Vraag nr. 51
van 21 december 2004 van de heer RUDI DAEMS
Mobiliteit Noord-Antwerpen – Doortrekking
"Blokskesweg"
In de Provinciale Auditcommissie Antwerpen (PAC), waarin vertegenwoordigers zitten van de administraties Wegen en Verkeer en Ruimtelijke Ordening, De Lijn en het provinciebestuur, werd het voorstel van het doortrekken van de zoge- naamde "Blokskesweg" als één van de scenario’s naar voren geschoven om een antwoord te bieden op de verkeersstromen ten noorden van Antwer- pen. In dit scenario moeten meerdere op- en afrit- ten van de A12 verdwijnen, komt er een nieuw op- en afrittencomplex in Hoevenen, en wordt het wenselijk geacht om een nieuwe verbindingsweg aan te leggen tussen Kapellen en Stabroek (N11) naar dit nieuwe complex aan de A12.
Uiteraard is het logisch dat men oplossingen zoekt om de verkeersoverlast in Stabroek, Kapel- len en Hoevenen aan te pakken. Deze wordt gro- tendeels veroorzaakt door het verkeer van en naar de haven, vanuit deze gemeenten maar ook verder vanuit Kalmthout, Brecht, Wuustwezel en Hoog- straten.
Deze nieuwe verbindingsweg is de laatste jaren het voorwerp van grote discussies geweest tussen de gemeentebesturen van onder meer Kapellen, Stabroek en Kalmthout, met daarin zowel voor- standers als hevige tegenstanders. Bij dergelijke vaak verhitte discussies wordt dan maar gekozen voor de gemakkelijkste oplossing : een nieuwe weg. Maar het is een open deur intrappen als we zeggen dat nieuwe wegen bijkomende mobiliteit genereren. En als bedenkelijke topper in de hitlijst van meest (lucht)vervuilde regio’s ter wereld, is Vlaanderen niet gebaat bij de aanleg van alweer bijkomende wegen.
1. Klopt het dat de streefbeeldstudie voor de mo- biliteitsafwikkeling op en rond de A12, het doortrekken van de Blokskesweg als meest wenselijke optie naar voren schuift ?
2. Steunt de minister deze optie ?
3. Welke alternatieve scenario’s werden of wor- den onderzocht ? Wat zijn de resultaten ?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Peeters (vraag nr. 185) en Van Brempt (nr.
51).
Antwoord
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilie en Natuur.