• No results found

Vraag nr. 47 van 4 december 1996 van de heer MARC OLIVIER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 47 van 4 december 1996 van de heer MARC OLIVIER"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 47

van 4 december 1996

van de heer MARC OLIVIER

Elektriciteitsproductie uit snelgroeiend hout – Pro-jecten

Het Waals Gewest ontwikkelt in samenwerking met Electrabel en een aantal Waalse onderzoeks-centra een proefinstallatie voor de vergassing van snelgroeiend hout voor elektriciteitsproductie. Alhoewel het de opwekking van elektriciteit uit hout betreft, richt het project zich vooral op de landbouwsector en niet op de bosbouw.

Het is de bedoeling dat de in het kader van de EU-landbouwpolitiek als overtallig beschouwde braak-liggende landbouwgronden worden beplant met snelgroeiend hout, zoals wilg of populier. D e z e houtsoorten worden dan aangewend voor elektrici-teitsproductie.

Graag kreeg ik van de minister, die bevoegd is voor het energiebeleid en tevens voor het landbouwbe-leid, een antwoord op volgende vragen.

1. Kan deze wijze van elektriciteitsproductie naar de toekomst toe ook voor het Vlaams Gewest een interessante energievoorziening uitmaken, of zijn hier dezelfde "randvoorwaarden" als in het Waals Gewest niet aanwezig ?

2. Participeert het Vlaams Gewest in vermeld pro-ject, of bestaan er plannen om dat vooralsnog te doen ?

3. Zo neen, bestaat er in het Vlaams Gewest een gelijkaardig project ?

Antwoord

De vraag betreft hier specifiek het pilootproject "TtCR-GAZEL".

Snelgroeiend snoeihout is een volwaardige land-b o u w t e e l t . De teelt land-bestaat erin om houtgewassen met hoge beplantingsdichtheid te kweken en het snoeihout om de drie jaar te oogsten. Vooral de variëteiten wilg en populier zouden geschikt zijn voor onze streken.

1. De mate waarin de culturen voor niet-voedings-doeleinden op het Vlaamse grondgebied ingang zullen vinden, zal in eerste instantie afhankelijk zijn van de hoeveelheid beschikbare braakge-legde landbouwgronden. Het systeem van

braaklegging werd ingevoerd in het kader van het Europees Gemeenschappelijk Landbouw-beleid en is vooral bedoeld als een instrument dat de markt voor voedingsdoeleinden moet r e g e l e n . Een rechtstreeks gevolg hiervan is dat dit systeem niet stabiel is in de tijd (verminde-ring van het verplichte Europese braakleggings-percentage voor akkerbouwproducten van 10 % in 1996 naar 5 % in 1997). Het is te verwachten dat het percentage de eerstkomende jaren niet veel zal wijzigen, zodat als belangrijke rand-voorwaarde geldt dat dergelijk product niet afhankelijk zou mogen zijn van de braaklegging, maar een volwaardig landbouwproduct zou moeten worden. Verder zijn, in vergelijking met Wallonië, de huidige structuren van de Vlaamse landbouwbedrijven niet van die aard dat een belangrijk aandeel van onze landbouwproductie naar dergelijke energiegewassen zou kunnen gaan.

2. Op dit ogenblik neemt Vlaanderen, samen met Wa l l o n i ë , deel aan de activiteiten van de Bel-gian Biomass Association (Belbiom), die zelf deel uitmaakt van een aantal Europese netwer-ken rond de energiewinning uit (landbouw)-g e w a s s e n . Deze activiteiten zullen worden ver-sterkt indien dit past in het hieronder vermelde "Duurzaam Energieplan Vlaanderen".

3. In Vlaanderen vinden op het huidige ogenblik een aantal activiteiten plaats die duidelijke raakpunten hebben met bovengenoemd project. Als voorbeeld kan het onderzoek aan de UIA (populierenkweek vs. C O2-fixatie) worden

aan-gehaald. Voor de volledigheid dient hier tevens het onderzoek aan de VUB te worden vermeld (biomassa vs. vergassing/verbranding).

In de Beleidsbrief Energie 1996-1999 wordt als doelstelling vooropgesteld dat het aandeel "her-nieuwbare energie" binnen het globaal energie-verbruik tegen het jaar 2000 moet verdubbelen en dat er een aandeel van 5 % moet worden bereikt tegen het jaar 2020. In dat kader wordt er momenteel een "Duurzaam Energieplan Vlaanderen" voorbereid dat in de loop van vol-gend jaar gefinaliseerd dient te zijn. Dit plan zal de nodige aandacht schenken aan de energie-winning uit biomassa – waaronder bovenge-noemde optie – en aan de Vlaamse mogelijk-heden en beperkingen op dat vlak, m e e r bepaald in het kader van een ruimere energie-, landbouw- en milieuvisie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het doel van dit onderzoek is na te gaan of de betrokken opvolger sedert de geldigverklaring van de verkiezing (door de bestendige deputatie en/of de Raad van State),

Uit het Nederlands onderzoek blijkt dat schooldi- ploma's alleen niet de oplossing bieden voor de strijd tegen "functionele ongeletterdheid".. Hoe moet het probleem van

Het rationeel energieverbruik in de industrie, met bijzondere aandacht voor procesgeïnte- greerde, brongerichte technieken, geldt als eer- ste criterium voor het toekennen

Op welke sectoren hebben zij betrekking en welke maatregelen voor afvalpreventie en milieuzorg worden daarin voorgesteld?. Werden deze projecten reeds geëvalueerd en zo

Welke acties werden in het kader van het Inter- nationaal Toeristisch Marketingplan onderno- men in het buitenland, opgesplitst per land.. Wat was de inhoud van deze acties en

In 1989 werd door het toenmalige Vlaams Com- missariaat-Generaal voor Toerisme (VCGT), h e t Office de Promotion du Tourisme (OPT) – tegen- hanger van Toerisme Vlaanderen binnen de

Een overzicht van de analyseresultaten en de waterkwaliteitsindexen van de door de V M M (Vlaamse Milieumaatschappij) bemonsterde meetpunten bij de grens tussen

Vanaf het schooljaar 1996-1997 worden de per- soneelsgegevens van 306 secundaire scholen en 326 basisscholen op elektronische wijze aan het departement Onderwijs overgemaakt en op