• No results found

ANDERS DENKEN, SAMEN DOEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ANDERS DENKEN, SAMEN DOEN"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ANDERS DENKEN, SAMEN DOEN

“wind tegen, maar op koers”

Begroting 2016

Gemeente Wijchen

(2)
(3)

Inhoudsopgave

1. Voorwoord ... 5

2. Structureel meerjarenperspectief 2016 - 2019... 7

3. Mutaties na de kaderbrief 2016 - 2019 ...10

4. Provinciaal Toezicht...31

5. Incidenteel meerjarenperspectief ...32

6. Eindsaldo structurele en incidentele begroting 2016 - 2019 ...33

7. Verloop algemene reserve...34

8. MeerjarenInvesteringsOverzicht (MIO) ...35

9. Bouwgrondexploitatie ...36

Bijlagen ...37

Bijlage 1: Incidenteel perspectief 2016-2019 ...38

Bijlage 2: Budgetruimte en extra inkomsten ...39

Bijlage 3: Uitzettingen, onontkoombaar ...40

Bijlage 4: Uitzettingen, areaaluitbreidingen ...41

Bijlage 5: Uitzettingen, nieuwe wettelijke taak ...43

Bijlage 6: IBOR ...44

Bijlage 7: Nieuw beleid ...47

Bijlage 8: Incidenteel ...51

Bijlage 9: Verloop Algemene Reserve ...53

Bijlage 10: Investeringslijst en kredietverlening 2016 - 2017 ...54

Bijlage 11: Onderhoudsplan Vastgoed 2016 ...55

Bijlage 12: Voorbeeldaanslagen meerpersoonshuishoudens ...56

Bijlage 13: Lijst van afkortingen ...57

(4)
(5)

1. Voorwoord

Voor u ligt de programmabegroting 2016: Anders denken, samen doen met als subtitel:

wind tegen, maar op koers. Dit in vervolg op de programmabegroting 2015, die de ondertitel droeg: klaar om te wenden.

Dat we de wind tegen hebben, moge duidelijk zijn en daar hebben we ook in de

Kaderbrief 2016-2019 melding van gemaakt: onder andere de afnemende inkomsten van het rijk, de gevolgen van de crisis op de woningbouw en vooral het hoge aantal

bijstandsgerechtigden en de hoge lasten bijzondere bijstand. Desondanks is dit college van mening dat de gemeente Wijchen op koers ligt: wij blijven bouwen aan onze toekomst en blijven investeren in stenen én in mensen, ambities worden werkelijkheid, Wijchen blijft haar sociale gezicht houden, economie en duurzaamheid staan hoog op de agenda. Deze begroting geeft daar naar onze mening absoluut blijk van.

In deze programmabegroting zijn de lijnen uit het coalitieakkoord en de

programmabegroting 2015 doorgetrokken. Daarbij zijn echter wel keuzes gemaakt, in lijn met de discussie die uw raad heeft gevoerd over de Kaderbrief 2016-2019. In deze kaderbrief heeft het college voor de zomer bewust een niet sluitend meerjarenperspectief aan de raad voorgelegd. Essentiele keuze die het college wel heeft voorgelegd was om de tijdelijke effecten van de economische crisis ook met tijdelijke middelen op te vangen. Dit nadrukkelijk om het sociale gezicht van Wijchen te behouden en tegelijkertijd een aantal andere ambities overeind te houden.

Met het debat over de Kaderbrief 2016-2019 heeft de raad zelf de kaders kunnen stellen voor de komende jaren, op inhoud en op financiën. Hoewel de inhoudelijke lijn van de kaderbrief door de raad werd onderschreven, heeft de raad nadrukkelijk bij motie het college opgedragen om in de begroting voor dekking een mix te zoeken tussen temperen van ambities en heroverwegen van beleid, inzetten van algemene en

bestemmingsreserves en ozb verhoging. In deze begroting is daaraan op de volgende wijze gevolg gegeven:

- voor een aantal ambities geldt dat deze vooralsnog behoudend in de begroting zijn verwerkt. Veelal geldt dat deze onderwerpen nog in de onderzoeksfase verkeren,

waardoor een onderbouwde raming van de benodigde investeringen nog niet mogelijk is.

Vanzelfsprekend zijn de kosten van de onderzoeksfase wel in deze begroting opgenomen.

Voorbeelden hiervan zijn de tunnel onder het spoor en de tweede ontsluiting Kerkeveld (zie ook 8.3);

- er zijn wensen die niet of nog niet gehonoreerd zijn, vooral omdat er nog geen concrete plannen onderliggen. Voorbeelden hiervan zijn het ook in de winterperiode inzetten van medewerkers van Breed en het wegwerken van (incidenteel) achterstallig onderhoud van speelplaatsen;

- het college heeft een bewuste keuze gemaakt om een aantal wensen en uitzettingen taakstellend op te vangen in de bestaande budgetten. Dit geldt onder andere voor onderwerpen die binnen het IBOR kunnen en moeten worden opgevangen, maar ook bijvoorbeeld voor de noodzakelijke ondersteuning voor de portefeuillehouder(s) in de regionale samenwerking (zie ook bijlage 7);

(6)

Met deze invulling heeft het college een begroting voorgelegd die voor 2016 sluitend is en aan de eisen van de toezichthouder voldoet. De in de kaderbrief geraamde extra opbrengst uit de ozb van € 2,4 miljoen (in 2016-2019) is vervangen door een mix van algemene reserve, bestemmingsreserves, heroverwegingen, structurele ozb-stijging en een kritische beoordeling van nieuwe wensen. Daarmee is ook de mogelijkheid

geschapen om invulling te geven aan nieuw beleid.

Met deze maatregelen is dit een begroting die, ondanks de tegenwind, onze koers helder weergeeft: het sociale gezicht van Wijchen blijft behouden, ambities worden

gerealiseerd. Wij noemen hier een aantal zaken, die er in onze ogen in 2016 uitspringen:

- de strategische visie op Wijchen;

- de woonvisie 2017-2021;

- het gericht en gepast investeren in duurzaamheid en milieu;

- de planvorming voor renovatie Kasteeltuin;

- de proef met draadloos internet buitengebied;

- de beleidsnotitie detailhandel;

- de tweede tranche van het MKB innovatiefonds;

- de evaluatie en verbeterpunten passend onderwijs;

- het uitvoeringsprogramma kunst;

- het beleidsplan Wmo 2016-2019;

- de evaluatie van de lokale toegangspoort;

- de realisatie van delen van de openbare ruimte stationsomgeving (in combinatie met parkeergarage/fietsenstalling in 2017);

- het onderzoek naar de spoorse doorsnijding (tunnel);

- het onderzoek naar de ontsluiting van Kerkeveld;

- de MFA in Batenburg;

- de realisatie plannen gemeentekantoor;

- de omslag zoals beoogd met Wijchen21.

Dit is slechts een greep uit de vele onderwerpen die voor 2016 in de planning staan; wij verwijzen u graag naar de gedetailleerde programma’s voor een volledig beeld.

(7)

2. Structureel meerjarenperspectief 2016 - 2019

Relatie met de kaderbrief

In de Kaderbrief 2016-2019 is aan de Raad een beeld geschetst van het structurele meerjarenperspectief, waarin de meicirculaire al vertaald is. Tussen het moment van opstellen van de kaderbrief en dit boekwerk zijn mutaties in het geschetste perspectief opgetreden. Onderstaand het bijgestelde perspectief en een toelichting op de mutaties.

Tabel 2-1: Structureel meerjarenperspectief 2016-2019.

Nr. Ontwikkelingen ten opzichte van

begroting 2015 (x € 1.000.) 2016 2017 2018 2019 Saldo begroting 2015 14-AZ-060 178 387 276 90

Decembercirculaire 2014 (15 AZ 099) 64 71 72 39

Meicirculaire 2015 (vrij besteedbaar) (15

AZ 148) 569 168 299 310

Formatiekosten 76 10 -15 3

Kapitaallasten 34 30 33 31

Renteresultaat 500 500 500 500

Bedrijfsvoering gesubsidieerde instellingen -100 -100 -100 -100

Huisvesting gemeentekantoor 0 73 73 73

Breed exploitatiebijdrage -194 -239 -220 -220

WMO Bestaand overig 200 200 200 200

WMO Bestaand huishoudelijke verzorging -256 0 0 0

Bijzondere bijstand -169 -310 -324 0

Dekking uren uit bouwgrond en

investeringen -100 -100 -100 -100

Onderuitputting -200 -150 -150 -150

Onderhoudsreserve vastgoed -278 0 0 0

Wet BUIG -861 -1.345 -1.823 15

Afdekking tijdelijke crisis uit OZB 830 830 830 0

Bestemmingsreserve crisis -567 11 555 0

Saldo kaderbrief 2016-2019 -274 36 106 691

2.01 Effect kostenverdeelstaat 58 56 85 34

2.02 Dekking uit Bouwgrondexploitatie/Investeringen 100 0 0 0

Totaal programmabegroting 2016-

2019 -116 92 191 725

Afdekking tijdelijke crisis niet uit OZB, uitvoering motie 3 bij kaderbrief

-830 -830 -830

0

(8)

Nr. Ontwikkelingen ten opzichte van

begroting 2015 (x € 1.000.) 2016 2017 2018 2019

3.07 Bouwleges 0 0 0 0

3.08 Onderhoudsreserve Vastgoed -7 -162 -149 -200

3.09 Gemeentefonds -25 -67 -130 -180

3.10 Prijscompensatie 0 0 0 0

3.11 Formatiekosten 29 37 46 45

3.12 Kapitaallasten 0 0 0 0

3.13 Renteresultaat 41 55 19 0

3.14 Onroerend Zaak Belasting 537 539 541 543

3.15 Tarieven en leges 0 0 0 0

3.16 IBOR 0 0 0 0

3.17 Uitzettingen -313 -283 -284 -283

3.18 Inkrimpingen 159 159 159 159

3.19 Nieuw beleid -221 -382 -396 -378

3.20 Bezuinigingstaakstelling coalitieakkoord 0 0 0 0

Sub totaal structureel resultaat 534 -20 -66 630

Afdekking Bijzondere Bijstand Algemene

Reserve 0 206 215 0

Totaal structureel resultaat 534 186 149 630

Zoals aangegeven in de Kaderbrief 2016 ligt onze focus bij het opstellen van de

Begroting 2016 in eerste instantie op een sluitende structurele jaarschijf 2016. In tweede instantie ligt het accent op een sluitend structureel meerjarenperspectief en de

mogelijkheid om nieuw beleid te honoreren. Bij de beoordeling van de Begroting 2016 door de provincie, in haar rol als toezichthouder, let de provincie kritisch op de

opgenomen stelposten.

Conform Kaderbrief 2016 hanteren we als uitgangspunt dat we gedurende de jaren 2016 t/m 2018 nog rekening te houden met de gevolgen van de economische crisis. De

gevolgen van de crisis voor de Wet Buig en Bijzondere Bijstand vangen we binnen deze jaren op. Vanaf 2019 is de aanname voor de Wet Buig dat deze nagenoeg binnen de landelijke uitkering blijft.

De jaarschijf 2016 voldoet aan het toetsingskader van de provincie. De overige jaarschijven sluiten ook positief af. In deze jaarschijven zijn echter nog stelposten opgenomen, die bij de komende begrotingen geconcretiseerd dienen te worden.

(9)

2-01 Effect kostenverdeelstaat.

Onder dit effect zijn opgenomen de consequentie van kostenverdelingen naar tarieven en producten.

Tabel 2-2: Consequentie kostenverdeelstaat

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Saldo baten/lasten

rioolheffing/afvalstoffenheffing/OHF 58 56 85 34

Overige mutaties

Mutatie 58 56 85 34

De mutatie leidt in het gehele meerjarenperspectief tot een verbetering.

2-02 Dekking uit Bouwgrondexploitatie en Investeringsprojecten In het meerjarenperspectief 2015-2018 zijn opbrengsten opgenomen uit de

Bouwgrondexploitatie en investeringsprojecten. Deze opbrengst wordt gegenereerd door het doorbelasten van personele kosten (RME/OW en overheadkosten).

Tabel 2-3: Doorbelaste kosten aan Bouwgrondexploitatie en Investeringen.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Begroting 2015 520 527 532 532

Raming bijstelling -100 -100 -100 -100

Totaal Kaderbrief 2016 420 427 432 432

Bouwgrondexploitatie 339 339 341 338

Investeringsprojecten 181 188 191 194

Raming bijstelling 0 -100 -100 -100

Totaal Begroting 2015 520 427 432 432

Mutatie 100 0 0 0

De mutatie laat een verbetering zien in 2016 en heeft geen effect voor de jaren erop volgend.

De laatste jaren neemt als gevolg van de daling van het aantal en omvang van

bouwgrondexploitaties en investeringsprojecten de dekking af die opgenomen is in de algemene dienst. De medewerkers die daarmee ten laste van de algemene dienst komen worden ingezet voor de reguliere taken, taakuitbreidingen en ambities. Zoals aangeven bij de behandeling van de Begroting 2015 geeft het ook aanleiding om te bezien of het

(10)

3. Mutaties na de kaderbrief 2016 - 2019

Bij de behandeling van de beslisnota Budgetvoorziening incidentele personele kosten 2014-2016 (15 AZ 126) en Kaderbrief (15 AZ 150) en is een aantal moties aangenomen.

Bij het opstellen van de begroting is aandacht besteed aan deze moties. In onderstaande tabel zijn de moties benoemd en de verwijzing naar de uitwerking in dit document. Het betreft de volgende moties:

Motie 15 AZ 126 Toelichting

Motie 1: Aanpassen frictiekosten

Verzoek tot verhoogde bestemmingsreserve vanaf 2017 (structurele middelen beschikbaar) financiering.

Onder nieuw beleid is structureel

€ 150k opgenomen.

Motie 15 AZ 150 Toelichting

Motie 3: Dekking sociaal gezicht.

Verzoek tot alternatieve dekking (bijvoorbeeld algemene reserve, temporiseren bestaande projecten, snijden bestaand beleid en een incidentele verhoging van de OZB) voor de huidige ambities.

Integraal verwerkt in deze nota. De tijdelijke verhoging van OZB om de kosten van het sociaal gezicht te dekken is ingetrokken.

Motie 4: Raadspagina in Wegwijs in kleur.

Verzoek om de kosten ad € 400 structureel in de

begroting te verwerken. Onder nieuw beleid is structureel

€ 400 opgenomen.

Motie 5: Maak geschiedenis zichtbaar

Verzoek om samen met het Museum Kasteel een plan te maken om de aan de Tienakker gelegen grafheuvel weer zichtbaar te maken.

Inzet bestemmingsreserve Cultuurhistorie 2015/2016.

(11)

3.01 Bijzondere bijstand

Het huidige beleid gaat uit van een inkomensgrens van 110% voor alle regelingen, uitgezonderd bij het toekennen van de langdurigheidstoeslag (wettelijk 100%).

Daarnaast heeft de inkomensgrens geen invloed op de kosten van bewindvoering. De geactualiseerde raming is gebaseerd op de macro economische groeicijfers meicirculaire 2015 en de jaareindeverwachting 2015 (maandrapportage juni). Hierbij is rekening gehouden met het vervallen van de Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en

Gehandicapten (WTCG) en de regeling Compensatie Eigen Risico (CER). Ter vervanging hiervan is een budget beschikbaar binnen de WMO Nieuw.

Conform de kaderbrief hanteren we als uitgangspunt dat we gedurende de jaren 2016 t/m 2018 nog rekening te houden hebben met extra kosten als gevolg van de

economische crisis.

Tabel 3-1: Lasten BB 110%.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Structureel ADSD begroting 2015 1.021 1.082 1.129 1.172 Structureel septembercirculaire -59 -89 -109 -125 Structureel mutatie kaderbrief 169 310 323 334

Incidenteel (Bewindvoering) 125 0 0 0

Afloop crisis effect 0 0 0 -334

Kaderbrief 2016 bij 110% 1.256 1.303 1.343 1.047

Structureel 1.081 1.199 1.234 1.268

Incidenteel (Bewindvoering) 125 0 0 0

Afloop crisis effect 0 0 0 -221

Begroting 2016 bij 110% 1.206 1.199 1.234 1.047

Mutatie structureel 50 104 109 0

Mutatie incidenteel 0 0 0 0

Mutatie totaal 50 104 109 0

De mutatie laat een verbetering zien gedurende het gehele meerjarenperspectief.

(12)

3.02 Wet Buig

Aan de kostenkant zijn we bij het opstellen van deze nota uitgegaan van het aantal uitkeringen uit de jaareindeverwachting van juni 2015 (708 cliënten

WWB/IOAW/IOAZ/BBZ Prefase). Voor de daarop volgende jaren volgen we de macro economische trend uit de meicirculaire 2015. Gesprekken zijn nog gaande omtrent het ingevoerde verdeelmodel gebaseerd op objectieve maatstaven. Voor Wijchen heeft de invoering van dit model geleid tot een forse neerwaartse bijstelling van het Rijksbudget BUIG. In september 2015 worden de definitieve bedragen 2015 en voorlopige bedragen 2016 gepubliceerd, waarbij verbeteringen aan het objectief verdeelmodel zijn

doorgevoerd. Op dit moment kunnen we niet inschatten wat het effect voor Wijchen zal zijn. Ook voor de inkomstenkant gaan we meerjarig uit van de macro economische trend.

Daarnaast is aangekondigd dat in september duidelijkheid wordt geboden over de

invoering van de vangnetregeling. Dit houdt in dat voor de jaren 2015-2016 compensatie wordt geboden voor gemeenten die meer dan 5% boven de rijksbijdrage aan uitkeringen kwijt zijn, waarbij tussen de 5-10% gemeenten voor 50% vergoed worden en boven de 10%, gemeenten volledig gecompenseerd worden. Op dit moment is nog geen zekerheid dat deze regeling ingevoerd wordt, dus de compensatie is vooralsnog niet meegenomen in het financieel perspectief.

Er is onderzoek gedaan naar mogelijke maatregelen op het inkomensbeleid die ertoe leiden dat het aantal cliënten af gaat nemen. De volgende maatregelen worden vanaf 2016 ingevoerd:

 Doelgroepenbeleid; Om de juiste focus te behouden op ons klantenbestand en gerichte acties te kunnen uitzetten is het essentieel dat wij een helder

doelgroepenbeleid vaststellen.

 Rechtmatigheidsonderzoeken; Op dit moment hebben klanten de verplichting om bij verandering in hun persoonlijke situatie deze door te geven via een

inlichtingenformulier. Per 1 oktober 2015 zal deze werkwijze komen te vervallen om systeemtechnische redenen. Om de fraudealertheid ten opzichte van onze klanten niet te verzwakken en juist aan te scherpen gaan we

rechtmatigheidsonderzoeken (hercontroles) uitvoeren.

 Thematische onderzoeken; Door op basis van thema’s de situatie van klanten opnieuw te bezien willen wij gericht onderzoek gaan verrichten waarmee de kans op een positief resultaat voor doorstroom wordt vergroot. Tevens wordt de inzet van medewerkers efficiënter.

 Screening op voorliggende voorzieningen; De verwachting is dat in het lopende bestand klanten zitten die wellicht (gedeeltelijk) recht hebben op een

voorliggende voorziening. Met een gerichte actie kan het recht worden aangepast.

Er zijn organisaties die een dergelijke screening kunnen uitvoeren op “no cure no pay”-basis.

Bovengenoemde maatregelen vergen bedrijfskosten van € 150k. Deze zijn voorzien in de jaarschijf 2016. Daarnaast is voor 2016 en 2017 jaarlijks € 200k gereserveerd t.b.v.

extra inspanningen door het Werkbedrijf om de uitstroom te bevorderen.

Conform de kaderbrief hanteren we als uitgangspunt dat we gedurende de jaren 2016 t/m 2018 nog te maken krijgen met extra kosten als gevolg van de economische crisis.

Vanaf 2019 stellen we de macro economische groei op 0% en leggen we nog slechts

€ 80k toe uit eigen middelen.

Bovenstaande kan worden samengevat in het verloop van aantallen BUIG zoals weergegeven in de volgende tabel. In deze tabel is rekening gehouden met mogelijke

(13)

Tabel 3-2a: Aantal bijstandsontvangers

Aantallen BUIG: 2016 2017 2018 2019

Rijksbijdrage cf beschikking 530 530 530 530

Macro economische index -3 16 33 33

Rijksbijdrage BUIG berekende aantallen 527 546 563 563

Aantallen BUIG gemiddeld 2015 708 708 708 708

Macro economische index -3 21 43 43

Effect maatregelen -5 -17 -50 -118

BUIG aantallen begroting 2016 700 712 701 633

Verschil -173 -166 -138 -70

Onderstaande tabel laat de effecten van de aantallen zien in euro’s, met de vergelijking naar de cijfers opgenomen in de kaderbrief.

Tabel 3-2b: Lasten WWB Inkomensdeel (incl. alg. bijstand en excl. BBZ) exclusief effect gemeentefonds.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

BUIG Kaderbrief 2015 403 193 101 14

Terugboeking taakstelling sept. circ. 2014 767 1.139 1.427 1.428

Mutatie effect aantallen 94 206 396 598

Afloop crisis effect 0 0 0 -2.040

Totaal Kaderbrief 2016 1.264 1.538 1.924 0 Bijstelling verwachting BUIG 928 1.265 1.692 1.745

Inzet maatregelen -70 -238 -702 -1.665

Bedrijfsvoering 150 0 0 0

Totaal Begroting 2016 1.008 1.027 990 80

Mutatie BUIG 256 511 934 -80

(14)

3.03 Jeugdzorg

Onderstaande inkomsten zijn conform de in de kaderbrief opgenomen meicirculaire 2015 (15 AZ 148). De inkomsten zijn als integratie-uitkering onderdeel van de Algemene Uitkering, en vallen dus niet meer onder de doeluitkering Sociaal Deelfonds, wat is komen te vervallen. De integratie-uitkering wordt één op één doorvertaald op de betreffende budgetten.

Tabel 3-3: Besteding Jeugdzorg.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Saldo Kaderbrief 0 0 0 0

Inkomsten:

- Rijksmiddelen 7.645 7.443 7.468 7.479

- Eigen bijdragen 0 0 0 0

Totaal inkomsten 7.645 7.443 7.468 7.479 Uitgaven:

- Kosten instellingen 5.516 5.314 5.338 5.350

- PGB 1.008 1.008 1.008 1.008

- Doeluitkeringen 524 519 519 519

- Innovatie 0 0 0 0

- Regionaal OndersteuningsBureau 76 74 75 75

- Lokale Toegangspoort 147 145 148 148

- Bedrijfsvoeringskosten Wijchen 230 225 228 229

- Stelpost 144 158 152 150

Totaal uitgaven 7.645 7.443 7.468 7.479

Saldo 0 0 0 0

(15)

3.04 WMO Nieuw

Onderstaande inkomsten zijn conform de in de kaderbrief opgenomen meicirculaire 2015 (15 AZ 148). De inkomsten zijn als integratie-uitkering onderdeel van de Algemene Uitkering, en vallen dus niet meer onder de doeluitkering Sociaal Deelfonds, wat is komen te vervallen. De integratie-uitkering wordt één op één doorvertaald op de betreffende budgetten.

Tabel 3-4: Verloop budgetten WMO Nieuw 2016-2019.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Saldo Kaderbrief 0 0 0 0

Inkomsten:

- Rijksmiddelen 4.969 5.004 4.845 4.797

- Eigen bijdragen 185 185 185 185

Totaal inkomsten 5.153 5.189 5.030 4.982 Uitgaven:

- Kosten instellingen 2.306 2.342 2.183 2.135

- PGB 763 763 763 763

- Doeluitkeringen 1.545 1.545 1.545 1.545

- Innovatie 0 0 0 0

- Regionaal OndersteuningsBureau 52 52 50 50

- Lokale Toegangspoort 96 98 96 95

- Bedrijfsvoeringskosten Wijchen 149 151 148 147

- Stelpost 242 238 245 247

Totaal uitgaven 5.153 5.189 5.030 4.982

Saldo 0 0 0 0

Mutatie 0 0 0 0

(16)

3.05 WMO Bestaand

Bij de behandeling van de Begroting 2015 heeft de Raad vanaf de jaarschijf 2016 ingestemd met een taakstelling op de Hulp van het Huishouden van € 511k. In de Kaderbrief 2016 was de inschatting dat de taakstelling volledig gerealiseerd zou worden, waarbij het financieel effect pas effectief zou worden in de loop van 2016 (taakstelling 2016 50%). Inmiddels is een beslisnota (15 IZ 091) opgesteld die ter behandeling voorligt in de raad van 1 oktober. Door de voorziening HH voort te zetten als

maatwerkvoorziening, striktere indicatie, beroep te doen op eigen kracht, extra middelen meicirculaire, inzet budget thuisbegeleiding, extra inkomsten eigen bijdrage, inzet budget HHT is de inschatting dat het mogelijk is om de taakstelling volledig te realiseren vanaf 2016. Dit betekent een positieve bijstelling van de jaarschijf 2016 van € 255k.

In de Kaderbrief 2016 is er van uitgegaan dat evenals vorige jaren het budget WMO Bestaand een overschot laat zien van € 200k (woningaanpassingen en

vervoersvoorziening). Op basis van de maandrapportage t/m juni brengen we dit bedrag terug tot € 100k (woonvoorzieningen en WVG indicaties). Daarnaast speelt de inmiddels opgestarte aanbesteding van het regionale CVV systeem. De in de raad van oktober voorliggende beslisnota gaat uit van het huidige beschikbare budget (15 RZ 080).

Tabel 3-5: WMO bestaand budget.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Begroting 2015, ADSD tabel 3-04 7.689 7.632 7.646 7.646

Uitvoering motie leefbaarheid (ADSD) 40 0 0 0

Versterking Jeugdbeleid (ADSD) 50 50 50 0

Passend onderwijs t.l.v. WMO -20 -20 -20 -20

Technische correctie

gebouwafhankelijke kosten uit WMO naar overig

-57 -58 -57 -52

Septembercirculaire 2015 -337 -344 -344 -344

Totaal begroting 2015 7.365 7.260 7.275 7.230

Decembercirculaire 2015 -32 -30 -34 -28

HH-T toelage 443 0 0 0

Meicirculaire 2015 82 89 89 89

Budgetruimte kaderbrief -200 -200 -200 -200

Niet ingevulde taakstelling Hulp bij het

huishouden 255 0 0 0

Saldo kaderbrief 2016 7.913 7.119 7.130 7.091

Bijstelling budgetruimte kaderbrief 100 100 100 100

Invulling taakstelling Hulp bij het huishouden 15 IZ 091

-255 0 0 0

Saldo begroting 2016 7.758 7.219 7.230 7.191 Mutatie t.o.v. kaderbrief 155 -100 -100 -100 De mutatie leidt in 2016 tot een verbetering. Vanaf 2017 stellen we het perspectief

negatief bij.

(17)

3.06 MGR Werkbedrijf-Participatiewet

In onderstaande tabel wordt de begroting van het Werkbedrijf, inclusief geïntegreerde begroting voor de uitvoering van de WSW (BREED), afgezet tegen het gemeentelijk budget voor deze taken. Onderstaande cijfers zijn conform de voorgelegde begroting uit de nota 15 AZ 156.

Onder de inkomsten zijn in de tabel naast de rijksbijdragen op het gebied van participatie (WWB-Werkdeel) en de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), ook de deelbudgetten uit Wet BUIG (loonkostensubsidie) en WMO Nieuw (doeluitkering Arbeidsmatige

dagbesteding) en inzet van de reserve regionaal Werkbedrijf opgenomen. De module arbeidsbemiddeling zit neutraal in de begroting van het Werkbedrijf. Het tekort wordt veroorzaakt door de integratie van BREED, al is het tekort lager dan in de Kaderbrief 2016.

Tabel 3-6: Werkbedrijf inclusief Breed.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Saldo Kaderbrief (expl. bijdrage BREED) 396 462 523 523 Inkomsten:

Sociale Werkvoorziening (WSW) 5.365 4.932 4.531 4.235

Arbeidsbemiddeling (WWB-werk) 826 883 963 1014

Loonkostensubsidie (BUIG) 214 367 519 762

Arbeidsmatige dagbesteding (WMO nieuw) 460 460 460 460 Budget transitiekosten (reserve werkbedrijf) 50 0 0 0

Totaal inkomsten 6.915 6.642 6.473 6.471

Uitgaven:

Module 1 arbeidsbemiddeling 1.550 1.710 1.942 2.237 Module 2 Sociale werkvoorziening 5.476 5.043 4.642 4.345

Module 3 bestuurskosten 33 33 33 33

Totaal uitgaven 7.059 6.786 6.617 6.615

Saldo begroting 2016 144 144 144 144

Mutatie 252 318 379 379

De mutatie leidt in het gehele meerjarenperspectief tot een verbetering.

(18)

3.07 Bouwleges

In tabel 3-7 zijn de geprognosticeerde inkomsten bouwleges in beeld gebracht.

Tabel 3-7: Inkomsten bouwleges

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Kaderbrief 2016 589 664 552 578

Hiervan structureel 450 450 450 450

Hiervan incidenteel 139 214 102 128

Begroting 2016 589 664 552 578

Hiervan structureel 450 450 450 450

Hiervan incidenteel 139 214 102 128

Mutatie structureel 0 0 0 0

Mutatie incidenteel 0 0 0 0

Zoals aangegeven in de kaderbrief is het gezien het verloop van de inkomsten bouwleges wenselijk om over te gaan tot een kernformatie met een flexibele schil, die varieert afhankelijk van het aanbod.

In 2016 houden de geraamde kosten en legesinkomsten tegen het huidige tarief van 23 promille elkaar vrijwel in evenwicht. Er is geen sprake van overdekking van

legesopbrengsten. Er is echter geen ruimte meer voorhanden voor een tariefsverhoging in 2016.

In onderstaande tabel 3-8 zijn de legestarieven 2015 van diverse gemeenten als referentiekader weergegeven.

Tabel 3-8: Leges regiogemeenten per € 100k bouwkosten

x € 1 2015

Groesbeek (MUG) 2.300

Wijchen 2.300

Heumen 2.000

Ubbergen (MUG) 2.300

Nijmegen 2.400

Beuningen 2.600

(19)

3.08 Onderhoudsreserve vastgoed

In de Raadsvergadering van november 2013 is met de informatienota 13-AZ-290 aangegeven, dat de invulling van de taakstelling vastgoed wachtende is op uitkomsten van de nieuwe doorrekening van het meer jaren onderhoudsplan (MJOP), en de nog op te stellen nota Maatschappelijk Vastgoed, waarin een analyse gegeven wordt van nut en noodzaak van onze gebouwen, overdracht van scholen aan Kans & Kleur, overname MFA’s e.d.

Inmiddels is een nieuw meerjarenonderhoudsplan opgesteld en zijn we teruggegaan in onderhoudsniveau (op bouwkundige onderdelen), waarmee een groot deel van de originele taakstelling is ingevuld (resterende taakstelling bij de kaderbrief 2016 is

€ 170k, ten opzichte van de originele taakstelling van € 644k structureel). De laatste stap is de nota Maatschappelijk Vastgoed, waarin afgewogen wordt welke panden

benodigd zijn voor de gemeentelijke taken en welke panden verkocht kunnen worden. In onderstaande tabel zijn de structurele bedragen opgenomen zoals voorgesteld in de nota Maatschappelijk Vastgoed. Afwijkende besluitvorming heeft dan ook direct gevolgen voor het begrotingssaldo.

Met de incidentele verkoopopbrengsten als gevolg van het afstoten van panden wordt in deze nota vooralsnog geen rekening gehouden.

Tabel 3-9: Taakstelling reserve onderhoud.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Taakstelling begroting 2015 199 311 278 278

Afstoten Brandweerkazerne -6 -6 -6 -6

Afstoten Blije Dries -8 -8 -8 -8

Verlaging onderhoudsniveau (1) -27 -139 -105 -105

Verhuizing gemeentekantoor naar Rabo

inclusief duurzaamheidspakket 1 0 -109 -109 -109

Kostenverhogende BTW (2) 120 120 120 120

Aanvulling ten laste van de Algemene

Dienst -278 0 0 0

Resterende taakstelling Kaderbrief 0 169 170 170

Uitzetting Zandloper (15 AZ 141) 7 7 7 7

Afstoten maatschappelijk vastgoed 0 -14 -28 -43

Nadeel op verhuur/OZB/Subsidies bij

verkoop 0 0 0 66

Aanpassing Oase PM

Oase ten laste van WMO Proof reserve PM

Overdracht MFA’s naar gemeente (3) 0 0 0 0

Personeel (4) PM PM PM PM

Aanvulling ten laste van Algemene

Dienst -7 -162 -149 -200

(20)

2) Voor een aantal gemeentelijke panden is de factor BTW niet compensabel of aftrekbaar bij de belastingdienst, hiervoor is in het verleden te weinig aandacht geweest.

3) Aanname is dat zowel het binnen- als buitenonderhoud van de MFA neutraal uitpakt.

De bijdrage van deelnemende partijen moet minimaal liggen op het niveau van de structurele onderhoudskosten van het deel van het gebouw dat overgedragen wordt.

4) Na vaststelling van het te behouden gebouwenareaal kan bepaald worden welke personele inzet benodigd is om het onderhoud uit te kunnen voeren.

Bij de berekening van de actuele stand van de reserve is nu uitgegaan van de objectenlijst begroting 2015. Uitbreiding van gemeentelijk vastgoed is hierin niet

voorzien. Afdekking van de onderhoudskosten van uitbreiding dient dan ook in separate beslisnota’s voorzien te worden. Zie tevens lijst gewenste projecten (hoofdstuk 8).

3.09 Gemeentefonds

De opgenomen inkomsten uit het Gemeentefonds zijn ontleend aan de meicirculaire 2015. In deze circulaire is de 2e en laatste tranche van de herijking van de landelijke verdeling gemeentefonds verwerkt, met uitzondering van het cluster Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Onderzoek naar de verdeling van dit cluster loopt nog.

Naar verwachting worden de uitkomsten bekend gemaakt in de meicirculaire 2016. Na publicatie van de septembercirculaire 2015 herijken we ons meerjarenperspectief. De beslisnota van deze circulaire ligt ter besluitvorming voor aan de Raad in de

begrotingsvergadering van 6 november a.s.

In het voorliggende meerjarenperspectief zijn geen stelposten opgenomen met betrekking tot mogelijke Rijksbezuinigingen.

T.o.v. de kaderbrief is het effect van het aantal verwachte uitkeringsgerechtigden (Wet Buig) bijgesteld. Dit leidt tot een verslechtering gedurende het gehele

meerjarenperspectief.

(21)

3.10 Prijscompensatie

Voor het bepalen van de prijscompensatie hanteren we de laatst bekende ontwikkelingen in de circulaires van het gemeentefonds. Immers, de ontwikkelingen van de inkomsten en uitgaven moeten in evenwicht zijn. De afwijkingen in de meicirculaire 2015 t.o.v.

septembercirculaire 2014 zijn dermate gering dat we nu geen correctie toepassen. Bij de septembercirculaire 2015 actualiseren we de percentages.

Tabel 3-10a: Ontwikkeling reëel accres septembercirculaire 2014 (jaar op jaar).

2016 2017 2018 2019

Nominaal accres (inkomsten) 1,85% 0,96% 0,46% 1,63%

Loon- en prijsontwikkeling (uitgaven) 0,75% 0,50% 0,50% 0,50%

Reëel accres (saldo) 1,10% 0,46% -0,04% 1,13%

Tabel 3-10b: Ontwikkeling reëel accres septembercirculaire 2014 (cumulatief).

2016 2017 2018 2019

Nominaal accres (inkomsten) 1,85% 2,83% 3,30% 4,98%

Loon- en prijsontwikkeling (uitgaven) 0,75% 1,25% 1,76% 2,27%

Reëel accres (saldo) 1,10% 1,57% 1,52% 2,67%

Op basis van deze meicirculaire wordt zowel de inkomsten- als kostenkant gemuteerd.

Bij het opstellen van dit boekwerk zijn we voor het meerjarenperspectief uitgegaan van de in tabel 3-10c opgenomen percentages prijscompensatie.

Tabel 3-10c: Inzet cumulatieve prijscompensatie begroting 2016.

2016 2017 2018 2019

Subsidie 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

BRN 0,75% 1,25% 1,76% 2,27%

Contract 0,75% 1,25% 1,76% 2,27%

Overige 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Wij zijn voorstander om bij de toekenning van de loon- en prijscompensatie van de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen niet alleen rekening te houden met vorenstaande compensatie, maar hierbij ook rekening te houden met kortingen van het Rijk. Gezien dat dit laatste gesteund dient te worden door een meerderheid van de bij een gemeenschappelijke regeling aangesloten deelnemers gaan we uit

voorzichtigheidsprincipe vooralsnog uit van het toekennen van de in tabel 3-10c opgenomen percentages bij het berekenen van de kosten van de gemeenschappelijke regelingen.

(22)

3.11 Formatiekosten inclusief overige personele kosten

Bij het opstellen van de Begroting 2016 gaan we uit van de huidige CAO, die loopt tot 1 januari 2016. Vanaf 2016 houden we in de begroting nog rekening met de nullijn. In 2017 wordt het “individueel keuzebudget” (IKB) ingevoerd. Hierbij geldt, dat diverse arbeidsvoorwaarden tegen elkaar uitgeruild kunnen worden. De impact daarvan kunnen we op dit moment nog niet inschatten, maar omdat hierbij het principe van de

loonsommenbenadering geldt, gaan we er vooralsnog vanuit, dat dit geen wezenlijke impact op de begroting zal hebben. Om te voldoen aan het toetsingskader van de provincie dient de in het gemeentefonds opgenomen percentage voor loonontwikkeling gelijk te zijn aan de toegepaste indexatie aan de kostenkant. Daarvoor nemen we een stelpost op. De berekening van de overige componenten van de formatiekosten hebben we t.o.v. de kaderbrief geactualiseerd naar de stand van 1 juli 2015. Indien nodig herijken we de formatiekosten bij de doorrekening van de septembercirculaire 2015.

Tabel 3-11: Inzet cumulatieve looncompensatie begroting 2016.

2016 2017 2018 2019

Loon periodiek 0,50% 0,50% 0,50% 0,50%

Loon CAO 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%

Tabel 3-12: Structurele formatiekosten inclusief overige personele kosten.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Kaderbrief 2016 15.108 15.099 15.101 15.098

Stelpost indexering (1,5 %) 208 430 646 867

Totaal Kaderbrief 2016 15.316 15.530 15.746 15.964

Begroting 2016 15.049 15.041 15.036 15.035

Stelpost indexering 207 421 633 854

Totaal begroting 2016 15.287 15.493 15.700 15.919

Mutatie 29 37 46 45

De mutatie laat een verbetering zien gedurende het gehele meerjarenperspectief, waarbij de doorberekende formatie is gelijk aan die van de kaderbrief. De mutatie is het gevolg van met name lagere premies en lagere kosten Babs-en.

(23)

3.12 Kapitaallasten

Bij het opstellen van de Begroting 2016 gaan we uit van een rentepercentage voor vervanging- en uitbreidingsinvesteringen van 4,00 procent.

Tabel 3-13: Kapitaallasten.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Kaderbrief 2016 5.624 6.063 5.919 5.869

Begroting 2016 5.624 6.063 5.919 5.869

Mutatie 0 0 0 0

3.13 Renteresultaat

Door een lage rentestand en omvang eigen middelen waren we in staat om in de Kaderbrief 2016 de structurele inkomsten te verhogen met € 500k t.o.v. de Begroting 2015. We houden nu rekening met een langer laagblijvend rentepercentage voor kortlopende gelden, waarbij we wel uitgaan van een oplopend rentepercentage.

Tabel 3-14: Renteresultaat.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Kaderbrief 2016 2.598 2.530 2.472 2.498

Waarvan structureel 2.184 2.184 2.184 2.184

Waarvan incidenteel 414 347 289 315

Begroting 2016 2.579 2.527 2.434 2.443

Waarvan structureel 2.225 2.239 2.203 2.184

Waarvan incidenteel 354 288 231 259

Mutatie

Waarvan structureel 41 55 19 0

Waarvan incidenteel -60 -59 -58 -56

Onderstaand renteperspectief laat een positief beeld zien ten opzichte van de Kaderbrief 2016.

(24)

3.14 Onroerend Zaak Belasting OZB

De basis voor de meerjarenraming OZB is het jaar 2015. In deze nota gaan we uit van het werkelijk verwachte bedrag in 2015 (basis maandrapportage juni). De opbrengsten OZB worden jaarlijks gecorrigeerd voor de verwachte prijscompensatie. We gaan nu uit van de percentages zoals genoemd in de septembercirculaire 2014. Onderstaande percentages worden bij de septembercirculaire 2015 opnieuw getoetst aan de dan gehanteerde percentages. Daarnaast is rekening gehouden met een structurele verhoging van 6,75 procent.

Tabel 3-15: Meerjarenperspectief inkomsten OZB.

De mutatie leidt in het gehele meerjarenperspectief tot een verbetering.

x € 1.000 index

% 2016 2017 2018 2019

Basis 6.927 6.927 6.927 6.927

Herijking basis 65 65 65 65

Generieke verhoging 6,75% 468 468 468 468

Bijgestelde Basis 7.460 7.460 7.460 7.460

Index 2016 0,75% 56 56 56 56

Index 2017 0,50% 37 37 37

Index 2018 0,50% 37 37

Index 2019 0,50% 37

Totaal Begroting 2016 7.516 7.553 7.590 7.627

Kaderbrief 2016 6.979 7.014 7.049 7.084

Mutatie 537 539 541 543

(25)

3.15 Tarieven en leges

In tabel 3-16 treft u het verloop aan van de geraamde opbrengsten van de producten, die voornamelijk de lastendruk bepalen.

Tabel 3-16: opbrengsten (x. € 1.000).

I II III III - I III -II

Begroting 2015

Begroting 2015 jaarschijf

2016 Begroting 2016

Index 2016 t.o.v.

2015

Index 2016 t.o.v.

2016

OZB (1) 6.927 6.979 7.516 108,5 107,7

Riool 3.747 3.790 3.796 101,3 100,2

Riool compensatie (2) -76 -76 -76 100,0 100,0

Reinigingsheffing vast 2.060 2.094 2.094 101,7 100,0

Reinigingsheffing vast

voorziening 1.121 1.142 1.142 101,9 100,0

Reinigingsheffing variabel -440 0 -552 125,5

Reinigingsheffing eenmalig -29 0 0 0,0

Totaal 13.310 13.929 13.920 104,6 99,9

1) Bij het vaststellen van de OZB-tarieven is het uitgangspunt de geraamde inkomsten. De tarieven worden naar beneden of naar boven bijgesteld om de stijging of daling van de WOZ-waarden van woningen/niet woningen ongedaan te maken.

2) De compensatie vervalt in de jaarschijf 2017 van het meerjarenperspectief.

Reinigingsheffing

In de beslisnota 12 AZ 226 hebben we toegezegd een evaluatie uit te voeren met betrekking tot uitgangspunten afvalstoffenheffing na 2 jaar na implementatie van het DIFTAR-systeem. De verwachting was dat we na 2 jaar een redelijk stabiel beeld zouden hebben van het aanbiedgedrag van onze burgers via de diverse afzetkanalen. Echter niets is minder waar, de wereld van afvalverwerking is constant in beweging. In 2015 hebben we regionaal aandacht besteed aan de inzameling van kleding en in de tweede helft van 2015 zal de aandacht gericht zijn op het verder scheiden van het restafval, door het separaat inzamelen van blik en drankenkartons. Wij verwachten als gevolg daarvan een verdere verlaging van de aanbiedfrequentie van het restafval.

Derhalve willen we vooralsnog de systematiek van de huidige grondslagen van de tarieven in stand houden, totdat we een stabiel beeld hebben van de afvalstromen in onze gemeente. Dit betekent dat het toerekenen van kosten naar vaste en variabele heffing gehandhaafd blijft evenals het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid. De verwachte prijsindexeringen van onze leveranciers, en de ontwikkelingen van het areaal

(26)

De tarieven in dit hoofdstuk wijken af van de gepresenteerde tarieven in paragraaf 3 van de programmabegroting. Dit wordt veroorzaakt door de voorstellen in dit boekwerk.

Tegemoetkoming afvalstoffenheffing van € 25.

In het jaar 2014 heeft de gemeente Wijchen een bedrag overgehouden op de

afvalstoffenheffing. Dit overschot is gestort in de egalisatiereserve afvalstoffenheffing.

Volgens de geldende richtlijnen worden deze middelen in de eerst volgende begroting teruggegeven aan de burger. Voorstel is om per aanslag afvalstoffenheffing in 2016 wederom een eenmalige tegemoetkoming toe te kennen van € 25.

Rioolrecht

De rioolheffing wordt geheven ter dekking van de kosten van de riolering. De Raad heeft besloten om de rioolheffing kostendekkend te maken, inclusief de BTW-component. Deze kostendekkendheid wordt bereikt via een ingroeipad. Volgens de huidige planning zal dit in 2017 het geval zijn. De evaluatie van de heffingsgrondslag, zal gelijktijdig worden uitgevoerd met het opstellen van het nieuwe verbreed GRP, vooralsnog voorzien in het jaar 2017 ten behoeve van de tarieven 2018.

Hondenbelasting (neutraal voor de gemeente)

De hondenbelasting in Wijchen is kostendekkend. De opbrengst volgt naar verwachting de prijsindex zoals genoemd in tabel 3-10a. Daarnaast verwerken we de mutaties op het product hondenbelasting in de berekende tarieven. Vanaf 2014 hanteren we een

egalisatiereserve.

Tabel 3-18: tarievenontwikkeling hondenbelasting (x € 0,01)

2015 2016

1e hond 80,87 82,70

2e en volgende hond 148,68 152,00

Kennel 347,26 355,05

Toeristenbelasting

Om de ondernemers gelegenheid te geven om te kunnen anticiperen op de jaarlijkse bijstelling van de tarieven worden deze bij het vaststellen van de begroting vastgesteld voor het basisjaar +1 (2015 +1 = 2016). Bij de behandeling van de Begroting 2014 heeft de Raad, na initiatief uit de branche, ingestemd met het afronden van de tarieven op veelvouden van € 0,05. In het jaarlijks te hanteren rekenmodel indexeren we de onafgeronde bedragen. Na indexatie ronden we de tarieven af op veelvouden van € 0,05.

Voor het rekenmodel 2016 gaan we uit van de onafgeronde berekeningen. We volgen daarbij de prijsindexen, welke ook voor onze kostenontwikkeling geldt. In tabel 3-19 treft u een overzicht aan van de berekende tarieven conform beide methodieken. Bij de

tariefsvaststelling 2016 zullen we gelijktijdig de tarieven 2017 berekenen.

Tabel 3-19: Tarieven toeristenbelasting.

(x € 0,01) 2016 2017

Niet

afgerond Afgerond Niet

afgerond Afgerond

Tarief per overnachting 0,69 0,70 0,70 0,70

Tarief per overnachting op vaste standplaats 0,44 0,45 0,44 0,45

(27)

Marktgelden

In december 2015 stelt de Raad de Verordening Marktgelden vast. Als leidraad voor de calculaties gaan we uit van een prijsindex van 0,75%, conform meicirculaire 2015.

Daarnaast zal rekening gehouden worden met de mate van kostendekkendheid van de marktgelden.

Reclamebelasting

In Wijchen wordt vanaf 2013 reclamebelasting geheven voor het centrumgebied. Onlangs heeft de Raad ook gestemd (15 AZ 128/129) met het heffen van reclamebelasting op de bedrijfsterreinen Oost en Bijsterhuizen vanaf 1 augustus 2015. De reclamebelasting dient ter dekking van specifieke activiteiten van de afgebakende gebieden, welke we via

subsidie aan de stichtingen verstrekken. In december 2015 stelt de Raad de

Belastingverordening vast. We houden bij de vaststelling van de tarieven rekening met verrekeningen oude jaren.

Overige legestarieven

In december 2015 stelt de Raad de Legesverordening vast. Als leidraad voor de calculaties gaan we nu uit van een prijsindex van 0,75%, conform meicirculaire 2015.

Voorbeeldaanslagen meerpersoonshuishoudens

In bijlage 12 zijn de voorbeeldaanslagen opgenomen voor meerpersoonshuishoudens.

Deze zijn gebaseerd op de gegevens per 1 augustus 2015. Bij de definitieve tariefsbepaling, waarover de raad in december 2015 beslist worden de gegevens, waaronder de WOZ-waarden geactualiseerd.

(28)

3.16 IBOR

Bestrijding onkruid op verhardingen/verbod gebruik van glysofaat

Vanaf 1 januari 2016 mag onkruid slechts bestreden worden op niet chemische wijze. De kosten voor het op niet chemische wijze bestrijden van onkruid op kwaliteitsniveau B ramen wij op circa € 210k, hetgeen leidt tot een structurele uitzetting van € 110k. Bij de behandeling van de Begroting 2015 is gesteld dat deze uitzetting opgevangen dient te worden binnen het IBOR. Voor het jaar 2016 nemen we de uitzetting echter op binnen de uitzettingen i.v.m. wettelijke taak (bijlage 5), gekoppeld aan de areaalinkrimping binnen het IBOR i.v.m. uitgestelde oplevering van fase 6 op Bijsterhuizen.

Aanbesteding machinaal groenonderhoud

De vraag ligt voor of wij in staat zijn om het huidige kwaliteitsbeeld te handhaven. De afgelopen jaren hebben wij de bezuinigingstaakstelling op groen op kunnen vangen door een zeer lage inschrijving. In 2016 besteden we het machinaal groenonderhoud opnieuw aan. Daarbij bestaat het risico dat de aanbesteding op het groen negatief uit gaat

pakken, omdat de uitvoerder van het huidige bestek machinaal groenonderhoud 3 jaar geleden een miljoen euro (over drie jaar) lager zat bij de aanbesteding ten opzichte van de toenmalige nummer twee en drie. De intentie is het contract te verlengen voor minimaal 1 jaar (2016). De daaropvolgende jaren worden meegenomen in de op te stellen nota IBOR.

Het bovenstaande in relatie tot het nu gepresenteerde meerjarenperspectief heeft tot gevolg dat we de ontwikkelingen rondom het Ibor nog nadrukkelijk moeten volgen voor de behandeling van de Begroting 2017. Daartoe stellen we een separate notitie op.

Evenals bij de Begroting 2015 hanteren we het standpunt dat uitzettingen binnen het IBOR opgevangen dienen te worden. De in bijlage 6 opgenomen uitzettingen worden dus binnen het bestaande IBOR budget opgevangen.

Tabel 3-20: Uitzettingen.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

IBOR, uitzettingen bijlage 6 222 17 17 17

Op te vangen binnen het IBOR, bijlage 6 -222 -17 -17 -17

Saldo 0 0 0 0

(29)

3.17 Uitzettingen

De hier gepresenteerde uitzettingen hebben een onontkoombaar karakter, of komen voort uit areaaluitbreidingen. Zie voor de specificatie bijlage drie tot en met vijf.

Tabel 3-21: Uitzettingen.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Onontkoombaar, bijlage 3 -210 -213 -213 -213

Areaaluitbreidingen, bijlage 4 37 -40 -41 -40

Nieuwe wettelijke taak, bijlage 5 -140 -30 -30 -30

IBOR, bijlage 6 0 0 0 0

Totaal -313 -283 -284 -283

Bovenstaande mutatie betekent een verslechtering van het gehele meerjarenperspectief.

3.18 Inkrimpingen Tabel 3-22: Inkrimpingen.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Budgetruimte, bijlage 2 159 159 159 159

Totaal 159 159 159 159

Het bovenstaande leidt tot een verbetering van het gehele meerjarenperspectief.

3.19 Nieuw Beleid

In de kaderbrief is er geen nieuw beleid opgenomen in het meerjarenperspectief. We hebben aan de Raad voorgesteld om de integrale afweging van nieuw beleid uit te stellen tot de begrotingsvergadering

Tabel 3-23: Nieuw Beleid.

x € 1.000 2016 2017 2018 2019

Nieuw Beleid, bijlage 7 -221 -382 -396 -378

Totaal -221 -382 -396 -378

Bovenstaande mutatie betekent een verslechtering van het gehele meerjarenperspectief.

(30)

3.20 Bezuinigingstaakstelling coalitieakkoord

Om de onroerend zaak belasting niet verder dan noodzakelijk te laten stijgen, is in het coalitieakkoord opgenomen dat we waarschijnlijk € 200k aan structurele bezuinigingen per jaar nodig hebben tot 2019 om tegenvallers op te kunnen vangen van maatregelen van het rijksbeleid en onrealiseerbare bezuinigingstaakstellingen, die al opgenomen zijn in ons meerjarenperspectief. Daarnaast is er door de veranderende samenleving altijd nieuw beleid nodig. De gerealiseerde inkrimpingen in het begrotingstraject vanaf de kaderbrief voldoen aan onze doelstellingen. Vooralsnog nemen we dan ook geen aanvullende taakstellingen op in het voorliggende meerjarenperspectief.

Tabel 3-24: Bezuinigingstaakstelling coalitieakkoord.

2016 2017 2018 2019

Taakstelling 400 600 800 800

Gerealiseerd bij Kaderbrief 2015 71 89 83 83

Gerealiseerd in de begroting 2015 237 247 251 251

Resteert 92 264 466 466

Begroting 2016 159 159 159 159

Restant 0 105 307 307

(31)

4. Provinciaal Toezicht

In haar rol van financieel toezichthouder heeft de provincie Gelderland tot taak de financiële positie van de gemeente Wijchen te toetsen aan de op dit moment geldende wet- en regelgeving. De provincie heeft in april het toetsingskader 2015 bekend gemaakt om in aanmerking te komen voor repressief toezicht. Te weten:

- De begroting 2016 is naar het oordeel van de provincie reëel en structureel in

evenwicht of als dat niet het geval is, maakt de meerjarenraming aannemelijk dat dit evenwicht uiterlijk in 2019 dan wel eerder jaar tot stand zal worden gebracht.

- Met begrotingsevenwicht wordt “materieel evenwicht” bedoeld. Hiervan is sprake indien, op basis van het bestaande beleid en het aanvaarde nieuwe beleid, de

structurele lasten volledig worden gedekt door structurele baten en ook de incidentele lasten worden gedekt. Daarbij moeten de ramingen uiteraard reëel zijn. Bij het

oordeel over het materieel evenwicht zal de provincie voor wat betreft de algemene uitkering van het Gemeentefonds uitgaan van de meicirculaire 2015 en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren. Alle in de begroting opgenomen

bezuinigingsmaatregelen beoordeelt de provincie op hardheid en haalbaarheid.

Opgenomen taakstellingen van verbonden partijen in het begrotingsjaar 2016 worden door de provincie als reëel beschouwd, mits er een besluit van de desbetreffende verbonden partij onder ligt.

- Tot slot mag de jaarrekening 2014 op basis van de structurele baten en lasten geen tekort vertonen.

Om de provinciale toets te doorstaan, mogen er – in ieder geval in het eerste jaar van ons perspectief – geen stelposten meer zijn opgenomen die niet zijn onderbouwd met concrete maatregelen. De omvang van de stelpost 2016 ad € 70k leidt echter bij eliminatie niet tot een negatief saldo (tabel 2-1 toont een positief structureel saldo van

€ 534k in de jaarschijf 2016).

In tabel 4-01 treft u een overzicht aan van de stelposten die opgenomen zijn in het meerjarenperspectief 2016-2019.

Tabel 4-01: Overzicht stelposten (x € 1.000).

2016 2017 2018 2019 Heroriëntatie ambtelijke organisatie fase 2 (1) 0 130 130 130

Bijzondere bijstand (paragraaf 3.01) 0 0 0 221

WWB Inkomensdeel (paragraaf 3.02) 70 238 702 1.665

Totaal opgenomen stelposten 70 368 832 2.016

1) De resterende taakstelling op de ambtelijke organisatie wordt meegenomen in de uitwerking van Wijchen21.

(32)

5. Incidenteel meerjarenperspectief

Bijlage 1 omvat een gedetailleerd bijgesteld totaaloverzicht van de raming incidentele kosten en opbrengsten. Per saldo geeft dit onderstaand perspectief.

Tabel 5-01: Saldo incidentele kosten en opbrengsten (x € 1.000).

Incidenteel 2016 2017 2018 2019

Kaderbrief 2016 17 369 258 442

Begroting 2016 0 0 0 377

Mutatie -17 -369 -258 -65

De mutaties ten opzichte van het saldo incidenteel perspectief uit de kaderbrief worden in Bijlage 8 beschreven. Onderstaande tabel vat de mutaties samen.

Tabel 5-02: Mutatie incidentele kosten en opbrengsten 2016 t/m 2019 (x € 1.000).

Mutatie 2016 2017 2018 2019

Leefbaarheid Bergharen / Hernen -250 -250 0 0

Digitalisering -700 0 0 0

Aanpassing drank- en horecawet -75 0 0 0

Brandveiligheid (WBDO) -65 0 0 0

Duurzaamheid en economie 0 0 0 0

Kasteeltuin 0 -200 0 0

Oosterpark 0 0 -400 0

Onderzoek ondernemerstevredenheid en

vestigingsklimaat -50 0 0 0

Toekomst van retail in Wijchen -7 0 0 0

Renovatieplan Sportaccommodaties actualisatie 0 0 0 -10

Rente (MFA Batenburg) -60 -59 -57 -55

Schuldhulpverlening zelfstandigen -25 -25 -25 0

Mutatie activiteiten -1.233 -534 -482 -65

Onttrekking algemene reserve 1.216 164 224 0

Mutatie -17 -369 -258 -65

Aanvullende toelichting op tabel 5-02 en bijlage 1:

Tabel 5-03: Winstuitkering Bijsterhuizen (x € 1.000).

Incidenteel 2016 2017 2018 2019

Kaderbrief 2016 0 250 750 2.000

Begroting 2016 0 250 750 2.000

Mutatie 0 0 0 0

De winstuitkeringen zijn bijgesteld op basis van het door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling vastgestelde meerjarenperspectief. Het

meerjarenperspectief is gebaseerd op de vastgestelde planexploitatie tot 2024. Vanaf 2016 is er sprake van vennootschapsplicht voor de GR Bijsterhuizen. De in de tabel

(33)

6. Eindsaldo structurele en incidentele begroting 2016 - 2019

In tabel 6-1 is het totale meerjarenperspectief samengevat.

Tabel 6-1: Saldi begroting 2016-2019 (x € 1.000).

Structureel en incidenteel 2016 2017 2018 2019

Structureel (tabel 1-1) 534 186 149 630

Incidenteel (tabel 5-1) 0 0 0 377

Bouwgrond (tabel 8-1) 234 0 11 1.957

Saldo 768 186 160 2.964

Meerjarenperspectief

Het nu gepresenteerde meerjarenperspectief geeft aan dat we structureel in balans zijn.

Voorwaarde is wel dat we de in dit meerjarenperspectief opgenomen taakstellingen realiseren.

Bij het opstellen van geschetst meerjarenperspectief is geen rekening gehouden met de financiële impact van in paragraaf 8-3 opgenomen gewenste projecten.

(34)

7. Verloop algemene reserve

Onderstaand treft u het verloop aan van de algemene reserve.

Op basis van het eindsaldo jaarrekening 2014 is het verloop van de algemene reserve in tabel 7-1 weergeven. (Zie ook bijlage 9).

Tabel 7-1: Verloop algemene reserve (x € 1.000).

Stand 31 december 2016 2017 2018 2019

Begroting 2015-2018 18.868 20.162 23.686 23.686

Begroting 2016-2019 11.073 11.139 11.610 16.574

Mutatie -7.795 -9.023 -12.076 -7.112

Het verloop van de algemene reserve wordt onder andere beïnvloed door een lager jaarrekening resultaat 2014, lagere begrote resultaten 2016-2019, onttrekking ten behoeve van het tekort op BUIG en bijzondere bijstand en lagere winstnemingen Bouwgrondexploitatie.

In de door de Raad vastgestelde jaarrekening 2014 ligt de ondergrens van de algemene reserve op € 10,6 miljoen (saldo ingecalculeerde risico’s verhoogd met saldo ondergrens inwoners). De risicomatrix is bij voor de begroting 2016 opnieuw geactualiseerd tot

€ 10,5 miljoen.

In tabel 7-2 hebben wij het verloop van de algemene reserve afgezet tegen het vernieuwde risicoprofiel.

Tabel 7-2: Algemene reserve t.o.v. risicoprofiel (x € 1.000).

Stand 31 december 2016 2017 2018 2019

Bijgestelde stand algemene reserve (zie

tabel 7-1) 11.073 11.139 11.610 16.574

Gewenste ondergrens (risicoprofiel) 10.456 10.456 10.456 10.456

Surplus 617 683 1.154 6.118

Uit tabel 7-2 komt een positief beeld van de opbouw van de algemene reserve naar voren ten opzichte van de gewenste ondergrens. Dit surplus maakt het mogelijk om invulling te geven aan gewenste projecten zonder dekking. Prioritering en fasering van gewenste projecten zonder dekking is echter noodzakelijk.

Nadrukkelijk merken we op dat de opbouw van de algemene reserve mede afhankelijk is van de resultaten van de bouwgrondexploitatie (hoofdstuk 9) en de winstuitkeringen Bijsterhuizen (tabel 5-3). In het voorliggende perspectief ligt deze afhankelijkheid

nadrukkelijk in 2018 en 2019 (zie bijlage 1). De hardheid van deze ramingen hangt nauw samen met de economische omstandigheden. Bij achterblijvende of uitgestelde

opbrengsten vertraagt ook de opbouw van de algemene reserve. Uiteraard zijn we ook afhankelijk van onze begrotingsdiscipline en prioritering van nieuw beleid. Tot slot beïnvloedt het onttrekken van middelen aan de algemene reserve nadrukkelijk in negatieve zin het gepresenteerde renteresultaat.

(35)

8. MeerjarenInvesteringsOverzicht (MIO)

8.1. Inleiding

Met dit MIO geven we inzicht in de financiële aspecten van de grote projecten binnen de gemeente Wijchen. Vooral de afdekking van nog niet gedekte projecten, die een keuze noodzakelijk maken in prioritering van projecten is van belang.

8.2. Gedekte projecten

Tabel 8-01 geeft een overzicht van door de Raad geaccordeerde projecten. Overigens is niet bij alle bijdragen van derden ook 100% zeker of we die ook (geheel) zullen

ontvangen. Hier is dus sprake van een financieel risico.

Tabel 8-01: Dekking van projecten (x € 1.000).

Nr. Projectnaam Begroot Gedekt Financieringsbron

1. Wijchen21 11.007 9.013

400 1.594 800

Reserve (bouw) Reserve (ICT)

Reserve (Organisatie) Risicoreserve

2. Keerspoor 9.777 9.157

218 402

Aangevraagde subsidies Voorzieningen Ibor

Bijdrage Prorail fietsklemmen 3. MFA Batenburg 1.500 1.500 Investeringen (kapitaallasten)

Totaal 22.284 23.084

8.3. Gewenste projecten

Na het vaststellen van de Begroting 2016 blijft de wereld niet stilstaan. Wensen van het college en wensen en opdrachten van de Raad houden de bestuurlijke wereld dynamisch.

We blijven dan ook de komende jaren werken aan ideeën en wensen waarmee nu geen rekening is gehouden in de Begroting 2016. Een overzicht, niet uitputtend en in

willekeurige volgorden, van deze aanvullende opgaven:

- tweede ontsluitingsweg Kerkeveld;

- barrière opheffing spoor, tunnel;

- aanpassingen raadszaal;

- aanpassingen overig kasteel;

- aanpassingen koetshuis.

(36)

9. Bouwgrondexploitatie

In het boekwerk “Anders Denken, Samen Doen” begroting 2015 is in hoofdstuk 9 een overzicht opgenomen van de te verwachte resultaten van de verschillende

grondexploitaties. Tabel 9-1 geeft een geactualiseerd beeld. Conform besluitvorming wordt het resultaat van de Bouwgrondexploitatie toegevoegd aan de algemene reserve.

Op basis van de bijgestelde grondexploitaties kan op termijn in totaliteit € 1.366k minder toegevoegd worden aan de algemene reserve. In tabel 9-01 is vanaf de jaarschijf 2016 geen raming opgenomen voor inkomsten uit verkoop verspreide percelen, omdat de inkomsten niet zijn in te schatten. De verwachting is dat er nauwelijks inkomsten te verwachten zijn vanaf 2016.

Tabel 9-01: Beoogd resultaat vastgestelde grondexploitaties x € 1.000 (op eindwaarde).

Nr Complex Totaal 2015 2016 2017 2018 2019 >2019

1 Tuin van Woezik -435 0 0 -435 0 0 0

2 Huurlingsedam (fase 1 +2)

(1) 0 0 0 0 0 0 0

3 Huurlingsedam 74 11 0 0 0 11 0 0

4 Groenen Kerkeveld 194 194 0 0 0 0 0

5 Woeziksestraat 339 453 453 0 0 0 0 0

6 Locatie Waalborg 189 189 0 0 0 0 0

7 Klapstraat 62 0 62 0 0 0 0

8 Lambrasse Food en Fitness 0 0 0 0 0 0 0

9 MOB-complex 0 0 0 0 0 0 0

10 Hoge Rot fase 2 0 0 0 0 0 0 0

11a Oostflank 1e fase, eerste

deel 0 0 0 0 0 0 0

11b Oostflank 1e fase, tweede deel

1.957 0 0 0 0 1.957 0

12 Woningbouw Balgoij 0 0 0 0 0 0 0

13 Beuningsesteeg 172 0 172 0 0 0 0

14 Afgewikkelde projecten 0 0 0 0 0 0 0

15 Incidentele grondverkopen 100 100 0 0 0 0 0

Totaal exploitaties 2.703 936 234 -435 11 1.957 0

Voorziening Tuin van

Woezik (balans) 435 435

Totaal Begroting 2016 3.138 936 234 0 11 1.957 0

ADSD 2015 4.504 694 1.399 0 1.957 0 454

Mutatie -1.366 242 -1.165 0 -1.946 1.957 -454

1) Conform Jaarrekening 2014.

(37)

Bijlagen

Bijlage 1 : Incidenteel perspectief 2016-2019 Bijlage 2 : Budgetruimte en extra inkomsten Bijlage 3 : Uitzettingen, onontkoombaar Bijlage 4 : Uitzettingen, areaal

Bijlage 5 : Uitzettingen, nieuwe wettelijke taak Bijlage 6 : IBOR

Bijlage 7 : Nieuw beleid Bijlage 8 : Incidenteel

Bijlage 9 : Verloop Algemene Reserve

Bijlage 10: Investeringslijst en kredietverlening 2016-2017 Bijlage 11: Onderhoudsplan Vastgoed 2016

Bijlage 12: Voorbeeldaanslagen meerpersoonshuishoudens Bijlage 13: Lijst van afkortingen

(38)

Bijlage 1: Incidenteel perspectief 2016-2019

Incidenteel meerjarenperspectief 2016-

2019 2016 2017 2018 2019

Kosten voor bewindvoering -125.415

Afdekking bewindvoering uit extra gelden

armoedebeleid 44.415

Waterbeleidsplan -20.000

1e Herziening bestemmingsplan buitengebied -20.000

Bijzondere evenementen: 100 ste Vierdaagse in

2016 -15.000

Planeconomie -25.000

Verbruikerslasten Molenhuis -13.000 -13.000

Gevolgen kostenverdeelstaat -2.299 -2.299

Terugboeking BTW Riool -75.756

Inzet extra personeel MIG-W -50.000 -50.000

IHP dotatie -100.000 -363.500 -200.000

Ondersteuning uitvoering plannen motie

leefbaarheid -40.000

Actualisering geurcontourenkaart -10.000

Onderzoek mogelijkheid verbreding milieuplan

naar omgevingsbeleidsplan -10.000

Actualisatie milieubeleidsplan -20.000

Versterking jeugdbeleid -50.000 -50.000 -50.000

Ondersteuning passend onderwijs -10.000 -10.000

Maatschappelijke stage 2.0 -10.000

Preventieve schuldhulpverlening -34.000

Vertraging investering kapitaallasten 50.000 50.000

Bouwleges structureel t.o.v. incidenteel 139.000 214.000 102.000 128.000 Renteresultaat structureel t.o.v. incidenteel 354.000 287.500 231.000 258.500

Kwaliteitsinstandhouding Bijsterhuizen 248.000 118.000

Te verwerven groen percelen Bijsterhuizen 150.000 322.000

Bestemmingsreserve groen percelen

Bijsterhuizen -150.000 -322.000

Winstuitkering Bijsterhuizen 250.000 750.000 2.000.000

Winstuitkering Bijsterhuizen naar algemene

reserve -250.000 -750.000 -

2.000.000

Leefbaarheid Bergharen / Hernen -250.000 -250.000

Digitalisering -700.000

Aanpassing drank- en horecawet -75.000

WBDO -65.000

Kasteeltuin -200.000

Oosterpark -400.000

Onderzoek ondernemerstevredenheid en

vestigingsklimaat -50.000

Toekomst van retail in Wijchen -7.500

Renovatieplan sportvelden actualisatie -10.000

Schuldhulpverlening zelfstandigen -25.000 -25.000 -25.000

-1.215.555 -164.299 -224.000 376.500 Onttrekking Algemene Reserve 1.215.555 164.299 224.000 0

Saldo incidenteel 0 0 0 376.500

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Conform het door de raad vastgestelde plan voor Integraal Beheer van de Openbare Ruimte (IBOR) wordt de kwaliteit overal;..

Op De Ester betekent dit dat kinderen die specifieke zorg nodig hebben, zoveel mogelijk binnen de groep begeleid worden door de eigen leraar of ambulante begeleiders..

Is het college bekend met deze (ongedateerde) brief die door een gemeentelijke ambtenaar (naam is bij ons bekend) is gestuurd aan een aantal instellingen met daarin de mededeling

En dan bedoel ik hier niet alleen opponenten op het gevechtsveld, maar ook spelers in het eigen land (stakeholders 9 ), zoals media, politiek maar ook collega’s.. Informatie of

In ambtelijk overleg tussen initiatiefnemers, bevoegd gezag en de coordinator bevoegd gezag over de momenten in de onderscheidene procedures die op grond van de wettelijke regels

Einde sessie Einde sessie Einde sessie 1 maanden Deze cookies houden ingevoerde gegevens op de website bij, zodat het gebruik van de website makkelijker is voor de

Op deze manier krijgen de kinderen in een kleine setting instructie en heeft de leraar goed zicht op wat de kinderen al kunnen of waar ze hulp bij nodig hebben.. We maken tijdens

▪ Ondernemingen in algemene ruimtes leveren maatschappelijke meerwaarde voor huurders en omgeving. ▪ Gebaseerd op gedachtengoed van