Naam student Charlotte Van Gucht Leergroep OLO 3B3 Naam mentor Mevr. Annelies Schaeverbeke Klas 6 de Aantal lln. 45

(1)

Arteveldehogeschool – bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Academiejaar 2016 -2017 FICHE TUSSENDOORTJE – maximum 10 minuten

Bosklassen Gouvy Charlotte Van Gucht OLO3B

Naam student Charlotte Van Gucht Leergroep OLO 3B3

Naam mentor Mevr. Annelies Schaeverbeke Klas 6^de Aantal lln. 45 School

Sint-Lodewijkscollege Gistelsesteenweg 440 Sint-Andries (Brugge) FICHE TUSSENDOORTJE

Focus op  Beeld  Bewegingsexpressie

 Muzisch taalgebruik  Drama

 Muziek  Beweging

 Talen  ………

Lesdoelen  Concentratie  Sfeer

 Andere: opwarming

Bronnen Haelvoet N., Brys E. (2010). Inspiratiebundel tussendoortjes. Uitgeverij:

Arteveldehogeschool Gent

Organisatie:

De leerlingen worden in drie groepen verdeeld. Ze nemen plaats in ene kring met hun rechterschouder naar het midden gericht.

Afspraken:

- Als de leerkracht spreekt, zwijgen de leerlingen.

Verloop:

De leerlingen nemen plaats in een kring. Hun linkerschouder moet naar het midden gericht zijn. Ze moeten zo dicht mogelijk bij elkaar zitten. Zodat ze straks op de schoot van de leerling achter je zal zitten als jij door je kniën buigt. Dit gebeurt op het teken van de juf.

Iedereen buigt tegelijk door de knieën. Die levende stoel probeert nu rond te stappen zonder dat de kring uiteenvalt.

Variatie:

Het ritme aangeven waarop iedereen samen stapjes zet. (klappen, tikken,...)

Evaluatie van je didactisch handelen

Evalueer hier je eigen didactisch handelen: wat zou je behouden of veranderen mocht je dit tussendoortje nog eens geven? Denk aan voorbereiding en realisering.

Mijn levende stoel

‘10

(2)

Bosklassen Gouvy Charlotte Van Gucht OLO3B3

FICHE TUSSENDOORTJE

 Talen  ………

 Andere: Sluiting

Moordenaartje

’10

Organisatie:

De leerlingen lopen rond. De groep wordt ook in 3 of 4 gesplitst.

Afspraken:

- Als je dood bent, vertrek je rustig naar je bed.

- Het is muisstil tijdens het spel. Er wordt niets gezegd.

Instructie:

“Het is weer de moeite in het bos van Gouvy. Er vallen verschillende doden want er lopen namelijk 3 gevaarlijke moordenaars rond. Enkel de boswachters mogen komen vertellen wie de moordenaar is.”

Verloop:

De leerlingen doen hun ogen toe en ondertussen deel ik tikken uit voor de personages. 1 tik is een mens, 2 tikken is een boswachter en 3 tikken is een moordenaar. Deze ‘moordenaar’ knipoogt naar leerlingen in de klas. Zodra een leerling deze knipoog krijgt, valt deze ‘dood’ op de grond. De boswachter moet gaan zoeken wie de moordenaar is voordat alle leerlingen ‘vermoord’ zijn.

Hij mag bijvoorbeeld maar max. 3x raden.

Sint-Lodewijkscollege Gistelsesteenweg 440 Sint-Andries (Brugge)

(3)

 Talen  ………

 Andere: Groepen verdelen

Organisatie:

De leerlingen staan eerst in een groep voor de speluitleg. Daarna mogen ze aan het spel beginnen.

Afspraken:

- Er wordt niets gezegd.

Verloop:

Ik leg de leerlingen uit dat ze straks een lange rij moeten vormen met de kleinste vooraan en de grootste achteraan. Maar dit moeten ze doen zonder iets te zeggen. Als ze toch iets zeggen worden ze aan de kant gezet.

Daarna verdelen we de groepen aan de hand van deze rij.

Ga van klein naar groot staan

‘10

(4)

 Talen  ………

Organisatie:

De leerlingen vormen 4 rijen. Ze zorgen ervoor dat ze mij goed kunnen zien. Nadien volgt mijn uitleg.

Afspraken:

Verloop:

De leerlingen warmen alle spieren in hun lichaam op. Ze maken een sprintje ter plaatse, met de kniën hoog en de hielen tegen de billen.

Ze draaien met de romp van links naar rechts, de armen zwaaien dan vanzelf om hen heen.

De leerlingen staan rechtop, voeten uit elkaar: ze rollen wervel voor wervel de ruggengraat af en daarna weer op.

Ze rekken de bovenbeen- en kuitspieren op.

Maak je spieren los !

‘10

(5)

 Talen  ………

Organisatie:

De leerlingen kiezen een partner. Ze vormen groepjes van twee en gaan rechtover elkaar staan.

Afspraken:

Verloop:

De leerlingen staan per twee tegenover elkaar. Ze proberen elkaar uit te dagen, door zich zo stoer mogelijk voor te doen. Diegene die zich niet meer ernstig kan houden, m.a.w. wie het eerst begint te lachen, is verloren.

De leerlingen wisselen af en toe van partner.

Ik ben de baas!

‘10

(6)

 Talen  ………

Organisatie:

De leerlingen kiezen een partner.

Afspraken:

- Pas op voor je knieën.

Verloop:

De partners zitten op de grond rug tegen rug. Ze haken de armen in elkaar. Ik d aag ze uit om tegelijk op te staan. Ze moeten oppassen voor hun knieën. Als ze het kunnen met twee, gaan ze rug aan rug zitten met een ander paar. De vier spelers haken in elkaar en proberen op dezelfde manier op te staan.

Ze krijgen hier even experimenteertijd voor. Als er spelers zijn die het snel kunnen, doen zij het voor aan de anderen.

Variatie:

Twee groepjes (van twee, van vier) doen een wedstrijdje tegen elkaar.

Rugoefening: haken

‘10

(7)

 Talen  integratie wiskunde

Organisatie:

De leerlingen worden verdeeld in 4 groepen. Er wordt door elke groep een kring gevormd.

Afspraken:

- Probeer niet met twee leerlingen tegelijk te spreken.

- Concentreer je goed.

Verloop:

De leerkracht maakt de leerlingen duidelijk dat het voor dit spel ontzettend stil moet zijn en dat je goed naar elkaar moet luisteren.

De leerkracht begint en zegt 1, waarna een leerling reageert met 2, een andere reageert daarop met 3, etc. Maar zodra twee of meerdere leerlingen tegelijkertijd een getal zeggen stopt het spel en begint de leerkracht weer met ‘1’.

Het zal een aantal keer moeten worden gespeeld.

Samen tellen!

‘10

(8)

 Talen  ………

Organisatie:

De leerlingen worden in drie groepen verdeeld. Ze vormen een kring.

Nadien leg ik de opdracht uit. Ze moeten knopen maken zonder elkaars hand vast te houden.

Afspraken:

- Er wordt niets gezegdt tijdens de uitleg van de leerkracht.

Verloop:

Straks wordt één persoon aangeduid per kring die doktertje Knobbel speelt. De persoon gaat uit de kring staan en doet een blinddoek aan. De leerlingen lopen door en onder elkaar, zonder elkaars handen los te laten, waardoor verschillende knopen ontstaan. Als er

verschillende knopen zijn, roepen we doktertje Knobbel erbij. De leerling doet de blinddoek af en probeert de knopen uit elkaar te halen.

Doktertje knobbel

‘10 Blinddoek (zwart doek/sjaal)