• No results found

Een vergelijking tussen het vertrouwen in

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een vergelijking tussen het vertrouwen in "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vertrouwen in

‘Expert Communities’

Een vergelijking tussen het vertrouwen in

artsen en accountants als instituties

(2)

Vertrouwen in

‘Expert Communities’

Een vergelijking tussen het vertrouwen in artsen en accountants als instituties

Auteur: Marlies van Uhm Studentnummer: 1702815

Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Bedrijfskunde en Economische Wetenschappen

Afstudeerscriptie M. SC. Accountancy & Controlling, variant Accountancy

Groningen, januari 2009 Eerste begeleider: Dr. E.P. Jansen Tweede begeleider: Drs. E. de Jonge

(3)

Voorwoord

Voorwoord

Voor u ligt mijn scriptie over het vertrouwen in de institutie van accountants. Deze scriptie heb ik geschreven in het kader van de masteropleiding Accountancy en Controlling voor de variant Accountancy. Ik heb ervoor gekozen in dit onderzoek niet op vaktechnische onderwerpen van accountancy in te gaan. Maar wel op een ander, erg belangrijk aspect voor het functioneren van de accountant in het algemeen, namelijk het vertrouwen in accountants. Ik vind dat vertrouwen moet worden gewaarborgd, ook voor de toekomst. Dat is de reden voor dit onderzoek.

Graag wil ik mijn eerste begeleider de heer Jansen ontzettend bedanken voor de wijze waarop hij mij gedurende het onderzoek heeft gemotiveerd, de leuke ideeën die hij aandroeg en de naar onze beider mening de minder gestructureerde maar wel zeer informatieve gesprekken. Ook wil ik graag mevrouw De Jonge bedanken, die de rol van tweede begeleidster heeft vervuld.

Daarnaast bedank ik alle zes geïnterviewden voor hun tijd. Ik vond de interviews het interessantste deel van mijn onderzoek. Het was erg leerzaam en informatief om de verschillende meningen en ideeën te horen.

Tot slot, maar zeker niet op de laatste plaats, gaat mijn dank uit naar mijn vader. Ik waardeer enorm de inzet en het geduld, waarmee hij vele avonden en weekenden mijn scriptie heeft geredigeerd.

Ik hoop dat u met veel plezier deze scriptie leest!

Marlies van Uhm Januari 2009

(4)

Samenvatting

Samenvatting

De motivatie voor dit onderzoek is dat het vertrouwen in de accountant gewaarborgd dient te worden, ook voor de toekomst. In dit onderzoek richt ik mij op het vertrouwen in ‘expert

communities’, waarin ik het vertrouwen van patiënten in artsen vergelijk met het vertrouwen die het maatschappelijk verkeer heeft in accountants. De beroepsgroep van artsen en die van

accountants kunnen worden gekenmerkt als een institutie. De onderzoeksvraag luidt: “Hoe is het vertrouwen van de maatschappij in een beroepsgroep van professionals te verklaren en hoe is het mogelijk om het vertrouwen te versterken?” Ik doe aanbevelingen over het versterken van het vertrouwen in de institutie van accountants.

De bronnen waar ‘expert communities’ over beschikken, volgens de theorie van Hood (2007), zijn nodality, authority en organization. Met deze begrippen als leidraad heb ik interviews gehouden met twee partners van twee Big Four kantoren, een belegger, een medisch ethicus, een gynaecoloog en een senior adviseur van de Raad van Volksgezondheid en Zorg.

Dit onderzoek heeft geleid tot de volgende conclusies.

De institutie van artsen merkt op dat zij geen baat heeft bij veel regels en wetten, omdat een overdaad ervan leidt tot een starre houding van de artsen. De aanbeveling die hieruit voortkomt, is dat er minder wetten en regels voor accountants zouden moeten bestaan, opdat accountants toegankelijker worden. Deze aanbeveling houdt verband met het begrip authority van Hood (2007, p. 50).

Artsen geven de patiënten alleen die informatie die de patiënt kan begrijpen. Accountants zouden op een voor het maatschappelijk verkeer ook begrijpbare wijze moeten communiceren. De informatie kan, net als in de artsenpraktijk, in vakliteratuur worden gepubliceerd. De

wetenschapsjournalisten verspreiden de informatie die belangrijk is voor de samenleving via media als kranten. Deze aanbevelingen hebben betrekking op het begrip nodality, waar Hood (2007, p. 21) over heeft geschreven.

(5)

Samenvatting

In ziekenhuizen werkt men vaak met protocollen. In deze protocollen wordt duidelijk wat artsen onderling van elkaar kunnen verwachten. Dit heeft een positieve invloed op het functioneren van ziekenhuizen. Een advies voor de accountancy is het opstellen van een protocol voor momenten waarop er problemen ontstaan zoals fouten en fraudes.

Tot slot is het aan te bevelen om accountants meer in de publiciteit te laten treden om de beroepscodes te communiceren; accountants zouden ook meer empathie moeten tonen. Om een waardige gesprekspartner te zijn, verdient het dan ook de aanbeveling om in de opleiding

accountancy meer aandacht aan filosofie te besteden. Daarnaast kan door meer in de publiciteit te treden en bijeenkomsten bij te wonen gewerkt worden aan het dichten van de verwachtingskloof.

Deze aanbeveling heeft betrekking op het begrip organization van Hood (2007, p.102).

(6)

Marlies van Uhm Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inleiding 6

1 Probleemstelling 8

1.1 Doelstelling 8

1.2 Institutie 9

1.3 Vraagstelling 11

2 Theorie 13

2.1 Vertrouwen 13

2.2 Vertrouwen in artsen 18

2.3 Conceptueel model 21

2.4 Deelvragen 21

3 Onderzoeksopzet 23

3.1 Bronnen 23

3.2 Onttrekken informatie uit de praktijk 23

4 Resultaten 26

4.1 Nodality 26

4.1.1 Beroepsgroep van accountants 26

4.1.2 Beroepsgroep van artsen 30

4.2 Authority 32

4.2.1 Beroepsgroep van accountants 32

4.2.2 Beroepsgroep van artsen 33

4.3 Organization 34

4.3.1 Beroepsgroep van accountants 34

4.3.2 Beroepsgroep van artsen 36

5 Samenvatting en conclusie 38

5.1.1 Samenvatting 38

5.1.2 Conclusie 43

6 Discussie 45

7 Literatuurlijst 46

(7)

Inleiding

Inleiding

Hoe kan de institutie van accountants ervoor zorgen dat het vertrouwen in haar wordt versterkt of behouden? Dit na de schandalen die zich afgelopen jaren hebben voorgedaan. In dit onderzoek ga ik opzoek naar een antwoord op deze vraag.

In deze inleiding geef ik de aanleiding tot dit onderzoek weer.

In het Financieel Dagblad van 17 juli 2008 staat in het kader van de kredietcrisis, dat de redelijke goede kwartaalcijfers van de banken het vertrouwen in de financiële instellingen niet herstellen. De jaarcijfers, waar de handtekening van de accountant onderstaat, brengen het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer ook niet terug. Hoe is dat mogelijk? Men zou toch verwachten dat het

vertrouwen terug moet komen als de kwartaalcijfers redelijk zijn en de accountant voor die cijfers een goedkeurende verklaring afgeeft?

In de afgelopen jaren hebben vele schandalen plaatsgevonden rond de accountancy als beroepsgroep.

Door deze schandalen is het vertrouwen in de institutie van accountants gedaald. Gezien het feit dat accountants voor het maatschappelijk verkeer werken kan worden geconcludeerd dat het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de accountant door de schandalen is verminderd. Dit vertrouwen dient hersteld te worden. De reden dat het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer zo belangrijk is voor de institutie van accountants, is dat men erop moet kunnen vertrouwen dat een jaarrekening die goedgekeurd is door een accountantsorganisatie geen fouten van materieel belang bevat. Als men geen vertrouwen heeft in de accountant, zou een accountantsverklaring dus geen nut hebben. Om deze reden is het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer essentieel voor de beroepsgroep van accountants.

Om het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer te herstellen worden er steeds meer wetten en regels voor accountants en accountantsorganisatie ingesteld. De vraag blijft of door deze wetten en regels voor de institutie van accountants het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer terug zal winnen.

Het overgrote deel van die regels wordt door overheden over de hele wereld ingevoerd. Het is echter de vraag of er momenteel voldoende wetten en regels zijn ingesteld om een volgend schandaal te

voorkomen. Bovendien zullen alleen wetten en regels niet voldoende zijn de om het vertrouwen van

(8)

Inleiding

Het is erg goed mogelijk dat de institutie van accountants eerst een volgende schade in het vertrouwen moet oplopen, voordat er verdere acties ondernomen zullen worden door de overheid of door het Nederlands Instituut Voor Register Accountants (NIVRA) zelf. Deze organisatie vertegenwoordigt de accountants en accountantorganisaties in het maatschappelijk verkeer.

In het eerste hoofdstuk leid ik het probleem in en geef ik aan wat ik wil onderzoeken en formuleer ik ook de onderzoeksvraag. In het tweede hoofdstuk bespreek ik de theorie rond mijn onderzoek en zet ik die vervolgens uiteen. Dit hoofdstuk sluit ik af met de deelvragen, waarvan de antwoorden moeten leiden tot een antwoord op de onderzoeksvraag. Deze deelvragen vloeien voort uit de theorie. In hoofdstuk drie bespreek ik de onderzoeksopzet en geef ik aan hoe ik het onderzoek zal uitvoeren. De theorie zoals ik in hoofdstuk twee heb behandeld én de resultaten van het onderzoek leiden tot de antwoorden op de deelvragen die ik in hoofdstuk vier behandel. Tot slot geef ik in het vijfde en laatste hoofdstuk de conclusie weer. Daarbij verbind ik de antwoorden op de deelvragen met elkaar, waardoor ik antwoord kan geven op de onderzoeksvraag.

(9)

Probleemstelling

1 Probleemstelling

1.1 Doelstelling

Om het vertrouwen, dat door de schandalen van de afgelopen jaren schade heeft opgelopen, te herstellen zijn er extra wetten en regels in het leven geroepen voor de accountant en de

accountantsorganisatie. Wanneer deze aan die wetten en regels voldoen, verwacht men dat het vertrouwen toe zal nemen. De vraag is of al deze wetten en regels wel de juiste middelen zijn om het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer voor zich te winnen. Zijn er niet andere methoden om vertrouwen te winnen? Op het moment dat je vertrouwen hebt in een persoon of instelling, acht je deze betrouwbaar. Dan wordt er vanuit gegaan dat je op de wederpartij kan bouwen. Eigenlijk leiden deze wetten en regels dus niet direct tot vertrouwen maar enkel tot een bevestiging van het vertrouwen. Dan is de volgende vraag welke factoren wél leiden tot het scheppen van vertrouwen. Hierop zal ik een antwoord gaan zoeken met behulp van de theorie die ik in het volgende hoofdstuk bespreek.

Het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de accountant is essentieel voor zijn

maatschappelijke betekenis, omdat de accountant ervan afhankelijk is. Indien het maatschappelijk verkeer geen vertrouwen meer in de accountant heeft, zal dus de handtekening van de

registeraccountant geen functie meer hebben.

Alleen registeraccountants die aangemerkt zijn door de AFM als externe accountant mogen de accountantsverklaring voor organisaties met een wettelijke controle ondertekenen. Een

registeraccountant dient ingeschreven te staan in het register voor accountants. Er zijn enkele vereisten om in dit register te worden opgenomen. Om de titel registeraccountant te krijgen zijn strenge

opleidingseisen gesteld en is een redelijke praktijkervaring benodigd. Daarnaast is voor het behoud van de titel registeraccountant permanente educatie noodzakelijk.

Mijn motivatie om een onderzoek te doen naar dit onderwerp is dat de toekomst van de accountant gewaarborgd dient te worden. In dit onderzoek wil ik onderzoeken op welke manier het vertrouwen van het maatschappelijke verkeer in de beroepsgroep van accountants kan worden verbeterd.

(10)

Probleemstelling

De beroepsgroep van accountants is een professionele. Er zijn meerdere professionele beroepsgroepen die werken met een register. Een voorbeeld hiervan is die van artsen. Deze beroepsgroepen kunnen worden gekenmerkt als instituties. In de volgende paragraaf zal ik verder op dit begrip ingaan. Ik wil hierin de institutie der Geneeskunde gebruiken ten opzichte van de institutie van accountants. Ik kies voor de vergelijking met de beroepsgroep van artsen, omdat ik in dit onderzoek er vanuit ga dat het maatschappelijke verkeer meer vertrouwen heeft in artsen dan in accountants. Ik neem dit aan omdat bij ongevallen over het algemeen niet getwijfeld wordt over het feit of er een arts ingeschakeld dient te worden. Het is vanzelfsprekend om een ambulance te bellen of bij minder ernstige ongevallen naar de huisarts of het ziekenhuis te gaan. Hierbij wordt het lichaam van de patiënt overgelaten aan de

deskundigheid van de arts. De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (2007, p. 17) heeft een onderzoek gedaan naar het vertrouwen van Nederlanders in de huidige gezondheidszorg. Hiervoor gaven de Nederlanders een ruime voldoende, namelijk een zeven. Daarnaast heeft volgens dit onderzoek 40% van de Nederlanders een blind vertrouwen in artsen.

De vraag is hoe het komt dat de samenleving zich aan artsen geheel toevertrouwt. Artsen zijn ingeschreven in het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Bij artsen gaat het, net als bij accountants, om het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer. Het BIG-register kent artsen, fysiotherapeuten, apothekers, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundigen en is een soortgelijke databank als het accountantsregister. De Wet BIG bevat regels voor zorgverlening door mensen die het beroep uitoefenen. Daarnaast bevordert deze wet de kwaliteit van de beroepsbeoefening en de bescherming van de patiënt.

De BIG voor de artsen sluit dus aan op het NIVRA voor de accountants. Zowel accountants als artsen steunen in hun beroepsuitoefening op het vertrouwen dat het maatschappelijk verkeer in hen hebben.

1.2 Institutie

In de vorige paragrafen heb ik al verschillende keren het woord ‘institutie’ gebruikt. Het woord institutie is een complex begrip. Daarom ga ik in deze paragraaf verder op het begrip ‘institutie’ in. Er zijn meerdere definities voor instituties. Dit maakt het noodzakelijk om aan te geven welke definitie ik in dit onderzoek hanteer.

(11)

Probleemstelling

Een institutie bestaat uit een groep leden die een bepaalde kennis heeft. Iemand is pas een lid als hij of zij wordt beschouwd en behandeld als een lid. We weten iets over de sociale status van een lid van een institutie. De kennis die de leden dragen vormt de institutie volgens Bloor (1996, p. 842).

Gilson (2003, p. 1457) geeft een andere vorm aan instituties: “Instituties participeren als een instelling en zorgen voor het behoud van het vertrouwen”. Dit is de reden dat ik in mijn onderzoek de instituties als geheel bekijk. Een institutie kan als volgt worden omschreven: “Instituties zorgen voor vertrouwen door professionals en ethische codes maar ook met behulp van trainingen en procedures voor het geven van een graad aan werknemers” zegt Gilson (2003, p 1459).

Een institutie zegt iets over de sociale status van de groep. Het bestaansrecht van instituties is

gebaseerd op het geloof en het bestaan van de instituties vermeldt Bloor, (1996, p. 842). De regels die gelden in instituties zijn gebouwd in de samenleving als interpretaties. Deze regels worden bijgestaan door publieke opinies of door de kracht van de wet. Zo is de sociale status van artsen een

geïnstitutionaliseerde regel voor het managen van ziekten, als een sociale rol samengesteld uit particulier gedrag, relaties en verwachtingen volgens Meijer en Rowan (1977, p. 341).

Geïnstitutionaliseerd beleid, professie, services, technieken, producten en programma’s functioneren als krachtige mythen, die door veel organisaties worden gebruikt. Deze mythen bepalen hoe een institutie werkt, blijkt uit onderzoek van Meijer en Rowan ( 1977, p. 340).

Samenvattend, instituties worden gevormd door leden die een bepaalde kennis met zich meedragen.

Daarnaast weten buitenstaanders iets over de sociale status van de leden van een institutie en de institutie zelf.

Naar aanleiding van bovenstaande definities van instituties denk ik, dat een goede beschrijving van een institutie voor dit onderzoek ‘expert community’ is. Hieronder versta ik een gemeenschap met

professionals die een bepaalde opleiding, beroepsethiek, waarden en doelen met elkaar gemeen hebben.

Daarnaast draagt de institutie zorg voor het vertrouwen van de samenleving/maatschappelijk verkeer.

Echter, we dienen het begrip institutie niet te verwarren met het begrip organisatie. Een organisatie betreft namelijk een onderdeel, symbool of slechts één van de verschijningsvormen van een institutie.

De NIVRA is dus geen instituut maar een organisatie. De institutie van accountants omvat alle

(12)

Probleemstelling

accountants over de hele wereld. Zij dragen dezelfde kennis, beroepsethiek, waarden en doelen. Dit zelfde geldt dus ook voor artsen op hun specialisatie.

Dit onderzoek zal, zoals in de vorige paragraaf beschreven, de instituties van accountants en artsen met elkaar vergelijken. Hierbij dient de lezer bij het woord institutie de definitie van ‘expert community’ in het achterhoofd te houden.

1.3 Vraagstelling

In deze paragraaf zet ik bovenstaande doelstelling om in de onderzoeksvraag. De onderzoeksvraag is de vraag waar ik aan het eind van dit onderzoek antwoord op wil geven.

Het doel van dit onderzoek is het doen van aanbevelingen om het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de accountant te versterken. Hierbij kan worden gezegd dat de accountantsorganisatie een beroepsgroep van professionals betreft, net als de beroepsgroep van artsen. De beroepsgroep van professionals betreft een beroepsgroep waarbij het werk door hoog opgeleide werknemers wordt uitgevoerd. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (2007, p. 15) vermeldt over professionaliteit dat dit het geheel is van waarden, gedragingen en relaties dat het vertrouwen in artsen ondersteunt. Het vertrouwen is volgens dit boek zo belangrijk, omdat dit ervoor zorgdraagt dat zonder dwang of regels van bovenaf met elkaar samengewerkt kan worden. Dit is belangrijk omdat mensen die in elkaar vertrouwen minder behoefte hebben aan wetten en regels. Met alleen wetten en regels is het niet mogelijk om vertrouwen van het maatschappelijk verkeer voor je te winnen. Gedurende dit onderzoek zal duidelijk worden dat er meerdere bronnen en instrumenten zijn te gebruiken om het vertrouwen te winnen van het maatschappelijk verkeer.

De onderzoeksvraag die ik aan de hand van voorgaande heb vastgesteld luidt:

“Hoe is het vertrouwen van de maatschappij in een beroepsgroep van professionals te verklaren en hoe is het mogelijk om dit vertrouwen te versterken?”

Wat betreft de beroepsgroep van professionals ga ik in dit onderzoek alleen in op die van accountants en die van artsen. Ik wil aanbevelingen doen voor de beroepsgroep accountants en ik wil daarvoor gebruik maken van de beschikbare informatie van de beroepsgroep van artsen. Met een beroepsgroep

(13)

Probleemstelling

van professionals bedoel ik hetzelfde als een institutie van artsen of accountants. De begrippen beroepsgroep en institutie gebruik ik naast elkaar.

(14)

Theorie

2 Theorie

2.1 Vertrouwen

Waarom is het vertrouwen eigenlijk zo belangrijk voor de institutie van accountants? Er kan worden gesteld dat een goed functionerende samenleving niet zonder vertrouwen kan. Vertrouwen zorgt ervoor dat mensen zonder dwang of regels van bovenaf met elkaar kunnen samenwerken. Daarnaast weet de cliënt niet exact welke activiteiten de accountant voor hem uitvoert. De cliënt moet erop kunnen vertrouwen dat de institutie van accountants waar voor zijn geld levert. Er kan dus worden gesteld dat vertrouwen een cruciale rol speelt in het functioneren van professionals. De diensten die worden geleverd door professionals kunnen we aanmerken als vertrouwensgoederen vermeldt de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (2007, p. 15).

Hood (2007) heeft vier instrumenten beschreven die door de overheid, maar ook door een beroepsorganisatie kunnen worden ingezet om de gewenste maatschappelijke effecten teweeg te brengen. Hood (2007) heeft dit geordend volgens het zogenaamde NATO-raamwerk. NATO is een acroniem en staat voor ‘nodality, authority, treasure en organization’. Vervolgens geeft Hood (2007) aan dat er twee toepassingen zijn waar de overheid gebruik van kan maken. Deze toepassingen zijn detectoren en effectoren.

Detectoren zijn de toepassingen die de overheid gebruikt voor het verkrijgen van informatie van de buitenwereld. Effectoren zijn de toepassingen die de regering kan gebruiken om impact te maken op de buitenstaanders. Hieronder koppel ik de bronnen aan de instrumenten.

Hood (2007), p. 21) vermeldt over Nodality dat het een eigenschap is van het middenin een sociaal netwerk staan. Nodality is een vorm van macht door de houding/status die de overheid of beroepsgroep heeft en de rechten die daarmee gepaard gaan. Sommige informatie kan vrij worden ontvangen, voor andere informatie moet je jezelf inzetten om in een informatienetwerk te komen, bijvoorbeeld om bij veel mensen in het adresboek te staan. De meest passieve vorm van het ontvangen van informatie is vrijwillig en spontaan. Dit betreft ongevraagde informatie, die bijvoorbeeld wordt ontvangen via junkmails, advertenties en roddels. Een iets minder passieve vorm is een kritisch blik op de uitingen van de media . Hieruit kan de nodige informatie worden gehaald. Een zeer actieve vorm is een direct

(15)

Theorie

onderzoek, zoals de straat opgaan om specifieke informatie te verkrijgen. Deze methoden zijn alle detectoren die Hood vermeldt (2007, p. 21-27).

Uit onderzoek van Hood (2007, p. 28-38) blijkt dat de regering door haar status impact kan uitoefenen op de buitenwereld. Dit kan met behulp van een uitzending via bijvoorbeeld radio of televisie, waarbij de hele maatschappij kan worden bereikt, maar ook met behulp van op maat gemaakte berichten voor een bepaalde groep.

Het volgende begrip van Hood (2007, p. 50) is Authority, dit is het beschikken over wettelijke of officiële macht. Het draait om bevelen en verbieden. Hierbij valt te denken aan regels, wetten en tuchtrechtspraak. Maar het draait ook om de status die deze groep heeft.

Een voorbeeld hiervan zijn de plichten die toonbaar zijn, zoals de vereiste van een autokenteken.

Daarmee kan de overheid informatie verkrijgen over de auto; dit is een detector.

Een relevant voorbeeld voor dit onderzoek is het accountantsregister. Hieruit is voor de NIVRA enige informatie te halen over de persoon van accountant.

Ook zijn er verplichtingen om (een deel van) de identiteit van personen kenbaar te maken, bijvoorbeeld de geboortedatum. Hieraan kon de overheid in het verleden bijvoorbeeld zien wanneer een persoon zijn militaire dienstplicht moest vervullen.

Een andere vorm is het recht van inspectie. Hierbij draait het om het recht van de overheid om bijvoorbeeld een inspectie te doen op voedsel.

Ook heeft de regering de macht om mensen te certificeren en daarbij bepaalde bevoegdheden te geven;

hier is sprake van een effector. Hierbij worden directe tekens gebruikt zoals een certificaat als een postzegel die nodig is om een brief of kaart te versturen. Dit is alleen van toepassing voor personen die gebruik willen maken van de diensten van de postbode. Daarnaast bestaan er ook regels die van

toepassing zijn op het hele land.

De derde bron van Hood (2007, p. 78), treasure betreft alles wat ‘vrij’ kan worden omgezet in geld.

Het belonen van mensen voor het verstrekken van informatie is hiervan een voorbeeld. Treasure kan ook worden gebruikt voor bijvoorbeeld het verkrijgen van informatie over een ontvoering. Dit begrip is niet erg van toepassing op dit onderzoek. Om deze reden zal ik de bron treasure dan ook niet verder behandelen.

(16)

Theorie

De laatste bron van Hood (2007, p. 102) is organization en bestaat uit de groep mensen met alle baten die ze met zich mee brengen. Hierbij valt te denken aan gebouwen, land enzovoorts. Daarnaast zijn het de individuen met hun vakkunde en hun contacten. Voor vakkunde zijn onderwijs en scholing nodig.

Deze aspecten zijn van cruciaal belang voor een “expert community”. De beroepsgroep kan eisen stellen aan de opleidingsinstituten, maar ook aan permanente educatie die na de studie nodig is. Bij het vergaren van informatie (detector) draait het hoofdzakelijk op deze bron. Een zeer passieve vorm bij het vergaren van informatie is een draaihek. Hierbij kan vanaf één punt een controle plaats vinden. Een actievere vorm zijn scanners. Deze kunnen zowel verborgen zijn als duidelijk zichtbaar. Dit wordt ook wel de ergonomische detector genoemd. De directe actie of behandeling heeft impact op een

organisatie of individu.

Zoals uit het vorenstaande blijkt kan de regering volgens Hood (2007) beschikken over enkele bronnen. Deze bronnen zijn deels toe te passen op het instituut van accountants.

Zoals gesteld maak ik gedurende het onderzoek geen gebruik van de bron treasure.

Limperg, de grondlegger van het vak accountancy in Nederland, ontwikkelde in 1926 de vertrouwenstheorie. Hierin positioneert Limperg de accountant als vertrouwensman van het

maatschappelijk verkeer. Deze theorie werkt twee richtingen op. Enerzijds roept het optreden van de accountant bij het maatschappelijk verkeer een zeker vertrouwen op en dient de accountant zijn werkzaamheden hierop af te stemmen. Anderzijds moet de accountant ervoor zorgen dat de door hem gedane mededelingen bij het maatschappelijk verkeer geen groter vertrouwen oproepen dan zijn

werkzaamheden en bevindingen kunnen rechtvaardigheden. Dan zal er namelijk een verwachtingskloof ontstaan waardoor het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de institutie van accountants een nog grotere deuk zal oplopen.

Het vertrouwen in een beroepsgroep van professionals is uiterst belangrijk, omdat het maatschappelijk verkeer geen controle kan uitoefenen op de kwaliteit en de uitvoering van de werkzaamheden die door deze professionals zijn uitgevoerd. Zij kunnen de kwaliteit van de informatie die de accountant

verstrekt niet beoordelen, omdat zij over dit gebied onvoldoende kennis hebben merken Dekkers en van Kolleburg (2002, p. 19) op.

(17)

Theorie

Zoals ik heb aangegeven in de probleemstelling zal ik gaan kijken naar de instituties geneeskunde en de accountancypraktijk. Een institutie stelt het maatschappelijk verkeer in staat om de werknemers of organisatie als geheel te vertrouwen.

Vertrouwen is gefocust op het zenden en interpreteren van signalen tussen twee partijen. In dit onderzoek ga ik in op de interpretatie van het maatschappelijk verkeer van de signalen die de accountant uitzendt. Deze signalen bepalen of het maatschappelijk verkeer vertrouwen heeft in de institutie van accountants.

Onderzoek wijst uit dat ieder persoon niet eenvoudigweg aanneemt dat de andere te vertrouwen is; in feite gaat men er zelfs vanuit dat de andere persoon andere waarden heeft dan die van zichzelf

vermelden Jones en George (1998, p. 533) in hun onderzoek.

Voor dit onderzoek houdt het in dat het maatschappelijk verkeer niet zonder meer vertrouwen heeft in de accountants. Zij hebben dus de taak ten opzichte van het maatschappelijk verkeer een waarde op te bouwen.

Het opbouwen van dit vertrouwen kan door het ontwikkelen van verschillende elementen. Deze elementen zijn onderzocht door Jones & George (1998, p. 531-534) en betreffen de psychologische elementen: waarden, houding en stemming. Deze elementen worden hieronder uiteen gezet:

Waarden betreffen onder andere loyaliteit, eerlijkheid, verantwoordelijkheid, integriteit,

bekwaamheid, consistentie en openheid. Als ik kijk naar waarden voor de accountant tegenover het maatschappelijk verkeer moet ik vooral denken aan de integriteit, bekwaamheid en openheid.

De houding richting afhankelijke entiteiten zijn gevoelens, geloof, en kennis over de

betrouwbaarheid van de entiteit. Deze onderlinge afhankelijkheid is voor dit onderzoek erg van belang, omdat het een essentieel kenmerk in het leven is. Het maatschappelijk verkeer is

afhankelijk van het werk die door de accountant wordt uitgevoerd. Het maatschappelijk verkeer zal dus veel waarde hechten aan de gevoelens, het geloof en de kennis van het institutie van accountants. De bekende schandalen uit het recente verleden hebben een negatief effect gehad op het vertrouwen in de accountant. Onderzoek wijst uit dat sociale interacties zijn gebouwd op verwachtingen die deels cognitief zijn en gebaseerd op ervaringen uit het verleden. De houding van mensen ten opzichte van een ander bevat informatie over de betrouwbaarheid van de andere, die is gebaseerd op het verleden, de kennis en de interactie. Er kan dus worden gesteld dat er een breuk in het vertrouwen is opgelopen door de schandalen die afgelopen jaren binnen de

(18)

Theorie

Stemming en emotie zijn ook elementen van vertrouwen. Deze twee geven aan hoe mensen zich voelen tijdens hun dagelijkse activiteiten en interacties met andere mensen of organisaties.

De intensiteit van de gevoelens is de grootste scheiding tussen de stemming en emoties.

Stemmingen zijn meer dagelijkse gevoelens en emoties betreffen een beleving in een bepaalde situatie en zijn intenser dan stemmingen.

Bij het vertrouwen in accountants gaat het vooral om emoties. Deze kunnen wel onderbroken worden door bepaalde gebeurtenissen en omstandigheden. Zo leidt succesvol gedrag tot positieve stemmingen en emoties. Dit houdt in dat een accountant of accountantsorganisatie eerst

succesvol gedrag moet tonen zodat dit leidt tot positieve stemmingen en emoties. Indien dit element positief is zal het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de accountant stijgen.

Het is echter moeilijk om het maatschappelijk verkeer een positieve stemming of emotie te geven vermelden Jones en George (1998, p. 531-534) in hun onderzoek.

Er zijn twee manieren waardoor vertrouwen gedurende de tijd kan verdwijnen volgens Jones & George (1998, p. 537-538):

• Als een partij positieve verwachtingen heeft of een gunstige houding tegenover een ander en deze heeft dezelfde verwachtingen dan komt het vertrouwen een opwaartse spiraal terecht. Maar wanneer verwachtingen zich niet tussen beide partijen heen en weer bewegen gaat het

vertrouwen in een neerwaartse spiraal. Dit kan optreden bij fouten van accountants richting het maatschappelijk verkeer. Hierbij valt niet alleen te denken aan fouten in de verklaring maar ook aan fouten die accountants maken bij het uitvoeren van werkzaamheden op de werkvloer bij cliënten.

• Vertrouwen zal zich niet positief ontwikkelen als de waarden van beide partijen verschillen en niet tot overeenstemming kunnen komen. Wantrouwen zal ontstaan als voor de hand liggende waarden niet overeenstemmen. Hierbij wordt het element waarden zoals hiervoor genoemd opnieuw gebruikt.

Deze twee gevolgen van vertrouwen zullen ook verderop in het onderzoek gebruikt worden.

Het is ook mogelijk om teveel in vertrouwen te investeren volgens het onderzoek van Hall (2001, p.

620) en het onderzoek van Gilson (2003, p. 1461). Want dit leidt tot een lagere waarde van de

onderneming ten opzicht van de andere partij. Accountantsorganisaties en accountantskantoren zouden dus niet teveel moeten investeren om het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer terug te winnen.

(19)

Theorie

Tot slot wijst onderzoek van Jones en George (1998) uit dat het aan de organisatie is om het vertouwen te ontwikkelen en te creëren. Daarbij zijn bovenstaande elementen een hulpmiddel.

2.2 Vertrouwen in artsen

In deze paragraaf ga ik het vertrouwen in artsen theoretisch beschouwen.

Voor de institutie van artsen is het vertrouwen van zijn cliënten van groot belang, omdat de kwaliteit van hun dienstverlening voor de patiënten moeilijk is vast te stellen. Patiënten hebben veelal niet voldoende kennis om te kunnen beoordelen wat de kwaliteit van de behandeling is. Accountants hebben hetzelfde probleem, hebben we in het voorgaande gezien.

Vaak betreft het bij een arts om een eenmalig bezoek, waardoor de patiënt nauwelijks kan leren van eerdere ervaringen. In de gezondheidszorg is de patiënt erg afhankelijk van de arts, waardoor een groot vertrouwen in hem nog noodzakelijker is. Een patiënt die zijn dokter vertrouwt zal eerder informatie verstrekken over zijn gevoelens en problemen, stelt de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (2007, p. 16).

In het boek van de Raad van Volksgezondheid en Zorg (2007, p. 16) spelen volgens Sztompka bij het vertrouwen een viertal vragen een rol:

1 Is de professionele institutie vertrouwenwekkend op het gebied van reputatie, prestaties en gedrag? Een patiënt verwacht dat zijn arts communicatief vaardig, eerlijk en betrouwbaar is. De institutie van artsen dient dit alles uit te stralen om het vertrouwen te krijgen van het

maatschappelijk verkeer.

2 Is de werksituatie vertrouwenwekkend: is er bijvoorbeeld toezicht, verantwoording,

kwaliteitsborging? Het draait om het toezicht vanuit de overheid, de verantwoording ten opzichte van collega’s en de langdurige en zware opleiding. Indien deze aspecten positief zijn wekt dit vertrouwen op bij de patiënt.

3 Is de patiënt tot vertrouwen geneigd? Dit hangt uiteraard van de individuele patiënt af en zal ik in mijn onderzoek buiten beschouwing laten, omdat de beroepsgroep híer toch niets aan kan

veranderen.

4 Is de cultuur gebaseerd op vertrouwen? Nederlanders zijn geneigd tot het schenken van

vertrouwen. Omdat dit aspect een basaal en nauwelijks te beïnvloeden gegeven is, blijft het ook

(20)

Theorie

Tot slot geeft het boek aan dat we in Nederland steeds meer in de richting van de Angelsaksische bestuurscultuur opschuiven, dus: meer regels, meer verantwoording en meer controle. De institutie van artsen zal, om het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer te behouden, in moeten spelen op de regels, verantwoording en controles.

De mate van vertrouwen wordt veelal gevormd door de media en door persoonlijke ervaringen.

Contracten en wetten zijn hulpmiddelen om het gewenste vertrouwen te creëren. Maar hoog

geformaliseerde systemen kunnen zich niet voor elke gebeurtenis indekken. Daarom is er een graad van vertrouwen nodig volgens Mechanic (1996, p. 174).

Hall (2001, p. 621) heeft een eigen configuratie ontworpen op basis van vijf begrippen met betrekking tot het vertrouwen door het maatschappelijk verkeer in de institutie van artsen:

Getrouwheid; bestaat uit de zorg en respect die direct samenhangt met de waarneembare

motivatie. Hierbij gaat het om het feit dat de interesses van de patiënt wordt samengetrokken en dat de institutie geen (mis)bruik maakt van de kwetsbaarheid van de patiënt.

Bekwaamheid; het vermijden van fouten en de best te behalen resultaten bereiken.

Eerlijkheid; hierbij gaat het erom dat de institutie geen informatie verdoezelt. Alle mogelijke behandelingen worden bijvoorbeeld voorgelegd.

Vertrouwelijkheid; belast met de bescherming en het behoorlijke gebruik van privé informatie.

Algemeen vertrouwen; is het overkoepelende vertrouwen en betreft onder andere het vertrouwen dat de arts weet welke behandeling het beste voor de patiënt is en het feit dat de patiënt geen problemen heeft met zijn of haar eigen leven in de handen van de institutie van artsen leggen.

Vertrouwen wordt, zoals eerder aangegeven in dit onderzoek, opgebouwd uit het totaal van positieve ervaringen. Hierbij kan crisismanagement in publiek belang het vertrouwen versterken. Managers die snel reageren om het publiekelijk belang te beschermen leveren een grotere bijdrage aan het

vertrouwen van het publiek aan de onderneming, volgens onderzoek van Mechanic (1996, p. 180). Dit houdt in dat wanneer er bij de institutie van accountants weer een schandaal optreedt, de institutie hierop snel moet inspelen om het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer te versterken of herstellen.

(21)

Theorie

Het werken aan de opbouw van vertrouwen is een continu herhalend proces en vereist herhaald bewijs van competentie, verantwoordelijkheid en zorg. Het tot stand brengen van publiek vertrouwen, maar ook het handhaven ervan, in het bijzonder in een omgeving van alom heersend wantrouwen, vereist continu inspanningen om de goede bedoelingen te tonen geeft Mechanic (1996, p. 181) aan in zijn onderzoek. Instituties dienen, zoals hier beschreven, continu bezig te zijn met het handhaven van vertrouwen van het maatschappelijk verkeer.

In dit onderzoek dient wel rekening te worden gehouden met het vertrouwen in individuen en in instituties. Zo is het mogelijk dat een patiënt wel vertrouwen heeft in bijvoorbeeld de

cardiologieafdeling, maar niet in de psychiatrische afdeling. Dit laat zien dat men de geneeskunde kan wantrouwen, maar wel vertrouwen in de arts heeft. In dit onderzoek zal ik alleen ingaan op het

vertrouwen in de institutie van artsen en niet op het vertrouwen van alleen de arts.

Hall (2001, p. 613) stelt dat in medische instituties vertrouwen afhangt van twee kernwoorden, namelijk intrinsiek en instrumenteel. De eerste geeft het karakter weer dat de dokter-patiëntrelatie aangeeft (niet van toepassing op dit onderzoek). De tweede, instrumenteel, is het vertrouwen dat essentieel is voor een effectieve therapeutische ontmoeting. Hierbij draait het om gedrag, houding en gewilligheid om hulp te zoeken.

In de medische wetenschappelijke artikelen van Hall (2001, p. 615) en Gilson (2003, p.1456) wordt aangegeven dat vertrouwen in de geneeskunde veelal samenhangt met kwetsbaarheid. In de

accountancy is deze kwetsbaarheid niet in die mate van belang als in de geneeskunde. Daarom zal ik verder niet op de kwetsbaarheid ingaan.

In de regel hangt het vertrouwen in een organisatie sterk samen met het vertrouwen in haar personeel.

Het vertrouwen in doktoren en artsen wordt vaak gegeneraliseerd naar hun organisatie volgens

Mechanic (1996, p. 174). Ook Hall (2001, p. 619-620) geeft in zijn artikel aan dat het vertrouwen van de patiënt in hun persoonlijke artsen hun vertrouwen in een ziekenhuis of gezondheidsplan beïnvloedt.

Instituties vertrouwen kan dus worden beïnvloed door individueel vertrouwen, vooral in nieuw gevormde relaties.

(22)

Theorie

2.3 Conceptueel model

Aan de hand van de theorie van Hood (2007) en de aspecten van vertrouwen zoals behandeld in

voorgaande paragrafen heb ik onderstaand conceptueel model ontworpen. Dit schema geeft de bronnen aan van macht, waarover de institutie van accountants beschikt, met daarbij de toepassingen. Aan de andere kant van het schema heb ik de aspecten/elementen van vertrouwen zoals mij uit de literatuur gebleken zijn, uiteengezet. De bronnen van macht en de aspecten/elementen van vertrouwen leiden tot het doel van dit onderzoek, namelijk: hoe zorgen deze begrippen ervoor dat het vertrouwen in de institutie van accountants kan worden versterkt/behouden.

Bronnen van macht Toepassingen Doel Aspecten/elementen van vertrouwen

Het verzenden van signalen hoort bij het instrument nodality van Hood (2007, p.21). Hierbij gaat het om alle uitingen naar het maatschappelijk verkeer. Dit geldt ook voor de waarden en emotie, deze begrippen horen ook bij het instrument nodality van Hood (2007, p.21). Echter, de houding, die betrekking heeft op de gevoelens, geloof en kennis van de institutie, hoort bij het instrument organization van Hood (2007, p. 102).

2.4 Deelvragen

Aan de hand van de theorie die ik in de vorige paragrafen heb beschreven en het conceptueel model formuleer ik in deze paragraaf de deelvragen. In de deelvragen behandel ik met name de instrumenten die Hood (2007) in zijn boek heeft beschreven. Naar mijn mening is deze literatuur het meest relevant bij het vinden van een antwoord op de onderzoeksvraag.

Nodality

Authority

Organization

Effectoren

Detectoren

Verzenden van signalen Waarden

Houding Emotie Versterken/behouden

van vertrouwen

(23)

Theorie

Daarnaast zal ik een vergelijking maken tussen de institutie van accountants en de institutie der geneeskunde. Want zoals ik al in het projectkader heb aangegeven, lijkt de regelgeving van de accountancypraktijk op die van de artsenpraktijk. Een vergelijking tussen deze twee beroepsgroepen zal uitwijzen wat de verschillen zijn en kan eventueel aanleiding geven tot verbetering voor de accountancypraktijk. In dit deel van het onderzoek wil ik de volgende deelvragen beantwoorden:

1. Op welke wijze kan het instrument nodality, Hood (2007, p. 21), een bijdrage leveren aan het behouden en/of verbeteren van het vertrouwen van de maatschappij in een beroepsgroep van professionals?

2. Op welke wijze kan het instrument authority, Hood (2007, p. 50), een bijdrage leveren aan het behouden en/of verbeteren bijdragen aan het behouden/verbeteren van het vertrouwen van de maatschappij in een beroepsgroep van professionals?

3. Op welke wijze kan het instrument organization, Hood (2007, p. 102), een bijdrage leveren aan het behouden en/of verbeteren bijdragen aan het behouden/verbeteren van het vertrouwen van de maatschappij in een beroepsgroep van professionals?

Bij het beantwoorden van deze deelvragen breng ik de volgende structuur aan. Eerst zal ik de begrippen behandelen die een rol spelen bij het gebruik van de instrumenten door de institutie van accountants. Nadat ik die heb vastgesteld zal ik ingaan op de wijze hoe artsen gebruik maken van de instrumenten zoals Hood (2007) die heeft beschreven. Aan de hand van deze twee beschrijvingen zal ik per instrument de verschillen aangeven tussen beide instituties.

Met behulp van deze gegevens zal ik bepalen welke zaken een positieve bijdrage leveren aan het vertrouwen dat de samenleving in de beroepsgroep van artsen heeft en waarvan de beroepsgroep van accountants geen gebruik maakt, maar waar ze mogelijk wel gebruik van kunnen maken om meer vertrouwen te winnen van het maatschappelijk verkeer.

Als het goed is zullen bovenstaande drie deelvragen leiden tot een antwoord op de onderzoeksvraag die luidt:

“Hoe is het vertrouwen van de maatschappij in een beroepsgroep van professionals te verklaren en

(24)

Onderzoeksopzet

3 Onderzoeksopzet

In dit hoofdstuk beschrijf ik de onderzoeksopzet. Eerst geef ik aan welke bronnen ik wil gebruiken en daarna op welke manier ik de benodigde informatie uit de praktijk ga halen.

3.1 Bronnen

Er is de afgelopen jaren veel onderzoek verricht naar ‘vertrouwen’. Er zijn over dit onderwerp veel wetenschappelijke artikelen gepubliceerd. Het is niet mogelijk om in dit onderzoek in te gaan op al deze artikelen. Om deze reden heb ik enkele economisch en medisch

wetenschappelijke artikelen geselecteerd uit het Maandblad voor accountancy en

bedrijfseconomie, The Academy of Management review, Social Science & Medicine en een artikel uit de International Organization. De artikelen met een medische of organisatorische insteek zijn het best te gebruiken voor mijn onderzoek, omdat het om deze twee vakgroepen draait. Het draait om de organisatie en vertrouwen van accountants en daarnaast om het vertrouwen van de

medische wereld. Deze artikelen heb ik gelezen en voor zover ze relevante informatie voor mijn onderzoek bevatten heb ik deze gebruikt.

De theorie die ik vooral heb gebruikt, is de theorie van Christopher Hood. Dit boek heet The Tools of Government in the Digital Age. Om informatie te verkrijgen over het vertrouwen in artsen gebruik ik een boek van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg. In dit boek geven zij strategische adviezen aan de regering en het parlement over de kwaliteit en de toegankelijkheid van de gezondheidszorg.

3.2 Onttrekken informatie uit de praktijk

In mijn inleiding heb ik aangegeven dat ik een vergelijking wil maken tussen het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de beroepgroep van accountants en in de beroepsgroep van artsen.

Hiervoor wil ik enige informatie uit de praktijk onttrekken door middel van interviews.

Aan de hand van de informatie die ik tijdens de literatuurstudie heb opgedaan, heb ik zes

interviews gehouden met werknemers uit de praktijk uit de wereld van accountants én van artsen.

(25)

Onderzoeksopzet

In deze paragraaf zet ik de geïnterviewde personen uiteen met de achtergrond, functie en de reden waarom ik deze personen heb geselecteerd. Het zijn personen met een medische achtergrond, personen met een accountancy achtergrond en iemand die gebruiker is van de jaarrekening.

Ik heb interviews gehouden met twee accountants die beide partner zijn bij één van de Big Four.

De geïnterviewden zijn ieder van een ander kantoor. De Big Four heeft zowel grote nationale, internationale als MKB-klanten. Deze accountants werken al voor meer dan 25 jaar in de praktijk en hebben dus erg veel kennis en ervaring.

In dit interview is het vooral mijn doel om hun visie te bepalen van het maatschappelijk verkeer op de accountant. Daarnaast wil ik bepalen op welke wijze ze denken, dat de beroepsgroep van accountants het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer kan winnen.

In dit onderzoek zal ik ze ‘accountant A’ en ‘accountant B’ noemen.

Daarnaast ga ik een interview houden met een gebruiker van de jaarrekening, een belegger. Hij belegt in vastgoed. Hij laat zelf ook regelmatig jaarrekeningen opstellen om te rapporteren aan de investeerders en heeft dus veel te maken met accountants. Het doel van dit interview is om informatie te onttrekken over hoe hij de presentatie van accountants naar de samenleving toe ervaart en welke toegevoegde waarde een accountant voor hem heeft. De visie van deze

vastgoedbelegger kan worden beschouwd als een visie van een buitenstaander op de accountant.

Ook houd ik een interview met een senior adviseur van de Raad voor de Volksgezondheid &

Zorg. Deze adviseur was tevens de coördinator voor het onderzoek over het vertrouwen in artsen in 2007. Hij heeft adviezen uitgebracht om het vertrouwen in artsen te versterken. Mogelijkerwijs kunnen deze adviezen ook van toepassing zijn op de vertrouwenskwestie rond accountants. In het interview met hem wil ik vooral ingaan op de presentatie van artsen en ziekenhuizen naar de samenleving toe. Ook zal ik ingaan op fouten die er worden gemaakt door artsen en hoe deze hersteld moeten worden. Tot slot zal ik informatie onttrekken over zijn visie op de educatie die artsen hebben genoten.

Verder houd ik een interview met een medisch ethicus. Eerder was deze mevrouw hoogleraar medische ethiek, maar momenteel is ze eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer en gaat over Volksgezondheid, Wetenschapsbeleid & Hoger Onderwijs en Ontwikkelingssamenwerking. De reden om deze mevrouw voor mijn onderzoek te interviewen is haar kennis van ethiek. Zij weet

(26)

Onderzoeksopzet

veel van de ethiek en vooral wat de gezondheidszorg betreft. De vragen die ik ga stellen gaan vooral over hoe beroepsethiek het beste kan worden gecommuniceerd. Het doel van dit interview is om haar ethische visie met betrekking tot artsen vast te stellen. Ook wil ik vragen stellen over hoe het vertrouwen in accountants volgens haar kan worden vergroot vanuit ethisch standpunt.

Tot slot houd ik een interview met een gynaecoloog. Deze werkt momenteel in een streekziekenhuis in Groningen. Het doel van dit interview is om te kijken hoe een arts het vertrouwen van een patiënt ervaart en hoe volgens de arts de visie van een patiënt is. Daarnaast wil ik ook te weten komen hoe artsen op de werkvloer met elkaar samenwerken en hoe de onderlinge controle is.

(27)

Resultaten

4 Resultaten

In dit hoofdstuk beschrijf ik de uitkomsten van de interviews die ik heb gehouden. De uitkomsten van de interviews bespreek ik op basis van de instrumenten die Hood (2007) uiteen heeft gezet en die ik in het tweede hoofdstuk heb besproken. Per begrip zal ik de informatie, die ik uit de

interviews ontleen, behandelen; steeds de accountants en de artsen afzonderlijk.

4.1 Nodality

Bij het instrument nodality van Hood (2007, p. 21) gaat het om de eigenschap waarin de institutie in het midden van de samenleving of het maatschappelijk verkeer staat. Dit is de vorm van macht die de beroepsgroep heeft door de houding en status, en de rechten die daarmee gepaard gaan. Dit dient in het achterhoofd gehouden te worden bij het lezen van deze paragraaf.

4.1.1 Beroepsgroep van accountants

De belegger die ik heb geïnterviewd heeft een duidelijk standpunt over de houding en uitstraling van accountants. De belegger ervaart de houding van accountants als zeer positief. Hij vindt dat accountants integriteit uitstralen. Gezien het feit dat zijn huisaccountants alle stukken opvragen en voor alles een onderbouwing willen, ervaart hij accountants als zorgvuldig en precies; maar alleen op microniveau. Accountant A zegt dat het belangrijk is om integer te zijn, maar dat het maatschappelijk verkeer niet nadenkt over het feit of een accountant integer is. Accountant B geeft aan dat hij denkt dat beleggers meer vertrouwen hebben in de institutie van accountants dan andere partijen binnen het maatschappelijk verkeer. Dit komt volgens accountant B doordat beleggers meer kennis hebben over dit vak. Uit de antwoorden van de belegger leid ik af dat hij inderdaad nadenkt over de integriteit van accountants en dat deze belegger wel degelijk

vertrouwen in de institutie van accountants heeft.

De belegger zegt echter dat de institutie van accountants op macroniveau een negatievere uitstraling heeft. Dit komt voornamelijk door de schandalen van de laatste jaren, zo vertelt de geïnterviewde belegger. Hij vindt dat de institutie van accountants nóg strenger moet zijn,

(28)

Resultaten

partner de jaarrekening moet bekijken en beoordelen, voordat de accountantsverklaring wordt afgegeven. Hij geeft aan dat het voor een accountant moeilijk is om onpartijdig te blijven, omdat men graag de cliënt willen behouden. Een tweede accountant hierbij zal minder partijdig zijn, volgens de geïnterviewde belegger. Deze constructie wordt al toegepast bij grote cliënten, maar uit deze informatie blijkt dat dit voor het maatschappelijk verkeer nog niet genoegzaam bekend is!

De geïnterviewde accountant A vindt ook dat, indien er fouten zijn gemaakt, deze openlijk aan het maatschappelijk verkeer moeten worden laten zien. Er moet worden gerapporteerd over wat er is gebeurd en waar de institutie van accountants heeft gefaald. - Het achterhouden van

informatie heeft geen zin, want de tijd achterhaalt de fout wel. - Daarnaast moet, volgens deze geïnterviewde accountant, de institutie van accountants ook laten zien wat ze hebben geleerd van hun fouten.

De medisch ethicus geeft aan dat het na een schandaal noodzakelijk is om hierop positief te reageren. Hierbij valt te denken aan een presentatie van de codes van de beroepsgroep van accountants die zijn ingevoerd, naar aanleiding van de fouten die zijn gemaakt. Hierdoor laat de institutie van accountants zien dat de institutie ingrijpt en bezig is om oplossingen te zoeken om eenzelfde schandaal mogelijk te voorkomen.

Accountants vinden het vaak moeilijk om zich in het publiek te verplaatsen, zegt accountant A.

Accountants hebben vaak wel een idee hoe de bestuurders en commissarissen denken. Maar als het een groter publiek betreft, bijvoorbeeld de aandeelhouders, wordt het moeilijker voor de accountants om zich daarin te verplaatsen. Deze accountant merkt op dat de professionals een andere houding moeten aannemen, namelijk een houding waaruit empathie blijkt. Het verplaatsen in de cliënt is wat de geïnterviewde accountant A het belangrijkst vindt. Uit deze mening kan worden geconcludeerd dat de institutie weet hoe je op de beste manier de diensten kan

uitoefenen. Bovendien zal het maatschappelijk verkeer naar de institutie luisteren, als zij blijk geeft van ‘goed luisteren naar de cliënt’.

Accountant A vindt dat accountants meer gelegenheden moeten opzoeken om naar de problemen van het publiek te kunnen luisteren. Hij vindt een intensievere vorm van communicatie

belangrijk. De beroepsorganisatie van accountants zou, volgens geïnterviewde accountant A, aan het maatschappelijk verkeer moeten vragen wat men van hem verwacht. De beroepsgroep van

(29)

Resultaten

accountants moeten leren om te luisteren naar het maatschappelijk verkeer. Om deze informatie te verzamelen moeten accountants meer temidden van de samenleving gaan staan. Dit kan door meer te praten met opdrachtgevers, praten met collega’s en aan de hand van deze informatie de plaats van de beroepsgroep van accountants in de samenleving bepalen. Dit kan ook door

bijvoorbeeld lid te worden van verenigingen en aanwezig zijn bij maatschappelijke debatten. Op deze wijze kan de beroepsgroep voorzien in de behoeften van het maatschappelijk verkeer en de verwachtingskloof verkleinen.

Accountant B merkt op dat het onduidelijk blijft over wat de accountantsverklaring inhoudt. Het maatschappelijk verkeer denkt nog steeds dat een goedkeurende accountantsverklaring inhoudt dat het betreffende bedrijf er goed voor staat. Deze accountant geeft aan dat er meer

communicatie richting het maatschappelijk verkeer moet komen om uit te leggen wat een accountantsverklaring inhoudt. Hierdoor wordt dan tevens het probleem opgelost, dat het maatschappelijk verkeer niet precies weet wat accountants doen, volgens accountant B.

Een accountantsverklaring heeft wel een toegevoegde waarde voor de geïnterviewde belegger.

Hij geeft aan dat hij bij ‘vrienden’ of goede zakenrelaties een samenstellingsverklaring voldoende vindt voor de betrouwbaarheid. Bij onbekenden wil hij een goedkeurende accountantsverklaring.

Zelf laat hij aan zijn investeerders de keuze tussen een samenstellingsverklaring en een accountantsverklaring. Hierbij geeft hij wel aan dat er extra kosten gemoeid zijn met een

accountantsverklaring. Dit houdt in dat de accountantsverklaring wel enige zekerheid biedt voor de gebruiker van de jaarrekening die ik tijdens het onderzoek heb geïnterviewd.

De medisch ethicus vindt ook dat het belangrijk is dat de beroepsgroep van accountants in de publiciteit laat zien dat ze te vertrouwen zijn en bezig zijn met het vertrouwen tot zich te winnen.

Deze geïnterviewde oppert het idee dat op het moment dat er een nieuwe code wordt doorgevoerd dit gecommuniceerd moet worden richting de samenleving, bijvoorbeeld middels een

persconferentie.

De beroepsgroep van accountants moet aan de samenleving en cliënten duidelijk maken wat ze doen om het vertrouwen te borgen volgens de adviseur van de RVZ. Hierbij dient een

beroepsgroep transparant te zijn. Deze adviseur geeft tevens aan dat de beroepsgroep van accountants slecht communiceert. Hij geeft aan dat de institutie van accountants meer in de

(30)

Resultaten

over de werkzaamheden van de accountant, inclusief de controle die op de accountants wordt uitgevoerd. “Daarnaast moet de beroepsgroep alle aspecten laten zien waaruit blijkt dat ze het waard zijn vertrouwd te worden,” zegt de adviseur van de RvZ.

Ook is het belangrijk om te laten zien wat de regels zijn en dat het niet mogelijk is om een loopje met de cijfers of de werkelijkheid te nemen. Het is van belang dat het maatschappelijk verkeer ziet dat de accountant een goede financiële stand van zaken vaststelt, dit vertelt de medisch ethicus tijdens het interview. Hierover zal volgens deze mevrouw meer in de publiciteit getreden moeten worden, zodat het maatschappelijk verkeer deze informatie tot zich kan nemen.

De medisch ethicus vertelt dat de institutie van accountants transparanter moet zijn. Hier bedoelt ze de algemene regels mee waaraan de accountants zich houden of de werkzaamheden die een accountant uitvoert en níet de bedrijfsnieuwtjes van organisaties. Het probleem hierbij is dat ieder mens in de samenleving wel eens met een arts in aanraking komt, maar niet per se ook met een accountant. De toegankelijkheid van de institutie van accountants voor het maatschappelijk verkeer is hierdoor kleiner dan de toegankelijkheid van de institutie van artsen.

Anderzijds merkt de belegger op dat accountants niet méér naar buiten hoeven te treden.

Accountants hoeven niet méér in de publiciteit te treden. Mensen uit het maatschappelijk verkeer die gebruik maken van de werkzaamheden van accountant moeten deze informatie maar zelf opzoeken.

“Voor de Big Four is het mogelijk om met behulp van reclame te adverteren over de

betrouwbaarheid van de accountantsorganisatie,” zegt de medisch ethicus. Hierin zouden de gedragsregels en goede onderlinge toetsing aan de orde kunnen komen. Dit zorgt voor een goede reclame maar ook voor duidelijkheid naar het maatschappelijk verkeer, zodat het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de institutie van accountants groter wordt.

De beroepsgroep zal tevens steeds moeten herhalen, dat men bezig is met het waarborgen van de kwaliteit bij de uitvoering van de werkzaamheden. Dit moet dus herhaaldelijk openbaar worden gemaakt door bijvoorbeeld de NIVRA, vindt de medisch ethicus. Op deze wijze zal worden vastgesteld dat men continu bezig is met de kwaliteit van de institutie van accountants en dit zal het maatschappelijke verkeer enig vertrouwen kunnen geven.

(31)

Resultaten

4.1.2 Beroepsgroep van artsen

De senior adviseur van de Raad voor Volksgezondheid en Zorg vindt dat artsen een indruk achterlaten waarin ze zichzelf arrogant en geweldig vinden. Artsen zijn ervan overtuigd dat ze alle werkzaamheden goed doen. Artsen vinden het niet noodzakelijk om te laten zien en te

bewijzen dat ze het ‘goed’ doen. Ze gaan ervan uit, dat de samenleving hun manier van werken in de meeste gevallen toch wel vertrouwt. Dit is een weliswaar zekere vorm van arrogantie, maar het werkt wel. Dit komt tevens doordat ze dit gezag door de jaren heen hebben verdiend.

De vraag over ‘hoe communiceer je beroepsethiek’ is het voornaamste onderwerp waar ik het met de medisch ethicus over heb gehad. De wijze van presenteren van de beroepsethiek kan door middel van publicaties in vaktijdschriften. Er zijn wetenschapsjournalisten die deze literatuur bijhouden. Indien de artikelen van belang zijn voor de samenleving, zullen deze artikelen terugkomen in de dagbladen. Dit kamerlid merkt tevens op dat zij de informatie over de

beroepsgroep van artsen in de dagbladen erg goed vindt. Zij zegt, dat de burgers die de dagbladen lezen voldoende op de hoogte zijn van de beroepsgroep van artsen. Dit zou er op neerkomen, volgens de medisch ethicus, dat publicaties in vaktijdschriften voldoende is en dat de media bepalen welke publicaties van belang zijn voor de samenleving.

Op de vraag of de beroepsgroep van artsen meer in de publiciteit moet treden, gaf de Senior Adviseur aan dat dit inderdaad het geval is. Maar dit zou dit niet in de kranten moeten gebeuren, want dan zou het kunnen lijken alsof de beroepsgroep iets goed te maken heeft. Wel moeten artsen meer openheid van zaken geven. Ze moeten laten zien wat ze presteren en door openheid van zaken vertrouwen creëren, volgens deze medewerker van de RVZ.

Openheid van zaken geven is nodig op het moment dat de arts een patiënt behandelt. Hij moet aangeven welke behandelingen bij de patiënt uitgevoerd dienen te worden. Dit is vastgelegd in de beroepsregels.

De Senior Adviseur geeft aan dat artsen regelmatig door de patiënten op een voetstuk worden geplaatst. Hiervoor heeft de patiënt wel een positieve ervaring nodig met de arts. Daarnaast geeft de Senior Adviseur aan dat fouten niet moeten worden verdoezeld, maar moeten worden

toegegeven. Het voetstuk waar de arts op staat, volgens de geïnterviewde gynaecoloog, leidt tot respect voor de arts. Als het voetstuk weg wordt gehaald, is hij niet meer dan een ‘medisch

(32)

Resultaten

De arts die ik heb geïnterviewd geeft aan dat de maatschappij artsen als een medisch bolwerk zien, waarbinnen artsen elkaar de hand boven het hoofd houden. Daarnaast heeft een arts een professionele attitude, die de patiënt wel behoort te ervaren. Want daarmee kan er een veilige afstand worden gecreëerd zonder dat een ‘koele sfeer’ ontstaat. Patiënten kijken met respect naar artsen, dat is positief en creëert vertrouwen.

RVZ brengt advies uit over wat de patiënt van de arts mag verwachten en wat de arts van de patiënt mag verwachten. Dit is een positieve vorm van benaderen en werkt erg goed zolang de artsen de belofte nakomen, volgens de adviseur van de RVZ.

Ook de gynaecoloog geeft aan, dat de beroepsgroep er eerlijk voor uit moet komen, als er

onverhoopt fouten zijn gemaakt. Aan patiënten moet alle informatie worden verstrekt die nodig is maar ook begrijpelijk. Op het moment dat er informatie wordt verstrekt die de patiënt niet

begrijpt zal dat alleen maar tot verwarring kunnen zorgen.

Ook dient bij fouten eerst intern een onderzoek te worden gedaan, geeft de gynaecoloog aan tijdens het interview. En de maatregelen die noodzakelijk zijn moeten wel direct worden genomen. Wanneer alles geheel duidelijk is moet men met alle informatie naar buiten treden.

Hierbij kan tevens worden aangegeven dat er gedurende het onderzoek al maatregelen zijn genomen.

“Te allen tijde moet men als professional transparant zijn naar de buitenwereld,” zegt de medisch ethicus. Er mag gecommuniceerd worden dat er leden in de beroepsgroep zijn die niet helemaal goed hun werk doen, merkt de medisch ethicus op.

Tijdens het interview kwam tevens naar voren dat beide partijen, in geval van schandalen of andere problemen, met één mond moeten spreken. In het recente schandaal bij het

IJsselmeerziekenhuis waarbij artsen werkten in een niet steriele omgeving zijn de artsen, de inspectie en de Raad van Bestuur afzonderlijk met hun informatie naar buiten getreden. In dit soort gevallen zal de media zelf de informatie kiezen. Dit is de reden dat het aan te raden is om samen of afzonderlijk maar dan wel met één en dezelfde boodschap naar buiten te treden.

Bij de schandalen in de accountancy is die communicatie aanzienlijk ingewikkelder, omdat het daarbij om twee onafhankelijke groepen gaat.

(33)

Resultaten

4.2 Authority

Het instrument authority heeft betrekking op de wettelijke en officiële macht, waarover de instituties van artsen en accountants beschikken. Dit instrument bespreek ik in deze paragraaf voor de beroepsgroep van accountants en de beroepsgroep van artsen.

4.2.1 Beroepsgroep van accountants

Om het vertrouwen te versterken is onderlinge visitatie een belangrijk middel. Hierdoor wordt volgens de medisch ethicus de kwaliteit gewaarborgd. Dat dit in de praktijk gebeurt wordt dus niet aan de maatschappij publiekelijk bekend gemaakt.

Zoals in de vorige paragraaf aangegeven vindt de belegger het noodzakelijk om een tweede partner naar de jaarrekening te laten kijken alvorens de jaarrekening te ondertekenen. De tweede partner is minder afhankelijk van de cliënt en dus meer onpartijdig. Momenteel is dit al wel het geval bij grote cliënten, maar blijkbaar is dit nog niet doorgedrongen tot het maatschappelijk verkeer.

De belegger zegt, dat wat de regelgeving betreft het veelal om zelfregulering gaat. Hij merkt op dat de overheid zich meer met de regelgeving zou moeten bemoeien, samen met de

belangenvereniging.

Daarnaast zegt hij, dat gezinnen de dupe worden van fraude. Daarom geeft hij aan dat er strengere regels moeten komen en dat deze fraudeurs strenger moeten worden aangepakt. Hij geeft aan dat een gevangenisstraf van meerdere jaren zal helpen om mensen van frauderen te weerhouden.

Fraude kan een accountant niet altijd achterhalen, zegt de belegger tijdens het interview. Om deze reden moet ook de cliënt gevangenisstraffen kunnen krijgen. Mede gelet op de sociale

verantwoordelijkheid die men heeft. Echter, een perfecte wereld is onmogelijk, maar de kans op fouten en fraudes moet worden verkleind. Maar ze zullen blijven bestaan. Er is een balans nodig tussen de zelfregulering en de mate waarin de overheid de regels vast moet stellen, vindt de belegger.

Accountant B vindt dat er niet meer wetten en regels moeten komen om te sanctioneren. De

(34)

Resultaten

Ook accountant A geeft aan dat er niet meer wetten en regels nodig zijn. Nog meer wetten en regels leiden tot compliance. “Verantwoordelijkheid is veel meer dan alleen de regels naleven,”

zegt deze accountant. Deze verantwoordelijkheid moet worden bijgebracht bij het onderwijs en bij selectie aan de poort. Daarnaast is bij nieuwe partners de integriteit van belang.

Accountant B merkt nog op, dat hij de voorkeur geeft aan een maximale aansprakelijkheid.

Daardoor is de kans op het omvallen van één van de Big Four kantoren minder groot. Bovendien heeft de kredietcrisis het probleem in zich, dat de risico’s te groot worden en de

accountantsorganisaties geen banken en verzekeraar meer als cliënt willen hebben. Deze geïnterviewde suggereert dat de boete of straf maximaal tien keer de jaarfee mag bedragen.

Dit is dus geheel in tegenstelling tot wat de belegger het liefst ziet, namelijk: hogere straffen voor accountantskantoren en accountantsorganisaties bij fraudes en gemaakte fouten .

4.2.2 Beroepsgroep van artsen

De Senior Adviseur van de RVZ vindt dat wat de wetten en regels betreft voor de institutie van artsen niet veel hoeft te veranderen. Vaak is het voor de patiënt al belangrijk genoeg dat de arts toegeeft dat er een fout is gemaakt en dat de beroepsgroep laat zien een tweede keer te willen voorkomen. Op deze wijze zal het vertrouwen snel weer worden hersteld, volgens deze geïnterviewde.

De geïnterviewde arts vindt ook niet dat er meer wetten en regels nodig zijn. Het is voornamelijk de houding van artsen die moet veranderen. Artsen worden van de wetten en regels alleen maar star. En dit komt de toegankelijkheid van artsen naar de samenleving niet ten goede. Er zijn voor de institutie van artsen inmiddels zoveel wetten en regels, dat ze wel op een juiste manier móeten handelen.

Wel zouden er meer protocollen moeten zijn voor artsen, zegt de Senior Adviseur van de RVZ. In sommige ziekenhuizen zijn deze protocollen verder doorgevoerd dan in een andere. Met behulp van protocollen weten artsen wat ze van elkaar kunnen verwachten. Maar dit werkt alleen als ze geheel worden nageleefd. Deze adviseur geeft tevens aan dat het beste ziekenhuis van Nederland de protocollen zover heeft doorgevoerd, dat het daar de kwalificatie te danken hebben. In dit ziekenhuis hebben ze de protocollen uitgewerkt vanaf het punt waarop de patiënt binnenkomt tot het punt waarop de patiënt het ziekenhuis weer verlaat. Tevens is in de protocollen ook vermeld

(35)

Resultaten

wat er allemaal fout kán gaan. Doordat alles geheel is uitgeschreven weten de artsen van elkaar wat ze kunnen verwachten, maar de patiënten weten ook wat zij van hun artsen kunnen

verwachten. Deze manier van werken kan een erg positieve uitwerking hebben op de

samenleving, maar – nogmaals – alleen als de protocollen geheel worden nageleefd. Volgens deze adviseur moet de arts bewust zijn van het feit dat wat hij/zij doet een onderdeel is van een proces en dat je als arts een onderdeel bent van een team.

De medewerker van de RVZ geeft aan dat de wetten die er zijn, ook bekend moeten worden bij de patiënten. Hierdoor zal het vertrouwen van de patiënt in de beroepsgroep van artsen sterker worden. Door de mogelijke reputatieschade die een ziekenhuis kan lopen bij fouten wordt er steeds meer gewerkt aan het naleven van regels. Een voorbeeld hiervan is het rapport van Pieter van Vollenhoven over het Radbout Instituut Nijmegen. In dit rapport zijn de tekortkomingen besproken. Hierop heeft het Radbout Instituut gereageerd en de nodige maatregelen genomen.

4.3 Organization

Tot slot het instrument organization van Hood (2007, p. 102). Dit instrument heeft betrekking op de baten die alle accountants samen met zich meebrengen. Hierbij gaat het tevens om de

vakkunde en de contacten van de individuen.

4.3.1 Beroepsgroep van accountants

De belegger ziet de Big Four als een monopolie. Veelal zijn opdrachten bij de Big Four duurder dan bij kleine kantoren. Daarnaast vindt de belegger dat de accountants van kleine kantoren vaak aardiger en beter bereikbaar zijn. De accountants van een klein kantoor zijn ook RA’s en hebben dus dezelfde opleiding genoten. Het maakt voor een accountantsverklaring deze belegger niet uit of het een klein of groot accountantskantoor is die deze verstrekt. Echter, hij geeft aan dat een groot kantoor vaak een stuk duurder is dan een klein kantoor.

De adviseur van de RVZ geeft aan dat hij weet dat een accountant een lange opleiding heeft gehad en het een vakman is. Hij zegt hij waarde hecht aan de opleiding, indien het om

vertrouwen gaat. De lengte van de opleiding geeft volgens hem aan dat een accountant voldoende

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Platform Religieus Erfgoed Zuid‐Holland (PRE ZH) bepleit dat in alle gemeenten een ‘Kerkenvisie’ wordt opgesteld 

Door de motivering van de woonbehoefte binnen Albrandswaard, gebaseerd op typologie, wordt een deugdelijke afweging gemaakt tussen mogelijk gelijktijdig optredende ontwikkelingen..

Gat in Zeylen, komende van benoorden soo myd de Noord-Wal, en Seylt by het Zuyd Eylant in en daar digt by langs, soo laat gy de Blinde aan Bak-Boort en hout soo u Koerts tot dight

Hierbij deel ik u mede dat ik de functie van gemeentelijke ombudsman van de gemeente Beuningen met ingang van 1 januari 2019 zal neerleggen.. Mijn aanstelling loopt tot 1

Willem van Geldof, Een nieuw lied, gemaakt op de victory, bevogten door de koning van Pruyze, den 1 october 1756... Een Nieuw Lied, gemaakt op de Victory, Bevogten door de Koning

Wanneer de hiervoor beschreven waarden voor vertrouwen in de drie toezichtsactoren op basis van een gepaarde t-toets met elkaar vergeleken worden, dan blijkt het

Relaties op basis van vrijwilligheid zijn relaties tussen: - Fortis en aandeelhouders (VEB) - Fortis en het management Relaties die gezien kunnen worden als gedwongen relaties

Nu de verkiezingen naderen heeft men blijkbaar eieren voor zijn geld gekozen, in het besef dat verlaging van het ontwikkelingsbudget niet gesteund wordt door de kiezers – hoe