij is er gekozen voor deze onderzoeksmethode met als doel de ervaringen en percepties van gender benders meer zichtbaar te maken. De focus ligt dus vooral op de diepliggende ervaringen van de respondent; hoe zij interpreteren, begrijpen en de wereld om hen heen definiëren (Faraday and Plummer 1979: 776, aangehaald in Bryman, 2008). Door de toewijding aan de processuele aspecten van het sociale leven van de gender benders wordt weergegeven hoe sociale gebeurtenissen zich ontwikkelen en in relatie staan met het seksuele ontwikkelingsproces. Hierdoor ontstaat een onmiskenbare verdieping op het levensverhaal van de respondent. De levensverhalen van de respondenten worden hierbij duidelijk gekoppeld aan de context en tijdsgeest wat een

systematische vergelijking mogelijk maakt.

Naast de life story interviews worden er ook participerende observaties uitgevoerd ter aanvulling van het onderzoek. Ik ben een aantal keren in de Lellebel geweest, om de sfeer en de interactie tussen de bezoekers en medewerkers te ervaren. Ook heb ik een repetitie van een

performance mogen aanschouwen van twee travestieten. Daarnaast ben ik aanwezig geweest bij de transformatie van een respondent, waarbij hij zich opmaakte en omkleedde van man naar travestiet. Ik nam in deze situatie meer de rol aan van een observerend participant (Bryman, 2008), waarbij ik vaak wel in gesprek was met hen, maar tegelijkertijd observeerde.

4.2 Operationalisering

Om de operationalisering van de concepten en de beantwoording van de hoofdvraag zo duidelijk mogelijk te maken is er op de volgende pagina een tabel te vinden waar de volgende gegevens te lezen zijn. Ten eerste is het hoofdconcept: seksuele identiteitsprocessen onderverdeeld in drie concepten gender performance, stigmatisering en het zelfbeeld. Vervolgens wordt duidelijk welke dimensies tot deze concepten behoren, en daarmee vanuit welke disciplines dit onderzoek voornamelijk wordt benaderd. Dit geeft een verduidelijking op de interdisciplinariteit van het onderzoek. Tot slot zijn de indicatoren, de verschijnselen waaruit de concepten bestaan weergegeven. Ter beantwoording van de hoofdvraag wordt er met de eerste deelvraag aandacht besteed aan de gender performance van de respondenten.

(24)

Deze deelvraag is onderverdeeld in de volgende indicatoren: uiterlijke kenmerken zoals make- up en kledingkeuze, vrouwelijke en mannelijke gedragingen, contextueel verbonden gedragingen en de ontwikkeling van deze indicatoren in verschillende tijdsperioden. Gender performance wordt toegelicht in het theoretisch kader en vragen die hierop aansluiten zullen terugkomen in het

interviewschema door middel van het ondervragen van de concepten die hiermee samenhangen. Hoe gedragen de respondenten zich als man en als vrouw? En hoe geven ze hier vorm aan? Hoe is dit ontstaan in de ontwikkeling?

De tweede deelvraag richt zich op de ervaring van stigmatisering in Nederland en de invloed hiervan op het zelfbeeld. Hierbij zal gevraagd worden of de respondenten negatieve reacties of ervaringen hebben met het openlijk uiten van hun identiteit én of deze daadwerkelijk een verandering teweegbrengt in het gedrag van de respondent. Voelen zij zich geaccepteerd op straat en in het dagelijks leven? En hoe ervaren zij de huidige visies over transseksualiteit in Nederland? De laatste deelvraag is gericht op het zelfbeeld van de respondenten. Deze deelvraag is onderverdeeld in de rol van emoties, zelfreflectie, zelfexpressie en de visie op het zelfbeeld van de

Seksuele identiteitsprocessen

Concepten Gender performance Stigmatisering Zelfbeeld

Dimensies  Sociologisch

 Psychologisch  Cultureel

Antropologisch

 Sociologisch  Psychologisch

Indicatoren -Ontwikkeling van

vrouwelijke gedragingen en gevoelens in verschillende tijdsperioden.

- Reacties vanuit de directe omgeving: familie, vrienden

- Zelfperceptie: visie naar zichzelf

- Uiterlijke kenmerken zoals kleding en make- up keuze.

- Publiekelijke reacties: op straat, uitgaansleven enz.

- Zelfexpressie: in hoeverre kan de respondent zich uiten.

- Vrouwelijke en mannelijke gevoelens en gedachtes. - Ervaren positie in de maatschappij - Vrouwelijke en mannelijke gedragingen

- Identiteit strategieën voor sociale acceptatie (manieren van aanpassen aan Westerse normering).

-Gedragingen in

verschillende contexten zoals

frontstage en backstage.

(25)

respondent. In hoeverre zijn deze indicatoren veranderd tijdens de ontwikkeling van de kindertijd naar de pubertijd en uiteindelijk volwassenheid?

4.3 Dataverwerking en analyse

De dataverwerking en de analyse hiervan bestaat uit verschillende stappen die hieronder worden toegelicht. De interviews met een life story format worden ten eerste opgenomen. Om de resultaten zo verhelderend mogelijk te kunnen weergeven worden de geluidsfragmenten gecodeerd. Dit draagt in zijn geheel bij aan de validiteit van het onderzoek, omdat de resultaten getoetst en terug gelezen kunnen worden. De gecodeerde teksten worden dan ook vervolgens enkele keren doorgelezen om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van het verloop van het interview. Vervolgens ontstaat er het proces van open coding (Bryman, 2008). Het proces waarbij de data bestudeerd, vergeleken en geconceptualiseerd wordt.

Hiervan uit ontstaat er een zogenaamd axial coding proces waarbij er in de data gezocht wordt naar concepten met de bijbehorende indicatoren, die vervolgens met elkaar verbonden en vergeleken worden tijdens de uitschrijving van de resultaten (Bryman, 2008). De resultaten worden hierbij gekoppeld aan theorieën nuttig voor het onderzoek.

Aangezien het levensverhalen van gender benders betreft en de ervaringen en percepties divers zijn is er gekozen voor het hanteren van een narrative analyse. De data voortkomend uit de interviews is van complexe aard. Aangezien de doelstelling is meer zichtbaarheid te creëren omtrent de unieke situatie van gender benders in de hedendaagse Nederlandse maatschappij ligt de focus van aandacht op de reflectie van de gender benders op de ervaringen en percepties die zij zelf hebben. Het onderzoek wordt dus benaderd vanuit het perspectief van de gender benders. De vraagstelling in het interview wordt dan ook zo open mogelijk gehouden.

4.4 Respondentenwerving

De werving van de respondenten zal voornamelijk gedaan worden door middel van een sneeuwbalmethode. Zelf heb ik een Thaise ladyboy vriendin in Thailand, die mij eventueel in contact kan brengen met andere kathoey die geëmigreerd zijn naar Nederland en woonzaam zijn in

Amsterdam. Via deze connectie bleek dat de kathoey die zij kende niet meer reageerde en geconcludeerd dus liever niet praatte over zijn leven. Daarnaast heb ik via twee contactpersonen contact kunnen leggen via vrienden en kennissen. Één daarvan is een Thaise vrouw die gemigreerd is naar Nederland. Zij kent veel ladyboys in Amsterdam en via haar kunnen ook respondenten geworven worden. De tweede contactpersoon is een Nederlandse vriend van mij die enkele Thaise ladyboys kent en mij contactgegevens heeft aangeboden.

Via deze twee contactpersonen heb ik de namen gekregen van enkele personen die ik

vervolgens via facebook kon benaderen. Op deze berichten kwam geen respons. Dit zegt iets over de mate van welwillendheid om een interview aan te gaan dat ingaat op persoonlijke kwesties. Om de

(26)

reageerbaarheid te vergroten heb ik het vaak gehouden op ‘even een praatje houden’ en hield ik het concept van een interview houden vaak achterwege. Dit mocht helaas niet baten en via deze weg heb ik dan ook geen respondenten gevonden. Daarnaast zijn er oproepjes geplaatst op zowel de

facebookpagina van de Trut, een bekende gaybar in Amsterdam, als op de facebook pagina van Transgender Netwerk Nederland. Hierop kwam wederom geen respons.

Tegelijkertijd met het plaatsen van oproepjes online ben ik face- to face contact gaan zoeken met mensen. Ik ben begonnen op de Zeedijk en later de rest van Amsterdam, en ben bijna alle Thaise restaurants af gegaan. Er kwam weinig respons vanuit deze restaurants en bars, vaak was er een taalbarrière, kende het personeel geen gender benders en als ik contactgegevens kreeg of achterliet liep dit op geen reactie uit. Uiteindelijk heb ik twee respondenten opgedaan via de Thai Bird op de Zeedijk door middel van het persoonlijk aanspreken van deze mannen. Van één van deze respondenten kreeg ik het e-mailadres van een andere Thaise gender benders, maar deze heeft niet gereageerd. Helaas heb ik dus via deze respondenten verder geen contacten op kunnen doen.

Café de Lellebel leek mij van te voren al een erg belangrijke factor in het benaderen van gender benders, een plek waar volgens een kennis zeker veel travestieten, transgenders, drag queens en transseksuelen te vinden zijn vanuit verschillende etnische groeperingen. In eerste instantie heb ik hier contacten opgedaan met twee travestieten en één travestiet die meer richting de drag ging. Twee van Nederlandse afkomst en één met een Indonesische achtergrond. Ook ben ik naar de transgender avond geweest van de Lellebel. Via deze avond ben ik in contact gekomen met twee man/vrouw

transseksuelen, één met een half Indonesische achtergrond en de ander van Nederlandse afkomst.

(27)

5. Seksuele identiteitsprocessen van gender benders in multicultureel

Amsterdam.

Dit hoofdstuk tracht de resultaten weer te geven van het onderzoek betreffende de eigen ervaringen en uitingen van gender benders van verschillende etnische afkomst in multicultureel Amsterdam. De seksuele identiteitsprocessen die de gender benders doorgaan zijn opgedeeld in de behandeling van drie verschillende concepten, namelijk gender performance, stigmatisering en zelfbeeld. De paragraaf indeling is dan ook als volgt. De eerste paragraaf focust op de ontwikkeling van de gender performance van de kindertijd naar de volwassenheid. Vervolgens behandelt de tweede paragraaf de gender

performance doelend op de gedragingen, gevoelens en voorkeuren van de gender benders. Aansluitend richt de derde paragraaf zich op stigmatisering en tot slot zal het zelfbeeld van de gender benders toegelicht worden.

5.1 Het onderzoeksproces

De respondenten die aan het onderzoek hebben deelgenomen hebben in dit verslag allemaal een pseudoniem gekregen, sommigen zelf twee, aangezien enkelen in transitie zijn gegaan en nu vrouw zijn. Om de data zo duidelijk mogelijk te kunnen toelichten worden de respondenten en het onderzoeksproces kort geïntroduceerd. Ten eerst zijn er twee respondenten van Thaise afkomst geïnterviewd via een Thais restaurant, Tim (24) en Paksoa (32). Onder het personeel bemerkte ik een gemoedelijke sfeer. Er werden grappen gemaakt, over wat ik nou eigenlijk kwam doen. ‘Vragen stellen aan die kathoey (maakt een verwijfd handgebaar) jongens van ons?’ Tim en Paksoa zijn allebei incidentiele gender benders. Met hen heb ik eerst een kort gesprek met zijn drieën gehouden waarbij er meer vertrouwen werd geschept. Later ben ik terug gegaan en heb ik met alle twee apart een diepte interview gehouden. Tijdens het interview kwam er regelmatig even iemand naar boven in de Thai Bird om mijn interviewschema (waar ik later mee gestopt ben te gebruiken) te observeren en af en toe een kritische opmerking te geven aan de collega: ‘kom op zeg daar kun je toch wel meer over zeggen?’

Ook in de Lellebel heb ik positieve ervaringen opgedaan. De Lellebel is een bar die al ruim twintig jaar bestaat en een open deur biedt voor gender benders in alle mogelijke variëteiten. Hier ben ik dan ook enkele keren geweest. Het begon toen ik op een woensdagavond de Lellebel inliep, en de eigenaar Henk (om en nabij 50 jaar), Nederlands van afkomst, homoseksueel en ook wel Desiree Dello Stiletto genaamd en Soleh (ongeveer 30 tot 40 jaar), homoseksueel met een Indonesische achtergrond maar geboren in Nederland, aan de bar zaten, in volle travestie en drag transformatie. Zowel Henk als Soleh zijn al twintig jaar travestiet/ drag queen. Allebei reageerden ze positief op mijn verhaal en ik werd gelijk uitgenodigd om aanwezig te zijn op de transgender avond in de Lellebel. Ook een

persoonlijk interview wilden zij wel, ik kreeg van allebei een telefoonnummer, de gesprekken zouden plaatsvinden in de Lellebel, de plek die voor hen als een tweede thuis functioneert.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This paper presents a new robotic platform called CPWalker for gait rehabilitation in patients with CP, which allows them to start experiencing autonomous locomotion

in large spatial scales (1) Habitat mapping uncertainties ; (2) Data gaps ;(3) Data inconsistencies (no large scale data/ extrapolation needed) ; (4) Patchy dataset (various

Even though the data analysis revealed a positive relationship between the dimensions of job satisfaction (MSQ), employee engagement (UWES) and structural

Furthermore, this experiment shows that most participants erroneously believe that they are better at estimating future stock prices than financial institutions based on

Bureaucracy is first and foremost associated with government. The Oxford Dictionary also defines bureaucracy as “A system of government in which most of the

that: (a) institutional pressures do not promote compliance in a linear fashion, (b) organizations may shape institutional pressures, and (c) organizations interpret and act

Using the Dutch data from the Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) 2019 Equivalence Study, this study explores differences in primary school

The empirical investigation objectives included determination of the prevalence of secondary Candida infection in the specific ICU for the specified study period as well