• No results found

Bomen Effect Analyse Nulmeting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bomen Effect Analyse Nulmeting"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bomen Effect Analyse

Nulmeting

‘s-Gravenweteringpark, Capelle aan den IJssel

(2)

OPDRACHTGEVER Gemeente Capelle aan den IJssel

PROJECTCODE 18086

STATUS RAPPORTAGE Definitief

DATUM RAPPORTAGE 16 april 2018

PROJECTTEAM

A. Hoekstra, Projectcoördinator

A. Lakerveld, Adviseur Bomen

E. Koppelaar, Adviseur Bomen

(3)

INLEIDING

In opdracht van de gemeente Capelle aan den IJssel, Unit vastgoed, mevrouw Clementina-Bricen, heeft Bomenwacht Nederland in het kader van een Bomen Effect Analyse (BEA) een nulmeting uitgevoerd bij 17 bomen op locatie ’s-Gravenweteringpark, het gebied gelegen tussen de Kanaalweg, Bermweg en ‘s-Gravenweg te Capelle aan den IJssel.

Aanleiding van de nulmeting vormt het voornemen om het gebied opnieuw in te richten met woningen die zorgvuldig worden ingepast in het landschap, en het gebied meer toegankelijk maken. De ambities en randvoorwaarden voor de toekomstige herontwikkeling zijn

beschreven in het gebiedspaspoort dat de gemeenteraad op 13 november 2017 heeft vastgesteld.

De doelstelling van de nulmeting is:

1. Ten eerste dienen de algemene boomgegevens en de toekomstmogelijkheden voor de bomen in kaart te worden gebracht.

2. Ten tweede dient voor de bomen het effect te worden bepaald van de sloop van het voormalige schoolgebouw (Kanaalweg 52A) en de panden aan de Kanaalweg 44, 46, 48 en 50. De effecten van de toekomstige woningbouwontwikkeling zijn geen

onderdeel van dit onderzoek; momenteel is er nog geen inzicht in een concreet bouwplan. Een marktpartij moet nog worden geselecteerd.

3. Tot slot dient ten aanzien van de geplande werkzaamheden een gericht advies te worden verstrekt om de bomen, indien mogelijk, te behouden.

Op basis van de bevindingen kan een weloverwogen besluit worden genomen over de toekomst van de bomen.

Het onderzoek is uitgevoerd op 13 maart 2018 door A. Lakerveld, Adviseur Bomen bij Bomenwacht Nederland.

(4)

SITUATIE

De 17 onderzoeksbomen staan verspreid op het schoolplein bij het voormalige schoolgebouw aan de Kanaalweg 52A te Capelle aan den IJssel.

Het betreft:

7 gewone populieren (Populus x canadensis);

4 kersenbomen (Prunus serrulata cv.) en (Prunus ‘Umineko’);

2 gewone platanen (Platanus x hispanica);

2 smalbladige essen (Fraxinus excelsior 'Diversifolia')

1 goudes (Fraxinus excelsior 'Jaspidea');

1 kronkelwilg (Salix babylonica 'Tortuosa').

De bomen verkeren in de halfwasfase of volwasfase van hun ontwikkeling.

(5)

ONDERZOEKSMETHODE

INVENTARISATIE BOMENBESTAND

De inventarisatie van het bomenbestand in het projectgebied verschaft inzicht in de huidige toestand van de bomen. Naast de algemene aspecten worden hierbij tevens de aspecten opgenomen die gerelateerd zijn aan het functioneren van de bomen.

Algemene aspecten zoals boomsoort, boomtype, stamdiameter, boomhoogte, kroondiameter en plantjaar geven een beeld van de boom en zijn huidige omvang.

Aspecten die te maken hebben met het functioneren van de boom op zijn huidige standplaats, zijn conditie, beheerbaarheid en toekomstverwachting.

In het algemeen wordt bij bomen met een toekomstverwachting van minder dan 15 jaar handhaving tijdens en na de werkzaamheden als ongewenst beschouwd. Bij een

toekomstverwachting van meer dan 15 jaar is het (zeer) wenselijk de betreffende bomen in de nieuwe inrichting van het gebied een (duurzame) plaats te geven. Ook de beleidsstatus van de boom is hierbij van belang.

De inventarisatie is uitgevoerd volgens de richtlijnen in het Handboek Bomen 2014, een uitgave van het Norminstituut Bomen.

PROGNOSE PROJECTINVLOED

De prognose van de projectinvloed heeft tot doel te bepalen in hoeverre de sloop van het voormalige schoolgebouw en van de 4 panden aan de Kanaalweg een negatief effect kan hebben op het (duurzaam) behoud van de onderzoeksbomen.

Per boom wordt de invloed van het project beoordeeld. Er zijn 4 categorieën: geen invloed, beperkte invloed, aanzienlijke invloed en onhoudbaar. Bij een beperkte of aanzienlijke invloed zullen de uit te voeren werkzaamheden leiden tot boven- en/of ondergrondse knelpunten ten aanzien van de boom. De categorie ‘onhoudbaar’ houdt in dat de boom als gevolg van de werkzaamheden niet kan worden gehandhaafd.

(6)

RESULTATEN

INVENTARISATIE BOMENBESTAND

Hieronder worden de resultaten van de inventarisatie besproken.

Per boom zijn de resultaten van de inventarisatie terug te vinden op de overzichtstekening in bijlage A en op het registratieformulier in bijlage B.

CONDITIE

De conditie is bij 2 bomen als voldoende beoordeeld. Bij deze bomen is sprake van een jaarlijks toenemend kroonvolume.

Bij 14 bomen is de conditie als onvoldoende beoordeeld en bij 1 boom als slecht. Deze bomen vertonen veelal een stagnerende groei. 1 boom vertoont afstervingsverschijnselen.

BEHEERBAARHEID

De beheerbaarheid is bij 2 bomen als voldoende beoordeeld. Bij deze bomen zijn geen beheerproblemen waargenomen.

Bij 14 bomen is de beheerbaarheid als onvoldoende aangemerkt, veelal vanwege een stagnerende groei. Bij 1 boom (nummer 440) is de beheerbaarheid als slecht beoordeeld vanwege ernstige afstervingsverschijnselen.

TOEKOMSTVERWACHTING

Op basis van de conditie en de beheerbaarheid is de toekomstverwachting voor de bomen bepaald.

Voor 2 bomen geldt een toekomstverwachting van meer dan 15 jaar. Voor 5 bomen geldt een toekomstverwachting van 10 tot 15 jaar en voor 9 bomen van 5 tot 10 jaar. Voor 1 boom geldt een toekomstverwachting van minder dan 5 jaar vanwege ernstige afstervingsverschijnselen.

AANDACHTSPUNTEN

Bij 7 bomen is een onbalans waargenomen in de lengte-/diameterverhouding van takken.

Deze takken kunnen gemakkelijk uitbreken en daarbij (letsel)schade veroorzaken. Het is (bij behoud van de bomen) van belang dat de betreffende takken worden ingenomen.

(7)

RESULTATEN

PROGNOSE PROJECTINVLOED

Het voornemen bestaat het projectgebied opnieuw in te richten met woningen die zorgvuldig worden ingepast in het landschap, en het gebied meer toegankelijk maken. De ambities en randvoorwaarden voor de toekomstige herontwikkeling zijn beschreven in het

gebiedspaspoort dat de gemeenteraad op 13 november 2017 heeft vastgesteld.

Het voormalige schoolgebouw en 4 woningen aan de Kanaalweg zullen worden gesloopt.

Voor 17 bomen binnen het projectgebied is de projectinvloed vastgesteld.

Ten aanzien van de bomen zijn de volgende knelpunten geconstateerd:

• De 17 bomen staan binnen de directe invloedssfeer van de werkzaamheden. Voor 10 bomen gaat het om de sloop van de school en voor 7 bomen om de sloop van de panden langs de Kanaalweg.

• Naar verwachting zal het projectgebied worden opgehoogd, wat een negatief effect heeft op de groeiplaatsen van de bomen. De kwaliteit van de bomen zal hierdoor (verder) achteruitgaan.

• Door de sloop van het schoolgebouw en de panden neemt de windbelasting op de bomen toe.

• De grondwaterstand in het projectgebied is relatief hoog.

• De kwaliteit van de meeste bomen is al matig vanwege een stagnerende groei, de conditie is in de huidige situatie al fors aan het afnemen.

Vanwege deze knelpunten wordt verwacht dat de 17 bomen onhoudbaar zijn bij uitvoering van de geplande werkzaamheden.

Hieronder worden in het algemeen knelpunten bij werkzaamheden nabij bomen toegelicht.

Wortelschade

Graafwerkzaamheden bij een boom kunnen leiden tot schade aan het wortelgestel. Bij schade aan de dikkere wortels kan de boom te kampen krijgen met een (aanzienlijke) conditievermindering. Bovendien vormen (grote) verwondingen aan het wortelgestel een potentiële invalspoort voor houtrotveroorzakende schimmels. Hierdoor kunnen op termijn de stabiliteit en breukveiligheid van de boom in gevaar komen.

Verder kan bij graafwerkzaamheden schade ontstaan aan de zogenoemde stabiliteitskluit van een boom. Het betreft hier het deel van het wortelgestel dat ongeschonden dient te blijven om de stabiliteit van de boom te kunnen waarborgen.

(8)

Voor het bepalen van de omvang van de stabiliteitskluit wordt gebruik gemaakt van normwaarden. Deze waarden zijn weergegeven in de volgende tabel.

Stamdiameter

(in cm, op 130 cm boven maaiveld)

Straal stabiliteitskluit (in cm)

20 125

40 150

60 175

80 225

100 250

150 350

De normen voor de afmeting van de stabiliteitskluit zijn richtwaarden en kunnen niet altijd exact worden toegepast. Bijstelling kan noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld vanwege een afwijkende kroonopbouw, windvang of eventuele scheefstand. Het vaststellen van de stabiliteitskluit is overigens altijd een momentopname.

Bodemverdichting

Door het inzetten van zwaar materieel, het opslaan van materialen en/of het ophogen van het maaiveld kan bodemverdichting optreden. Ook het aanbrengen van verharding en verkeersbelasting hebben verdichting tot gevolg. Bestanddelen als klei, veen en fijn zand maken een bodem gevoelig voor verdichting.

Bij verdichting wordt het poriënvolume in de bodem verkleind. Hierdoor nemen de mogelijkheden voor wortelontwikkeling af. Zwaar verdichte bodems kenmerken zich bovendien door een moeizame verplaatsing van vocht en bodemgassen, waardoor wateroverlast en zuurstofgebrek kunnen optreden. Te lage zuurstofgehalten in de doorwortelde zone kunnen bij de boom leiden tot wortelsterfte en (dus) tot

conditievermindering.

Ophoging

Een ophoging bij bomen brengt in het algemeen een verslechtering van de groeiplaats- omstandigheden met zich mee. Zo zorgt het gewicht van de opgebrachte grond ervoor dat de onderliggende bodembestanddelen worden samengedrukt. Dit leidt tot een verkleining van het poriënvolume en (dus) tot bodemverdichting. Voor een ophoging tot 20 cm zijn doorgaans geen maatregelen noodzakelijk. Dit is wel afhankelijk van de boomsoort en de kwaliteit van de bomen.

De maximale ophoging die een boom kan verdragen, hangt grotendeels af van de specifieke eigenschappen van de betreffende boomsoort. Ook de conditie, groeifase en standplaatsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de maximaal toelaatbare ophoging.

Wijziging grondwaterniveau

Als gevolg van een rioolvervanging kan het grondwaterniveau stijgen. Oude riolen hebben namelijk vaak een ontwaterende werking (bijvoorbeeld doordat het beton poreus is geworden). Een stijging van het grondwaterniveau kan zuurstofgebrek tot gevolg hebben.

Bij de boom kan dit leiden tot wortelsterfte en conditievermindering.

(9)

Schade aan de stamvoet, stam en/of kroon

Door het onzorgvuldig inzetten van (zwaar) materieel kan er bovengronds schade aan een boom ontstaan.

Populieren bij de school met een stagnerende groei.

Afstervingsverschijnselen bij de goudes.

(10)

CONCLUSIE EN ADVIES

Op basis van de onderzoeksresultaten volgen hieronder de conclusie en het advies.

TOEKOMSTVERWACHTING

Voor 2 bomen geldt een toekomstverwachting van meer dan 15 jaar. Voor 5 bomen geldt een toekomstverwachting van 10 tot 15 jaar en voor 9 bomen van 5 tot 10 jaar. Voor 1 boom geldt een toekomstverwachting van minder dan 5 jaar.

PROGNOSE PROJECTINVLOED

De projectinvloed is bij alle 17 bomen beoordeeld als onhoudbaar. De bomen staan binnen de directe invloedssfeer van de werkzaamheden. Voor 10 bomen gaat het om de sloop van de school en voor 7 bomen om de sloop van de panden langs de Kanaalweg.

Verder neemt de windbelasting op de bomen toe doordat de school en de panden gesloopt gaan worden. Tevens is de verwachting dat het gebied opgehoogd zal worden, wat een negatief effect op de groeiplaats en op de kwaliteit van de bomen zal hebben. De kwaliteit van de meest bomen is in de huidige situatie als matig beoordeeld, wat het negatieve effect van een eventuele ophoging zal versterken.

Maatregelen

Het is raadzaam alle 17 bomen voor aanvang van de werkzaamheden te verwijderen.

(11)

BIJLAGEN

BIJLAGE A Overzichtstekening

BIJLAGE B

Registratieformulier

(12)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

22 Pyrus calleryana 'Chanticleer' Sierpeer Niet vrij uitgroeiende boom Heesterbeplanting 11 < 5 m < 6 Onvoldoende 5 tot 15 jaar Stagnerende groei Onhoudbaar Bouw

Ten slotte dient een advies te worden opgesteld met maatregelen en randvoorwaarden om de bomen duurzaam te handhaven en, waar mogelijk, de omstandigheden te verbeteren..

Voor bomen 4 en 7 geldt dat duurzaam beheer op langere termijn niet mogelijk is (vanwege het ontbreken van meerdere etages)..

Omdat de bomen in het huidige ontwerp niet behouden kunnen worden, is een kostenraming voor maatregelen om de bomen duurzaam te behouden eveneens niet

Aspecten die te maken hebben met het functioneren van de boom op zijn huidige standplaats, zijn conditie, beheerbaarheid en toekomstverwachting.. In het algemeen wordt bij bomen

Om de (relevante) onderzoeksbomen tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden duurzaam te kunnen behouden, dient een aantal maatregelen en randvoorwaarden in acht te

Met behulp van deze profielkuil is een inschatting gemaakt in hoeverre het afgraven van het talud richting de fietstunnel effect heeft op de beworteling van de boom.. Het

Bij beide bomen kan het riool op basis van de aanpassing in het ontwerp worden aangelegd zonder nadelige gevolgen voor de bomen. Wel vormt de mogelijke inzet van bronbemaling