Media, Informatie en Communicatie
Crossmediaal concept voor De Magische Winkel
Adviesrapport voor het vergroten van de betrokkenheid tussen de kijker en
het programma De Magische Winkel
Naam : Lillian Kelatow Klas : RAFN3 Begeleider : A. Kersten Eerste beoordelaar : P. Blok Tweede beoordelaar : J. ter Horst
Redactie en Mediaproductie 25 juni 2015
Herkansing
Voorwoord
Tijdens mijn stage bij IDTV heb ik, als productiestagiaire, mee mogen werken aan het eerste seizoen van het kinderprogramma De Magische Winkel. Ik ontdekte dat er op het gebied van media, rondom het programma niets werd gedaan. In een gesprek met redacteur Sabine Smit gaf ik aan, dat ik kansen zag om De Magische Winkel crossmediaal uit te bouwen. Ik ben de uitdaging aangegaan en heb een crossmediaal concept voor De Magische Winkel ontwikkeld, waarvan dit rapport het resultaat is.
Afstuderen is een heftige tijd waarin ik met veel motivatie, maar ook met zweet en tranen heb gewerkt aan mijn afstudeeropdracht. Dankzij de steun en het vertrouwen van mijn moeder, tweelingzus, vriendinnen en begeleider mag ik trots zijn op het eindresultaat.
Lillian Kelatow 25 juni 2015, Zaandam
Managementsamenvatting
De Magische Winkel is een kinderprogramma, waarin goocheltalenten de kans krijgen om trucs van Nederlandse goochelaars te leren. Voor de doelgroep: kijkers in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar, is het niet mogelijk om zich betrokken te voelen tot het programma. De Magische Winkel beschikt namelijk niet over eigen socialemediapagina’s, een uitgebreide website en een evenement. Om de doelgroep zich betrokken te voelen moet een beleving worden aangeboden, door middel van een crossmediaal concept. In dit onderzoek is duidelijk geworden hoe de betrokkenheid tussen de kijker en het programma vergroot wordt door gebruik te maken van sociale media, website en evenement.
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van deskresearch en fieldresearch. Er is inzicht verkregen in de AVROTROS, de doelgroep, trends op het gebied van crossmedia en
succesfactoren op het gebied van betrokkenheid. Ook zijn er best practices geanalyseerd die een inspiratie hebben gevormd voor het crossmediaal concept. In fieldresearch is er gebruik gemaakt van enquête, panelgesprekken en interviews. Hierdoor is het crossmediaal concept van De Magische Winkel concreet geworden.
De belangrijkste succesfactor om de betrokkenheid tussen het programma De Magische Winkel en de doelgroep te vergroten is: interactie. De doelgroep bevindt zich in een levensfase waarin zij een eigen identiteit gaan ontwikkelen. Hierin is communicatie met leeftijdgenoten van belang om hun zelfpresentatie en zelfonthulling te oefenen en te verbeteren. (Pijpers, 2012) De Magische Winkel moet sociale media: Instagram, Snapchat en Whatsapp inzetten. Hierdoor kan de doelgroep met elkaar communiceren. De doelgroep vindt het leuk als de berichten op sociale media een afbeelding hebben en hen kunnen informeren, amuseren, inspireren en helpen. Door in de berichten op de sociale media onder andere vragen te stellen aan de doelgroep, wordt er interactie gecreëerd tussen de doelgroep en het programma.
Uit de enquête is gebleken dat de doelgroep het leuk vindt als er verschillende activiteiten op de website komen, zoals: nieuwe trucs aanleren, achtergrondinformatie lezen over de goochelaars en kennis testen over goochelen. De website van De Magische Winkel is een verrijking van het programma, waar nieuwe content wordt aangeboden. De doelgroep kan reageren op de video’s, waarin nieuwe trucs worden uitgelegd. Hierdoor is het voor de doelgroep mogelijk om te communiceren met leeftijdgenoten.
Het evenement is een onderdeel van het crossmediaal concept. De betrokkenheid wordt via het evenement vergroot, omdat het voor de doelgroep mogelijk is om face to face contact te leggen met leeftijdgenoten en Nederlandse goochelaars. Uit fieldresearch is gebleken dat activiteiten als workshops volgen, goochelshows bekijken en spellen spelen een beleving voor de doelgroep bieden.
Aan de hand van de resultaten uit het onderzoek is er een crossmediaal concept gevormd. Het crossmediaal concept is beschreven aan de hand van de vijf speerpunten uit het basisboek Crossmedia Concepting. (Reynaert & Dijkerman, 2012)
Executive summary
De Magische Winkel is a child program where talents can been learned conjuring tricks form Dutch magicians. It is impossible for the target group: viewers in the age of nine to twelve years, to feel involved to the program because it is not using social media, a website and an event. In order to make this possible, the target must be offered a perception, by means of a cross-‐media concept. This research showed how to enhance the involvement between the viewer and the program by using social media, website and event.
The research was conducted through desk research and field research. It gave insight in AVROTROS, the target group, trends in cross-‐media and success-‐factors in involvement. The best practices are also analysed and have formed an inspiration for the cross-‐media concept. In field research is used survey, discussions and interviews, when the cross-‐media concept becomes concrete.
The most important success-‐factor to increase involvement between the target group and the program is interaction. The target group is in a stage of life in which they develop their own identity. Communication with peers is important to exercise and improve their self-‐
presentation and self-‐disclosure. (Pijpers, 2012) De Magische Winkel should use social media as Instagram, Snapchat and Whatsapp, this way they can communicate with peers. The target group is more interested if the posts on social media can informs, entertains, inspires and help them out. Questions in the posts on social media creates interaction between the target group and De Magische Winkel.
The survey have showed that the target group likes various activities, such as learning new tricks, reading background information about magicians and testing knowledge about magic on the website. The website of De Magische Winkel is an enrichment of the program where new content is offered. It is possible for the target group to give comments to the videos on the website, this way they can communicate with peers.
The event is part of the cross-‐media concept. The involvement can also be increased through the event, because the target group can make face-‐to-‐face contact with peers and Dutch magicians. In field research is shown that activities as following workshops, watching magic shows and playing games offer an experience for them.
The cross-‐media concept of De Magische Winkel is based on the results of the research. It is described on the basis of the five elements from the book Crossmedia Concepting: storytelling, medium specificity, usability, relevance and co-‐creation. (Reynaert & Dijkerman, 2012)
Inhoud
Inleiding 13
1 Methoden en technieken 15
1.1 Deskresearch 15 1.1.1 Interne analyse 15 1.1.2 Doelgroepanalyse 15 1.1.3 Betrokkenheid 16 1.1.4 Crossmedia 16 1.1.5 Best practices 17 1.2 Fieldresearch 18 1.2.1 Enquête 18 1.2.2 Panelgesprekken 20 1.2.3 Interviews 21 2 Interne analyse 23 2.1 IDTV 23 2.1.1 ALL3MEDIA 23 2.2 AVROTROS 23 2.2.1 Missie 24 2.3 Mediawet 24
2.4 De Magische Winkel 24
2.4.1 Format 24
2.4.2 Crossmediaal concept 26
2.5 Conclusie 26
3 Doelgroepanalyse 27
3.1 Kinderen van negen tot en met twaalf jaar 27
3.1.1 Interesses 27 3.2 Mediagebruik 28 3.2.1 Sociale media 29 3.2.2 Content 29 3.3 Conclusie 30 4
Betrokkenheid 31
4.1 Sociale media 31 4.1.1 Berichten 31 4.1.2 Kanalen 32 4.2 Website 32 4.3 Evenement 32 4.4 Conclusie 33 5 Crossmedia 35
5.1 Definitie van crossmedia 35
5.3 Conclusie 37
6 Best practices 39
6.1 Gekozen best practices 39
6.2 Criteria 39 6.3 CupCakeCup 40 6.4 Het Klokhuis 41 6.5 Checkpoint 43 6.6 Spangas 45 6.7 CBeebies 47
6.8 Dutch Festival of Magic 48
6.9 Overzicht criteria 49 6.10 Conclusie 50 7 Resultaten enquête 51 7.1 Data verzameling 51 7.2 Algemeen 51 7.3 Website 52 7.4 Mediagebruik 54
7.5 Berichten op sociale media 54
7.6 Evenement 55 8 Resultaten panelgesprekken 57 8.1 Data verzameling 57 8.2 Bevindingen 57 8.2.1 Sociale media 58 8.2.2 Website 58 8.2.3 Evenement 60 9 Resultaten interviews 63 9.1 Data verzameling 63 9.2 Bevindingen 63
9.2.1 Interview met Chantal Labree 63
9.2.2 Interview met Naomi van Stelten 64
10 Conclusie 65 11 Advies 69 11.1 Storytelling 69 11.2 Mediumspecifiteit 69 11.2.1 Sociale media 69 11.2.2 Website 72 11.2.3 Evenement 74 11.3 Usability 75 11.4 Relevantie 76 11.5 Cocreatie 76
12 Evaluatie 79 12.1 Wat ging er niet goed tijdens het onderzoeksproces en waarom? 79
12.2 Validiteit en generaliseerbaarheid 80
12.3 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek 81
Literatuurlijst 83
Bijlagen 89
I. Plan van Aanpak 91
II. Enquête 105
III. Topiclijst panelgesprek 111
IV. Resultaten enquête 113
V. Visualisaties panelgesprek 121
VI. Het voorlopig crossmediaal concept 125
VII. Codeboek 131
Inleiding
De Magische Winkel is een kinderprogramma op Zapp, dat wordt geproduceerd door IDTV. IDTV is een productiemaatschappij die zich onder andere richt op de ontwikkeling van
kwalitatief hoogstaande mediaconcepten op het gebied van televisie en internet. (IDTV, 2014a) In opdracht van AVROTROS hebben zij een goochelprogramma ontwikkeld voor kinderen in de leeftijd van zes tot en met twaalf jaar.
De AVROTROS wil betrokken zijn bij de maatschappij en wil daarbij informeren, vermaken en verbinden, maar de betrokkenheid komt nog niet helemaal tot uiting in het programma De Magische Winkel. Het format is in handen van IDTV, daarom is het van belang dat IDTV onderzoek doet naar de mogelijkheden om de kijker zich meer betrokken te laten voelen tot het programma. (S. Smit, telefonisch interview, 16 februari 2015)
In de Magische Winkel leren kinderen op een geheime plek in Nederland goocheltrucs van echte goochelaars. De kinderen kunnen alleen trucs leren als zij over goocheltalent beschikken. Uit de evaluatie van de kijkcijfers is gebleken, dat de leeftijdsgroep negen tot en met twaalf jaar het meest kijkt naar De Magische Winkel. Deze leeftijdsgroep is voor De Magische Winkel het belangrijkst om te bereiken. (S. Smit, e-‐mail, 22 februari 2015)
De Magische Winkel probeert op dit moment de kijker actief bij het programma te betrekken door middel van de hashtag: #DeMagischeWinkel. Als er wordt gekeken naar de hashtag op verschillende sociale media tijdens de uitzendperiode, is te zien dat de hashtag op Twitter vier keer is gebruikt. De hashtag is alleen gebruikt door volwassenen om het programma te promoten. (Twitter, 2014a) Op Instagram werd de hashtag in totaal zes keer gebruikt, waarvan twee keer door twee goocheltalenten, één keer door een goochelaar en de overige door volwassenen. Ook in deze berichten werd het programma gepromoot. (Instagram, 2014a) De doelgroep: kijkers van negen tot en met twaalf jaar, maakt dus geen gebruik van de hashtag.
Het programma beschikt over een website waar afleveringen teruggekeken kunnen worden, maar het beschikt niet over eigen socialemediapagina’s. Hierdoor is het voor de doelgroep niet mogelijk om zich interactief betrokken te voelen tot het programma De Magische Winkel.
De publieke omroep moet volgens de Mediawet een gevarieerd media-‐aanbod verzorgen. (Rijksoverheid, z.j.) Dit houdt in dat de AVROTROS gebruik moet maken van radio, televisie, internet en mobiele diensten. In de algemene programmering voldoet de AVROTROS aan deze regel. (AVROTROS, 2015a) Als er specifiek wordt gekeken naar De Magische Winkel, dan valt op dat het medium televisie gebruikt wordt om het programma uit te zenden en het internet ingezet wordt om afleveringen terug te kijken. Om voor een gevarieerder media-‐aanbod voor De Magische Winkel te zorgen moet het medium internet worden verbeterd en het medium mobiele diensten worden ingezet.
Het geschikte middel om de doelgroep interactief te betrekken tot het programma is een crossmediaal concept. Verschillende media moeten worden ingezet om de doelgroep een
beleving aan te bieden. Het crossmediaal concept richt zich specifiek op kinderen van negen tot en met twaalf jaar, omdat deze leeftijdsgroep het meest kijkt naar het programma en actief is op internet en sociale media. (Pijpers, 2012) Dit is belangrijk omdat het crossmediaal concept hierdoor de doelgroep kan bereiken via onder andere internet en sociale media. De doelgroep moet binding krijgen met het programma De Magische Winkel, dit wordt gecreëerd door communicatie en interactie. (Reynaert & Dijkerman, 2012) Om het crossmediaal concept succesvol te ontwikkelen is de volgende probleemstelling geformuleerd:
Hoe kan een crossmediaal concept voor het programma De Magische Winkel de betrokkenheid van de kijker, kinderen van negen tot en met twaalf jaar, vergroten?
De volgende doelstelling is hierbij gevormd: het crossmediaal concept moet informeren, vermaken, verbinden en de betrokkenheid vergroten. In het crossmediaal concept wordt gebruik gemaakt van sociale media, website en evenement.
Om de betrokkenheid te meten worden de volgende meetinstrumenten ingezet: het aantal likes, shares, reacties en conversaties op sociale media. De bezoekduur, aantal paginabezoeken op de website en het aantal bezoekers op het evenement. (KREM, z.j.)
Om het onderzoek goed te laten verlopen zijn er deelvragen geformuleerd, deze zijn in bijlage I. Plan van Aanpak te bekijken. Het onderzoek begint met hoofdstuk 1 Methoden en
technieken, waarin wordt uitgelegd en verantwoord hoe het onderzoek wordt aangepakt.
Hierna volgt het deskresearch. In hoofdstuk 2 Interne analyse wordt onderzoek gedaan naar de missie en de visie van de opdrachtgever en de producent. Ook wordt in dit hoofdstuk het format van De Magische Winkel uitgebreid beschreven. In hoofdstuk 3 Doelgroepanalyse wordt duidelijk wie de doelgroep is, wat hun interesses zijn en wat het mediagebruik is. De behoeften van de doelgroep op het gebied van website, sociale media en evenement van De Magische Winkel wordt onderzocht met behulp van fieldresearch.
In hoofdstuk 4 Betrokkenheid wordt onderzoek gedaan naar de succesfactoren om de betrokkenheid te vergroten. In hoofdstuk 5 Crossmedia worden de speerpunten van een crossmediaal concept beschreven, deze speerpunten worden gebruikt om het concept van De Magische Winkel te omschrijven. In hetzelfde hoofdstuk wordt ook onderzoek gedaan naar trends op het gebied van (cross)media. Om inspiratie op te doen worden er in hoofdstuk 6 Best
Practices programma’s met een crossmediaal concept geanalyseerd.
Na deskresearch volgt fieldresearch in hoofdstuk 7 Resultaten enquête, hoofdstuk 8 Resultaten
panelgesprekken en hoofdstuk 9 Resultaten interviews. Alle bevindingen uit desk-‐ en
fieldresearch komen bij elkaar in hoofdstuk 10 Conclusie, waarna uiteindelijk hoofdstuk 11
Advies komt. Het advies bevat een uitgeschreven crossmediaal concept van De Magische
Winkel, waarin het concept per speerpunt wordt omschreven. De speerpunten zijn: storytelling, mediumspecifiteit, usability, relevantie en cocreatie. Het crossmediaal concept wordt visueel toegelicht door visualisaties van de website, een socialemediastrategie en een moodboard van het evenement.
1 Methoden en technieken
Het onderzoek is door middel van desk-‐ en fieldresearch uitgevoerd. Er is gebruik gemaakt van deskresearch, omdat veel relevante informatie beschikbaar is. Fieldresearch is in de vorm van enquête, panelgesprekken en interviews met experts gehouden. De enquête en
panelgesprekken zijn gehouden onder de doelgroep: kijkers van negen tot en met twaalf jaar. In dit hoofdstuk worden de methoden beschreven en wordt verantwoord waarom deze methoden zijn gebruikt.
1.1 Deskresearch
De hoofdstukken interne analyse, doelgroepanalyse, betrokkenheid, crossmedia en best practices zijn onderzocht door middel van deskresearch. Er was veel informatie beschikbaar, deze was vooral te vinden op internet en in boeken. Hier wordt per hoofdstuk duidelijk gemaakt welke zoektermen, zoekmachines en databanken gebruikt zijn om tot de juiste informatie te komen. Per hoofdstuk zijn er ook relevante bronnen benoemd.
1.1.1 Interne analyse
In dit hoofdstuk is een analyse gemaakt van de opdrachtgever, de producent en het programma De Magische Winkel, dit worden de betrokkenen genoemd. De informatie voor deze analyse was te vinden op de websites van de betrokkenen. Er is ook gekeken naar de regels waar de publieke omroep zich aan dient te houden, om deze informatie te vinden zijn de volgende zoektermen gebruikt:
- taken publieke omroep; - regels publieke omroep; - mediawet.
Zoekmachine die is gebruikt: - Google.
Informatie was te vinden op: - avrotros.nl; - idtv.nl;
- all3media.com;
- avrotros.nl/demagischewinkel;
- Kersten, A. (2007). Research en redactie voor televisie. Amsterdam: Boom onderwijs; - rijksoverheid.nl.
1.1.2 Doelgroepanalyse
In dit hoofdstuk is een omschrijving van de doelgroep negen tot en met twaalf jaar gegeven. Er wordt nog niet specifiek gekeken naar de kijkers van De Magische Winkel, dit wordt gedaan in fieldresearch (zie paragraaf 1.2). De volgende zoektermen zijn gebruikt om de doelgroep te omschrijven:
- kinderen negen tot en met twaalf jaar; - tweens sociale media;
- sociale media kinderen;
- sociale media negen tot en met twaalf jaar; - vrijetijdsbesteding negen tot en met twaalf jaar; - mediagebruik kinderen negen tot en met twaalf jaar; - mediawijsheid kinderen negen tot en met twaalf jaar.
Zoekmachines die hiervoor gebruikt zijn: - Google;
- Google Scholar.
Informatie is ook gevonden in de volgende databank: - CBS Statline.
Relevante bronnen:
- Haan, J. de, en Remco, P. (2010). Contact! Kinderen en nieuwe media. Houten: Bohn Stafleu van Loghum
- Loranger, H. & Nielsen, J. (4 februari 2013). Teenage Usability: Designing Teen-‐
Taegeted Websites. Geraadpleegd op 20 maart 2015, van:
http://www.nngroup.com/articles/usability-‐of-‐websites-‐for-‐teenagers/ - Livingstone, S. (2014). Let kids create and participate. In: R. Pijpers, & N. van der
Bosch, Positive digital content for kids. (p. 6-‐9). Poscon & Mijn kind online: n.b. Gedownload op 3 april 2015, van:
http://mijnkindonline.nl/sites/default/files/uploads/Positive-‐ditital-‐content-‐for-‐ kids.pdf
1.1.3 Betrokkenheid
In het hoofdstuk Betrokkenheid is duidelijk gemaakt hoe De Magische Winkel de
betrokkenheid met de kijker kan vergroten. Het hoofdstuk bevat succesfactoren op het gebied van sociale media, website en evenement. Er is naar informatie gezocht op het internet door gebruik te maken van de volgende zoektermen:
- engagement; - betrokkenheid; - merkbetrokkenheid; - interactie; - sociale interactie; - commitment.
De zoekmachines en websites die gebruikt zijn: - Google;
- Google Scholar; - marketingfacts.nl; - frankwatching.nl. De databank die gebruikt is:
- Safari books online. Relevante bronnen:
- Sherman, A.; Elliot Smith, D. (2013). Sociale media engagement for dummies. Hoboken: John Wiley & Sons, Inc.
- Dullink, S. (2013). Speel in op deze 6 content-‐behoeften en bereik jouw doelgroep een
stuk makkelijker!. Van: https://www.karelgeenen.nl/02/speel-‐6-‐content-‐behoeften-‐ bereik-‐jouw-‐doelgroep-‐stuk-‐makkelijker/
- Sman, T. van der. (2012). Facebook. Hype of heilige graal? 1.1.4 Crossmedia
In dit hoofdstuk is de beschrijving gegeven van wat een crossmediaal concept inhoudt. Hiervoor zijn de vijf speerpunten gebruikt, die in het basisboek Crossmedia Concepting van I. Reynaert en D. Dijkerman (2012) staan beschreven. De vijf speerpunten vormen de criteria waarmee het crossmediaal concept in het hoofdstuk Advies is beschreven. In het hoofdstuk Crossmedia is ook beschreven welke trends erop het gebied van (cross)media zijn, die toegepast kunnen worden op het crossmediaal concept van De Magische Winkel.
De volgende zoektermen zijn hiervoor gebruikt: - trends sociale media;
- crossmedia;
- ontwikkelingen in media; - future/toekomst media.
Zoekmachine en websites die hiervoor zijn gebruikt: - Google;
- frankwatching.com; - marketingfacts.nl. De volgende databank is gebruikt:
- Adformatie. Relevante bronnen:
- Macy, B. (14 november 2014). Top 5 trends in digital media 2015. van: http://www.saydaily.com/2014/11/trends-‐in-‐digital-‐media-‐2015
- Say Daily. (14 november 2014). Top 5 trends in digital media for 2015. Geraadpleegd op 20 maart 2015, van: http://www.saydaily.com/2014/11/trends-‐in-‐digital-‐media-‐ 2015
1.1.5 Best practices
In dit hoofdstuk zijn zes best practices geanalyseerd, die een belangrijke inspiratie hebben gevormd voor het crossmediaal concept van De Magische Winkel. Zoektermen die zijn gebruikt om best practices te kunnen vinden zijn:
- UK kids channel;
- interactive television programs uk; - crossmediale concepten;
- overzicht kinderprogramma’s; - programs and crossmedia.
Zoekmachines en websites die hiervoor zijn gebruikt: - Google; - bbc.co.uk. Relevante bronnen: - spangas.nl; - cbeebies.com; - hetklokhuis.nl; - checkpoint.nl.
De best practices zijn beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: - een korte omschrijving van het format;
- de doelgroep;
- de speerpunten van een crossmediaal concept: o storytelling; o mediumspecifiteit; o relevantie; o usability; o relevantie; o cocreatie.
Bovenstaande criteria zijn beschreven aan de hand van de speerpunten van een
crossmediastrategie uit het basisboek Crossmedia Concepting (2012). Elk speerpunt is nodig om een succesvol crossmediaal concept te kunnen ontwikkelen. (Reynaert & Dijkerman, 2012)
1.2 Fieldresearch
Door middel van fieldresearch is extra informatie verkregen dat niet uit deskresearch is voortgekomen. Als eerste is een enquête afgenomen die onder andere inzicht heeft gegeven in het mediagebruik van de doelgroep (zie bijlage II. Enquête). Aan de hand van deskresearch en de resultaten van de enquête zijn er visualisaties van de website van De Magische Winkel gemaakt. De visualisaties zijn in de panelgesprekken getoond. De bevindingen uit
deskresearch, de enquête en de panelgesprekken hebben een voorlopig crossmediaal concept gevormd, dat in interviews is voorgelegd aan experts. De methoden worden hieronder toegelicht.
1.2.1 Enquête
Het afnemen van een enquête heeft ervoor gezorgd dat ontbrekende informatie over de doelgroep bekend is geworden. Er is meer informatie verworven over de behoeften van de doelgroep op het gebied van sociale media, website en evenement (zie de topiclijst in tabel 1 p. 19-‐20). Om het crossmediaal concept af te stemmen aan de behoeften van de doelgroep, was het van belang om de juiste respondenten te bereiken. De geschikte respondenten zijn de kijkers van De Magische Winkel in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar, omdat zij uiteindelijk bereikt moeten worden met het crossmediaal concept.
Steekproef
Het aantal respondenten die moesten deelnemen aan de enquête is bepaald door middel van een steekproefcalculator. De totale doelgroep: kinderen van negen tot en met twaalf jaar, bestaat uit ongeveer 800.000 kinderen. (CBS, 2014) In fieldresearch wordt specifiek onderzoek gedaan naar kinderen die het programma De Magische Winkel kijken, daarom wordt voor de onderzoekspopulatie het gemiddelde van de kijkcijfers genomen. Het gemiddeld aantal kijkers is 145.000. Op de website steekproefcalculator.com is berekend dat er 271 respondenten nodig zijn. (Steekproefcalculator, 2013) In deze calculator is rekening gehouden met verschillende marges. Het betrouwbaarheidsniveau van de steekproef wordt 90% met een acceptabele foutenmarge van 5%, dit betekent dat er 271 enquêtes volledig moeten worden ingevuld om de betrouwbaarheid van de steekproef te garanderen. Van tevoren is niet bekend wat de resultaten zijn, daarom is het percentage van de spreiding 50%. (Steekproefcalculator, 2013) Om de uitkomsten te mogen generaliseren met de gehele doelgroep: kijkers van negen tot en met twaalf jaar, moet de steekproef aselectief zijn.
Vanwege praktische redenen is er geen aselecte steekproef getrokken, omdat de
onderzoekspopulatie: kijkers in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar, geen even grote kans hebben gehad om in de steekproef terecht te komen. Ik heb als onderzoeker
respondenten uit de regio Zaanstreek en deelnemers aan De Magische Winkel geënquêteerd. De resultaten van de enquête zijn hooguit indicatief.
Respondenten
De geschikte respondenten: kijkers in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar, waren te vinden op basisscholen. De respondenten kwamen uit groep 5, 6, 7 en 8 van de basisscholen OBS ‘t Kogerveld en OBS in het Veld te Zaandam en uit groep 8 van basisschool De Dorpsakker te Assendelft. Er is klassikaal gevraagd welke kinderen het programma bekijken.
De respondenten zijn meegenomen naar een aparte ruimte binnen de school, waar zij de enquête hebben ingevuld. De enquête is schriftelijk afgenomen, omdat er niet genoeg computers beschikbaar waren op de basisscholen.
Om over meer respondenten te beschikken zijn de kinderen, in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar, die hebben deelgenomen aan De Magische Winkel ook gevraagd om de enquête in te vullen. Dit zijn tenslotte ook kijkers, omdat zij graag andere goocheltrucs willen leren uit de afleveringen. De deelnemers aan het programma zijn digitaal benaderd met een enquête, zij wonen verspreid door Nederland en waren op deze manier sneller te bereiken. Met behulp van de site thesistools.com is een digitale enquête gemaakt. Een digitale enquête heeft als voordeel dat de resultaten snel bekeken kunnen worden. (Right marktonderzoek, z.j.a) Redacteur van De Magische Winkel, Sabine Smit, had alle contactgegevens van de deelnemers hun ouders naar mij gestuurd. Ik heb de ouders een e-‐mail gestuurd met de vraag of hun kind de enquête via de link wilden invullen.
Een enquête is een kwantitatief onderzoek en dat heeft voor-‐ en nadelen. Door een enquête af te nemen is het mogelijk om van een grote groep kinderen ontbrekende informatie te
verkrijgen. Een ander voordeel is dat meerdere kinderen input kunnen leveren bij het invullen van de enquête. (Right marktonderzoek, z.j.a) Bij een enquête is het niet mogelijk om uitleg te geven over vragen, het kan daarbij ook gebeuren dat de respondent de enquête op een verkeerde volgorde invult. Het is bij een enquête moeilijk te achterhalen hoe de respondent reageert op vragen. (Right marktonderzoek, z.j.a) De nadelen kunnen van invloed zijn op de resultaten. Om de betrouwbaarheid van de resultaten te vergroten is de enquête getest door meerdere proefpersonen uit de doelgroep: kijkers van negen tot en met twaalf jaar.
(Verhoeven, 2010) Daarnaast bevat het eerste deel van de enquête demografische variabelen om na te gaan of de respondent daadwerkelijk binnen de doelgroep valt. Om niet alleen uit te gaan van de resultaten van de enquête zijn er ook een aantal panelgesprekken met de doelgroep gehouden, in paragraaf 1.2.2 wordt hier verder op ingegaan. In hoofdstuk 7 Resultaten enquête zijn de bevindingen van de enquête beschreven. De enquête is met behulp van het programma SPSS verwerkt. Er is voor dit programma gekozen, omdat het een snelle manier is om inzicht te krijgen in de onderzoeksgegevens. (Hogeschool van Amsterdam, 2013)
Topics
Het samenstellen van de enquête is gebeurd op basis van een topiclijst, deze topiclijst bevat onderwerpen die in de enquête voorkomen. In tabel 1 zijn de topics weergegeven waar de enquête inzicht in heeft gegeven.
Vragen Waarom
Demografische variabelen
Hoe oud ben je?
Algemeen inzicht krijgen in de doelgroep en een controle of de respondent behoort tot doelgroep.
Hobby’s/interesses Wat doe je in vrije tijd? Ga je weleens naar een evenement?
Inzicht krijgen in de hobby’s, vrijetijdsbesteding en
de doelgroep. Mediagebruik Welke sociale media heb je?
Hoe vaak bekijk je deze sociale media?
Welke sociale media vind je het leukst?
Inzicht krijgen in het mediagebruik van de doelgroep.
De Magische Winkel Hoe vaak kijk je het programma? Leer je jezelf de goocheltrucs aan?
Inzicht krijgen of de doelgroep het programma regelmatig kijkt.
Betrokkenheid Welke
Facebook/Twitter/Instagram berichten spreken je aan? Wat vind je leuk op de websites van kinderprogramma’s? Spreekt een evenement van De Magische Winkel je aan? Wat zou je leuk vinden op zo een evenement?
Inzicht krijgen op welke manier de doelgroep zich meer betrokken voelt.
Tabel 1 Overzicht topics enquête
1.2.2 Panelgesprekken
Het afnemen van een enquête is niet voldoende om meer te weten te komen over de doelgroep, daarom zijn er ook panelgesprekken gehouden met de doelgroep: kijkers in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar. In de gesprekken stonden drie topics centraal: sociale media, website en evenement (zie bijlage III. Topiclijst panelgesprek). In de panelgesprekken was het mogelijk om voorbeelden van websites en berichten op sociale media te laten zien. Ook was het mogelijk om visualisaties van de website van De Magische Winkel te laten zien, deze visualisaties zijn aan de hand van deskresearch en de resultaten van de enquête gemaakt. Het voordeel van het laten zien van voorbeelden en visualisaties is dat de eerste reacties van de respondenten konden worden waargenomen. (Right marktonderzoek, z.j.b) Samen met de panelleden zijn er concrete ideeën en meningen gevormd voor sociale media, website en evenement van De Magische Winkel. De belangrijkste bevindingen zijn beschreven in hoofdstuk 8 Resultaten panelgesprekken.
De panelgesprekken hebben plaatsgevonden op basisschool OBS ‘t Kogerveld te Zaandam. In de groepen 6/7 en 8 zijn zes geschikte jongens en zes geschikte meisjes gevonden. Uit onderzoek van Peek & Fothergill (2012) blijkt dat minimaal zes deelnemers per panelgesprek ideaal is, om verzadiging van informatie te krijgen. Geschikte respondenten voor het
panelgesprek waren basisschoolkinderen in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar die het programma De Magische Winkel kijken, actief zijn op sociale media en een eigen mening konden vormen. Deze eisen waren belangrijk om er achter te kunnen komen wat de interesses van de doelgroep zijn op het gebied van de website, de sociale media en het evenement.
Om de respondenten op hun gemak te stellen zijn de meisjes en jongens in de panelgesprekken gescheiden. (Right marktonderzoek, z.j.b)
Een risico van een panelgesprek is dat de respondenten door een mening van één respondent niet meer een eigen mening gaan vormen. (Right marktonderzoek, z.j.b) Tijdens het
panelgesprek heeft iedereen de mogelijk gekregen om te antwoorden, daardoor konden de kinderen hun eigen mening uiten. De panelgesprekken zijn door middel van audio opgenomen, waardoor het gesprek is terug te beluisteren.
1.2.3 Interviews
Om het crossmediaal concept voor De Magische Winkel succesvol te maken is het voorlopig crossmediaal concept voorgelegd aan experts op het gebied van crossmedia. Het voorlopig crossmediaal concept is ontwikkeld aan de hand van deskresearch en de resultaten van de enquête en de panelgesprekken. Het concept bevat ideeën voor de website, de sociale media en het evenement van De Magische Winkel. Het was de bedoeling om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen, daarom zijn er specifieke vragen gesteld waaronder: wat zijn de successen van dit concept? en wat zijn de valkuilen van dit concept?
Geschikte respondenten waren experts die kennis hadden van crossmediale concepten. Er is gekozen voor een open interview, omdat een expert met haar achtergrond en ervaring een mening kan vormen over het concept. Er was sprake van een kleine groep respondenten, waaraan de mening werd gevraagd. Door de kleine groep was het afnemen van interviews in een kort tijdbestek haalbaar. (Verhoeven, 2012)
Twee experts hebben het voorlopig crossmediaal concept voor De Magische Winkel beoordeeld. Er is gekozen voor twee experts, omdat ik heb gemerkt dat de informatie die ik kreeg op sommige vlakken na het tweede interview al gelijkenissen toonde. Er was sprake van verzadiging. (Verhoeven, 2010) Daarnaast merkte ik dat de smaak van de experts duidelijk naar voren kwam, waardoor mijn onderzoek op sommige vlakken totaal niet overeen kwam. De informatie, die is verkregen aan de hand van de twee interviews heeft er wel voor gezorgd dat het concept concreter is geworden en aansluit op de wensen van de AVROTROS. Het was belangrijk dat de experts onafhankelijk waren om op deze manier juiste informatie te kunnen verkrijgen. (Verhoeven, 2010) Ik heb eerst gekeken naar een experts die zich bezighoudt met het ontwikkelen van crossmediale concepten. In mijn zoektocht kwam ik uit op Chantal Labree. Ik heb daarna gekeken naar een expert die kennis heeft van zowel jeugd als media. In mijn zoektocht naar een tweede expert kwam ik uit op Naomi van Stelten.
De eerste expert was Chantal Labree. Zij is werkzaam bij de KRO-‐NCRV als contentmanager. Zij houdt zich dagelijks bezig met het uitwerken van verschillende formats tot crossmediale concepten. Zij heeft als onafhankelijk persoon het crossmediaal concept beoordeeld. De tweede expert die ik heb geïnterviewd is Naomi van Stelten, zij is director new business bij Ijsfontein. Ijsfontein maakt interactieve media voor kinderen. De expert heeft met haar ervaring het concept beoordeeld. De interviews zijn door middel van audio opgenomen, hierdoor zijn de interviews opnieuw te beluisteren. In hoofdstuk 9 Resultaten interviews zijn de belangrijkste bevindingen opgenomen.
2 Interne analyse
In deze analyse wordt duidelijk wat de missie en visie zijn van opdrachtgever AVROTROS en producent IDTV. Er wordt daarnaast ook een analyse gegeven van het programma De Magische Winkel. De interne analyse is van belang voor het advies, omdat het crossmediaal concept moet aansluiten bij de missie en visie van de opdrachtgever en de producent.
2.1 IDTV
IDTV is een productiemaatschappij dat onderdeel is van het Britse mediabedrijf ALL3MEDIA, in de volgende paragraaf wordt er meer ingegaan op dit bedrijf. IDTV houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie en exploitatie van mediaconcepten op het gebied van televisie, internet, evenementen, documentaires en live communicatie. Zij staan ervoor om de opdrachtgever de ideale oplossing te bieden die het beste bij hen past. (IDTV, 2014a)
Het bedrijf is verdeeld in vier afdelingen, te weten: info-‐ & entertainment, docs, drama en live. Bekende producties zijn: Wie is de Mol?, Campinglife, De Rijdende Rechter, De Koningsvaart, Het 5 Mei Concert en Het Staatsloterij Oudejaarsfeest. (IDTV, 2014a) IDTV produceert voor de AVROTROS ook het kinderprogramma de CupCakeCup, in het hoofdstuk Best Practices wordt het programma verder toegelicht. De Magische Winkel valt onder de afdeling info-‐ & entertainment.
2.1.1 ALL3MEDIA
Het Britse mediabedrijf ALL3MEDIA bestaat uit achttien productiebedrijven die gevestigd zijn over de hele wereld. De bedrijven vormen een groep waardoor ze volgens hen uniek gepositioneerd zijn om te kunnen reageren op het steeds veranderende audiovisuele en digitale landschap. Ze proberen ook de grenzen te verleggen op het gebied van applicaties en interactieve websites om televisieprogramma’s te ondersteunen. Het doel van het
mediabedrijf is om te investeren in talent, om zo projecten te ontwikkelen die over heel de wereld geïntroduceerd kunnen worden. (ALL3MEDIA, z.j.)
2.2 AVROTROS
De AVROTROS is ontstaan uit een fusie tussen twee onafhankelijke omroepen, namelijk de AVRO en de TROS. Sinds 1 januari 2014 werken de AVRO en de TROS met elkaar onder de naam AVROTROS. De fusie tussen deze twee omroepen is ontstaan, doordat er bezuinigingen hebben plaatsgevonden op het mediabudget. (Rijksoverheid, z.j.a) Voor de fusie hadden de omroepen hun eigen missie, deze worden eerst beschreven.
AVRO
De Algemeene Vereeniging Radio Omroep (AVRO) is op 8 juli 1923 ontstaan. De vereniging stelt zich als onafhankelijke organisatie op, met als doel: “Het uitzenden van volledige radio-‐ en
televisieprogramma’s, die in redelijke onderlinge verhouding tenminste onderdelen omvatten van verstrooiende, culturele, informatie en educatieve aard.”
Deze missie is door de jaren heen gemoderniseerd. Zo maakt de AVRO radio en tv-‐
programma’s vanuit haar traditie van ongebondenheid en daagt het haar kijkers, luisteraars en lezers uit tot het vormen van een eigen positie. (AVROTROS, z.j.)
TROS
De Televisie Radio Omroep Stichting (TROS) ontstond op 4 november 1964. De stichting wil amuseren en informeren en midden in de maatschappij staan. De TROS wil met zijn programma’s de nadruk leggen op wat mensen bindt. (AVROTROS, 2015a)
2.2.1 Missie
Na de fusie van de twee omroepen is er één missie gevormd. De missie luidt als volgt: “AVROTROS is er voor iedereen. Betrokken bij de maatschappij, informeren, vermaken en
verbinden we op een toegankelijke wijze vanuit positieve visie. Onze kernwaarden zijn daarbij richtgevend: onafhankelijk, positief en verbindend. De AVROTROS wil de omroep zijn met het grootste bereik en de hoogste waardering.” (AVROTROS, 2015a)
2.3 Mediawet
De publieke omroep moet zich houden aan de Mediawet. De Mediawet bevat regels voor omroepenverenigingen en het programma-‐aanbod. De omroep heeft als taak om programma’s te maken op het terrein van nieuws, educatie, jeugd, politiek en sport. Daarbij moeten ze de diversiteit van de samenleving laten zien. In de Mediawet staat ook dat de publieke omroep een gevarieerd media-‐aanbod moet verzorgen. Er moet gebruik worden gemaakt van radio, televisie, internet en mobiele diensten. De Rijksoverheid geeft subsidie aan de omroepen om aan de taken te kunnen voldoen. (Rijksoverheid, z.j.b)
De publieke omroep heeft voorwaarden opgesteld, waar rekening mee gehouden moet worden als er innovatie plaatsvindt. In dit geval is de ontwikkeling van een crossmediaal concept, een innovatie die moet passen binnen de voorwaarden van de publieke omroep. De voorwaarden zijn:
• daar zijn waar het publiek is: de juiste media inzetten om de doelgroep te bereiken; • maatschappelijk rendement: door middel van educatie iets terug leveren aan de
samenleving;
• met iedereen: creëren van verbondenheid;
• voor mij: verrijken van gebruikerservaring. (Verharen, 2013)
2.4 De Magische Winkel
In deze paragraaf wordt het format van De Magische Winkel beschreven. De Magische Winkel wordt uitgezonden op televisiezender Zapp. Het is een televisiezender die dagelijks
kinderprogramma’s uitzendt op NPO 3, voor kinderen van zes tot en met twaalf jaar. (Zapp, z.j.a)
2.4.1 Format
De Magische Winkel is een informatie en entertainmentprogramma voor de jeugd. Het programma speelt in op de trend dat mensen verwonderd willen worden.
Het goochelen maakt dat mogelijk, hierdoor zijn er op televisie al een aantal
goochelprogramma’s te zien. Het programma onderscheidt zich van andere programma’s, omdat er in De Magische Winkel trucs worden uitgelegd. In het programma krijgt een kind tussen de acht en veertien jaar de kans om een magische truc te leren van een Nederlandse goochelaar, die hij uiteindelijk aan het publiek moet laten zien. Het kind kan alleen de Magische Winkel binnen treden als hij beschikt over echt goocheltalent.
In De Magische Winkel ontmoet het goocheltalent de goochelaar van wie hij twee trucs gepresenteerd krijgt. Het goocheltalent kiest één truc die de goochelaar aan hem zal uitleggen. Samen zullen zij de truc gaan voorbereiden totdat het goocheltalent de truc kan uitvoeren voor het grote publiek. Het talent voert de truc op een bijzondere locatie uit, zoals een sportclub, school of verjaardag.
Er zijn in totaal zestien kinderen en acht Nederlandse topgoochelaars die de goocheltalenten een truc leren. Het eerste seizoen bestaat uit zestien afleveringen van vijftien minuten. Het werd uitgezonden van 16 september tot 6 november 2014 op dinsdag en donderdag om 17:45 uur.
Sfeer
De Magische Winkel bevindt zich voor de kijker op een geheime plek in Nederland. De sfeer is magisch onder andere door de deuren die vanzelf open gaan, de rook die wordt gebruikt en de attributen in de studio. Daarnaast speelt het geluid en de effecten die in de montage zijn toegevoegd een belangrijke rol tot het magische effect.
De attributen voor elke truc bevinden zich in een doos, die gewikkeld is in gouddraad, voorzien van een label en verzegeld met een lakstempel. De spanning van het programma begint op het moment dat het goocheltalent moet kiezen tussen de twee trucs en eindigt als de attributen voor de gekozen truc op tafel liggen. De spanning in het programma heeft invloed op de magische sfeer.
Line-‐up
De line-‐up in figuur 1 geeft een duidelijk overzicht van het verloop van het programma weer.
Nummer Onderwerp Tijd Totale lengte
Leader 00’35”
Introductie:
Goocheltalent stelt zichzelf en de familie in hun eigen huis voor en vertelt over zijn hobby’s en het goochelen.
01’46” 02’21”
Goocheltalent laat een van zijn trucs zien en verdwijnt op magische wijze van huis naar De Magische Winkel.
00’33” 03’04”
Goocheltalent komt aan bij De Magische Winkel en ontmoet de goochelaar.
00’41” 03’45”
Goochelaar wordt voorgesteld door middel van een filmpje.
00’15” 04’00”
De twee trukendozen komen op tafel en het goocheltalent kiest de eerste truc die hij wil zien.
00’20” 05’15
Goochelaar doet truc 1 voor. 01’30” 06’45”
Bumper 00’05” 06’50”
Goochelaar doet truc 2 voor. 01’15” 08’05”
Goocheltalent kiest een van de twee trucs die hij uitgelegd wil krijgen.
00’12” 08’18
Bumper 00’08” 08’26”
Goochelaar gaat de gekozen truc uitleggen aan het goocheltalent.
02’09” 10’35”
Bumper 00’13” 10’48”
Goochelaar legt truc 2 aan de kijker uit. 02’15” 13’03”
Bumper 00’05” 13’08”
Goocheltalent verschijnt op magische wijze op de locatie waar hij de truc aan het publiek gaat laten zien.
00’14” 13’22”
Quote: goocheltalent vertelt over zijn verwachtingen. 00’14” 13’36”
Goocheltalent voert de geleerde truc uit voor het grote publiek.
01’22” 14’58”
Quote: mensen uit het publiek reageren op de truc. 00’12” 15’10”
Quote: goocheltalent vertelt over zijn uitvoering. 00’10” 15’21”
Figuur 1 Line-‐up van De Magische Winkel
2.4.2 Crossmediaal concept
De Magische Winkel beschikt niet over een crossmediaal concept. Het programma heeft geen eigen pagina op sociale media als Instagram, Facebook, Twitter en YouTube. Er bestaat wel een website, avrotros.nl/demagischewinkel, waar de kijker de afleveringen terug kan kijken. Ook kunnen fragmenten met de uitleg van de trucs worden bekeken. Gedurende de uitzending verschijnt de hashtag: #DeMagischeWinkel in beeld om op deze manier de kijker aan te sporen om over het programma te praten.
2.5 Conclusie
Producent IDTV staat ervoor om de opdrachtgever het beste concept te leveren wat het beste bij hen past. De missie van de AVROTROS is duidelijk, de omroep wil er voor iedereen zijn door zich betrokken te voelen bij de maatschappij. Informeren, vermaken en verbinden zijn de kernwaarden. De omroep moet zich houden aan de Mediawet, waarin staat beschreven dat er een gevarieerd media-‐aanbod moet worden aangeboden. Dit houdt in dat er naast televisie ook gebruik gemaakt moet worden van het internet in de vorm van een website. Het crossmediaal concept van De Magische Winkel moet daar zijn waar het publiek is, educatie bieden, verbondenheid creëren en de gebruikerservaring verrijken. De magische
sfeerelementen van het programma moeten daarbij terugkomen.