ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
Naam student: Stephanie Van Hoe Leergroep OLO3A
Naam mentor: Klas 6
delj Aantal lln.: 15
School:
MAANDAG 21/03/2016 Handtekening mentor + datum:
Van 09u20 tot 10u15
Leergebied(onderdeel): Nederlands: Schrijven
Lesonderwerp: Thema 8 – les 3: Trek een truc!
Leerinhoud:
Feiten, begrippen, relaties, methodes, attitudes. stappenplan
digitaal fototoestel
trucs en trucage
samenwerking
Leerplandoelen: Onderwijsnet:
VVKBaODeelleerplan: Nederlands Schrijven net: VVKBaO
Schr.3: De leerlingen kunnen op hun niveau nadenken over de belangrijkste factoren van de gehele communicatieve situatie en ervaren de aspecten die elkaar beïnvloeden. Ze kunnen daarbij ook taalbeschouwelijke termen gebruiken.
- 3.10 Nadenken over wat de bedoeling kan zijn, ook als die bedoeling niet duidelijk is gemaakt en daarbij de term ‘bedoeling’ gebruiken.
- 3.23 Nadenken over het effect dat hun taalgedrag heeft voor anderen en henzelf en welke reactie ze kunnen verwachten.
Schr.5: De leerlingen kunnen op hun eigen niveau nadenken over de door hen gebruikte luister-lees- spreek en schrijfstrategieën
Schr.17: De leerlingen kunnen op hun niveau nadenken over tekststructuur en samenhang en daarbij taalbeschouwelijke termen gebruiken.
- 17.2 nadenken over woorden (signaalwoorden, verwijswoorden) die belangrijk zijn in de tekst, om zo de tekst beter te begrijpen.
Lesdoelen:
1. 1. In eigen woorden vertellen wanneer een foto van goede/slechte kwaliteit is. (Schr.3.10) 2. Geven van een mening over getrukeerde foto’s. (Schr.3.23
3. Uitvoeren van een stappenplan. (Schr3.10)
4. Noteren van instructies met gepaste terminologie. (Schr17.2) 5. Werken met een digitale camera. (Schr.3.10)
6. Beoordelen van eigen leerproces. (Schr17, 3.23, Schr.5)
Beginsituatie specifiek voor deze les:
Situering in het leerproces:
aanbreng inoefening herhaling evaluatieVoorkennis van de klasgroep:
Dit is de 2
deles van het thema ‘Trucs en trucage’. Vorige les is de betekenis van het begrip
‘trucage’ aan bod gekomen.
Leerling-specifieke gegevens:
Leerling x en y hebben dyslexie: in groepje met taalvaardig sterke leerling + ICT – ondersteuning bieden
Bronnen:
volgens de APA-normenBatsleer E., Maertens K., e.a., Tijd voor taal accent, Taal handleiding, Uitgeverij Van In, Wommelgem, 2011, pg. 225-230.
Batsleer E., Maertens K., e.a., Tijd voor taal accent, Taal werkboek, Uitgeverij Van In, Wommelgem, 2011, pg. 56.
Batsleer E., Maertens K., e.a., Tijd voor taal accent, Taal handboek, Uitgeverij Van In, Wommelgem, 2011, pg. 43-48.
Bijlagen:
bordschema, ingevulde werkbladen, teksten, … Werkboek pg.56
Taalboek pg. 43-48
Bordplan: zie bijlage
Rolkaarten
Materiaal/locatiewijziging:
Werkboek pg. 56
Taalboek pg. 43-48
digitale camera’s
werkblad (kopie pg. 56)
computer: leerling x en y stappenplan laten typen met aangepast lettertype (Lexia)
ingesproken stappenplan
rolkaarten met aangepast lettertype
Voortaak
De leerlingen lezen de tekst in hun taalboek op pagina 43-48 -> afspraak maken met de leerlingen:
tekst niet gelezen tegen vandaag = niet starten aan de opdracht: eerst de tekst alleen lezen.
(controleren door vragen te stellen aan de leerlingen over tekst) Leerling x en y met dyslexie: begeleid de tekst laten lezen.
LESOPBOUW
1. Inleiding: klassikaal gesprek rond foto’s.
oriëntatie instructie verwerking afronding
5’ 1 Foto’s (duidelijke en wazige foto)
1
Instructie
Ik heb voor jullie twee verschillende foto’s klaar staan. Kijk er goed naar.
Richtvragen
- Welke foto vind je de mooiste? Waarom?
- Wat zou een reden kunnen zijn dat de foto wazig is getrokken?
- Wanneer vind jij nu dat een foto mislukt is?
- Wanneer vind jij een foto juist zeer goed gelukt?
2. Klassikale bespreking van de tekst in het handboek ( gebruik van een digitale camera).
oriëntatie instructie verwerking afronding
5’ 1 Handboek pg. 43-48, woordenboeken.
2
Woorden noteren op het bord.Instructie
Neem het handboek erbij op pagina 43.
Daar zien we een tekst staan, en de bijhorende titel. ... (leerling aanduiden), lees eens de titel luidop voor.
Jullie hebben de tekst thuis al gelezen. Wie heeft dit niet gedaan?
(Tekst niet gelezen = niet starten aan de opdracht.) Richtvragen
- Vertel eens, over wat gaat de tekst?
- Het woord ‘trukeren’, wat zou dit willen zeggen?
- Zijn er nog woorden uit de tekst die je niet begrijpt?
Moeilijke woorden:
1. Ik noteer deze woorden op het bord.
2. Ik laat hooguit 2x een leerling de kans om de betekenis uit te leggen, indien dit nog niet correct is: overgaan naar het volgende woord.
3. Ik laat de leerlingen per twee een woord opzoeken met een woordenboek.
De reden dat ik jullie deze tekst heb laten lezen: jullie mogen zelf aan de slag met een digitale camera. Door deze tekst te lezen heb je een idee welke functies er allemaal op zo’n camera te vinden zijn en waar je kan op letten om een geslaagde foto te maken.
Wij gaan niet alle functies gebruiken, maar het is altijd leuk als je met een toestel werkt dat je hier wat extra over weet.
3. Kennismaken met getrukeerde foto’s.
oriëntatie instructie verwerking afronding
2’ 2 Getrukeerde foto’s.
3
Instructie
Ik heb nog enkele foto’s voor jullie: wat is hier speciaal aan? Er kloppen bepaalde zaken niet, ze zijn getrukeerd.
4. Groepswerk: gekozen truc en cameragebruik uitschrijven.
oriëntatie instructie verwerking afronding
20’ 3-4-5 Stappenplan, kopie werkschrift p.56, kladpapier, time-timer.
4
Duidelijke afspraken maken! groepen samenstellen: leerling x en y (dyslexie) bij een taalvaardig sterke leerling plaatsen.Instructie
Zoals ik daarjuist heb verteld, mogen jullie deze week ook werken met een digitale camera.
Jullie gaan namelijk zelf een getrukeerde foto maken.
Maar, voor hiermee te kunnen starten, moeten jullie uiteraard weten HOE een getrukeerde foto wordt genomen door het volgen van een stappenplan.
Dat is opdracht die jullie vandaag doen: het stappenplan uitschrijven over hoe jullie gekozen foto stap voor stap genomen wordt.
We gaan als volgt te werk: (stappenplan) 1. Ik verdeel jullie in groepen van 3.
Coöperatieve werkvorm
Per 3 krijgen jullie opnieuw rolkaarten, de kaarten met een bepaald taak op uitgeschreven.
Elk van jullie krijgt zo een kaart en leest goed wat er op staat. Als jullie allemaal jullie eigen taak goed uitvoeren zal het maken van de foto’s ook veel beter en leuker verlopen.
(rolkaarten: materiaalbaas – verslaggever - tijdsbewaker )
2. Jullie kiezen één foto op het bord waar jullie mee aan de slag willen.
3. Jullie krijgen van mij een kopie uit jullie werkschrift (p. 56). Schrijf om te beginnen jullie naam op dit blad.
Op het blad staat ‘foto’ met ernaast een hokje. In dit hokje schrijf je het nummer van jullie gekozen foto.
(tonen op het werkblad)
(Ik werk met een kopie uit het werkschrift omdat ze nadien de instructies moeten doorgeven aan elkaar, zo wordt vermeden dat de werkschriften op het einde door elkaar geraken of bij de verkeerde leerling terecht komt.)
Daaronder staat een kader waarin jullie de instructies zullen schrijven hoe jullie gekozen foto moet genomen worden.
Dit doe je door stap voor stap te noteren hoe de truc moet worden uitgevoerd.
(Verduidelijken met voorbeelden: bv. hoe ze moeten staan, houding, gezicht, ...enz.)
Ten tweede schrijven jullie de instructies hoe de camera moet gebruikt worden om de foto te kunnen nemen.
(uitleggen: waar op letten?/camera-instellingen?/hoe foto best nemen?)
Probeer zo kort en duidelijk mogen te zijn met de woorden en zinnen die je opschrijft!
Jullie schrijven de instructies eerst op een kladblad op.
Lees jullie stappenplan nog eens goed na en stel jezelf hierbij de vraag ‘Stel dat ik dit stappenplan krijg van iemand, weet ik dan duidelijk wat ik precies moet doen om de gewenste foto te krijgen?’
Indien jullie hiermee klaar zijn, laten jullie dit nalezen door mij en passen eventueel nog zaken aan. Enkel als ik de uitgeschreven kladversie goedkeur, gaan jullie over tot het overschrijven op het werkblad.
Je zal zien dat er plaats is om 2 keer een instructie voor een foto te schrijven, maar één is voldoende. (tonen op werkblad)
Bij vragen of problemen kom ik in jullie groepje langs.
Voor de rest wordt er op een rustige manier gewerkt.
Indien de 50 minuten om zijn wordt onderstaande lesfase later deze dag uitgevoerd tijdens MUZO.
Mochten er toch groepen vroeger klaar zijn met het uitschrijven van hun instructies, mogen ze een eigen getrukeerde foto bedenken en uitschrijven.
5. Groepswerk: nemen van de getrukeerde foto volgens het uitgeschreven stappenplan.
oriëntatie instructie verwerking afronding
18’ 3-5 Kopie werkschrift p.56, digitale camera’s, computer, kabeltje (om foto’s over te zetten op de computer).
Duidelijke afspraken: verwoorden straf en beloning.Instructie
Dit is het moment waarop jullie met de camera mogen werken!
Dit doen jullie als volgt: (ik leg deze stappen uit aan de hand van een voorbeeld met 2 groepen)
- Het blad met instructies van groep 1 wordt doorgegeven aan groep 2, het blad van groep 2 aan groep 1.
- Groep 2 voert het stappenplan van de truc op het gekregen blad uit.
- Als zij klaar staan voor de foto, voert groep 1 de stappen uit voor de camera op hetzelfde blad.
- Nadien wordt er gewisseld: groep 1: stappenplan truc, groep 2: stappenplan camera (op hetzelfde blad)
Wees voorzichtig met de camera’s want deze toestellen zijn vrij duur!
We maken volgende afspraken:
- Het eerste wat je doet is het polsbandje van de camera rond jouw pols hangen, als de camera uit je handen zou vallen, ligt hij tenminste niet op de grond.
- Je legt de camera aan door op dit knopje bovenaan te drukken. (voortonen) Je zal zien dat het scherm aanligt.
- Je kijkt door het scherm om de persoon, het voorwerp, ... goed te fotograferen.
- Je neemt een foto door op dit knopje bovenaan te drukken (voortonen). Houd het knopje lang genoeg ingedrukt tot je de camera de foto hoort nemen.
- De genomen foto zal op het scherm verschijnen.
- Indien je de camera NIET gebruikt, leg je deze ALTIJD aan de kant op een veilige plaats, bv. op de hoge kast achter jou, maar niet gewoon op jouw bank.
- Bij alle digitale camera’s is de werking hetzelfde. Ik wil dus niemand zien prutsen aan andere knopjes of functies dan degene die ik juist heb uitgelegd!
- Het blijft rustig: één verwittiging = het moet stiller, tweede verwittiging = direct stoppen met de opdracht (idem voor roepers)
Duidelijke afspraak maken met de leerlingen:
Wie zich niet aan bovenstaand afspraken houdt, stopt onmiddellijk met de opdracht en heeft dus ook geen foto.
Indien de volledige klas zich aan de gemaakte afspraken houdt: beloningspunt, vrijdagnamiddag iets ‘lekkers’ voorzien.
Als je niet weet wat je moet doen, vraag je dit aan mij.
(Ik loop rond om de leerlingen bij te sturen en te helpen waar nodig.)
Groepen die klaar zijn met het uitvoeren van de opdracht komen tot bij mij om de foto’s samen te bekijken. Indien een bepaalde foto niet goed is gelukt, wordt deze opnieuw gemaakt.
Tempo – en niveaudifferentiatie
Groepen die volledig klaar zijn, zetten hun gemaakte foto’s over op de computer onder een geschikte naam (bv. groep 1, foto 2)
Ik begeleid de leerlingen hierbij.
Alle genomen foto’s worden op de computer gezet (indien dit niet door de leerlingen is gebeurd, doe ik dit) en verwerk deze nadien in een diavoorstelling. Deze voorstelling zal ik in de loop van mijn stage eens laten afspelen voor de leerlingen zodat ze hun resultaat kunnen bewonderen.