• No results found

Vraag nr. 275 van 18 september 1996 van de heer MARC OLIVIER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 275 van 18 september 1996 van de heer MARC OLIVIER"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 275

van 18 september 1996

van de heer MARC OLIVIER

Raad voor maatschappelijk welzijn – Onderzo e k geloofsbrieven

Overeenkomstig artikel 18 van de organieke O C M W-wet van 8 juli 1976 doet de bestendige deputatie (eventueel de Raad van State in beroep) uitspraak over de geldigheid van de verkiezing van de leden van de raden voor maatschappelijk wel-z i j n , binnen dertig dagen na ontvangst van het dos-sier.

Bij de opvolging van een gemeenteraadslid treedt de eerste opvolger, overeenkomstig artikel 84 § 2 van de gemeentekieswet, pas in functie na onder-zoek van zijn geloofsbrieven.

Het doel van dit onderzoek is na te gaan of de betrokken opvolger sedert de geldigverklaring van de verkiezing (door de bestendige deputatie en/of de Raad van State), niet opgehouden heeft te vol-doen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden van artikel 65, alinea 1 van de gemeentekieswet.

Daarenboven wordt nagegaan of de betrokken opvolger bij zijn aanstelling nog steeds aan deze verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet.

Indien een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt opgevolgd (eventueel na toepassing van artikel 17 van de organieke OCMW- w e t ) , wordt in artikel 20, alinea 2 van deze wet bepaald dat de eedaflegging geschiedt in handen van de burgemeester en in aanwezigheid van de gemeen-tesecretaris die hierover een proces-verbaal op-maakt en overop-maakt aan de OCMW-voorzitter. 1. Wie moet het onderzoek naar de geldigheid van

de geloofsbrieven verrichten van dit nieuwe lid van de raad voor maatschappelijk welzijn : d e burgemeester of de OCMW-voorzitter ?

2. Geldt deze procedure ook wanneer met toepas-sing van artikel 17 van de organieke OCMW-wet een nieuw lid wordt geïnstalleerd, of moet in dit geval de goedkeuring van het onderzoek van de geloofsbrieven door de bestendige depu-tatie of de Raad van State gebeuren zoals bij de algehele vernieuwing van de raad ?

3. Zijn er reeds initiatieven genomen om deze pro-cedure naar de toekomst beter te regelen ? Wordt de invoering in de organieke

OCMW-wet van een artikel analoog aan artikel 84 van de gemeentekieswet overwogen ?

Antwoord

1. Noch de burgemeester, noch de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn be-voegd om de geloofsbrieven van de verkozenen voor de raad voor maatschappelijk welzijn en hun opvolgers te onderzoeken. Deze bevoegd-heid komt in de huidige stand van de wetgeving uitsluitend toe aan de bestendige deputatie van de provincieraad (in eerste aanleg) en aan de Raad van State (in beroep).

Zowel bij een volledige vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn, als in de situatie bedoeld in artikel 17 van de organieke O C M W- w e t , gebeurt het onderzoek van de geloofsbrieven in het kader van de procedure tot geldigverklaring van de verkiezingen.

Eenmaal de verkiezingen overeenkomstig arti-kel 18 van de organieke OCMW-wet geldig wer-den verklaard, kan een verkozene of opvolger die niet meer voldoet aan de verkiesbaarheids-voorwaarden slechts vervallen worden ver-klaard van zijn recht om als raadslid te zetelen overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 21 van de organieke OCMW- w e t . Deze proce-dure is van toepassing ongeacht het verlies van een van de verkiesbaarheidsvoorwaarden zich voordeed vóór, dan wel na de installatie als raadslid.

2. Tot op heden beschik ik niet over aanwijzingen dat het nodig zou zijn om in de organieke O C M W-wet een procedure, analoog aan deze bedoeld in artikel 84 § 2 van de gemeentekies-wet, in te voeren. Er werden dan ook geen ini-tiatieven in die zin genomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er ver- schenen de laatste jaren meerdere publikaties (onder andere in Klasse, Caleidoscoop, het hand- boek voor leerlingenbegeleiding, enz.) en er werden meerdere

Op lange termijn (indicatief : 1998- 1999-2000) zouden alle in de voormelde gebieden gele- gen bedrijven of bedrijventerreinen van 100 werkne- mers of meer, en alle in de

Uit het Nederlands onderzoek blijkt dat schooldi- ploma's alleen niet de oplossing bieden voor de strijd tegen "functionele ongeletterdheid".. Hoe moet het probleem van

Het rationeel energieverbruik in de industrie, met bijzondere aandacht voor procesgeïnte- greerde, brongerichte technieken, geldt als eer- ste criterium voor het toekennen

Op welke sectoren hebben zij betrekking en welke maatregelen voor afvalpreventie en milieuzorg worden daarin voorgesteld?. Werden deze projecten reeds geëvalueerd en zo

Welke acties werden in het kader van het Inter- nationaal Toeristisch Marketingplan onderno- men in het buitenland, opgesplitst per land.. Wat was de inhoud van deze acties en

In 1989 werd door het toenmalige Vlaams Com- missariaat-Generaal voor Toerisme (VCGT), h e t Office de Promotion du Tourisme (OPT) – tegen- hanger van Toerisme Vlaanderen binnen de

2. Quid indien enkel de overnemende vennoot- schap gronden bezit ? Moet in dit geval een bodemattest worden aangevraagd voor de per- celen van de