• No results found

De leraar Nederlands en zijn spagaat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De leraar Nederlands en zijn spagaat"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Referenties

Brinkman, H. (2015). Het Gruuthuse-handschrift. Hs. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 79 K 10. Ingeleid en kritisch uitgegeven. Met een uitgave van de melo- dieën door Ike de Loos, 2 dln. Hilversum: Verloren.

Henric van Veldeke (2016). Ik bid de liefde. 33 minnedichten hertaald door Elvis Peeters. Amsterdam: Uitgeverij Podium.

Willaert, F. (1992). ‘Het zingende hof. Ontstaan, vertolking en onthaal van hoofse minnelyriek omstreeks 1400’. In: F. Willaert e.a. Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam: Prometheus, p. 109-122.

Willaert, F. (1994). ‘Hovedans: fourteenth-century dancing songs in the Rhine and Meuse area’. In: E. Kooper. Medieval Dutch Literature in its European Context.

Cambridge: Cambridge University Press, p. 168-187.

Willaert, F. (2003). “Een dichter te paard. De minnelyriek van Jan I van Brabant”. In:

Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden, 10 (2), p. 97- 114.

Ronde 7

Jan Stroop

Universiteit van Amsterdam Contact: j.stroop@uva.nl

De leraar Nederlands en zijn spagaat

De leraar in de moedertaal heeft het moeilijker dan iemand die anderstaligen Nederlands moet onderwijzen. Hij heeft immers te maken met een tegenstelling tus- sen twee krachten, die ik nu maar ‘natuur’ en ‘cultuur’ noem.

Onder ‘natuur’ versta ik de gave die de mens heeft om zich vanaf zijn geboorte in een razend tempo te ontwikkelen tot een perfecte spreker van de taal die hij anderen hoort spreken. Dat proces is al min of meer voltooid voor hij naar school gaat. Dat betekent bijvoorbeeld dat een jongetje of meisje van 5 geen moeite heeft met de volgorde van de zinsdelen. Elk in het Nederlands opgevoed kind weet dat het is Ik heb het hen gege- ven en niet Ik heb hen het gegeven. Ik kan nog beter zeggen: dat kind BEWIJST dat het dat weet, want het weet het zelf niet. Zo zijn er duizenden taalwetmatigheden die een kind moeiteloos oppakt en zich eigen maakt, zonder dat er ooit iets over gezegd wordt.

11. Taal- en letterkunde

341

11

Conferentie 30_Opmaak 1 28/10/16 16:48 Pagina 341

(2)

Maar dan gaat dat kind naar school en dan blijkt opeens dat er aan z’n taal een hele- boel mankeert. Zijn leraar zegt in het geval van dat zinnetje dat het moet zijn Ik heb het HUN gegeven, want hun is meewerkend voorwerp. Dat dat hun meewerkend voor- werp is, wist dat kind trouwens al, want daarom gebruikte het juist de volgorde Ik heb het hen gegeven.

Zo zitten we nu met het probleem dat de cultuur decreteert: dat hen voor het lijdend voorwerp is en hun voor het meewerkend voorwerp, terwijl ons taalvermogen ons laat voelen dat je hen voor alle twee die functies kunt gebruiken.

Dat is ook altijd zo geweest, totdat iemand op het idee kwam dat we voor die twee functies ook maar eens twee verschillende vormen moesten gaan gebruiken. Maar dat onderscheid tussen hen en hun blijkt zo onnatuurlijk en kunstmatig te zijn dat zelfs leraren Nederlands het veel vaker fout dan goed doen. Taalregels die je moet uitleggen, beklijven blijkbaar niet, zeker niet als ze strijdig zijn met je taalgevoel.

Die tweestrijd is afwezig bij buitenlanders die het Nederlands leren. Zij missen de stoorzender van ons taalgevoel en kunnen zich dus volop storten op het memoriseren van de ‘correcte’ regels van het Nederlands, zoals wij een vreemde taal leren.

Tweedetaalleerders zul je niet horen zeggen: hun hebben gelijk, tenzij ze een leraar tref- fen die het zo voordoet, maar je kunt ze wel betrappen op ze gelijk hebben.

De regel dat je niet kunt zeggen Hij herinnert zichzelf dat voorval niet, maar wel Hij scheert zichzelf elektrisch hoef je geen Nederlander uit te leggen. Maar het zogenaamde

‘juiste’ gebruik van als en dan bij vergelijkingen dat nu bijna drie eeuwen geleden inge- voerd werd, moet elke generatie opnieuw worden uitgelegd, en is ondanks permanent gestamp en gehamer nog steeds geen vanzelfsprekend onderdeel van onze persoonlij- ke grammatica geworden.

Het taalgedrag van velen bewijst dat één voegwoord van vergelijking voldoende is. Die velen zeggen dus Het zijn er twee keer zo veel als vorig jaar en daarnaast Het zijn er twee keer meer als vorig jaar. Maar taalgebruikers die zich na een (vaak betaald) consult van een taaladviesdienst aan het voorschrift houden, zeggen Het zijn er twee keer zoveel als vorig jaar, naast Het zijn er twee keer meer dan vorig jaar. Behalve als ze zich alsnog ver- gissen, zoals de Volkskrant op 20 augustus jl.: “Dat is dubbel zoveel dan het bedrag dat de Republikeinse presidentskandidaat zelf heeft opgegeven”. En wie overkomt dat niet?!

Toen ik het volgende rijtje woorden intypte, de vrouw waarmee ik naar de film ga, rea- geerde de spellingcorrector van Word meteen:

Verkeerd voornaamwoord (geen suggesties)

“Waarmee” is onjuist gebruikt. Bij mensen mag geen “waaraan, waarover” en dergelij-

30steHSN-Conferentie

342

Conferentie 30_Opmaak 1 28/10/16 16:48 Pagina 342

(3)

ke gebruikt worden. Alleen bij voorwerpen en bij dieren is dat toegestaan.

Fout: “de man waarover ik sprak”

Goed: “de man over wie ik sprak”.

Word zegt dus ‘mag niet’, wat natuurlijk helemaal geen taalcriterium is. Maar het aar- dige is dat in dit geval de natuur het van de cultuur gewonnen lijkt te hebben, want wat las ik op de website van Onze Taal:

“De vrouw waarvan / van wie hij houdt

Wat is juist: ‘de vrouw van wie hij houdt’ of ‘de vrouw waarvan hij houdt’?

Het is allebei juist. Veel mensen geven de voorkeur aan ‘de vrouw van wie hij houdt’;

dit wordt namelijk als de beleefdste vorm gezien”

Als dat trouwens zo is, dan is het met die beleefdheid slecht gesteld, want bij leraren Nederlands is het gebruik van het ‘onbeleefde’ waarvan en waarmee in dergelijke zin- nen zelfs ver in de meerderheid. “Het ‘waarmee’ bij personen i.p.v. ‘met wie’ is zo alge- meen dat we het m.i. moeten accepteren”, constateert iemand op Meldpunttaal (25- 02-2012) en daarmee is in dit geval het pleit beslecht, lijkt me. Dat is dan niet dank- zij maar ondanks het onderwijs, want daar gelden de regels van de schoolmeester. De spagaat van de leraar Nederlands blijkt dus nog pijnlijker dan aanvankelijk gedacht, want niet alleen moet hij de leerlingen zeggen dat Ik heb het hen uitgelegd en hun heb- ben gelijk ‘fout’ zijn (ook al weet hij beter), maar zijn eigen taalgebruik staat bovendien haaks op wat hij verkondigt.

Tragisch eigenlijk. Maar misschien is er iets aan te doen. Als de leraar er nu eens van uitging dat wat de meeste leerlingen zeggen en wat hij zelf zegt nooit ongrammaticaal kan zijn. En als hij vervolgens liet zien dat wat mag iets heel anders is dan wat kan.

Dat wat kan een taalkundig criterium is en dat wat mag een kwestie is van etiquette, net als ‘niet met je ellebogen op tafel’.

Taalergernis richt zich nooit op grammaticale onjuistheden zoals Ik morgen kom, maar altijd op taalverschijnselen die passen binnen de Nederlandse syntaxis, het systeem van onze taal. Dat is waarom ze ook zo snel worden overgenomen en algemeen in gebruik geraken. Dat groter als net zo grammaticaal is als groter dan, daar is de goegemeente niet gemakkelijk van te overtuigen. Die koestert liever zijn taalergernissen. Overigens heeft het onderwijs zelf die kunstregels eeuwenlang in stand gehouden. Het zou daar- mee op moeten houden door op zijn minst ruimte te bepleiten voor grammaticale diversiteit. Waarom worden twee varianten als dat ik gekocht heb / dat ik heb gekocht geaccepteerd, maar niet groter als naast groter dan? Of zelfs hun hebben en ze hebben?

Zolang die situatie niet bereikt is, zit er niets anders op dan dat de leraar zijn leerlin- gen duidelijk maakt dat hun hebben gewonnen zeggen niet dom is, alleen maar onver- standig.

11. Taal- en letterkunde

343

11

Conferentie 30_Opmaak 1 28/10/16 16:48 Pagina 343

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze bijdrage beschouwen wij een drietal zienswijzen op de onderneming, van de nauwere agency-benadering, waar het corporate governance- probleem zich primair

Nederlandse leerlingen vinden vaker dan leerlingen uit andere landen dat hun leraren duidelijk uitleggen en structuur bieden. Minder vaak vinden ze dat leraren afstemmen

Ik kan hierover in gesprek met alle mensen (wetenschappers, leerlingen, docenten, beleidsmakers, vakexperts) en de zienswijze van hen goed horen om vervolgens mijn visie/de visie van

Gij hebt u verwonderd over het gebrek aan sympathie, aan gevoel en tederheid in de uitoefening van zijn herderlijke plichten; maar gij hebt vergeten met hem te

Opmerkelijk is dat huisartsen en artsen in opleiding vaak aangeven dat het niet volgens eigen (medisch) professioneel inzicht handelen als gevolg van druk van derden vooral tot

Dit onderdeel is vanuit de theorie niet los besproken maar is wel zichtbaar als een rode draad door hoofdstuk 2 heen waarbij wordt aangegeven dat tevreden medewerkers als het

De boekhoudschandalen en de verschuiving van de werkzaamheden van de accountant, minder compliance-werkzaamheden naar meer advisering, op de MKB A&A afdeling bij Deloitte leidt

Het Nederlandse buitenlandse politieke beleid tegenover Polen werd dan ook niet gestuurd door de onderlinge economische betrekkingen, maar door de Koude Oorlog politiek.