Vraag nr. 191 van 17 mei 2001
van mevrouw SONJA BECQ
OCMW-voorzitters – RSZ-bijdragen
Gehuwde personen die geen beroepsactiviteit uit-o e f e n e n , vallen wat de ziekteverzekering betreft onder het statuut van hun partner. Wanneer zij ech-ter een bepaald inkomensplafond overschrijden, vervalt deze regeling en moeten zij zich verzekeren als "niet-beschermde" persoon, wat neerkomt op een jaarlijks te betalen bijdrage van ongeveer 80.000 frank.
Voormelde situatie doet zich voor bij sommige – meestal vrouwelijke – schepenen, b u r g e m e e s t e r s en OCMW-v o o r z i t t e r s. De nieuwe regeling inzake vergoedingen voor de lokale mandatarissen brengt op dat vlak geen wijziging mee.
Op federaal niveau is men blijkbaar bereid voor burgemeesters en schepenen initiatieven te nemen om retroactief de persoonlijke bijdragen ten laste van de gemeente te leggen. Voor OCMW's is de Vlaamse Gemeenschap bevoegd.
Wordt vanuit het Vlaamse niveau een gelijkaardige regeling in het vooruitzicht gesteld en werd terzake reeds een initiatief genomen ?
Zo ja, wat is de inhoud van dit initiatief ?
Zo neen, wanneer mag dergelijk initiatief worden verwacht ?
Antwoord
Ik wijs de Vlaamse volksvertegenwoordiger op het feit dat de door haar gestelde problematiek wat de O C M W-voorzitters betreft, werd geregeld bij arti-kel 11 van de wet van 23 maart 2001 tot wijziging van de wetgeving betreffende het verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, wat de bur-g e m e e s t e r, s c h e p e n e n , de voorzitter en de leden van het vast bureau van de districtraden en O C M W-voorzitter betreft, en tot invoering van een suppletief sociaal statuut voor de OCMW- v o o r z i t-ter (Belgisch Staatsblad 5 april 2001).
Krachtens deze bepaling wordt, met ingang van 1 april 2001, het suppletief sociaal statuut dat reeds bestond voor burgemeesters en schepenen, u i t g e-breid tot de voorzitters van de raden voor maat-schappelijk welzijn en hun vervangers.