• No results found

Vraag nr. 53 van 15 mei 1996 van de heer MARC OLIVIER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 53 van 15 mei 1996 van de heer MARC OLIVIER"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 53 van 15 mei 1996

van de heer MARC OLIVIER

Zelfdoding bij jongeren – Probleemevaluatie

1. Wat is de beleidsinschatting van het fenomeen zelf-doding bij jongeren ?

2. Beschikt de minister over voldoende recent studie-en cijfermateriaal ter zake ? Op welke bronnstudie-en kan zij zich daarbij baseren ?

3. Zijn er gegevens ter beschikking inzake een eventu-eel causaal verband tussen pesterijen op school en zelfdoding of poging tot zelfdoding bij jongeren ? Antwoord

1. Zelfdoding vormt voor een aanzienlijk deel van de bevolking – na verkeersongevallen – de tweede belangrijkste doodoorzaak ; dit geldt ook voor de leeftijdscategorie 15-24 jarigen. Dit probleem is mij bekend. In 1995 gaf de toenmalige Vlaamse minis-ter van Tewerkstelling en Sociale Aangelegenheden een onderzoeksopdracht aan de Vlaamse Vereni-ging voor Suïcidologie VZW. Het onderzoeksrap-port wordt eind juni 1996 ingediend.

Vanuit de vermoede relatie tussen dodelijke ver-keersongevallen en suïcidaal gedrag bij jongeren gaf ik begin 1996 een onderzoeksopdracht aan dr. Beaucourt (Spoedongevallendienst Academisch Ziekenhuis Antwerpen) om de omstandigheden waarbij ernstige weekend-ongevallen gebeuren te onderzoeken. De eerste resultaten van deze studie zullen mij in het najaar worden bezorgd. Op basis van de onderzoeksbevindingen zal vervolgens wor-den nagegaan welke preventieve maatregelen de overheid naar de toekomst toe kan nemen.

2. Naast de onderzoeksresultaten van de Vlaamse Vereniging voor Suïcidologie beschik ik over het voorontwerp van het rapport "Gezondheidsindica-toren 1994". Uit dit rapport blijkt dat de gunstige evolutie die zich op het einde van de jaren '80 afte-kende niet is blijven duren. Voor mannen liggen de sterftecijfers voor zelfdoding in 1994 opnieuw bijna even hoog als in 1986.

Deze recente stijging treft vooral de jongere leef-tijdsgroepen van het mannelijke geslacht. Concreet pleegden in 1994 15 op 100.000 jongens tussen 15 en 19 jaar zelfmoord ; bij meisjes ligt dit aantal bedui-dend lager : 1 op 100.000.

3. Over de vraag omtrent het oorzakelijk verband tus-sen pesterijen op school en zelfdoding of poging tot zelfdoding bij jongeren, dient vooral te worden opgemerkt dat zelfdoding een complex probleem is dat niet door één causale factor kan worden ver-klaard. Het schoolgebeuren maakt een belangrijk deel uit van de leefwereld van jongeren. Men kan dan ook verwachten dat de schoolsituatie, waaron-der pesten, van invloed is op het suïcidaal gedrag van jongeren.

Het rapport "Gezondheidsindicatoren 1994" geeft op basis van buitenlands onderzoek een zicht op de risicofactoren voor zelfdoding. Worden hierbij ver-meld : scheiding of verlies van dierbaren, financiële problemen, ernstige somatische problemen en ver-eenzaming, psychiatrische stoornissen (Diekstra, 1990), vorige zelfmoordpogingen (Nordentoft, 1993), werkloosheid, middelenabusus (alcohol of drugs) en opname in de psychiatrie (Hawton, 1993). Bij jongeren zouden de ongunstige sociale omstan-digheden, huishoudelijke inspanningen, vrees voor straf, beroeps- of huwelijksmoeilijkheden meer determinerend zijn dan in de oudere leeftijdsgroe-pen. Ook suïcidaal gedrag van de ouders, verlies van de ouders, mishandeling en seksueel misbruik worden als risicofactoren bij jongeren vermeld. Daarentegen zouden goede resultaten op school beschermend werken (Halfon, 1995). Verder ver-melden Goodwin en Brown "severe stress in school or social life" als risicofactor voor het toenemende aantal zelfmoorden. Rubin en Assendorf leggen in het rapport "Victimisation by peers, antecedents and longterm outcome" (Olweus, 1992) het verband tussen de gevolgen op lange termijn van pesten, waarbij zelfdoding wordt genoemd.

Het pestprobleem op school is lange tijd onderschat en genegeerd. Olweus wijst op de negatieve effecten voor jongeren die jaren na elkaar doorbrengen in een pestsituatie.

Slachtoffers leven met voortdurende angst en onze-kerheid die gepaard gaat met een isolement en een lage zelfwaardering. Deze jongeren geraken in een neerwaartse spiraal en zakken steeds dieper. Het zichzelf waardeloos voelen wordt allesoverheer-send, zelfdoding lijkt soms de enige uitweg.

Voor Vlaanderen kunnen wij zeggen dat de sensibi-lisering rond dit probleem volop bezig is. Er ver-schenen de laatste jaren meerdere publikaties (onder andere in Klasse, Caleidoscoop, het hand-boek voor leerlingenbegeleiding, enz.) en er werden meerdere acties binnen en buiten de school opgezet (onder meer vanuit de Comités voor Bijzondere Jeugdzorg, de Centra voor Levens- en Gezinsvra-gen, de Kinder- en Jongerentelefoons). Stevens en Van Oost (Universiteit Gent) werkten in opdracht van de Vlaamse Gemeenschp en binnen het kader van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromo-tie een acGezondheidspromo-tieprogramma "Pesten op school" uit (1994). Het volledige pakket bevat : een videofilm "Prettige dag gehad ?", een handleiding voor de begeleider en een kopieerset met werkbladen voor de leerlingen ; het programma kan worden gebruikt in het basis- en secundair onderwijs.

(Bovenvermeld pakket is verkrijgbaar bij PROGES-Promotie Gezondheid op School, Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel, tel. 02/422.49.39 – red.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit het Nederlands onderzoek blijkt dat schooldi- ploma's alleen niet de oplossing bieden voor de strijd tegen "functionele ongeletterdheid".. Hoe moet het probleem van

Het rationeel energieverbruik in de industrie, met bijzondere aandacht voor procesgeïnte- greerde, brongerichte technieken, geldt als eer- ste criterium voor het toekennen

Op welke sectoren hebben zij betrekking en welke maatregelen voor afvalpreventie en milieuzorg worden daarin voorgesteld?. Werden deze projecten reeds geëvalueerd en zo

Welke acties werden in het kader van het Inter- nationaal Toeristisch Marketingplan onderno- men in het buitenland, opgesplitst per land.. Wat was de inhoud van deze acties en

In 1989 werd door het toenmalige Vlaams Com- missariaat-Generaal voor Toerisme (VCGT), h e t Office de Promotion du Tourisme (OPT) – tegen- hanger van Toerisme Vlaanderen binnen de

2. Quid indien enkel de overnemende vennoot- schap gronden bezit ? Moet in dit geval een bodemattest worden aangevraagd voor de per- celen van de

Een overzicht van de analyseresultaten en de waterkwaliteitsindexen van de door de V M M (Vlaamse Milieumaatschappij) bemonsterde meetpunten bij de grens tussen

Wat de bedenkingen van sommigen betreft bij het principe van zorg kopen in een instelling, wil ik toch wijzen op artikel 9 en 10 waarin wordt gesteld dat het