• No results found

43 van 3 december 2004 van mevrouw HELGA STEVENS Obesitaspreventie – CLB’s In oktober 2004 heb ik naar aanleiding van de docu- mentaire "Supersize me&#34

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "43 van 3 december 2004 van mevrouw HELGA STEVENS Obesitaspreventie – CLB’s In oktober 2004 heb ik naar aanleiding van de docu- mentaire "Supersize me&#34"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 43

van 3 december 2004

van mevrouw HELGA STEVENS Obesitaspreventie – CLB’s

In oktober 2004 heb ik naar aanleiding van de docu- mentaire "Supersize me" een dossier samengesteld rond obesitas en de preventie daarvan. Deze vraag past in het kader van dat dossier.

Het belang van een vroege detectie van overge- wicht is door meerdere studies aangetoond. Als zwaarlijvigheid optreedt vóór de puberteit, is het risico dat deze problematische gezondheidssituatie uitdijt tot de volwassen leeftijd 20 tot 50 procent ! Zwaarlijvigheid moet dus vóór de volwassen leef- tijd worden bestreden ("Zwaarlijvige Belgen nege- ren gevaar", De Standaard, 19/7/04).

Een zeer recente studie bevestigt de toename van obesitas bij de jeugd. Ongeveer 14 procent van de kinderen heeft overgewicht en 3 procent is obees (Van Hamme F., "Ontwikkeling kinderen beter opvolgen", De Tijd, 17/9/04).

De centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) kun- nen hier met het schoolonderzoek een belangrijke rol in spelen. Zij zouden de leerlingen bij wie pro- blemen werden vastgesteld, ook moeten opvolgen.

Het mag echter niet alleen bij detectie blijven. Mo- menteel nemen schoolartsen deze opdracht reeds ter harte. De nieuwe Vlaamse groeicurven (in het bijzonder de BMI-curven) geven schoolartsen hierbij nog een bijkomend instrument om deze op- dracht te volbrengen.

Uit een reactie van de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheid op ons obesi- tas-dossier blijkt dat de CLB’s op structurele be- perkingen stuiten om verder te gaan dan detectie.

Het ontbreekt aan tijd en mankracht om – na de depistage – zowel collectieve (zoals GVO voor ou- ders en jongeren) als individuele motiverende ac- ties te ondernemen, niettegenstaande ze over ex- pertise (weldra ook richtlijnen) en de juiste bena- deringskanalen (scholen, oudercomités, jongeren op consult) beschikken.

De CLB’s moeten hiervoor dan ook de nodige on- dersteuning krijgen. Taken opleggen aan een in- stantie zonder de nodige personele en/of financië- le ondersteuning, is geen daad van goed bestuur.

Daarnaast moet er mijns inziens opnieuw meer nadruk liggen op een juiste voorlichting inzake ge- zonde voeding (GVO).

1. Welke rol is volgens de minister weggelegd voor de CLB’s in de strijd tegen obesitas ?

2. Zo de minister een belangrijke taak ziet voor de CLB’s, welke maatregelen worden dan geno- men om ze toe te laten deze taak te vervullen ?

Antwoord

1. De mogelijke rol die de centra voor leerlingen- begeleiding terzake kunnen spelen, dient gezien te worden binnen het bredere takenpakket van de CLB’s betreffende preventieve gezondheids- zorg.

We mogen daarbij echter niet uit het oog verlie- zen dat de CLB’s in de strijd tegen obesitas hun rol uiteraard in een veel ruimere context opne- men. Meer algemeen heeft de problematiek van gezonde voeding en gezonde eetgewoonten im- mers een plaats gevonden binnen het kader van de vakoverschrijdende eindtermen, die door de scholen als eerstelijnsverantwoordelijken die- nen nagestreefd te worden.

Vakoverschrijdende eindterm "Voeding" (ge- zondheidseducatie), eerste graad secundair on- derwijs: de leerlingen

– kunnen aan de hand van een model een evenwichtige maaltijd samenstellen;

– zien in hoe het voedingsgedrag beïnvloed- wordt door reclame en sociale omgeving.

Vakoverschrijdende eindterm "Gezonde en ac- tieve leefstijl" (gezondheidseducatie), tweede graad secundair onderwijs: de leerlingen – ...

– hanteren de richtlijnen voor een gezonde voeding, voor de aankoop en bewaring van voedingsmiddelen en de hygiënische berei- ding van maaltijden;

– ...

(2)

Vakoverschrijdende eindterm "Leefstijl en le- venskwaliteit" (gezondheidseducatie), derde graad secundair onderwijs: de leerlingen – nemen een kritische houding aan tegenover

hun voedingspatroon en zijn bereid het aan te passen, rekening houdende met criteria voor een evenwichtige voeding binnen diver- se voedingssystemen;

– benoemen risicofactoren voor eetstoornis- sen en de gevolgen daarvan;

– ...

Dit systeem van eindtermen, met de achterlig- gende uitgangspunten (gezondheidseducatie als pijler van gezondheidsbevordering, gezondheids- bevorderende school, ...), biedt zowel scholen als CLB’s een sterk onderbouwd kader om deze pro- blematiek aan te pakken. De CLB’s moeten hier- bij binnen het kader van hun decretale en regle- mentaire opdracht op het gebied van de preven- tieve gezondheidszorg en het psychisch en sociaal functioneren ondersteunend optreden ten aan- zien van de scholen uit hun werkgebied.

Volgens de Vlaamse volksvertegenwoordiger zou het de CLB’s aan tijd en mankracht ontbreken om individuele en collectieve motiverende acties (i.v.m. gezonde voeding en gezonde eetgewoon- tes) op te zetten.

De vraag rijst dan ook of het aangewezen is dat steeds het CLB dergelijke taken op zich zou die- nen te nemen.

Bij de mogelijke acties willen we deze vermelden.

– Individuele acties. Het spreekt voor zich dat leerlingen en/of ouders die zich voor deze problematiek vraagsturend tot het CLB wen- den, daar terecht moeten kunnen.

– Daarnaast hebben de CLB’s aanbodgestuurd bij de algemene, de gerichte en de bijzondere consulten telkens aandacht voor gewicht en groei. Gewicht én groei omdat vooral een toe- name van de Body Mass Index (BMI) een goede indicator is voor een eventueel ontstaan

van een probleem van over- of ondergewicht.

In beide gevallen beschikt het CLB over de mensen, de middelen en de expertise om de nodige acties op CLB-niveau te ondernemen.

Indien nodig, kan er ook worden doorverwe- zen naar de huisarts, naar een diëtist of naar een gespecialiseerde dienst.

– Collectieve acties. Gelet op de eerste- lijnsverantwoordelijkheid is het meest zinvol- le dat de school dergelijke acties opzet. Na- tuurlijk kan een school daarbij voor onder- steuning een beroep doen op het CLB.

Tevens is het aangewezen om via het netwerk van de CLB’s het LOGO (lokaal gezondheidso- verleg – red.) in te schakelen, dat aandacht voor een gezonde voeding expliciet in zijn takenpakket heeft en de nodige expertise in huis heeft. (Arti- kel 2 van het BVR van 17 maart 2000 tot bepa- ling van sommige opdrachten van de centra voor leerlingenbegeleiding stelt dat de CLB’s bij het uitvoeren van hun opdrachten samenwerken met de LOGO’s teneinde de Vlaamse gezondheids- doelstellingen mee te realiseren.)

Meer algemeen zal de CLB-opdracht betreffen- de gezonde voeding en gezonde eetgewoonten op termijn een plaats moeten krijgen binnen het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid (decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid).

Voor specifieke vragen in verband met het pre- ventieve gezondheidsbeleid in het algemeen kan ik verwijzen naar de Vlaamse minister be- voegd voor Volksgezondheid.

2. Uit het antwoord op vraag 1 blijkt dat de CLB’s inderdaad een belangrijke rol kunnen en moeten opnemen op het gebied van de preven- tieve gezondheidszorg. Die rol is echter niet nieuw, want vastgelegd in het decreet betreffen- de de centra voor leerlingenbegeleiding van 1 december 1998 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsbesluiten. Er is dan ook geen direc- te nood aan eventuele bijkomende maatregelen vanuit het departement Onderwijs, noch qua reglementering, noch qua middelen.

Uiteraard zal een en ander aan de orde komen tijdens de decretaal voorgeschreven evaluatie

(3)

van het hele CLB-decreet, die deze legislatuur zal plaatsvinden. Hierbij moet onder meer na- gegaan worden of bepaalde door de overheid aan de CLB’s opgelegde taken, zoals inen- tingscampagnes, niet ten koste gegaan zijn van andere taken binnen de opdracht betreffende de preventieve gezondheidszorg.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor mijn vakantie hebben we elkaar gesproken op 11 juni over het verplaatsen van jullie woonboot van "buiten de palen" naar "binnen de palen" om de veiligheid

Spelverloop: De speler die in het midden staat, probeert nu op die lege stoel te gaan zitten, vooraleer de speler, die de stoel rechts van hem heeft, erop geslagen heeft en een

Enige tijd geleden werd bekend dat de pluimveesec- tor een certificaat in het leven heeft geroepen voor integrale kwaliteitsbeheersing voor alle bedrijven die te maken hebben met

Kansarme kinderen zijn sneller ziek, zijn min- der taalvaardig, hebben geen apart plekje om te studeren, worden weinig gemotiveerd, zijn niet mee met de nieuwste middelen

wordt dit jaar door de Vlaamse regering voor de VZW Vlaanderen-Europa in een specifieke sub- sidie van 429.000 euro voorzien ter ondersteu- ning van dorps- en stadsfestiviteiten in

In het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2004 betreffende de richtlijnen voor maatschappelijke oriëntatie en trajectbegelei- ding in het kader van het Vlaamse

In dit scenario moeten meerdere op- en afrit- ten van de A12 verdwijnen, komt er een nieuw op- en afrittencomplex in Hoevenen, en wordt het wenselijk geacht om een nieuwe

functioneren" vast te stellen en in werking te laten treden met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 onder gelijktijdige intrekking van de regeling gesprekscyclus.. • en