• No results found

Vraag nr. 18 van 18 oktober 2001 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 18 van 18 oktober 2001 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 18

van 18 oktober 2001

van mevrouw SONJA BECQ

Kinderopvang – Bijkomende plaatsen

In het raam van de Septemberverklaring maakte m i n i s t e r-president Dewael gewag van een uitbrei-ding van het aanbod aan kinderopvang met 4.200 van de beloofde 10. 000 plaatsen.

1. Waar kwamen deze plaatsen bij volgens de aard van de dienst (gesubsidieerde diensten voor op-v a n g g e z i n n e n , priop-vate opop-vanggezinnen, p a r t i c u-liere opvanginstellingen, c r è c h e s, b u i t e n s c h o o l s e kinderopvang, ... ) en volgens de regio ?

2. Gaat het telkens om effectief ter beschikking gestelde plaatsen, of om principiële goedkeurin-gen tot uitbreiden (bv. diensten voor opvangge-zinnen die wel mogen uitbreiden, maar geen op-vanggezinnen vinden) ? Als het bovenvermelde enkel principiële goedkeuringen betreft, is het dan ook mogelijk om gegevens van effectieve bezetting te vermelden ?

3. In welke mate werd reeds uitvoering gegeven aan de mogelijkheden tot flexibele opvang en opvang van zieke kinderen, waarvoor in de be-groting 25 miljoen was ingeschreven ?

Antwoord

1 en 2. Het streefdoel van 10.000 nieuwe opvang-plaatsen in de periode 2001-2004, dit is 2.500 bij-komende opvangplaatsen per jaar, betreft de voorschoolse opvang. Mogelijk worden enkele van de bijkomende plaatsen aangewend voor buitenschoolse opvang in een voorschoolse op-v a n g c o n t e x t . De initiatieop-ven op-voor buitenschool-se opvang zijn evenwel niet in deze uitbreidings-operatie betrokken.

Het in deze context opgeven van het aantal bij-komende plaatsen over een specifieke periode is per definitie een precair gebeuren, omdat veel afhangt van de definiëring van de gehanteerde p a r a m e t e r s. Het is immers zo dat, wanneer een principieel akkoord wordt toegekend aan een dienst voor opvanggezinnen of een kinderdag-v e r b l i j f, er nogal wat tijd kan kinderdag-verlopen tussen de principiële beslissing en de feitelijke realisatie. Bij een kinderdagverblijf zelfs jaren.

De in de Septemberverklaring genoemde 4.200 plaatsen zijn het gevolg van een behoedzame r a m i n g. Voor 2000 is de feitelijke groei verre-kend in de sectoren van de diensten, de kinder-dagverblijven (met inbegrip van de buiten-schoolse opvang verbonden aan een kinderdag-v e r b l i j f ) , de particuliere opkinderdag-vanggezinnen en de particuliere opvanginstellingen. De bijkomende plaatsen in de initiatieven voor buitenschoolse opvang zijn niet meegerekend. Voor 2000 gaat het dan om 1.591 plaatsen. Daar zijn 1.000 plaatsen bijgeteld die door de raad van bestuur van Kind en Gezin principieel zijn toegekend aan diensten en kinderdagverblijven binnen het budget 2001 (in werkelijkheid ging het om on-geveer 1.300 plaatsen – marge is verantwoord vanwege uitvallers en spreiding van realisatie in de tijd).

Het aantal bijkomende plaatsen in de particu-liere sector in de periode 1 september 2001 tot 15 september 2001 bedraagt 1.512 (cf. bijlage 1) . Samen betekent dat : 4.103 plaatsen (1.591 + 1.000 + 1.512), afgerond op 4.200, wat minimaal is gezien de in meer toegekende principiële ak-koorden in de gesubsidieerde sector.

In wat volgt, wordt een specifieke momentopna-me gemaakt van de situatie in 2001, door opga-ve van respectieopga-velijk de gerealiseerde zelfstan-dige opvangplaatsen, de in 2001 gerealiseerde of te realiseren plaatsen en de in 2001 principieel besliste plaatsen met realisatie in 2002 of later. In 2001 gerealiseerde zelfstandige opvangplaat -sen (tus-sen 1/1 en 15/9) :

– in mini-crèches 1.270

– in zelfstandige kinderdagverblijven 311

Totaal 1.581

(In dezelfde periode verminderde het aantal op-vangplaatsen in zelfstandige opvanggezinnen met 69)

In 2001 gerealiseerde of te realiseren erkende op -vangplaatsen :

realisatie principieel akkoord 2000

(2)

realisatie principieel akkoord 2001

– in kinderdagverblijven 85 – in diensten voor opvanggezinnen 252

Totaal 421

In 2001 principieel besliste plaatsen, realisatie in 2002 of later : – in kinderdagverblijven 392 – in diensten 504 Totaal 896 Samenvatting : – effectieve realisatie in 2001 2.002 – principieel beslist in 2001, realisatie in 2001 of later 896 – som 2.898

Een gedetailleerd overzicht van deze gegevens per provincie en per opvangsoort wordt gege-ven in bijlage 2.

Om technische redenen, ten gevolge van de her-vorming van het subsidiëringssysteem, is het op vandaag nog niet mogelijk de bezettingsgege-vens 2001 van die voorzieningen welke een principieel akkoord tot capaciteitsuitbreiding verkregen, te vermelden.

3. Aangezien de regelgeving inzake flexibele op-vang en thuisopop-vang van zieke kinderen mo-menteel nog in voorbereiding is, kon het hiertoe in de begroting 2001 ingeschreven bedrag nog niet worden besteed.

Naargelang de prioriteiten die er zijn in de kin-deropvang vandaag, kan het eenmalig worden ingezet voor andere dringende opvangnoden. Een evaluatie terzake zal binnenkort plaatsvin-den.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

165 van 7 juni 2001 met betrekking tot de herintreding bij loopbaanonder- breking in de Vlaamse administratie, vraagt de Vlaamse volksvertegenwoordiger naar de gemid- delde

De Stadskrant krijgt bo- vendien in 2002 de ruimte om Tram 81 te vervan- gen door een dubbelpublicatie, waarbij de agenda uit Brussel Deze Week gelicht wordt, en uitge- bouwd

Reeds lang is er de terechte vraag vanuit dit parle- ment om de middelen van de Nationale Loterij naar de gemeenschappen over te hevelen : tot nu toe doorkruiste de

De exploi- tant werd aangemaand om tegen 30 september 2000 de maatregelen mee te delen die hij zou nemen om een einde te maken aan de vastge- stelde geurhinder die afkomstig is

Hoeveel beheersovereenkomsten zijn er afge- sloten in het kader van de ontheffing van nulbe- mesting op percelen met potentieel belangrijke graslanden in groengebieden2. Hoe is

Voor de voorzieningen, voornamelijk die welke zich met werkkansen van de zwakkere werknemers bezighouden en die tot nu toe voor investeringen en werking op deze middelen een

A l s men alle gehandicapten die in dienst zijn van de Vlaamse overheid voor een loonkostensubsidie in aanmerking zou laten komen, en eigenlijk moet men dan hetzelfde doen voor

Is het inderdaad zo dat deze werken eindigen ter hoogte van het domein Van Gysel, en niet voortgezet worden ter bescherming van de in- woners van de wijk De Nekker, die ongeveer loopt