Vraag nr. 196
van 18 september 2001 van mevrouw SONJA BECQ
Loopbaanonderbreking – Herintreding (2)
Aanvullend op mijn schriftelijke vraag "Ambtena-ren – Herintreding na loopbaanonderbreking" (vraag nr. 165) van 7 juni 2001 met betrekking tot herintreding bij loopbaanonderbreking in de Vlaamse administratie, had ik graag inzicht in de duur van de loopbaanonderbreking. Het zou im-mers kunnen dat minder tot herintreding wordt overgegaan wanneer men langer (deeltijdse) loopbaanonderbreking nam (Bulletin Vragen en A n t -woorden nr. 1 van 5 oktober 2001, blz. 158 – red.).
Vandaar volgende vragen.
1. Wat was de gemiddelde duur van de loopbaan-o n d e r b r e k i n g, bij mannen enerzijds en bij vrloopbaan-ou- vrou-wen anderzijds, in de loop van de verschillende jaren sinds 1992 ?
2. Is er een verband vast te stellen tussen de duur van de loopbaanonderbreking en de kans op herintreden?
Antwoord
In aanvulling op vraag nr. 165 van 7 juni 2001 met betrekking tot de herintreding bij loopbaanonder-breking in de Vlaamse administratie, vraagt de Vlaamse volksvertegenwoordiger naar de gemid-delde duur van de loopbaanonderbreking bij man-nen en vrouwen in de loop van de verschillende jaren sinds 1992, en of er een verband is vast te stellen tussen de duur van de loopbaanonderbre-king en de kans op herintreden. Deze gegevens werden opgevraagd bij de zeven departementale personeelsdiensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
1. Gemiddelde duur van de loopbaanonderbre-king.
De gemiddelde duurtijd van een loopbaanonder-breking (LBO) (uitgedrukt in maanden) sinds 1992 bedraagt :
Departement Mannen Vrouwen
Voltijdse LBO Halftijdse LBO Voltijdse LBO Halftijdse LBO
LIN 26,1 19,6 24,1 28,0 OND* 31,7 36,7 COO* 33,1 28,2 AZF 45,4 14,8 32,4 20,8 WIM 12,0 24,0 27,0 16,0 EWBL 8,5 9,1 7,8 9,7 WVC 28,3 25,6 25,6 27,0
* geen onderscheid gemaakt tussen halftijdse en voltijdse LBO
2. Verband tussen de duur van de loopbaanonder-breking en de kans op herintreding
Zoals reeds eerder gesteld (in antwoord op vraag nr . 165) hervat 66,3 % van de personeelsleden zijn loopbaan opnieuw (deeltijds), waaruit kan worden afgeleid dat er wel degelijk gebruikgemaakt wordt van de mogelijkheid tot herintreding.
Vijf van de zeven departementale personeelsdient-sen geven aan dat er geen significant verband is vast te stellen tussen de duur van de loopbaanon-derbreking en de kans op herintreding, of dat zij hier geen zicht op hebben.
Het departement LIN – toch het grootste depar-tement binnen het Ministerie van de Vlaamse Ge-meenschap – stelt evenwel vast dat, naarmate de duur van de loopbaanonderbreking toeneemt, z i j een daling van het aantal herintredingen vaststel-l e n , zowevaststel-l bij havaststel-lftijdse en vovaststel-ltijdse vaststel- loopbaanon-derbreking genomen door mannen, als bij voltijdse loopbaanonderbreking genomen door vrouwen. Enkel bij de halftijdse loopbaanonderbreking ge-nomen door vrouwen blijft het aantal herintredin-gen naherintredin-genoeg constant.