• No results found

De zzp’er werkend in de zzp-hub : de situatie van flexibilisering, individualisering en een pragmatische oplossing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De zzp’er werkend in de zzp-hub : de situatie van flexibilisering, individualisering en een pragmatische oplossing"

Copied!
110
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“De zzp’er werkend in de zzp-hub”

“De situatie van flexibilisering, individualisering en een

pragmatische oplossing”

Master scriptie, algemene sociologie

Simon Groeneveld (0602280), simongroeneveld@telfort.nl 1e begeleider: dhr. dr. S. Metaal

2e begeleider: dhr. dr. A.P.M. Veldboer Amsterdam, 15-08-2014

(2)

ii Voorwoord

Ik wil in de eerste plaats iedereen bedanken die zijn en haar tijd aan me gegund heeft om te vertelen over hun leven en hun werk als zzp’er. De verhalen hebben een nieuwe kijk opgeleverd. Verder gaat er natuurlijk dank uit naar mijn familie, die van steun was als ik even van me af moest praten of wat moeite had om weer achter computer verder te werken. Alle vrienden en bekenden uit de buurt die ik tegenkwam als ik een wandelingetje maakte en herhaalde dat de scriptie nu toch echt bijna af was. Verder wil ik Lex Veldboer bedanken dat hij mijn tweede begeleider is geworden. Stefan Metaal als eerste begeleider voor de scherpe kritiek en begeleiding gedurende het hele proces. Ik moet er inderdaad nog even aan

(3)

iii

Inhoudsopgave

Samenvatting van het onderzoek 1

Deel 1. Inleiding en Methoden

1.1 Relevantie, aard van verandering en eigen keuze 3

1.2 Toegevoegde waarde, de afbakening van het onderzoek 4

1.3 Onderzoeksdesign en respondenten 6

1.4 Onderzoeksvragen 9

Deel 2. Theorie

2. Theoretisch kader 2

2.1 Introductie theoretische benaderingen 2

2.2 Economisch georiënteerde theorie 13

2.3 Individualisering 16 2.4 Pragmatisme 18 2.5 Terugblik op theorie 21 3. Operationalisering, deelvragen 23 3.1 Flexibilisering 24 3.2 Individualisering 24 3.3 Pragmatisme 24

Deel 3. Empirie

4. Extensieve analyse, de zzp’er verwoord 26

4.1 Gezinsachtergrond 26

4.2 Relaties 27

4.3 Opleidingsachtergrond 29

4.4 Arbeidsverleden 31

4.5 Werken voor een bedrijf 32

4.6 Conjunctuur 34

4.7 Flexibilisering 35

4.8 Starten als zzp´er 37

4.9 Acquisitie 41

(4)

iv

4.11 Beeldvorming 43

4.12 Verwachting en realiteit 44

4.13 Je plek vinden 46

4.14 Buurtnetwerken 48

5. Intensieve analyse, de zzp’er handelt 50

5.1 Gezinsachtergrond 50

5.2 Opleidingsachtergrond 52

5.3 Arbeidsverleden, werken voor een bedrijf 53

5.4 Conjunctuur, flexibilisering 54

5.5 Starten als zzp’er 56

5.6 Acquisitie 57 5.7 Netwerken 58 5.8 Beeldvorming 60 5.9 Verwachting en realiteit 61 5.10 Je plek vinden 62 5.11 Buurtnetwerken 63 6. Discussie 65 6.1 Flexibilisering valt op 65

6.2 Flexibilisering als effect op eigen keuze 67

6.3 Individualisering 68

6.4 Individualisering en uitsluiting 68

6.5 Individualisering een eigen keuze 69

6.6 Opleiding en ontwikkeling 70 6.7 Pragmatisme 72 6.8 Situatie 72 6.9 Belichaming 75 6.10 Primair sociaal 77 6.11 Onderhandelde orde 79

Deel 4. Conclusies

7. Conclusies 82 7.1 Flexibilisering 82 7.2 Individualisering 83 7.3 Pragmatisch handelen 86 7.4 Eindconclusies 92

(5)
(6)

Pagina | 1

Samenvatting onderzoek

De scriptie omvat een kwalitatief onderzoek naar de zzp´er die werkzaam is in de zzp-hub. Door de groei in zzp’ers is ook de vraag naar flexibele werkplekken gegroeid. Naast de kantoorfunctie worden de onderzochte flexibele werkplekken opgevat als zzp-hub, vanwege de meerwaarde die het heeft voor specifieke zzp’ers die er zich op hun plek voelen. Het is een specifieke casestudy gericht op zzp’ers binnen drie zzp-hubs in Amsterdam.

In deel 1, de inleiding wordt ingegaan op de trend van de zzp´er en de achtergrond van het thema. De aard van de verandering in de toename van zzp’ers wordt gezocht in het proces van flexibilisering en individualisering. Maar ook dat er andere voorkeuren

meespelen in de keuze om zzp’er te worden waarbij pragmatisch handelen van invloed is. De scriptie richt zich op nog iets minder bekende zzp-hubs. Door de verschillende karakters van de zzp-hubs is er een dynamisch beeld ontstaan over veel van de facetten die met het zzp-schap te maken hebben. Daarna wordt de toegevoegde waarde en de

afbakening van het onderzoek besproken. Vervolgens wordt het onderzoeksdesign en de respondenten gepresenteerd en wordt deel 1 afgesloten met de presentatie van de hoofdvragen uit het onderzoek. De onderzoeksvragen zijn gericht op flexibilisering, individualisering en pragmatisch handelen.

In deel 2 wordt in hoofdstuk 2, de theorie besproken die zich richt op meer economische verklaringen, verklaringen vanuit een sociologisch perspectief op

individualisering en als laatste een visie van pragmatisme. Om te vervolgen met hoofdstuk 3, de operationalisering van het onderzoek. In dit hoofdstuk worden de hoofdvragen per thema onderverdeeld in deelvragen.

In deel 3 wordt gestart met een extensieve data analyse in hoofdstuk 4. Dit hoofdstuk is gestructureerd aan de hand van de categorieën die voort zijn gekomen uit de codering van de interviews. Deze analyse richt zich breed op de deelvragen die bij de thema’s van

flexibilisering en individualisering horen en vergelijkt de interview data met bevindingen uit eerder onderzoek over zzp’ers.

In hoofdstuk 5 wordt een meer intensieve analyse gepresenteerd gericht op de deelvragen op het pragmatisch handelen van de zzp’er. Waarbij in het laatste deelwordt ingegaan op de waarde die de zzp-hub heeft. In deze analyse worden inzichten uit pragmatische theorie gekoppeld aan de inzichten uit de interviews.

(7)

Pagina | 2

Hoofdstuk 6 vormt de discussie waarin een koppeling gemaakt wordt tussen de theorie en de analyses uit de hoofdstukken 5 en 6.

In deel 4 worden de conclusies ten aanzien van de deelvragen getrokken en wordt het onderzoek besloten met eindconclusies om daarmee terug te keren bij de hoofdvragen en af te sluiten. Het proces van flexibilisering wordt herkend en is van invloed op de

verschillende oplossingen die (startende) zzp’ers vinden in de omgang met flexibilisering. Individualisering wordt herkend in uitsluitende kenmerken van het proces, maar ook in een streven naar autonomie van zzp’ers. Opleidingsniveau blijkt belangrijk en is van invloed, er bestaat een ontwikkelingsbehoefte bij zzp’ers. De waarde van de zzp-hub wordt herkend in relatie tot het pragmatisch handelen van zzp’ers ten opzichte van de (probleem-) situatie, de belichaming van de zzp onderneming en de primair sociale basis waar vanuit creatieve oplossingen kunnen ontstaan.

In de bijlagen is een vragenlijst toegevoegd die gebruikt is in de voorbereiding van de interviews, drie korte schetsen van de onderzochte zzp-hubs. Ook is een tabel toegevoegd met gegevens over leeftijd, in welke hub gewerkt wordt, geslacht, afgeronde opleiding en zzp beroepen van de respondenten.

(8)

Pagina | 3

1. Inleiding en methoden

1.1

Relevantie, aard van verandering en eigen keuze

De zelfstandige zonder personeel (zzp’er) krijgt regelmatig aandacht als een groep ondernemers die zich vestigt binnen buurt en samenleving. Wanneer ik naar een openbare plek ga zit er vaak wel iemand te werken achter een beeldscherm. Een tafel lijkt te zoemen of er klinkt een heilzaam vrolijk geluid. Verschillende mensen beginnen te zoeken in hun tas of pakken hun smartphone van tafel om kijken of er een bericht binnen is. De stadse

zelfstandig werkende zzp’er kan vanuit huis opereren, in een koffiebar overleggen of zit misschien liever in de bibliotheek te puzzelen op een nieuwe applicatie of vergezicht. Maar zo ook binnen flexibele werkplekken die kunnen fungeren als kantoor.

De relevantie van dit onderzoek wordt dan ook gevormd door de toename in zzp ondernemingen die Nederland heeft doorgemaakt tussen 1996 en 2006. Een sterkere groei dan in andere landen binnen Europa (van Es & van Vuuren, 2010, Dekker, 2011 in

Westerveld 2012). In de Pers van 22 september 2008 wordt geschreven dat er een wens bestaat dat zzp’ers zich meer in flexibele werkruimtes organiseren. In het NRC Handelsblad (Leijten, 2012) van 3 maart 2012 en ook in het Parool van 28 april 2012 wordt uitgelegd dat door de groei van het aantal zzp’ers, de behoefte aan flexibele werkplekken toeneemt (Boersma, 2012). In het Financieel Dagblad van 31 augustus 2012 wordt uitgelegd dat hoewel Amsterdam veel mogelijkheden biedt aan zzp’ers qua horeca en gratis Wi-Fi, dat deze beginnen over te lopen (Leuffen, 2012). Daarnaast blijkt het café of koffiehuis ook niet altijd de ideale plek om bijvoorbeeld een zakelijk telefoontje af te handelen.

De theoretische achtergrond van dit onderzoek over zzp’ers is enerzijds gelegen in de toename van zzp ondernemingen door structurele veranderingen, zoals de flexibilisering van arbeid (Dekker & Koster, 2011; Thurik et al., 2008). De overheid stimuleert het zzp

ondernemerschap en presenteert een positieve verwachting van de zzp trend met het oog op werkgelegenheid en economische groei (Thurik et al., 2008). Dat is terug te zien in beleidsveranderingen zoals een standaardisering van het contract tussen opdrachtgever en zzp’er in de vorm van de “Verklaring Arbeidsrelatie” (VAR). Maar ook belastingvoordeel, het aanbod om vanuit een uitkeringssituatie te starten als zzp’er en versoepeling in wetgeving rond registratie en faillissement van een zzp onderneming (van Es & van Vuuren, 2010: 13).

(9)

Pagina | 4

zzp’er te worden ingegeven wordt door individuele kenmerken. De keuze om zzp'er te worden komt, bijvoorbeeld vaker voor bij kinderen met ouders die ook zelfstandig

ondernemer zijn (van Es & van Vuuren, 2010). Daarnaast wordt geopperd dat er een sociaal cultureel proces van individualisering meespeelt. Waar de beeldvorming van West Europese landen zoals Nederland over het zelfstandig ondernemerschap veranderd is. Waar het eerder gevormd was door een beeld dat met geldelijk gewin en uitbuiting werd geassocieerd (van Es & van Vuuren, 2010: 13). De gedachte is dat met individualisering, zelfstandig

ondernemerschap een betere reputatie heeft gekregen en groei in zzp’ers is toegenomen (Thurik et al., 2008). Een substantieel deel van het onderzoek zal dan ook betrekking hebben op de invloed van de flexibilisering van arbeid en een proces van individualisering. Maar gaat naast structurele invloeden ook in op de aspecten van autonoom handelen en het maken van eigen keuzes.

Iemand kan zijn baan verliezen, het kan zijn dat iemand binnen zijn netwerk andere klussen aangereikt krijgt naast een vaste betrekking. Mogelijk dat een werkgever de werknemer een klus zelfstandig wil laten uitvoeren, of dat er een 'aantrekkelijke' klus

aangeboden wordt. Door structurele en situationele invloed worden mensen gedwongen om te kiezen waarmee iemand een eigen wijze van handelen kan vormgeven, bijvoorbeeld met een zzp onderneming.

De oplossingen in probleemsituaties is verweven met creatief handelen en zijn aanwezig in alle gebeurtenissen die mensen in hun geschiedenis zijn overkomen en hij heeft opgezocht met het handelen vanuit pragmatisme (Joas, 1996 in Colaprietro, 2009: 7-8).

1.2 Toegevoegde waarde en de afbakening van het onderzoek

Naast de meer stereotype ´creatieve klasse´ die bijvoorbeeld te vinden is op geïnstigeerde broedplaatsen in de stad zijn er ook zzp’ers die minder zichtbaar in de

publieke ruimte. Deze weinig onderzochte groep zzp’ers werkt vanuit een flexibele werkplek en de onderzoeken die ik vond hadden veelal betrekking op marketing en de wens voor een bepaald gebruik van de flexibele ruimte. Deze onderzoeken zijn niet gericht op sociologische verklaringen van daadwerkelijk pragmatisch handelen. De flexibele kantoorruimte kan gezien worden als een ruimte met stoelen, bureaus en internetverbinding als inrichting die uitkomst biedt aan zzp’ers die uitvalsbasis zoeken. Maar in zzp-hubs vinden zzp'ers

(10)

Pagina | 5

maar niet uitsluitend individueel. In interactie met elkaar geeft de relatief nieuwe groep flexibele ondernemers mede gestalte aan de zzp-trend. Een trend waarin de

beroepsbevolking deels kiest om te werken vanuit een flexibele situatie die past bij de werkzaamheden en een klimaat binnen de hedendaagse economie.

De toegevoegde waarde van het zzp fenomeen is onmiskenbaar voor het 21e eeuwse economische verkeer en de flexibele kantoorruimte (zzp-hub) biedt dit fenomeen de ruimte om zich te ontplooien. In Amsterdam zijn verschillende grotere concepten bekend maar voor deze scriptie is gekozen voor nieuwere minder bekende zzp-hubs.

Het kwalitatief onderzoek dat voor u ligt gaat in op het fenomeen van de zzp’er die werkt vanuit de flexibele kantoorruimte, de zzp-hub. Om recht te doen aan een diversiteit aan zzp ondernemingen is gekozen voor drie unieke plaatsen, in de bijlagen zijn impressies van de verschillende zzp-hubs opgenomen.

Afbakening

De geïnterviewden zijn allemaal zzp’er of zijn aan het starten als zzp’er. Als eerst onderzochte casus mocht ik beginnen op het Timorplein in de Indische buurt van Amsterdam Oost dat nu vijf jaar bestaat. De tweede casus is ZZPlace gelegen in de Weesperzijde-buurt, eveneens in Amsterdam Oost. Deze locatie bestaat met een korte onderbreken al bijna twee jaar. Als derde is de locatie van Seats2Meet gekozen die ongeveer twee jaar bestaat. Deze is gevestigd in de “Beurs van Berlage” van hartje Amsterdam nabij het Centraal Station.

De arbeidsmarkt is veranderd waarin de traditionele verhouding tussen werkgever en werknemer minder duidelijk aan het worden is. Waardoor ook de nieuwe zzp’ers zijn

ontstaan die vooral eigen arbeid, kennis en vaardigheden aanbieden (SER, 2010: 15-16). Dit gaat op voor het grootste deel van de groep zzp´ers die aan het onderzoek heeft

meegewerkt. Het onderzoek is op vrijwillige basis en ik dank dan ook de zzp’ers die mee hebben gedaan door er de tijd voor vrij te maken. Door middel van interview en observatie is inzicht verkregen over meer dan 15 zzp’ers. De scriptie behandelt naast relevante

theoretische inzichten voornamelijk data verkregen uit de interviews, aangevuld met observaties.

(11)

Pagina | 6

1.3 Onderzoeksdesign en respondenten

Met dit onderzoek wordt vorm gegeven aan een casestudy gericht op flexibilisering, individualisering en het pragmatisch handelen van de zzp’er binnen de situatie van de zzp-hubs. Zoals in hoofdstuk 2 wordt benoemd dat er drie zzp-hubs onderzocht zijn, twee in Amsterdam Oost en een in het centrum van Amsterdam. In de casestudy wordt gebruik gemaakt van kwalitatieve methoden, zoals observatie en interviews (Bryman, 2004: 48-53).

Onderzoeksdesign

Binnen het onderzoeksdesign van de casestudy is het belangrijk om rekening te houden met de taal die bij de situatie van de zzp’ers hoort (Schuyt, 1987: 46). Naast

betekenis die verkregen wordt uit statistisch onderzoek en academische analyse is er in het onderzoek dan ook vooral gebruik gemaakt van de kennis die al aanwezig is en wordt

onderzocht door middel van interviews. Omdat de zzp’er de kennis over het zzp-schap beter kan beschrijven is hij of zij ook de ervaringsdeskundige die de kennis over het

onderzoeksveld kan overbrengen (Schuyt, 1987: 43).

Binnen een situatie kunnen patronen van handelen opgeroepen worden, of deze teweeg brengen. De praktische gevolgen van handelen kunnen voor de zzp’er uitgroeien tot een nieuw vast patroon in gewoonten en manieren (Schuyt, 1987: 52). In de drie

onderzochte locaties vallen hierin verschillen en overeenkomsten op. Dat kan samenhangen met de verschillende achtergronden van de zzp’ers. Waar dit in de interviews onderzocht wordt kan dit ondersteund worden door middel van observatie.

Werving van respondenten

Om toegang tot respondenten te krijgen op de locaties Timorplein en ZZPlace is contact gelegd met informanten die er werken. De informant op het Timorplein heeft met een e-mail respondenten voor me geworven.

De informant die ook ZZPlace organiseert heeft me in contact gebracht met zzp’ers die er werkten en door op bezoek te gaan en heb ik respondenten geworven. Bij Seats2Meet ben ik gaan werken en observeren waarbij ik actief mensen ben gaan benaderen om mee te doen aan een interview.

In het werven heb ik benadrukt dat deelname op vrijwillige basis zou zijn en dat zoveel mogelijk persoonlijke informatie geanonimiseerd zou worden. De namen van de

(12)

Pagina | 7

geïnterviewden zijn bijvoorbeeld gefingeerd en zoveel mogelijk bedrijfsnamen en namen van derden die in de gesprekken ter sprake kwamen zijn geanonimiseerd. Iedereen die deelnam was via een email op de hoogte of heb ik persoonlijk geïnformeerd over de aard en inhoud van mijn project (Schuyt, 1987: 123).

Onderzoeksmethoden

Methoden van onderzoek die ingezet zijn, uitgebreide semi-gestructureerde interviews aangevuld door middel van participerende observatie. Hiermee is inzicht verkregen in interpretaties van handelingen in de vorm van intentionele, implicatieve en andere betekenissen (Schuyt, 1987: 62).

In totaal zijn er 14 uitgebreide interviews afgenomen waarbij vijf op het Timorplein en bij ZZPlace. Een van de respondenten bij Seats2Meet kwam uit te vallen waardoor er vanuit tijdsdruk gekozen is om het op deze locatie bij vier interviews te houden. Doordat het semi-gestructureerde interviews zijn en om zo dicht mogelijk bij het onderzoeksonderwerp te kunnen komen zijn de zzp’ers zoveel mogelijk aan het woord gelaten. Er is gebruikt gemaakt van een lijst met onderwerpen (topiclist) waarvan een voorbeeld als bijlage toegevoegd is. In de topiclijst worden de thema’s van het onderzoek zoveel mogelijk door middel van algemene vragen benaderd om te proberen sociaal wenselijke antwoorden te vermijden. De onderwerpen zijn niet letterlijk uitgevraagd zoals in de bijlage beschreven en dienden als ondersteuning voor uit te vragen onderwerpen. Ik heb als voorbereiding de topiclijst een aantal keer doorgenomen. Ik heb deze niet gebruikt als checklist onder het afnemen van de interviews. Een van mijn geïnterviewde vroeg of ik haar mijn vragenlijst wilde opsturen en bij de afspraak vroeg ze om de topiclijst in te zien. Ik heb haar dit toegestaan, na het afnemen van het interview. In de interviews liepen thema’s vaak door elkaar heen en wanneer ik aanknopingspunten zag ben door gaan vragen om dieper in te gaan op onderzoeksthema’s.

Alle interviews zijn opgenomen en getranscribeerd om ze geschikt te maken voor analyse. De interviews variëren in lengte tussen één uur en anderhalf uur, in één geval duurde het interview ongeveer twee uur. Ook is data gebruikt uit een meer informeel gesprek op het Timorplein dat ontstond tijdens een van de middagen dat ik aanwezig om participerend te observeren.

(13)

Pagina | 8

bleek. In de eerste reeks interviews op het Timorplein viel op dat veel van de antwoorden betrekking hadden op de motieven van de geïnterviewden. In de daaropvolgende interviews is geprobeerd om het daadwerkelijke handelen ten aanzien van situaties uit te vragen. De geïnterviewden waren gemotiveerd om te vertellen over hun drijfveren en handelen. Naast doorvragen waren meestal kleine (non-)verbale aanmoedigen genoeg om iemand zijn verhaal voort te laten zetten.

Er kwamen bijzondere persoonlijke verhalen naar boven die voor een deel van belang zijn in de analyse. Ik heb zoveel mogelijk persoonlijke informatie die niet in het belang was voor de analyse weggelaten (Schuyt, 1987: 124). Door middel van codering is er met de analyse gestart waar uiteindelijk een categorisering uit voort gekomen is, waarmee zowel het extensieve als intensieve deel van de data analyse over het onderwerp mogelijk is gemaakt (Charmaz in Emerson, 2001: 341-351).

Verder zijn veldnotities gemaakt in de dagen van participerende observaties op de drie locaties (ibid). Een informeel gesprek met een zzp´er op het Timorplein leverde belangrijke informatie op. Naast de interessante informatie was het gesprek niet opgenomen en is daardoor niet meegerekend als interview.

De data analyse in hoofdstuk 4 en 5 bestaat uit een extensief deel dat ingaat op flexibilisering en individualisering. Het eerste deel is extensief, niet omdat ik gegevens over een uitbreide populatie analyseer maar omdat de analyse van de interviews vergeleken wordt met de onderzoeken en theorie die gebaseerd zijn op extensief onderzoek. Het tweede deel van de data analyse is geprobeerd om een meer intensieve analyse van het pragmatisch handelen van de zzp’er en de waarde van de zzp-hub. De extensieve kijk op het onderwerp is meer beschrijvend en is naast analyse een voorbereiding op de intensieve analyse (Schuyt, 1987: 114).

Terugblik op methoden

De interviews en analyse hebben duidelijke inzichten opgeleverd en door codering is een “thick description” ontstaan in de traditie “Grounded Theory” (Charmaz in Emerson 2001: 339-341). Door middel van interview en observatie ben ik bij benadering dichter bij daadwerkelijke keuzes en handelen gekomen. Hoewel academisch van opzet en ondanks zorgvuldigheid zullen er meetfouten in het onderzoek geslopen zijn.

(14)

Pagina | 9

pragmatisch wetenschappelijke methode is de analyse specifiek, maar beperkt in reikwijdte. De legitimiteit van mijn analyse en conclusie kunnen hierdoor niet zomaar gegeneraliseerd worden. Ook zijn uitspraken niet te generaliseren ten aanzien van de zzp’er in het algemeen. De onderzoeksstrategie bevestigt niet een generalisatie maar de bevindingen suggereren wel mogelijke generalisaties (Schuyt, 1987: 25-26, 87).

Ik heb gebruik gemaakt participerende observatie als onderzoekstechniek. Door het korte tijdsbestek van het onderzoek en daarmee de beperkte mate van verzadiging in het totaal van observaties is deze data alleen nuttig gebleken in de ondersteuning van

informatie uit de interviews. Het is dan ook geen volledig etnografisch verslag, daarvoor is langdurige interactie in het veld van onderzoek nodig (Emirbayer & Maynard, 2010). Dit heeft beperkingen opgeleverd ten aanzien van de intensieve studie naar het gebruik van de zzp-hub. De observaties gaven een indruk van de verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende locaties.

1.4. Onderzoeksvragen

De zzp’er handelt creatief en participeert met durf in het sociaal-economisch verkeer. Met de zzp-hub wordt er buitenshuis gewerkt, kunnen zzp'ers elkaar ontmoeten en wordt er zaken gedaan. Het onderwerp is sociologisch interessant omdat de zzp’er actueel is en deze groep zelfstandige ondernemers zich organiseert in zzp-hubs op verschillende plekken binnen de in stadswijken van Amsterdam.

Behoefte aan onderzoek

De zzp’er is in zijn huidige vorm een relatief nieuw fenomeen, er is veel nog niet bekend over het onderwerp en lijkt sociologisch onderbelicht. Uit het inmiddels verrichtte onderzoek naar dit fenomeen blijkt dat meer onderzoek naar het onderwerp van de zzp’er gelegitimeerd is (Dekker & Koster, 2011; van Es & van Vuuren, 2010). Enerzijds wordt gezien dat opleidingsniveau doorslaggevend kan zijn in de keuze om zzp’er worden. Wat nog niet duidelijk lijkt is welke opleidingsbehoefte bestaat bij zzp’ers (Dekker & Koster, 2011).

Anderzijds blijft het nog bij een sterk vermoeden dat overheidsbeleid gezorgd heeft voor de sterke toename in zzp ondernemingen. Flexibilisering van arbeid maar ook

conjuncturele en sociaal-culturele effecten zoals individualisering kunnen niet uitgesloten worden. Overheidsbeleid wordt in verband gebracht met een vergrijzende beroepsbevolking

(15)

Pagina | 10

en flexibilisering, waar bij jongere zzp’ers sociaal-culturele effecten mogelijk doorslaggevend kunnen zijn (van Es & van Vuuren, 2010).

Onderzoeksvragen

Het onderzoek wil inzicht geven in de situatie waarin zzp’ers handelen en zich organiseren binnen flexibele werkplek van de zzp-hub. De situatie wordt mede gevormd door de achtergrond van de zzp’er maar ook of de keuze beleefd kan worden als een

individuele en door de waarde van de zzp-hub, die ondersteuning kan bieden aan de zzp’er. Het belangrijk is om te vragen naar de achtergrond van zzp’ers ten aanzien van flexibilisering en individualisering. Met de hoofdvragen van dit kwalitatief onderzoek zal ingegaan worden op de hierboven geschetste thema’s door inzicht te geven en bevindingen uit eerder uitgevoerde onderzoeken aan te vullen. Wordt de keuze beleefd als een

individuele en wat is de waarde van de zzp-hub als flexibele werkplek:

- Is de flexibilisering van arbeid terug te zien in de keuze om zzp’er te worden? - Wordt de beslissing om zzp´er te worden als een eigen keuze beleefd? - Welke waarde vervult de zzp-hub voor de zzp’ers?

De achtergrond van zzp’ers kan inzicht geven in de omstandigheden waarmee invulling gegeven wordt aan de keuze om zzp’er te worden en welke waarde de zzp-hub daarbij kan hebben. Door de waarde van de zzp-hub te onderzoeken kan duidelijk worden of met het eigen handelen van zzp’ers een nieuwe situatie ontstaat waarin sociale processen in en rond de zzp-hub gelegenheid bieden aan zzp’ers om zich te oriënteren en doelgericht te werken. Naast de waarde van de zzp-hub in zijn kantoorfunctie, is het ook een uitvalsbasis en vormt het, sociale ondersteuning om het pragmatisch handelen van zzp’ers mede mogelijk te maken. De sociale functie die de initiatiefnemers initiëren maakt voor een deel het overleg en wederkerig contact onder zzp’ers mogelijk. Ook kan er mogelijk een

scholingsbehoefte of ontwikkelingsbehoefte in opvallen. In het hoofdstuk 6 worden de hoofdvragen verder geoperationaliseerd en opgesplitst in deelvragen.

(16)

Pagina | 11

2. Theoretisch kader

2.1 introductie theorie

Zoals besproken in paragraaf 1.2, vormen zzp’ers een beroepsgroep die een blijvende plek binnen de arbeidsmarkt hebben. In de inleiding 1.1 wordt beargumenteerd dat de toename in zzp ondernemingen toe te schrijven is aan structurele veranderingen binnen de arbeidsmarkt, zoals de flexibilisering van arbeid. Het zzp-schap wordt gestimuleerd door de overheid, het past bij economische ontwikkelingen en van het beleid gaat een positieve verwachting uit, bijvoorbeeld ten aanzien van werkgelegenheid en economische groei (Thurik et al., 2008).

In dezelfde paragraaf 1.1 wordt naast krapte op de arbeidsmarkt en flexibilisering, een invloed gezien in veranderingen door de sociaal-maatschappelijke trend van

individualisering. Er wordt beargumenteerd dat de toename van zzp ondernemingen verklaard kan worden door individualisering en individuele kenmerken.

De zelfstandige zonder personeel onderneemt individueel, maar niet geheel alleen. De zzp’er ontwikkelt zich in het samenspel met andere zzp’ers zodat ze zich kunnen ontwikkelen als ondernemer. Vanuit een behoefte aan werkplekken zoals benoemd in paragraaf 1.1, wordt duidelijk dat veel zzp’ers er voor kiezen om buitenshuis te werken. Er bestaat een behoefte dat zzp’ers zich vestigen op flexibele werkplekken, de zzp-hubs. Deze flexibele werkplekken zijn op te vatten als zzp-hub, omdat deze werkplekken naast een fysieke inrichting een sociale organisatie inhouden. De zzp-hub is van waarde als kantoorplek maar ook als uitvalsbasis en geven sociale ondersteuning aan zzp’ers die er werken.

Behoefte aan onderzoek

De zzp’er in zijn huidige vorm is, een relatief nieuw fenomeen waar veel nog niet over bekend is. Er is een behoefte aan onderzoek bij verklaringen ten aanzien van de

flexibilisering van arbeid en de individualisering van de zzp'er.

Vanuit sociaal-economisch overheidsbeleid wordt de zzp’er vooral gezien als een economisch handelend individu. Daarnaast wordt niet uitgesloten dat

sociaal-maatschappelijke processen van individualisering en individuele kenmerken van zzp’ers meespelen. Het spanningsveld hierbinnen is enerzijds een verondersteld structureel proces

(17)

Pagina | 12

van individualisering waarin men onder maatschappelijke druk individualiseert. Anderzijds spelen individuele kenmerken een rol zoals een achtergrond in een ondernemersgezin wat voor sociale hulpbronnen kan zorgen door ondersteuning in de opstart en met vaardigheden die nodig zijn in het zelfstandig ondernemerschap. Maar ook een individualisme dat zich bijvoorbeeld in een opleiding ontwikkelt. Waarmee een behoefte aan scholing gestalte kan geven aan een persoonlijke invulling aan autonomie. Iemand kan daarmee een potentieel van mobiliteit ontwikkelen om tussen verschillende toegankelijke sociale werelden te bewegen. Hij of zij creëert bewust een zelfbeeld uit het ‘materiaal’ dat in relatie tot de context van andere individuen ter beschikking staat (Berger & Luckmann, 1967: 171). De keuze om als zzp’er zelfstandig te gaan ondernemen lijkt te passen in een tijd waarin waarden van autonomie en creatieve uiting van eigenwaarde centraler lijken te staan (Joas, 1996: 254).

Theoretische benaderingen

Zowel de meer economisch georiënteerde benadering als opvattingen over individualisering zijn belangrijk om mee te nemen in de analyse, omdat beide beleid kan informeren. In hoofdstuk 4 wordt in het extensieve deel, de analyse van data verkregen uit de interviews en observatie vergeleken met onderzoeksbevindingen die zich relateren aan de bovengenoemde twee theoretische benaderingen.

Om inzicht te verschaffen in hoe de autonomie en creatieve uiting van de zzp’er zich vertaald in eigenwaarde is een kijk op het pragmatisch handelen van belang. Met een benadering vanuit pragmatische theorie wordt de meer intensieve analyse van hoofdstuk 5 mogelijk gemaakt. Waarin het individueel handelen van de zzp’er bezien kan worden in relatie tot de situatie van de zzp-hub.

Uit de theoretische benaderingen in relatie tot flexibilisering en individualisering zal duidelijk worden dat de benaderingen een andere nadruk leggen op menselijk handelen dan een perspectief van pragmatisme. Ook zal bekeken worden op welke wijze de benaderingen aansluiten en een analyse uit een pragmatisch perspectief legitimeren.

(18)

Pagina | 13

2.3

Economisch georiënteerde theorie

Flexibilisering

Dit eerste deel van het theoretisch kader gaat over de flexibilisering van arbeid en de sociologische benadering waarin een beeld van de rationele actor centraal staat. Vanuit een traditie in economische theorie wordt verondersteld dat mensen rationele actoren zijn die ondernemen vanuit een oogpunt om winst te maken (Camerer & Fehr, 2010). Dit komt ook terug in de gehanteerde definitie door de Sociaal Economische Raad (SER, 2010: 51). Die stelt dat een zzp’er een ondernemer is die geen personeel in dienst heeft. Voor een vaststelling of wanneer er sprake is van een ondernemer zijn criteria gesteld:

- Zelfstandigheid bij de inrichting van de eigen werkzaamheden en het uitvoeren daarvan;

- Het voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden; - Het gericht zijn op en het perspectief hebben van het maken van winst; - Bekendmaking van het ondernemerschap;

- Het streven naar meerdere opdrachtgevers.

Flexibilisering wordt binnen de context opgevat als de mogelijkheid voor de zzp’er en bedrijven om in de keuze voor arbeid een extra kosten en baten afweging te maken (SER, 2010: 178). Niet vreemd aan een economisch georiënteerde sociologische visie van de rationele keuze theorie waarin mensen overwegingen maken om tot keuze te komen om winst te maximaliseren (Camerer & Fehr, 2010). In sommige gevallen kost het een bedrijf meer wanneer telkens opnieuw tijdelijke krachten voor een klus gezocht moeten worden of is het juist te duur om bijvoorbeeld mensen in vaste dienst te houden. Mede dankzij

verbeterde communicatietechnologie zijn transactie kosten voor bedrijven lager geworden wat gezien wordt als invloed op de flexibilisering van arbeid.

De inzet van zzp’ers is voor een bedrijf een manier om risico van overcapaciteit te verkleinen (SER, 2010: 178). Wat betekent dat bedrijven redelijk goed in staat lijken om een efficiënte rationele overweging te maken. Maar wanneer veronderstelt wordt dat vooral economische belangen doorslaggevend zijn kunnen verklaringen met betrekking tot bijvoorbeeld andere voorkeuren mogelijk onderbelicht raken.

(19)

Pagina | 14

naast een winst oogmerk ook andere voorkeuren hebben en handelen vanuit bounded rationality. Het laatste betekent dat mensen in niet staat zijn om alle keuze opties rationeel te overzien om zo tot de ideale keuze te komen (Camerer & Fehr, 2010).

Arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt is veranderd en de traditionele verhouding tussen werkgever en werknemer is minder duidelijk aan het worden. Wat gezien wordt als invloed op vooral de ‘nieuwe’ zzp’ers die vooral voor eigen arbeid, kennis en vaardigheden aanbieden (SER, 2010: 15-16). Dit gaat op voor het grootste deel van de groep zzp´ers die aan het onderzoek heeft meegewerkt.

Waar ook gezien wordt dat zzp’ers een positieve bijdrage kunnen leveren aan innovatie. Door structurele veranderingen in de Nederlandse economie kunnen zzp’ers flexibel bewegen. Door in te spelen op bijvoorbeeld een (tijdelijk) vraagoverschot van bepaalde diensten kan een tekort binnen de arbeidsmarkt opgevangen worden (SER, 2010: 178).

Met het oog op werkgelegenheid wordt gezien dat zzp’ers in staat zijn om te balanceren tussen economisch gunstige en ongunstige tijden. Maar met de laatste economische crisis wordt herkend dat zzp’ers ook negatieve effecten ondervinden. Ruim 40% van de zzp’ers ondervond geen last, 33% van de zzp’ers ondervond meer problemen bij het verkrijgen van opdrachten en 12% had moeite om het hoofd boven water te houden (SER: 2010: 178). Het effect van de zzp’er op de werkgelegenheid is moeilijk te meten omdat deze groep in onderzoek vaak onder de ondernemers gerekend worden met een

bedrijfsgrootte van 100 of minder.

Geconcludeerd wordt dat zzp’ers een belangrijke bijdrage leveren aan de economie en voor zichzelf doordat ze in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Ook kan het zzp-schap leiden tot een reductie in uitkeringsgerechtigden (Thurik et al., 2008: 683). Het

werkplezier van zzp’ers blijkt groot ondanks een gemiddeld lager en onzekerder inkomen dan werknemers. Verder biedt het zzp-schap meer flexibiliteit in werkuren. Maar ook bieden ze meer flexibiliteit voor werkgevers (SER, 2010).

Zzp’ers nemen risico wat ook nadelige gevolgen in kan houden doordat de groep ook klappen opvangt, bijvoorbeeld tijdens een economische crisis (SER, 2010: 180). Het lijkt dat zzp’ers rationele overwegingen maken maar er blijkt ook dat er andere preferenties

(20)

Pagina | 15

meespelen naast het vergaren van inkomen. De beschrijvende verklaringen vanuit de visie van de rationele keuze theorie is dan ook beperkt binnen het onderzoek naar zzp’ers, werkend in de zzp-hub.

Gezien kan worden dat de situatie van invloed is, dat preferenties niet alleen op inkomen gericht zijn en dat er een effect van bounded rationality optreedt (Camerer & Fehr, 2013). Doordat zzp’er niet alle keuze opties kunnen overzien proberen ze binnen de situatie hun keuzes te satisficen, een term die inhoudt dat men niet de beste maar een best mogelijk geachte optie bevredigt (Grüne-Yanow, 2007: 548). Naast een sterke nadruk op het rationele karakter van menselijk handelen wordt dit ook gevormd door andere preferenties dan inkomen (Camerer & Fehr, 2013). Herbert Simon, die wel met rationele keuze theorie verbonden wordt, stelt met een kijk op bounded rationality dat de situatie waarin iemand verkeerd van belang is (Simon in Kahneman, 2012: 11, 237):

“De situatie geeft een signaal; dit signaal geeft de expert toegang tot informatie dat hij of zij in zijn geheugen heeft opgeslagen, deze informatie verzorgt een antwoord. Waarbij de intuïtie niets meer en niet minder is dan herkenning”.

Het punt van Herbert Simon is belangrijk en kan ook verbonden worden met de pragmatische traditie door de nadruk te leggen op de situatie (Bousbaci, 2007: 46). Gezien wordt dat het aanknopingspunten geeft waarin de structurele veranderingen van

flexibilisering en een veranderde arbeidsmarkt voor een deel de situatie vormen waarin de zzp’er opereert.

In de extensieve analyse van hoofdstuk 4 wordt gekeken hoe onderzoek ten aanzien van flexibilisering verklaring biedt. Is flexibilisering te herkenning bij de onderzochte zzp’ers en worden zij beïnvloed door processen van flexibilisering van arbeid. Waarmee anderzijds gezien kan worden of bestaande onderzoeken de keuzes van zzp’ers benaderen.

(21)

Pagina | 16

2.4 Individualisering

In paragraaf 1.1 wordt benoemd dat de aard van verandering met het oog op een proces van individualisering te maken kan hebben met een verbeterde reputatie van zelfstandig ondernemerschap. Verschillende sociologische benaderingen wijzen op de

mogelijke effecten van individualisering. In de aannames over de sociale werkelijkheid lijkt er een sterke invloed van ‘onvermijdelijkheid’ meegegeven te worden. Waarin de zzp’er

ondergeschikt is aan de stroom van maatschappelijke druk om te individualiseren. Maar in de keuze voor het zzp-schap kan een individualisme ontstaan dat ondanks uitsluitende elementen ook vormend kan zijn voor de autonomie van een zzp’er.

Gezien wordt dat processen van individualisering lijken mee te spelen in de groei en keuze om zzp’er te worden. Waarbij benoemd wordt dat burgers steeds meer behoefte krijgen om hun eigen voorkeuren ten aanzien van arbeid te realiseren en deze te veranderen gedurende hun levensloop (SER, 2010: 15). Ook zouden processen van individualisering kunnen zorgen voor uitsluiting en afhankelijkheid van meer structurele instituties. Van het individu zou verwacht worden dat deze de beste keuze maakt. Maar gaat voorbij aan het feit dat de risicovolle keuzes niet te overzien zijn vanwege de complexiteit van de hedendaagse samenleving (Beck, 2007: 8).

In veranderingen van regelgeving voor uitkeringsgerechtigden staat het individualiseringbeginsel centraal. Waarbij gemeenten meer vrijheid krijgen om met individuele omstandigheden van zzp’ers rekening te houden. Vooral ten opzichte van bijstandsverlening voor zelfstandigen (Bbz), dat op gemeentelijk niveau georganiseerd is (SER, 2010: 94). Vanuit het perspectief van individualisering kan een maatschappelijk probleem, bijvoorbeeld een veranderende arbeidsmarkt met een nadruk op economische belangen vormen van individualisering inhouden. Hierdoor wordt een maatschappelijk probleem gereduceerd tot bijvoorbeeld een lokaal probleem van kleine groep of individu. Bijvoorbeeld ongelijke economische ontwikkeling wordt het probleem van mensen die lager opgeleid zijn. Het bredere probleem kan dan gezien worden niet als een probleem van ongelijke economische ontwikkeling maar als een individueel probleem van een gebrek aan opleidingsniveau (Nijhof, 1990: 28-29).

Maar de individualiseringstrend, gezien als streven naar individuele autonomie, lijkt niet een gehele omwenteling binnen de arbeidsmarkt in te houden. Er lijkt meer een

(22)

Pagina | 17

verandering op te treden in haar samenstelling van zzp’ers. Het overgrote deel van de beroepsbevolking werkt nog altijd als werknemer. Er wordt niet verwacht dat er een grote verandering zal optreden door een trend van individualisering (SER, 2010: 141). Vanuit een sociologisch perspectief op individualisering wordt gezien dat verzorgingsstaten zoals Nederland een “all-risk” vorm van individualisering kennen. Waarmee bedoeld wordt dat vormen van individualisering ontstaan zijn binnen een welvarende context van sociale zekerheid en regelingen voor de meeste burgers toegankelijk zijn (Beck, 2007: 20).

Processen van individualisering kunnen voor vormen van uitsluiting zorgen (Nijhof, 1990: 28-29). Wanneer iemand niet de correcte keuzes maakt wordt vanuit een visie op individualisering beargumenteerd dat alleen het individu verantwoordelijk gesteld kan worden voor nadelige gevolgen (Beck, 2007: 15-16). Alleen binnen de Nederlandse

verzorgingsstaat bijvoorbeeld in de vorm van Bbz-regelingen, lijken processen van uitsluiting voorkomen te kunnen worden (SER, 2010: 94). Hoewel ook de vraag gesteld wordt of de zzp’er een behoefte heeft en de middelen krijgt om zich te scholen en te ontwikkelen.

De theoretische benadering van individualisering haakt in op de tweede

onderzoeksvraag. Kan in een proces van individualisering invulling gegeven worden aan de beleving van een eigen keuze, door de wijze waarop de zzp’er omgaat met de

omstandigheden? Omdat er structurele oorzaken van invloed lijken te zijn op de keuze om zzp’er te worden en doordat er mogelijk aanknopingspunten zijn die wijzen naar vormen van sociale uitsluiting. Met een extensieve data analyse in hoofdstuk 4 wordt gekeken of een proces van individualisering te herkennen is en of de beslissing om zzp’er te worden beleefd wordt als een eigen keuze.

(23)

Pagina | 18

2.5 Pragmatisme

Voor een meer intensieve analyse hoe de zzp’er binnen een situatie zijn eigen keuze belichaamd, is een derde benadering nodig. Een kijk op het creatieve handelen van de zzp’er, werkend in de zzp-hub. Dit gedeelte van het theoretisch kader gaat over pragmatisch handelen, waarbij de creativiteit van handelen centraal staat. De zzp’er als individualist kan opgevat worden als iemand die het potentieel van mobiliteit bezit om tussen verschillende toegankelijke (professionele) werelden te bewegen (Berger & Luckmann, 1967: 171). Bijvoorbeeld van een situatie in loondienst naar een situatie van zelfstandig

ondernemerschap. Door middel van doorlopende socialisatie individualiseert de zzp’er zich in onderhandeling met zijn omgeving. Dit wordt mogelijk gemaakt door de ontwikkeling binnen geplande of georganiseerde situaties zoals de flexibele werkplek of zzp-hub (Berger & Luckmann, 1967: 31). Hiermee kan een begin gemaakt worden met een benadering op de derde onderzoeksvraag.

Situatie, belichaming en de primair sociale basis

Het handelen van de zzp’er is altijd een sociaal handelen, bijvoorbeeld ten opzichte van opdrachtgevers en andere zzp’ers (Schuyt, 1987: 25). De situatie, de belichaming van het zzp-schap en sociale betekenis vormen een proces van zinvol handelen en zingeving (Schuyt, 1987: 30).

Het is dan ook belangrijk dat het handelen van de zzp’er zelf, agency, wordt onderzocht. Het handelen van de zzp’er is op te vatten als een sociale aangelegenheid in samenwerking, tegenwerking en feedback (Schuyt, 1987: 26). Vanuit het pragmatisme wordt duidelijk dat de ervaring niet alleen zintuiglijk waarneembare ervaringen is maar ook berust op het gebruik van taal, dat geleerd en toegepast wordt in een sociale situatie (Schuyt, 1987: 27).

Wat ook duidelijk wordt is het belang van de situatie. Mensen zijn in staat om de wereld te ontdekken en te bevatten door te handelen. De menselijke creativiteit staat in relatie tot zijn natuurlijke en sociale omgeving. De situatie en het creatief handelen zijn met elkaar verbonden en is aanwezig in iedere situatie die mensen in hun geschiedenis is

overkomen en hij heeft opgezocht (Joas, 1996 in Colaprietro, 2009: 7-8). De situatie is de ruimte waarbinnen gedrag als het ware ‘uitgelokt’ wordt, gedrag dat al in de perceptie van de situatie besloten ligt krijgt zijn gevolg (Joas, 1996: 159).

(24)

Pagina | 19

In het belichamen van creativiteit die volgt op de ervaring met een situatie en van de zzp’er vraagt om een oplossing (Joas, 1996 in Colaprietro, 2009: 7-9). De lichamelijkheid van creativiteit uit zich bijvoorbeeld in drie vormen die herkend worden in de sociaal

humanistische psychologie van Maslow (Joas, 1996: 255). De primaire creativiteit zich met verbeelding, speelsheid en enthousiasme uit. Secundaire creativiteit in de vorm van de rationele productie van iets nieuws, bijvoorbeeld een oplossing voor een technisch probleem of een kunstwerk. Maar deze creativiteit kan ook terugkomen in oplossingen voor de

alledaagse situationele problemen waarmee een zzp’er geconfronteerd kan worden, wanneer bestaande gebruiken niet afdoende blijken. De tertiaire vorm van creativiteit is de geïntegreerde creativiteit. Waarin de open houding van zelfverwezenlijking vervlochten is met de controle over eigen handelen van de zzp’er (ibid).

In de belichaming van controle over gedrag zijn motieven gebaseerd op een

vocabulaire van mogelijke en legitieme doelen (Mills, 1940 in Joas, 1996: 162). De zzp’er zal zich binnen de situatie met een reflexieve houding verhouden tot de doelstellingen die zijn aspiraties bevredigen (Joas, 1996: 161-162). De basis van de constructie van realiteit en daarmee het doelmatig handelen van de zzp’er wordt belichaamd in lichaam en geest (Joas, 1996: 198-201). Waarbij uitgelicht kan worden dat het handelen van de zzp’er primair sociaal geconstrueerd wordt. De geïntegreerde open houding wordt dan ook gevormd op basis van de primair sociale oorsprong van de zzp’er (Joas, 1996: 184).

De speelse en verbeeldende creativiteit en rationele oplossingen die vernieuwen vormen samen, de geïntegreerde creativiteit die de autonomie van de zzp’er gestalte kan geven. De waarde van de zzp-hub ligt in het gegeven dat identiteit en autonomie ontstaat op basis van sociale interactie met anderen waardoor de zzp’er doelmatig kan handelen (Joas, 1996: 182-184).

Het pragmatisch handelen ten opzichte van probleemsituaties kan de vormen aannemen waarin, in navolging van Dewey (in Joas, 1996: 142), iemand zich situaties eigen maakt en leert om zich passief te voegen naar de situatie, of de situatie verandert zodat deze de behoeften accommodeert. Er is dan ook een aanpassing mogelijk, waarin de wil ten opzichte van de situatie verandert en andere motieven ontstaan (Joas, 1996:142).

Bijvoorbeeld motieven minder gericht op inkomen en meer op andere voorkeuren. Hoewel de situatie van invloed is in de keuze voor belichaming van betekenisvol handelen, wordt duidelijk dat een eigen intentionaliteit wel degelijk van invloed is (Joas, 1996: 161).

(25)

Pagina | 20

Mensen kennen een wil om te leren en een wens om het “waarom” te achterhalen. Om het eigen bestaan zin toe te kennen en een bevestiging van eigen individualiteit te geven. Er worden keuzes gemaakt die het gevolg zijn van eigen handelen in verhouding tot de sociale context (Schuyt, 1987: 35-36). Het proces waarin iemand zijn individualiteit

creëert kan gezien worden als een complexe groepsactiviteit (Joas, 1996: 189). Een collectief of cultureel betekenissysteem wordt opgezet tegenover eigen interpretatieve capaciteit van bijvoorbeeld de zzp’er (Schuyt, 1987). Zoals in paragraaf 1.1 wordt aangegeven ten aanzien van de verandering in de sociaal-maatschappelijke waardering van de zelfstandige

ondernemer. Voorheen werd deze geassocieerd met winstbejag en uitbuiting maar tegenwoordig vaker gewaardeerd als symbool van streven naar individuele autonomie.

Ook in het proces waarbij de situatie veranderend, bijvoorbeeld van een betrekking in loondienst naar zzp-schap kan het groepsperspectief inzicht bieden. Het kan dat

bestaande gebruiken niet afdoende zijn waardoor de situatie problematisch wordt. De grenzen van het ego kunnen overstegen raken en in plaats van uitsluiting kunnen collectieve gebruiken er voor zorgen dat de oude situatie, bijvoorbeeld een betaalde baan in loondienst, hersteld wordt. In het geval van het onderzoeksonderwerp kan er een nieuwe situatie

ontstaan voor de (startende) zzp’er. Waarbij nieuwe collectieve gebruiken ontstaan van zzp’ers, werkend in de zzp-hub. Deze gedeelde gebruiken zorgen er voor dat er sociale binding ontstaat (Joas, 1996: 191-195). Waarbij rituelen, in lijn met Victor Turner maar ook Erving Goffman, zorgen voor acceptatie van de intentionele en niet-intentionele gevolgen van de keuze voor het zzp-schap binnen situatie van de zzp-hub (Joas, 1996: 158-161).

Met de opkomst van de zzp’er in zijn huidige vorm ontwikkelt zich een nieuwe sociale ordening. Een proces dat zich lijkt te institutionaliseren in bijvoorbeeld de zzp-hub. De praktische gevolgen in het handelen van zzp’ers binnen de zzp-hub kan uitgroeien tot vaste gedragspatronen, of gewoonten (Schuyt, 1987: 57). Maar dit proces kan ook conflicten veroorzaken over de samenstelling van de groep en betekenis die aan het zzp-schap en werken in de zzp-hub ontleend wordt. Waarin de sociale regels continu herzien worden en vooral ook geconcretiseerd raken in alledaagse handelingen en gebeurtenissen (Schuyt, 1987: 59). En een onderhandelde ordening ontstaat in het creëren van betekenis en in stand houden van betekenis. Zzp’ers werkend in de zzp-hub creëren een onderhandelde orde binnen de situatie. Uit een historie van een plek komt een (tijdelijk) resultaat naar voren. Van eerdere onderhandelingen, de keuzes van zzp’ers en anderen binnen een zzp

(26)

Pagina | 21

organisatie en bredere maatschappelijke cultuur (Strauss in Joas, 1993: 40-43). In de strijd tussen opvattingen, vervulling en invullingen aan gedrag waarvan het verloop en de afloop van te voren niet geheel te kennen zijn (Mead in Schuyt, 1987: 30). Door een intensieve analyse kan dan ook onderzocht worden wat de waarde van de zzp-hub kan zijn.

2.6 Terugblik op theorie

Uit paragraaf 2.3 blijkt dat de benadering vanuit rationele keuze theorie is aangepast. Het laat zien dat mensen naast een winstoogmerk ook andere voorkeuren hebben en

handelen vanuit een mate van bounded rationality. Het laatste betekent dat mensen niet in staat zijn om alle keuze opties rationeel te overzien om zo tot de ideale keuze te komen.

De structurele veranderingen van flexibilisering vormen voor een deel de situatie waarin de zzp’er opereert. In de extensieve analyse van hoofdstuk 4 wordt enerzijds gekeken of blijkt dat de onderzochte zzp’ers te maken hebben met processen van flexibilisering. Anderzijds of deze onderzoeken de keuzes benaderen die zzp’er maken in de omgang met processen van flexibilisering.

De theoretische benadering van individualisering in paragraaf 2.4 haakt in op de tweede onderzoeksvraag. Hoewel er structurele oorzaken van invloed zijn op de keuze om zzp’er te worden. En er mogelijk aanknopingspunten zijn die wijzen naar vormen van sociale uitsluiting. Kan in een proces van individualisering invulling gegeven worden aan de eigen keuze, doordat de zzp’er weet om te gaat met de omstandigheden.

Binnen de Nederlandse verzorgingsstaat lijken processen van uitsluiting voorkomen te kunnen worden. De zzp’er is in staat om te individualiseren en hiermee op eigen benen te staan. Hoewel de zzp’er ook te maken kan krijgen met processen van uitsluiting. Met

ondersteuning lijkt men een proces van uitsluiting tegen te gaan. Anders verwoord, de zzp’er leert en ontwikkelt zich voortdurend in een permanent proces van zingeving binnen de samenleving. De zzp’er kan zich ontwikkelen, maar er bestaat een wens om inzicht te krijgen in de scholingsbehoefte. Maar vooral of de keuze van de zzp’er als eigen keuze beleefd kan worden.

Vanuit de theorie van pragmatisme uit 2.5 is de zzp’er niet machteloos binnen zijn of haar situatie en kan gevolg geven aan een wens om verandering te realiseren ten aanzien van werk. Maar de situatie is wel de ruimte waarbinnen gedrag als het ware ‘uitgelokt’ wordt, gedrag dat al in de perceptie van de situatie besloten ligt krijgt zijn gevolg.

(27)

Pagina | 22

Waarin de open houding van zelfverwezenlijking vervlochten is met de controle over eigen handelen van de zzp’er. In de belichaming van controle over gedrag zijn motieven gebaseerd op een vocabulaire van mogelijke en legitieme doelen. De zzp’er zal zich binnen de situatie tot de doelstellingen verhouden die de aspiraties van de zzp’er bevredigen. De basis van de constructie van realiteit en daarmee het doelmatig handelen van de zzp’er wordt belichaamd in lichaam en geest.

De geïntegreerde open houding wordt gevormd op basis van de primair sociale oorsprong van de zzp’er. De waarde van de zzp-hub ligt in het gegeven dat identiteit en autonomie ontstaat op basis van sociale interactie met anderen waardoor de zzp’er

doelmatig kan handelen. Het pragmatisch handelen ten opzichte van probleemsituaties kan de vormen aannemen waarin iemand zich passief of actief opstelt ten opzichte van de situatie. Er kunnen ook veranderingen ontstaan waarbij de wil ten opzichte van de situatie veranderd en andere motieven ontstaan, bijvoorbeeld minder gericht op inkomen en meer op andere voorkeuren.

Hoewel de situatie van invloed is in de keuze voor belichaming van betekenisvol handelen, wordt duidelijk dat een eigen intentionaliteit wel degelijk van invloed is. Het proces waarin iemand zijn identiteit creëert kan gezien worden als een complexe

groepsactiviteit. In het geval van het onderzoeksonderwerp kan er voor de (startende) zzp’er een nieuwe situatie ontstaan. Waarbij nieuwe collectieve of gemeenschappelijke gebruiken van zzp’ers, werkend in de zzp-hub er voor zorgen dat met gedeelde gebruiken sociale binding ontstaat. Zzp’ers werkend in de zzp-hub creëren een onderhandelde orde binnen de situatie. En uit een historie van een plek ontstaat een (tijdelijk) resultaat van eerdere

onderhandelingen, de keuzes van zzp’ers en anderen. Binnen een zzp organisatie en bredere maatschappelijke cultuur. De uitkomst van sociale situatie is niet van te voren te voorspellen en kan vernieuwend zijn.

Met de onderzoeksvragen uit hoofdstuk 1.4 en de drie theoretische benaderingen in dit hoofdstuk 2 wil het onderzoek inzicht geven in de situatie waarin zzp’ers handelen en zich organiseren binnen flexibele werkplek van de zzp-hub. De situatie wordt gevormd door de achtergrond van de zzp’er, of de keuze beleefd wordt als een individuele en door de waarde van de zzp-hub als flexibele werkplek voor zzp’ers.

(28)

Pagina | 23

3. Operationalisering

De keuze om als zzp’er zelfstandig te gaan ondernemen lijkt te passen in een tijd waarin waarden van autonomie en creatieve uiting van eigenwaarde centraler lijken te staan (Joas, 1994: 254). Onder druk van flexibilisering vraagt de individualistische keuze om zzp'er te worden moed en een sterke mate van eigen verantwoordelijkheid. Hierdoor lijkt de bekrachtiging dat het ondernemerschap gestoeld is op de eigen keuze, een belangrijke overtuigende functie voor de zzp’er te kunnen vervullen. Ten aanzien van de invloed van flexibilisering maar ook processen van individualisering is creativiteit nodig in het opstarten en verwezenlijken van een zzp onderneming en houdt pragmatisch handelen in. In dit hoofdstuk worden concepten flexibilisering, individualisering, de zzp’er en de zzp-hub geoperationaliseerd vanuit de drie hoofdvragen.

Flexibilisering, individualisering en pragmatisch handelen

Pragmatische theorie kan verklaring geven voor het creatief handelen van zzp’ers. Hoe iemand zzp’er wordt en invulling geeft aan de individuele keuze moet gezien worden in verhouding tot de context (Schuyt, 1987: 14-15). Vanuit een visie op flexibilisering en individualisering komt de keuze om zzp’er te worden niet alleen voort uit individuele

rationele overwegingen. Zoals aangegeven in paragraaf 1.1 kan iemand zijn baan verliezen of iemand krijgt via zijn netwerk andere klussen.

Bij processen van flexibilisering en individualisering zullen meer zaken meespelen in het specifieke verhaal van de verschillende zzp’ers. Om het pragmatisch handelen van de zzp’er, werkzaam binnen de zzp-hub, te onderzoeken zijn de concepten van situatie, lichamelijkheid en primair sociale basis van handelen uit pragmatische theorie van belang (Joas, 1996: 145-195). Doordat verschillende zzp-hubs een verschillende uitstraling hebben, zullen gelijkgestemden een ruimte kiezen waar men zich op zijn plek voelt. Om een indruk te geven van sociale verhouding wordt ingegaan op de onderhandelde orde die voortkomt uit de keuze en onderhandelingen van de zzp’ers.

Er wordt ingegaan op de onderzoeksvragen vanuit de thema’s rond de theoretische concepten, flexibilisering van arbeid, individualisering, de zzp’er en zzp-hub. Door het vrij open karakter van de interviews is op een extensieve wijze ingegaan op de

onderzoeksvragen uit paragraaf 1.4. In de rest van het hoofdstuk worden de hoofdvragen verder geoperationaliseerd in deelvragen.

(29)

Pagina | 24

3.1 Flexibilisering

Om de eerste onderzoeksvraag te operationaliseren is de situatie van de zzp’er van belang. Deze is breder gevormd dan alleen in het handelen binnen het “hier en nu”. De overlapping van situaties waar actoren mee te maken krijgen is historisch van aard wat mede de situatie en het handelen van de zzp’er kan bepalen (Colapietro, 2009: 9). De flexibilisering van arbeid wordt dan ook onderzocht door binnen de interviews en analyse in te gaan op de thema’s. De hoofdvraag is daarbij opgedeeld in twee deelvragen:

- Is de flexibilisering van arbeid terug te zien in de keuze om zzp’er te worden?

• Is flexibilisering terug zien?

• Bepaald flexibilisering keuzes voor zzp-schap?

3.2 Individualisering

Ten aanzien van de tweede onderzoeksvraag kan gezien worden dat keuzes

belichaamd worden door de zzp’er: in hun interpretatie van de situatie en in het handelen dat hiermee samenhangt. De intentie die gegeven wordt aan het handelen, ligt in de geïmproviseerde reacties van mensen op een variatie van situationele of contextuele invloeden (Joas, 1996 in Colapietro, 2009: 8). Een proces van individualisering is ook op te vatten als een externe invloed of maatschappelijke druk, wat zich toont in

geïndividualiseerde verantwoordelijkheid en bijvoorbeeld ten aanzien eigen keuze en scholing. De onderzoekvraag valt uiteen in de volgende onderwerpen. Valt een proces van individualisering op bij de zzp´er, wordt de keuze om zzp´er te worden als een eigen keuze beleefd wordt en als laatste wat de rol van opleiding is.

- Wordt de keuze om zzp´er te worden als een eigen keuze beleefd?

• Valt een proces van individualisering op?

• Beleefd de zzp’er zijn beslissing als een eigen keuze? • Valt een opleidingsbehoefte op?

3.3 Pragmatisch handelen

De derde onderzoeksvraag is te operationaliseren door het sociale karakter van menselijk handelen te onderzoeken. Elke benadering die de sociale aard niet incorporeert zal beperkte blik werpen op de aard van “agency”, de wijze dat mensen hun eigen wereld

(30)

Pagina | 25

kunnen creëren (Calopietro, 2009: 3). De flexibele kantoorruimte kan gezien worden als een ruimte met stoelen, bureaus en internetverbinding als inrichting. Maar ook zijn de zzp-hubs ruimtes waar gelijkgestemden gestalte geven aan de zzp onderneming. Het theoretische concept van de zzp’er en de zzp-hub is geoperationaliseerd door binnen de interviews in te gaan op de thema’s rond de situatie van de zzp’er, het belichamen van de zzp onderneming en het handelen vanuit een primair sociale aard. Om een indruk te geven in de verhouding tussen de verschillende zzp-hubs wordt ingegaan op een concept van onderhandelde orde.

- Welke waarde vervult de zzp-hub voor de zzp’ers?

• Wat betekent de situatie voor een zzp’er? • Hoe belichaamd de zzp’er zijn onderneming?

• Is het handelen van de zzp’er gebaseerd op een primair sociale oriëntatie? • Verhouden de zzp-hub zich tot elkaar?

(31)

Pagina | 26

4. De zzp’er verwoord

In dit hoofdstuk wordt de data analyse gepresenteerd ten aanzien van het extensieve deel van het onderzoek. De analyse beslaat de eerste twee hoofdvragen en de daarbij horende deelvragen. Uit de eerste analyses van de interviewdata is met de codering een categorisering ontstaan. Het hoofdstuk is opgedeeld aan de hand van deze categorieën en wordt vergeleken met bevindingen uit onderzoek naar zzp’ers.

4.1 Gezinsachtergrond

Bij de geïnterviewden van het Timorplein hebben ouders vooral een arbeidsverleden in loondienst. Variërend van een moeder als arts en een vader met en kantoorbaan. Maar ook ouders, zoals van Annelies, waarvan de vader voor defensie heeft gewerkt en moeder die korte tijd als verpleegkundige heeft gewerkt. En bijvoorbeeld Katherina waarvan de vader beroepsmuzikant is geweest in de klassieke muziek.

Binnen ZZPlace vertelde Anneke dat ze een periode in het midden oosten heeft gewoond vanwege het werk van haar vader. Hoewel dit binnen een loondienst verband was en iemand niet als ondernemer bestempeld kan worden. Ondernemerschap brengt risico met zich mee, vroeger meer dan tegenwoordig.

Alleen drie geïnterviewden bij Seat2Meet hebben ouders met een achtergrond als ondernemer. Saskia haar moeder is een succesvolle zakenvrouw in makelaardij en is altijd onderneemster geweest. Dat ouders keuzes beïnvloeden blijkt ook bij Saskia die voor een korte periode een studie in dezelfde richting gedaan heeft als haar moeder, dit is uiteindelijk niet bevallen waarna ze geswitcht is van opleiding.

Frank zijn vader heeft vroeger als ondernemer een agrarisch bedrijf gehad:

“Ik kom uit een gezin met erg aardige ouders, die heel succesvol zijn geweest altijd, en sociaal.”…“Ja, mijn vader was zelfstandig ondernemer en is daarna de politiek ingegaan, mijn broer heeft toen het boerenbedrijf overgenomen.”

Maar ondanks deze ondernemersachtergrond binnen zijn familie vertelt Frank dat hij zelf eerder altijd in loondienst heeft gewerkt.

Er wordt beargumenteerd dat ondernemende ouders de kans op een keuze voor zzp-schap vergroten (Blumberg & de Graaf, 2004). Hoewel de meeste geïnterviewde zzp’ers

(32)

Pagina | 27

geen ouders hebben die ondernemers zijn of waren, bevestigen drie interviews de

resultaten van eerder onderzoek dat kinderen van ondernemers van huis uit al bewust en onbewust bepaalde vaardigheden mee krijgen (Blumberg & de Graaf, 2004). Bij gesprekken waarbij de ouder geen achtergrond als ondernemer had vertellen de meeste zzp’ers dat ze een zekere mate van zelfstandigheid meegekregen hebben vanuit hun gezinsachtergrond, zoals Marjonne verteld dat:

“Ik denk dat ik dat gewoon van mijn ouders heb meegekregen. Zelfvertrouwen is het grootste cadeau dat ik van mijn ouders heb gekregen”…“ik heb een setje karaktereigenschappen en opvoedingserfenis die me maken.”

Naast vaardigheden worden materiële en immateriële ondersteuning van

ondernemende ouders als invloed aangemerkt (Blumberg & de Graaf, 2004). Bijvoorbeeld immateriële steun bij het maken van de keuze om zelfstandige te worden, meer hierover in het volgende hoofdstuk “De zzp’er handelt”.

4.2 Relaties

Zoals bij kinderen van ondernemers steun een belangrijke factor blijkt kan iemand met andere gezinsachtergrond soortgelijke steun ervaren binnen een relatie. Op twee na hebben alle geïnterviewde zzp’ers een relatie. Wel is bij vijf van de geïnterviewden pas later een relatie ontstaan en zijn ze een langere periode vrijgezel gebleven. Bij vier van hen speelde ook de wens om een gezin te stichten mee als reden om zzp’er te worden. De keuze om zzp’er te worden komt dan voort uit de behoefte naar een flexibelere tijdsindeling en een betere balans tussen privé en werk. Deze motivatie vinden we ook terug in de literatuur (van Es & van Vuuren, 2010).

Irene vertelde dat ze vastliep in haar werk en heeft daarbij een burn-out gekregen. In deze periode heeft ze veel steun gehad aan haar partner die eveneens zzp’er is. Irene verteld dat haar keuze uiteindelijk haar eigen keuze is geweest:

“ja, hij is ook zzp’er dus we hebben allebei de onzekerheid van het freelance bestaan. Ik had wel gespaard en heb een goed gesprek met mijn werkgever gehad over het feit dat ik ging stoppen, ik bedoel dat was echt mijn eigen keuze. Nou ja, ik bedoel dat als ik daar door zou gaan, dan was ik weer ziek geworden.”

(33)

Pagina | 28

De arbeidspositie van de partner blijkt voor vrouwen een belangrijkere rol te spelen ten opzichte van mannen. Vrouwen bleken relatief vaker zzp’er te worden wanneer ze een partner hadden (Dekker& Koster, 2011):

“Ik heb geen gezin, ik die verantwoordelijkheid niet, ik heb geen kinderen, ik heb geen vrouw, de enige verantwoordelijkheid die ik heb, ben ik. Ik had altijd gespaard en niet zo duur geleefd en ja, dan houdt je wat over.”

Tegenover het voorbeeld van de vrijgezelle Joost hierboven laat het volgende citaat van Anneke zien dat ze bij de omschakeling van loondienst naar zzp veel steun binnen haar relatie heeft ervaren:

“Dus hij is heel belangrijk voor mij. Hij is zelf ook zzp’er en door hem heb ik ook denk ik”...“Ik heb ook altijd wel een angst gehad. Want als zzp’er moet je ook zelf voor je inkomen zorgen, ik vond dat altijd wel eng. Maar door hem heb ik leren inzien, hé dat kan best. Is niet altijd makkelijk, maar je kunt je altijd wel redden. Dat moet gewoon kunnen.”

Van de tien vrouwen die mee hebben gedaan aan het onderzoek hebben er negen ook een relatie. Laetitia echter is al langer vrijgezel maar heeft ook niet een erg sterke behoefte aan een relatie. Ze vertelt bijvoorbeeld dat ze het niet eens is met de kijk van haar vriendinnen die een iets ander belang hechten aan een vriend dan de steun die in de

interviews naar voren komt:

“ja, anderen zeggen ook wel van, het zou zo veel makkelijker zijn geweest als je een man had gehad… Dus dan had ik geteerd op mijn vriend? Van als je een man had gehad, met een baan, dan hoef je niet zo te struggelen. Op zo’n manier van dat het ook moet, teren op een man. Ik vind dat zo raar.”

Zo bezien valt op dat naast de wens om een gezin te stichten en een relatie ook materiële steun kan geven door de spreiding van financieel risico en er teruggevallen kan worden op een partner (Mevissen & van den Berg, 2011: 270). Maar naast deze materiële steun wordt door de verschillende respondenten de immateriële steun in een relatie als doorslaggevend ervaren. Zeker wanneer de partner ook zzp’er was werd dit ervaren als een positieve steun bij de start als zzp’er (Blumberg & de Graaf, 2004). Annelies verteld

bijvoorbeeld dat haar partner zelf ondernemer is en een houding heeft van als je het wil, nou ga het dan gewoon doen. Zoals immateriële steun door ouders gegeven kan worden zo komt in de gesprekken ook terug dat deze rol vervuld wordt door een partner. In een relatie kan bijvoorbeeld steun gegeven worden door empathie en sympathie. Mensen zijn in staat om

(34)

Pagina | 29

te reageren op een manier waarin men geanticipeerd op de reactie van de ander en zich inleven in de perceptie van de ander (Joas, 1996: 186-187).

4.3 Opleidingsachtergrond

Qua middelbare school en startkwalificatie heeft een van de geïnterviewden vroeger op een internaat gezeten en heeft een de mavo afgerond en haar startkwalificatie behaald met een opleiding mbo mode. Verder hebben er vijf de havo afgerond en zeven het vwo. Voor een overzicht heb ik in de bijlage een tabel van de respondenten toegevoegd met onder andere het hoogst behaalde opleidingsniveau.

Zes van de geïnterviewden hebben een hbo diploma waaronder Frank HBS-agrarisch heeft afgerond. Twee zijn wel gestart met een hbo opleiding maar hebben deze niet

afgerond. Rudi met een opleiding fysiotherapie en Joyce met een opleiding HBO-J(juridisch). Vijf van de geïnterviewden hebben een universitaire graad. Irene heeft na haar hbo

opleiding en tijdens haar loopbaan als personeel- en organisatie medewerkster een Post-hbo afgerond voor trainer en coaching.

Er wordt wel geredeneerd, dat mensen met een hoger opleidingsniveau binnen hun werk, een sterkere drang zouden hebben tot zelfontplooiing en creativiteit (Dekker & Koster , 2011). Maar er wordt ook praktisch opgemerkt dat het als hoger opgeleide lucratiever is om zelfstandig te gaan ondernemen dan voor lager opgeleiden (Koster & de Vries, 2011). De positieve bekrachtiging om de keuze te maken en zzp’er te worden, kan samenhangen met zelfbevestiging die nodig is om een opleiding op hoger niveau af te ronden. Na aanleiding van haar universitaire studie, werken in loondienst om daarna zzp’er te worden vraag ik Lilian of opleidingsniveau en werk in elkaar verlengde liggen:

“Ja, wel een beetje. Want, veel vrouwen die minder hoog opgeleid zijn, die denken ook vanuit wat ze leuk vinden. Heel veel richten zich op de consumentenmarkt maar ik denk dan, dat gaat hem niet worden. Dus dan ga ik het zakelijker doen, aan die kant is ook meer te halen.”…“Ik heb dan ook wel eens even niets lopen, het is dan ook wel doorgaan, doorgaan, doorgaan. Je weet het niet helemaal, je kunt niet alles sturen. Je moet aan de gang blijven en waar het eindigt?”

In verschillende loopbanen valt op dat er voor de start als zzp’er externe prikkels van invloed zijn geweest. In de vorm van arbeidsconflict, ontslag, reorganisaties of

herstructureringen maar ook gezondheidsklachten zoals overspannenheid, burn-out en in een geval depressieve klachten. De meeste geïnterviewden geven aan dat ondanks

(35)

Pagina | 30

ingrijpende veranderingen binnen hun vaste dienstbetrekking en persoonlijke leven de start als zzp’er gekenmerkt en beleefd wordt als grijpen van een kans, of opportunity

entrepreneurship (Dekker & Koster, 2011):

“Terwijl toen ik daar ging werken was het niet echt al het plan om zelfstandige te worden. Maar misschien wel dat ik me verder zou gaan ontwikkelen. Na anderhalf jaar daar, en ja, door die omstandigheden (reorganisatie red.) liep dat zo dat ik op een gegeven moment dacht, dan is nu de tijd en niet pas over een half jaar. En dan ben ik gewoon mailtjes gaan versturen. En ja, ene keer krijg je geen of een slechte reactie. Bij een bureau zeiden ze toen, ja, we geen baan voor je maar misschien wel een project.”

Annelies heeft zelf het initiatief genomen, maar ook onder druk van een

onbevredigende werksituatie dat een ‘dwingende’ invloed is gaan vormen. Waarschijnlijk dat de mentaliteit om een start als zzp’er als kans te beleven samenhangt met het gemiddeld hoge opleidingsniveau van de geïnterviewden zoals dit ook in de zzp literatuur terugkomt (Koster & de Vries, 2011).

Zoals Rudi en Laetitia in de gesprekken uitleggen dat ze een gebrek aan opleiding beleven als een factor die bijgedragen heeft aan beperktere kansen op de arbeidsmarkt en hun start als zzp’er een element van noodzakelijk meedraagt, ofwel “necessity

entrepreneurship” (Dekker & Koster, 2011). Rudi heeft er voor gekozen om niet verder te studeren en is in vaste dienst gekomen bij de bank waar hij daarvoor een bijbaan had. Hij is daar leidinggevende geworden maar vanwege bezuinigingen uiteindelijk bij een

uitzendbureau gekomen dat hem is gaan detacheren voor hetzelfde werk. Bij zijn laatste werkgever kreeg hij te maken met een reorganisatie en is hij uit dienst is gegaan:

“Maar ik kon op een prettige manier uitstromen, financieel prettig. En ik vond het ook niet zo erg om de organisatie achter me te laten. Ik was het zat, dus het was niet erg om weg te gaan. Ik had recht op WW, dus ik ging eerst een maand op vakantie en daarna solliciteren en weer werk vinden. Dat viel dus tegen. De vakantie niet, die was heel erg leuk, maar daarna wel twee jaar in de WW gezeten. En nergens meer aan de bak gekomen, misschien dat het te maken heeft met hoe mijn CV eruit ziet. Want ik heb heel veel werkervaring opgedaan binnen elke organisatie waar ik voor gewerkt heb, ik stroomde door naar leuke plekken. Ik heb wel eens een management training gedaan, maar er nooit iets op HBO niveau voor moeten doen. Ik liet het in de praktijk wel zien, dus ik heb geen officieel papier.”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onderschat ook niet de aanvulling die het één op het ander kan hebben: als je een interview geeft voor een artikel in de krant, omdat je met een nieuw product gaat werken, dan kan

Naast de beperkingen en uitsluitingen, die wij hebben vermeld in de algemene afspraken en de algemene verzekeringsafspraken, heeft u geen recht op juridische hulp voor

Wat gebeurt er bijvoorbeeld als het niet goed gaat met je onderneming en je niet in staat bent de lening terug te betalen.. En wat als de persoon in kwestie het geld toch zelf

werkingssfeer van de Wml uit te breiden tot alle opdrachtnemers die anders dan in het kader van hun beroep of bedrijf tegen beloning arbeid verrichten.. Door betaling van

• Inzake de bijtelling privégebruik auto van de zaak geldt 1 januari 2019 als een nieuwe peildatum voor het bijtellingspercentage voor auto’s die vóór 1 juli 2012 zijn

groep zelfstandigen actief is, niet zal leiden tot significante kosten voor de overheid en niet in strijd is met de (Europese) mededingingswetgeving.” 236 Daarnaast zou een

Wanneer bij de bezittingen geen bedragen zijn ingevuld, of de schulden op 1 januari 2021 niet hoger dan € 3.100,- per persoon zijn, dan hoef je deze vraag niet. BOX 3: INKOMEN UIT

Zorg dat de bezoeker voor het antwoord op zijn of haar dringende vragen op jouw website moet kijken, en niet op al die andere websites.. Zoals eerder gezegd doe je dit onder meer