• No results found

5. Seksuele identiteitsprocessen van gender benders in multicultureel Amsterdam

5.3 De performance van gender, gedragingen en voorkeuren

5.3.3 Transseksualiteit, een nieuwe identiteit

Ava en Linda zijn allebei een volledige transitie doorgegaan. Dit houdt in dat zij nu als vrouw door het leven gaan. Wat zij gemeen hebben is dat zij allebei in laat volwassenheid deze transitie zijn

doorgegaan. Voor allebei geldt, dat ondanks de verschillende achtergrond die zij hebben zij intrinsiek het gevoel hebben gehad zich in een verkeerd lichaam te bevinden of een gevoel van onbehagen bezaten, alsof er iets niet klopt.

Ava heeft haar geslachtsoperatie ondergaan in Thailand. één van de vooraanstaande landen op het gebied van geslacht veranderende operaties (Aizura, 2011 via Ocha & Earth, 2013). Daarbij kreeg

ze in Thailand ook borstimplantaten. Ava heeft nooit erg de behoefte gehad om op te vallen. Niet als Paul maar ook niet als Ava. De vrouwelijke gender performance kwam bij Ava vooral vanzelf. De lessen in logopedie, het lopen of het moeten aanleren van anderen heeft zij nooit nodig gehad. Als Paul was ze erg teruggetrokken en rustig. In de tijd dat ze Paul was vond ze zichzelf voornamelijk meer androgyn. Ze heeft bijvoorbeeld als Paul ook een tijd een baard gehad. Toen dacht ik: ‘Ja ga maar stoer worden, nou dat was het ook niet.’

Nu ziet Ava er echter volledig vrouw uit (zie de foto hieronder). Dit doet zij op een elegante manier. Soms vindt Ava het wel plezierig om zich incidenteel extreem te kleden, maar dit is dan vooral op feestelijkheden of met uitgaan. Vooral met make-up houdt ze van erg eenvoudig, ze zegt hierover: ’In het begin deed ik weleens iets teveel oogschaduw op, of weet ik veel wat, maar maarja, daar heb ik ook in moeten groeien. Nouja, nou doe ik het in een kwartiertje en dan ben ik klaar.’

Dit is in groot contrast met hoe travestieten naar hun uiterlijk kijken. Ava ziet de travestie als een andere tak van sport en benoemt hierbij dat ze vaak complimenten krijgt over dat ze nog wel met travestieten omgaat. Volgens Ava

willen transseksuelen die een transitie hebben doorgegaan niet als travestiet gezien worden: ‘Die willen alleen maar in het vrouwenwereldje en die willen daar niet meer mee te maken hebben.’ Ava ziet zichzelf als vrouw, en heeft er geen problemen mee om zich in de kringen van de travestie te blijven bevinden.

De voorkeur van een voormalig transseksueel om zich in biologische vrouwenkringen te begeven na een transitie, lijkt voort te komen uit het verlangen om als vrouw te worden ontvangen door de omgeving. Hier vormt de gender performance zich dan ook volledig naar. Linda vertelt mij hierbij dat ze graag meer biologische

vrouwen vriendinnen zou willen hebben. Deze vriendschappen ontstaan volgens haar moeilijker: ‘Ze kijken je toch een beetje aan van zo, jeetje!’. Linda wil dit graag, omdat ze volgens haar door de omgang met biologische vrouwen zelf ook vrouwelijker wordt, iets waar ze zelf naar streeft te bereiken.

Deze vrouwelijke identiteit kreeg volgens Linda ook vorm door de geslachtshormonen die zij Ava

gebruikt. Uit een psychologisch onderzoek van Rijn (2003) is gebleken dat deze hormonen zowel een cognitieve als fysiologische invloed hebben. Eerst vraag ik Linda naar hoe zij de mannelijke

hormonen ervaart. Ze zegt hierover:

‘Ik vond die mannelijke hormonen altijd maar moeten denken aan seks, altijd maar dingen moeten doen op een bepaalde manier zo vreselijk.’

Linda ervaart als Jan duidelijk een intern conflict. Dit uitte zich in ontevredenheid over de mannelijke identiteit (Lindgren & Pauly, 1975) . Over de uiteindelijke invloed van de vrouwelijke geslachtshormonen op haar gedragingen, ofwel haar gender performance is Linda dan ook enthousiast, ze vertelt mij:

‘Ik werd zachter, vriendelijker. Veel meer vergevingsgezind. Ik kreeg meer gevoel voor mijn kinderen. Uiteraard ook naar een partner toe, zeg maar, werd ik makkelijker […] De zachtheid, gevoel van een vrouw naar een kind toe, naar een persoon toe [..] Naar mijn gevoel is het mannelijke gevoel veel vlakker. Als vrouw kun je alle kanten opgaan; makkelijk gestrest raken, makkelijker huilen, aan alle kanten voel ik gewoon een heel groot verschil. Het verandert niet je karakter, maar deels wordt je beïnvloedt en wel zachter en liever.’

Hiermee bevestigt Linda heersende stereotypen omtrent vrouwelijke en mannelijke gedragingen. Als ik Linda vraag waar de vrouwelijke gedragingen precies vandaan komen zegt ze: ‘Deels heeft het er al gezeten, natuurlijk.’. Hiermee kunnen de gedragingen van Linda ook gekoppeld worden aan de sociaal constructivistische stelling van Jordan- Young (2010) waarin gesteld wordt dat hormonen vooral als opstapje dienen tot het uiten van typische vrouwelijke en mannelijke gedragingen en dat deze gedragingen voornamelijk voortkomen vanuit maatschappelijk gevormde gender normen. Wat het aandeel is van zowel deze hormonen als de bestaande gender normen op Linda haar

gedragingen is moeilijk te achterhalen. Wel blijkt uit het interview dat Linda haar vrouwelijke gedrag deels wijt aan de hormonen maar ook deels aan de gedragingen die zij zichzelf bewust aanleert. Gesteld kan worden dat de vrouwelijke gedragingen na de transitie volledig worden omarmd. Hierbij streven de voormalig transseksuelen vooral naar een biologisch vrouwelijk uiterlijk en overkomen. De gender performance verandert voor hen gevoelsmatig op een natuurlijke manier, alsof het altijd zo had moeten zijn.

Het uiten van gender overschrijdend gedrag wordt deels gevormd door maatschappelijke opvatting en deels door intrinsieke gevoelens. Dit uit zich vaak in een moeizaam ontwikkelingsproces dat invloed heeft op de sociale relaties van de gender benders. Het binaire model heeft nog diepe wortels in de Nederlandse maatschappij, dit zorgt voor een negatief stigma op afwijkende gedragingen zoals het uiten van vrouwelijkheid onder homoseksuele mannen (Hekma, 2007).