• No results found

Bomen Effect Analyse en boomwaardebepaling 110 bomen Plangebied Herstructurering centrumplan west Ridderkerk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bomen Effect Analyse en boomwaardebepaling 110 bomen Plangebied Herstructurering centrumplan west Ridderkerk"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bomen Effect Analyse en boomwaardebepaling 110 bomen

Plangebied ‘Herstructurering centrumplan west’

Ridderkerk

(2)
(3)

Bomen Effect Analyse en boomwaardebepaling 110 bomen

Plangebied ‘Herstructurering centrumplan west’

Ridderkerk

Opdrachtgever: Gemeente Ridderkerk Afdeling: Beheer en Uitvoering

Adres: Postbus 271

2980 AG Ridderkerk

Contactpersoon: De heer R. Demuijnck

Bomenbeheerder Ridderkerk / BAR-gemeenten Telefoon: (0180) 45 16 59

E-mail: r.demuijnck@ridderkerk.nl

Projectcode: 14501

Datum: 2 januari 2015

(4)
(5)

Inleiding

In opdracht van de gemeente Ridderkerk, afdeling Beheer en Uitvoering, de heer R. Demuijnck, heeft Bomenwacht Nederland een Bomen Effect Analyse (BEA) en een boomwaardebepaling uitgevoerd bij 110 bomen in het plangebied ‘Herstructurering centrumplan west’ te Ridderkerk.

Aanleiding voor de BEA en de boomwaardebepaling is het voornemen om het betreffende gebied te herstructureren. Daarbij zullen sloop-, bouw- en aanlegwerkzaamheden worden uitgevoerd. Mogelijk hebben deze werkzaamheden gevolgen voor de onderzoeksbomen.

Uitgangspunt van de opdrachtgever is het (duurzaam) behoud van de bomen.

De doelstelling van de BEA en de boomwaardebepaling is meerledig en omvat het volgende:

 In kaart brengen van de huidige kwaliteit van de onderzoeksbomen en formuleren van een beheervisie.

 Visueel vastleggen van de nul-situatie (door middel van een fotobestand).

 Onderzoeken welk effect de geplande werkzaamheden zullen hebben op de bomen.

 Opstellen van een advies met maatregelen en/of randvoorwaarden om de bomen duurzaam te kunnen behouden. Speciale aandacht dient te worden besteed aan het inrichten van een boeteclausule.

 Vaststellen van de economische waarde van de bomen, met het oog op een eventuele financiële compensatie. Ook van een binnen het plangebied gelegen bosplantsoenvak dient de economische waarde te worden vastgesteld. De waardebepaling dient te worden uitgevoerd door een geregistreerd taxateur, conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB).

Het onderzoek is uitgevoerd op 2 en 3 december 2014 door M.J.H. Arkesteijn, boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland.

(6)

Situatie

De onderzoeksbomen staan binnen het plangebied ‘Herstructurering centrumplan west’.

Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door de Margriete van Comenestraat, aan de oostzijde door de Dominee Caspar van Gendtstraat, aan de zuidzijde door de Hovystraat (haaks op deze straat behoort de Doctor Kuyperstraat ook bij het plangebied) en aan de westzijde door de Dominee Sikkelstraat.

In het plangebied zijn vooral esdoorns (Acer), sierkersen (Prunus) en linden (Tilia) aangetroffen. De meeste bomen verkeren in de volwasfase van hun ontwikkeling.

De stamdiameter varieert van 11 tot 73 cm, gemeten op 130 cm boven maaiveld.

60 bomen worden beheerd als laan- en straatboom, de andere 50 bomen staan in een groenstrook.

Binnen het plangebied worden bestaande woningen gesloopt en vindt nieuwbouw plaats.

Ook worden de omliggende infrastructuur en groenvoorzieningen (deels) vervangen.

Ten behoeve van dit onderzoek zijn de onderzoeksbomen genummerd. In bijlage A is een overzichtstekening van de locatie opgenomen, waarop de genummerde onderzoeksbomen terug te vinden zijn.

(7)

Onderzoeksmethode

Hieronder wordt de methode van de BEA nader toegelicht.

Kwaliteitsbeoordeling

De huidige kwaliteit van elke onderzoeksboom is vastgesteld aan de hand van drie aspecten: conditie, veiligheid en beheerbaarheid.

Bij de conditiebeoordeling is met name gekeken naar de scheutlengte, de kroonstructuur en de knopgrootte en -bezetting.

Bij de beoordeling van de veiligheid is gekeken naar biologische en mechanische aspecten die van invloed kunnen zijn op de stabiliteit en breukveiligheid van de boom. Voorbeelden hiervan zijn aantastingen, holten, scheuren, zware takken en plakoksels.

De beheerbaarheid is beoordeeld aan de hand van diverse factoren. Naast de conditie en veiligheid zijn onder andere ook de standplaats, de groeifase, de boomsoort en het boombeeld bepalend.

Beheervisie

Bij de beheervisie zijn de onderzoeksbomen op basis van hun huidige kwaliteit en

eventuele beheerproblemen ingedeeld in een aantal beheercategorieën. Er is daarbij vooral gekeken naar de toekomstkansen voor de bomen en de mogelijkheden om ze in de nieuwe inrichting van het gebied een (duurzame) plaats te geven.

Binnen de beheervisie wordt onderscheid gemaakt tussen bomen met een goede en een slechte toekomstverwachting. Bij een goede toekomstverwachting is het zeer wenselijk de betreffende bomen te handhaven, zodat ze gedurende langere tijd een positieve bijdrage kunnen leveren aan het omgevingskarakter. Bij bomen met een slechte

toekomstverwachting wordt handhaving tijdens en na de werkzaamheden als ongewenst beschouwd. Door deze bomen te verwijderen, kan ruimte worden gecreëerd voor nieuwe ontwikkelingen.

(8)

Ondergronds onderzoek

Het ondergronds onderzoek is uitgevoerd door (handmatig) een aantal profielsleuven te graven en profielboringen te verrichten in de nabijheid van de onderzoeksbomen.

Met behulp van deze sleuven en boringen zijn het aanwezige bodemprofiel

(bodemopbouw, -type en -structuur) en het bewortelingspatroon (worteldikte, intensiteit) in beeld gebracht. Tevens is de actuele grondwaterstand bepaald.

Aan de hand van het bodemprofiel zijn de verschillende grondlagen, de diverse

grondsoorten en de bodemvochtigheid in kaart gebracht. Het aanwezige bewortelings- patroon laat zien tot op welke afstand en diepte de beworteling zich heeft ontwikkeld, in welke kwaliteit en met welke hoeveelheid. Hieruit is af te leiden welke invloed de bodemomstandigheden hebben (gehad) op de wortelontwikkeling.

Planbeoordeling

Doel van de planbeoordeling is te bepalen in hoeverre de geplande werkzaamheden een negatief effect kunnen hebben op het duurzaam behoud van de onderzoeksbomen.

De kwaliteit van de bomen en de ondergrondse situatie worden hierin betrokken.

Vastlegging nul-situatie

Voorafgaand aan de werkzaamheden zijn de bomen visueel beoordeeld op eventuele schades. Daarbij is de actuele conditie van de bomen vastgelegd op beeld.

Berekening actuele monetaire boomwaarde

Voor de berekening van de actuele monetaire boomwaarde is gebruik gemaakt van het Rekenmodel Boomwaarde (Rekenmethode NVTB 2013).

Het Rekenmodel Boomwaarde is gebaseerd op de theoretische kosten die gemaakt moeten worden om de betreffende boom op dezelfde locatie te vervangen door een gelijkwaardig exemplaar. Deze kosten worden berekend door uit te gaan van het

(her)planten van één boom, plus de kosten voor beheer en onderhoud tot de betreffende boom in vergelijkbare mate de functie vervult van de getaxeerde boom.

(9)

Vanaf het moment van functievervulling neemt de waarde niet meer toe, maar vindt er afschrijving plaats. De afschrijving eindigt bij de verwachte eindleeftijd van de boom. Vanaf dat moment heeft de boom geen waarde meer.

Beschadigingen kunnen bij een boom leiden tot vervroegde uitval, een verhoogd risico van uitval of een (tijdelijk) functieverlies. Schade resulteert over het algemeen in een

vermindering van de boomwaarde.

Advisering

Op basis van de onderzoeksresultaten is een advies opgesteld met maatregelen en/of randvoorwaarden om de (relevante) onderzoeksbomen tijdens en na de uitvoering van het plan duurzaam te kunnen behouden.

Tevens is een gericht advies geformuleerd ten aanzien van de aspecten veiligheid en onderhoud. Indien actieve veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn om de risico’s voor de omgeving te minimaliseren, is de boom benoemd als risicoboom. Vergen de afwijkingen in de huidige situatie (nog) geen actieve maatregelen maar is jaarlijkse inspectie wel

gewenst, dan is de boom als attentieboom aangemerkt.

Resultaten kwaliteitsbeoordeling

Hieronder worden de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling besproken.

Per boom zijn de beoordelingsresultaten terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.

Conditie

De conditie is bij 79 bomen als voldoende tot goed beoordeeld. Deze bomen vertonen een redelijke tot goede groei.

Bij 22 bomen is de conditie als onvoldoende aangemerkt. De groei van deze bomen stagneert.

(10)

Een verdikking in de stam van boom 100.

Vruchtlichaam van de platte tonderzwam bij boom 40.

(11)

Van 9 bomen is de conditie als (onvoldoende tot) slecht beoordeeld. Bij deze bomen (nummers 215, 231, 262, 263, 264, 265, 287, 310 en 346) is sprake van (beginnende) afstervingsverschijnselen.

Veiligheid

De veiligheid is bij 83 bomen als voldoende tot goed beoordeeld. Deze bomen vertonen geen noemenswaardige afwijkingen in het kader van de veiligheid en vereisen dan ook geen gerichte veiligheidsmaatregelen.

Van 11 bomen is de veiligheid als matig aangemerkt (waarderingscijfer: 5). Deze bomen vertonen afwijkingen die in de huidige situatie geen veiligheidsrisico veroorzaken, maar in de toekomst wel breuk- en/of instabiliteitsgevaar kunnen opleveren. Het gaat hier om afstervingsverschijnselen, houtrot, mechanische afwijkingen, ziekten en aantastingen.

Vanwege het mogelijke gevaar in de toekomst zijn deze 11 bomen als attentieboom benoemd. Actieve maatregelen zijn op dit moment niet noodzakelijk. Wel dient tijdens de toekomstige jaarlijkse inspecties extra aandacht te worden besteed aan de aangetroffen afwijkingen (zie Conclusie en advies).

Bij 15 bomen is de veiligheid als onvoldoende beoordeeld. Deze bomen vertonen afwijkingen die in de huidige situatie een veiligheidsrisico met zich meebrengen. Bij

14 bomen gaat het om de aanwezigheid van grof dood hout in de kroon. Dit dode hout kan gemakkelijk uitbreken en daarbij (letsel)schade veroorzaken. Bij de andere boom

(nummer 42) is de vrije doorrijhoogte aan de wegzijde ontoereikend.

Gelet op de veiligheidsrisico’s zijn deze 15 bomen als risicoboom geclassificeerd. Om het gevaar weg te nemen, zijn actieve maatregelen noodzakelijk (zie Conclusie en advies).

Overigens zijn bij enkele van de 13 bomen tevens afwijkingen aangetroffen die in de toekomst kunnen leiden tot een veiligheidsrisico. Het betreft hier afstervingsverschijnselen en (schimmel)aantastingen.

Daarnaast kon bij 1 boom (nummer 330) de veiligheid niet (volledig) worden beoordeeld in verband met de aanwezigheid van dichte klimopbegroeiing op de stamvoet en stam.

(12)

Beheerbaarheid

De beheerbaarheid is bij 66 bomen als voldoende tot goed beoordeeld. Er zijn bij deze bomen geen noemenswaardige beheerknelpunten vastgesteld.

Bij 28 bomen is de beheerbaarheid als onvoldoende beoordeeld. Veelal gaat het hier om bomen die een stagnerende groei vertonen. Ook drukken diverse bomen met hun wortels de opsluitbanden weg.

Van 15 bomen is de beheerbaarheid als (onvoldoende tot) slecht beoordeeld. Bij deze bomen is veelal sprake van afstervingsverschijnselen, ziekten en/of aantastingen.

Daarnaast kon bij 1 boom (nummer 330) de beheerbaarheid niet (volledig) worden beoordeeld vanwege de aanwezigheid van dichte klimopbegroeiing op de stamvoet en stam.

Voor een deel van de bomen geldt dat onderhoudsmaatregelen gewenst zijn (zie Conclusie en advies).

Kwaliteitsbepaling

Op basis van de conditie, veiligheid en beheerbaarheid is de kwaliteit van de

onderzoeksbomen bepaald. De volgende tabel laat zien hoe de bomen verdeeld zijn over de diverse kwaliteitscategorieën.

Kwaliteitscategorie Aantal

Slecht 8

Matig 37

Voldoende 64

Nader onderzoeken 0

Niet te beoordelen 1

Totaal 110

(13)

Resultaten beheervisie

De onderzoeksbomen zijn op basis van hun huidige kwaliteit en eventuele beheerproblemen ingedeeld in een aantal beheercategorieën. Deze indeling is weergegeven in de volgende tabel.

Beheercategorie Aantal

Handhaving gewenst vanuit boomtechnisch oogpunt 86

Handhaving gewenst, wel zijn gerichte maatregelen noodzakelijk 4

Handhaving ongewenst vanwege beperkte toekomstverwachting (< 10 jaar) 11

Handhaving ongewenst vanwege slechte kwaliteit 8

Niet te beoordelen 1

Totaal 110

Voor 90 bomen geldt dat handhaving vanuit boomtechnisch oogpunt gewenst is. Wel zijn bij 4 van deze bomen gerichte maatregelen noodzakelijk. Het betreft hier bomen die met hun wortels de opsluitbanden wegdrukken.

Voor 19 bomen geldt dat handhaving ongewenst is. Bij 11 van deze bomen is sprake van een beperkte toekomstverwachting (minder dan 10 jaar), veelal vanwege afstervings- verschijnselen, ziekten en aantastingen. De andere 8 bomen hebben een slechte kwaliteit.

1 boom is niet volledig te beoordelen, bij deze boom is sprake van dichte klimopbegroeiing.

Vastlegging nul-situatie

Voorafgaand aan de werkzaamheden is de nul-situatie van de onderzoeksbomen vastgelegd in beeld. Het fotomateriaal is opgenomen in bijlage E.

Bij 6 bomen (nummers 10, 34, 146, 214, 220 en 463) is bastschade vastgesteld op de stamvoet en stam. Bij bomen 34, 146, 214 en 220 heeft de schade een negatieve invloed op de resterende omlooptijd. Bij bomen 10 en 463 resulteert de schade in een kortere omlooptijd.

(14)

Bastbloedingen op de stamvoet van boom 52.

Overzicht van het bodemprofiel bij boom 38.

Overzicht van het bodemprofiel bij boom 231.

Overzicht van het bodemprofiel in het gazon aan de Hovystraat.

(15)

Resultaten ondergronds onderzoek

Bij de onderzoeksbomen zijn 5 profielsleuven gegraven, aangevuld met profielboringen.

Binnen het plangebied is een homogeen bodemprofiel aangetroffen. Tot op een diepte van 90 cm beneden maaiveld blijkt het profiel te bestaan uit klei. Op diverse locaties zijn

storende (puin)lagen aangetroffen vanaf 40 cm diepte.

De meeste beworteling is aangetroffen tot op een diepte van 60 cm. Dieper in het profiel blijkt blauwgrijze klei aanwezig te zijn, hierin is geen beworteling meer waargenomen.

De actuele grondwaterstand is, deels op basis van peilbuisgegevens, vastgesteld op 90 cm beneden maaiveld.

Resultaten planbeoordeling

Het voornemen bestaat om binnen het plangebied de bestaande woningen te slopen en nieuwbouw te realiseren. Ook worden de infrastructuur en groenvoorzieningen (deels) vervangen. De onderzoeksbomen zullen mogelijk negatieve effecten ondervinden van de uit te voeren werkzaamheden.

Bij de planbeoordeling is gebruik gemaakt van de door de opdrachtgever beschikbaar gestelde tekening ‘Herstructurering centrumplan west, tracé kabels en leidingen’, met nummer 2014-KL-01, d.d. 2 juli 2014. Uitgangspunt van de opdrachtgever is het (duurzaam) behoud van de bomen.

Werkzaamheden plangebied

Hieronder worden per straat binnen het plangebied de voorgenomen werkzaamheden op hoofdlijnen beschreven.

Margriete van Comenestraat

In deze straat worden woningen gesloopt en wordt een nieuwe rijweg aangelegd.

(16)

Dominee Sikkelstraat

Ook in deze straat worden woningen gesloopt. De rijweg wordt vervangen en het bestaande heestervak wordt omgevormd naar trottoir.

Burgemeester Nieuwenhuisenplein

De werkzaamheden op het Burgemeester Nieuwenhuisenplein bestaan uit het slopen van bestaande woningen en het bouwen van nieuwe woningen. Ook wordt een nieuwe rijweg aangelegd. Midden op het plein wordt een heestervak omgevormd naar gazon.

Tussen de Dominee Sikkelstraat en het Burgemeester Nieuwenhuisenplein wordt een nieuwe speelplaats ingericht, waarbij halfverharding wordt toegepast.

Hovystraat

Aan de noordzijde van de Hovystraat worden woningen gesloopt en vindt nieuwbouw plaats.

Ter hoogte van de noordoost-, noordwest- en zuidzijde van de Hovystraat worden nieuwe parkeervakken aangelegd. De bestaande gazons worden opnieuw ingezaaid c.q. aangelegd.

Dominee Caspar van Gendtstraat

In deze straat worden de bestaande woningen gesloopt en vindt nieuwbouw plaats.

De rijweg wordt meer richting het westen aangelegd en ter hoogte van de bestaande rijweg worden parkeervakken gerealiseerd. De bestaande grasstrook van ruw gras wordt

omgevormd naar een heestervak.

Doctor Kuyperstraat

De werkzaamheden beperken zich in deze straat in eerste instantie tot het slopen van de bestaande woningen en het realiseren van nieuwbouw.

Effecten plan

De beschreven werkzaamheden kunnen een bedreiging vormen voor het duurzaam behoud van de onderzoeksbomen. Hieronder worden per categorie de effecten van de voorgenomen werkzaamheden besproken.

(17)

Niet te handhaven

Bij 22 bomen zijn met het oog op de uit te voeren werkzaamheden ernstige knelpunten geconstateerd die ertoe leiden dat behoud niet mogelijk is. Het betreft:

 8 sierkersen (nummers 263, 264, 265, 266, 287, 329, 330 en 346) aan de Dominee Sikkelstraat voor huisnummers 2 tot met 48. Bij deze bomen wordt de groeiplaats omgevormd van heestervak naar trottoir met boomspiegels rond de bomen.

Aangezien het bomen met een slechte kwaliteit betreft, zal iedere vorm van groeiplaatsverstoring en/of wortelschade leiden tot een versnelde aftakeling.

 1 sierkers (nummer 40) aan het Burgemeester Nieuwenhuisenplein voor huisnummer 8. Bij deze boom wordt de groeiplaats omgevormd van

heesterbeplanting naar gazon. De boom is aangetast door een houtrotveroorzakende schimmel. Grondbewerking nabij deze boom met daarbij een reële kans op

wortelschade leidt tot een versnelde aftakeling.

 2 pruimenbomen (nummers 262 en 319) aan het Burgemeester Nieuwenhuisenplein.

Ter hoogte van de standplaats van deze vruchtdragende pruimenbomen wordt nieuwbouw gepleegd.

 3 bolesdoorns (nummers 221, 228 en 239) naast de woning aan de Hovystraat 50.

Ter hoogte van de standplaats van deze bomen wordt een nieuwe rijweg aangelegd.

 5 witte paardenkastanjes (nummers 226, 231, 233, 234 en 238) aan de Hovystraat voor huisnummers 3 tot en met 15. Ter hoogte van de standplaats van deze bomen worden parkeervakken en een heestervak aangelegd. Vanwege de aantasting door de kastanjebloedingsziekte en de slechte conditie van de bomen is iedere vorm van wortelschade een bedreiging voor het behoud.

 1 Hollandse linde (nummer 104) aan de Hovystraat. Ter hoogte van de standplaats van deze boom worden parkeervakken aangelegd.

 1 Japanse notenboom (nummer 174, particuliere boom) aan de Hovystraat. Op zeer korte afstand van deze boom worden sloopwerkzaamheden verricht, waardoor behoud niet mogelijk wordt geacht.

 1 sierkers (nummer 81) aan de Doctor Kuyperstraat. Ter hoogte van de standplaats van deze boom worden parkeervakken aangelegd.

(18)

Knelpunten

Bij 35 bomen zijn met het oog op de uit te voeren werkzaamheden knelpunten geconstateerd die een negatief effect kunnen hebben op het duurzaam behoud.

 Midden op het Burgemeester Nieuwenhuisenplein wordt het bestaande heestervak omgevormd naar gazon en ter hoogte van de 2 bolesdoorns aan de zuidzijde van het plein wordt het gazon opnieuw aangelegd. Hierbij is er een reële kans op het

ontstaan van wortelschade. Ter hoogte van 1 gewone es wordt een speelplaats aangelegd met halfverharding. Tijdens de aanlegwerkzaamheden wordt

onacceptabel veel wortelverlies verwacht.

 Aan de Hovystraat wordt ter hoogte van een aantal linden de rijweg opnieuw

aangelegd. De bomen staan op korte afstand van de rijweg en boomwortels drukken de opsluitbanden weg. Tijdens het uitbreken van de opsluitbanden en het stellen van nieuwe banden kan wortelschade ontstaan. Ook wordt het gazon opnieuw aangelegd, waarbij de kans op wortelschade aanwezig is.

 Aan de Dominee Caspar van Gendtstraat wordt ter hoogte van 18 bomen parallel aan de rijweg de grasberm omgevormd naar een heestervak. Hierbij kan

wortelschade ontstaan.

 De gazons aan de Hovystraat en de Doctor Kuyperstraat zijn kwetsbaar voor verdichting en verslemping indien hier materiaal zou worden opgeslagen en/of voertuigbewegingen zouden plaatsvinden.

Te handhaven

Bij de overige 53 bomen worden geen noemenswaardige knelpunten verwacht met het oog op de uit te voeren werkzaamheden.

Boomwaardebepaling

Per boom is de actuele boomwaarde terug te vinden op het registratieformulier in bijlage C.

De achterliggende berekening volgens de rekenmethode van de NVTB is weergegeven in de rekenbladen in bijlage D.

(19)

Uitgangspunt bij de berekening van de waarde van de bomen in de groenstrook c.q. het bosplantsoenvak is dat de bomen op ruime afstand van elkaar zijn aangeplant. Door deze ruime plantafstand zijn de bomen in staat geweest zonder dunning het eindbeeld te bereiken. De boomwaarde van deze categorie bomen is per individu berekend.

De totale actuele boomwaarde van de 60 straat- en laanbomen bedraagt € 195.800,-

(afgerond, exclusief BTW). De totale actuele boomwaarde van de 50 bomen in het groenvak c.q. bosplantsoen aan de Dominee Caspar van Gendtstraat bedraagt € 64.400,- (afgerond, exclusief BTW). Er is geen waarde toegekend aan 20 bomen met een geschatte

toekomstverwachting van minder dan 5 jaar.

Conclusie en advies

Op basis van de onderzoeksresultaten volgen hieronder de conclusie en het advies.

Kwaliteitsbeoordeling

De kwaliteit is bij 64 bomen als voldoende aangemerkt.

Van 37 bomen is de kwaliteit als matig beoordeeld. Bij deze bomen is sprake van uiteenlopende knelpunten op het gebied van conditie, veiligheid en/of beheer.

Bij 8 bomen is de kwaliteit als slecht aangemerkt, veelal vanwege afstervingsverschijnselen in de kroon.

Bij 1 boom kon de kwaliteit niet (volledig) worden beoordeeld vanwege dichte klimopbegroeiing.

Beheervisie

Voor 90 bomen geldt dat handhaving vanuit boomtechnisch oogpunt gewenst is. Wel zijn bij 4 van deze bomen gerichte maatregelen noodzakelijk, het gaat hier om bomen die

opdrukproblemen veroorzaken.

(20)

Voor 19 bomen geldt dat handhaving ongewenst is. Bij 11 van deze bomen is sprake van een beperkte toekomstverwachting (minder dan 10 jaar), de andere 8 bomen hebben een slechte kwaliteit.

1 boom is vanwege dichte klimopbegroeiing niet (volledig) te beoordelen.

Effectanalyse

Bij 53 bomen zullen de geplande werkzaamheden niet leiden tot noemenswaardige knelpunten.

Bij 35 bomen zijn knelpunten vastgesteld die een negatief effect kunnen hebben op het duurzaam behoud.

Voor 22 bomen geldt dat deze op basis van de huidige plannen niet te handhaven zijn.

Effectanalyse in relatie tot beheervisie

53 bomen kunnen op basis van het plan worden gehandhaafd. Voor 52 van deze bomen geldt dat handhaving vanuit boomtechnisch oogpunt gewenst is. Bij de andere boom is sprake van een beperkte toekomstverwachting, handhaving van deze boom is dan ook ongewenst.

Bij 35 bomen zijn op basis van het plan knelpunten vastgesteld. Voor 32 bomen van deze bomen geldt dat handhaving vanuit boomtechnisch oogpunt gewenst is. Bij de andere 3 bomen is sprake van een beperkte toekomstverwachting, handhaving is dan ook ongewenst.

22 bomen zijn op basis van het plan niet te handhaven. Voor 6 van deze bomen geldt dat handhaving vanuit boomtechnisch oogpunt gewenst is. Bij 15 bomen is sprake van een beperkte toekomstverwachting of een slechte kwaliteit, waardoor handhaving ongewenst is. De andere boom kon niet volledig worden beoordeeld vanwege dichte klimop-

begroeiing.

(21)

Actuele monetaire boomwaarde

Het totale bomenbestand vertegenwoordigt een waarde van € 260.200,- (afgerond, exclusief BTW).

Aan 20 bomen met een toekomstverwachting van minder dan 5 jaar is geen waarde toegekend.

Boombeschermende maatregelen en randvoorwaarden

Om de (relevante) onderzoeksbomen tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden duurzaam te kunnen behouden, dient een aantal maatregelen en randvoorwaarden in acht te worden genomen. Deze maatregelen en randvoorwaarden zijn gebaseerd op de huidige situatie en de knelpunten voor zover ze in deze fase van het plan voorzienbaar zijn. Voor de boombeschermende maatregelen wordt verwezen naar het Handboek Bomen 2014, hoofdstuk 2 ‘Werken rond bomen’. Een eis is dat de aannemer een werkplan met

boombeschermende maatregelen ter goedkeuring indient bij de gemeente Ridderkerk of de directie. Zonder een goedgekeurd werkplan mogen er geen werkzaamheden worden verricht binnen de kwetsbare zone van de bomen.

Afschermen kwetsbare zone

In principe geldt dat de zone tot 1,5 meter voorbij de rand van de kroonprojectie is

aangewezen als kwetsbare zone. Op bepaalde locaties levert deze zone echter knelpunten op met de uit te voeren werkzaamheden. Hier is een afschermingszone ingesteld op basis van de zogenoemde stabiliteitskluit. De stabiliteitskluit is het deel van het wortelgestel dat ongeschonden dient te blijven om de stabiliteit van de boom te kunnen waarborgen.

Per boom is de straal van de stabiliteitskluit weergegeven in het registratieformulier in bijlage B, kolom ‘Straal stabiliteitskluit’). Tevens zijn op een overzichtstekening in bijlage F de afschermingszones weergegeven.

Behalve het instellen van een afschermingszone gelden voor bepaalde werkzaamheden en/of bomen aanvullende maatregelen en/of randvoorwaarden. Deze worden hierna beschreven.

(22)

Aanbrengen houten stamommanteling

Voor aanvang van de werkzaamheden moet bij de relevante bomen een houten

stamommanteling worden aangebracht tot minimaal 3 meter hoogte. De plankdikte moet minimaal 22 mm bedragen en de breedte van de planken minimaal 75 mm. Tussen de stam en de stamommanteling dient op 3 plaatsen rond de stam een drainagebuis te worden aangebracht. De ommanteling dient dusdanig te worden aangebracht dat ook de wortelaanzetten worden beschermd.

De gemeente Ridderkerk of een door de gemeente ingeschakelde boomtechnisch toezichthouder (‘groenwacht’) controleert of de stambescherming goed is aangebracht.

Als dit niet het geval is, dient de aannemer deze alsnog op de juiste wijze aan te brengen.

Plaatsen geschakelde bouwhekken

Voor aanvang van de werkzaamheden moeten de gazons aan de Doctor Kuyperstraat en aan de Hovystraat door middel van geschakelde bouwhekken aan drie zijden worden afgezet. Aan de zuidzijde van de grasberm in de Hovystraat en aan de zuidwestzijde van de grasberm in de Doctor Kuyperstraat is het vanwege de beperkte ruimte niet mogelijk om geschakelde bouwhekken te plaatsen. Hier worden de bomen beschermd door middel van een houten stamommanteling. Bij bomen die volledig zijn afgeschermd door koppelbare bouwhekken hoeft vanzelfsprekend geen houten stamommanteling te worden aangebracht.

Realiseren takvrije zone transportroute

Wanneer de locatie van de transportroute ten behoeve van de werkzaamheden bekend is, dient hier een takvrije zone te worden gerealiseerd door het uitvoeren van snoei. Bij enkele linden, bijvoorbeeld aan de Hovystraat, is de benodigde takvrije zone van 4,5 meter nog niet behaald. Snoeiwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een ervaren boomspecialist (niveau European Tree Worker).

Voorkomen van verdichting

Er mag geen materiaal of materieel worden verplaatst of opgeslagen binnen de

afschermingszone, aangezien dit zou leiden tot verdichting van de bodem. Bij verdichting krijgen wortels (onder meer) te maken met zuurstofgebrek, waardoor ze uiteindelijk kunnen afsterven.

(23)

Terugkoppelen aanleg tijdelijke nutsvoorzieningen

Voor de aanleg van tijdelijke nutsvoorzieningen dient te allen tijde een terugkoppeling plaats te vinden met de gemeente Ridderkerk of met een boomtechnisch toezichthouder.

Dit om te beoordelen wat de gevolgen van de aanleg van de nutsvoorzieningen zijn voor de bomen.

Plaatsen bouwkeet en opslaan materiaal en afval

Binnen de kroonprojectie van de bomen mogen geen bouwketen, opslagcontainers of bouwmaterialen worden geplaatst c.q. opgeslagen. Ook is het niet toegestaan om bijvoorbeeld vaste afvalstoffen of afvalwater op te slaan c.q. te lozen binnen de

kroonprojectie van de bomen. De locatie van de bouwkeet en de opslaglocaties dienen in overleg met de gemeente Ridderkerk te worden bepaald.

Uitvoeren grondbewerking gazons en grasberm

In de gazons aan de Hovystraat en de grasberm aan de Dominee Caspar van Gendtstraat mag onder de kroonprojectie van de bomen alleen lichte mechanische grondbewerking worden uitgevoerd, met een maximale bewerkingsdiepte van 5 cm. Eventueel kan de toplaag van de gazons en de grasberm worden verwijderd, zonder dat hierbij wortelschade ontstaat. Binnen de eerder genoemde stabiliteitskluit mag in geen geval wortelschade ontstaan.

Uitvoeren wortelsnoei

Alleen een ervaren boomspecialist (niveau European Tree Worker) mag beoordelen of wortelsnoei noodzakelijk is dan wel wortelsnoei uitvoeren. Indien wortelkap noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij het stellen van opsluitbanden, dient dit te gebeuren door middel van een recht snijvlak, haaks op de lengterichting van de wortel. Wel dient nog te worden

opgemerkt dat de hierdoor ontstane verwondingen aan het wortelgestel een potentiële invalspoort vormen voor houtrotveroorzakende schimmels. Als gevolg hiervan kunnen op termijn alsnog de stabiliteit en breukveiligheid van de bomen in gevaar komen.

Monitoren bodemvocht bij bronbemaling

Als bronbemaling noodzakelijk is tijdens het groeiseizoen, dan moeten maatregelen worden getroffen om het bodemvocht te monitoren en op peil te houden.

(24)

Ophogen van het maaiveld

Bij een eventuele ophoging van het maaiveld adviseren wij een schrale, goed doorlatende grondsoort toe te passen. De opgebrachte laag mag niet dikker zijn dan 10 cm. Bovendien mag tegen de schors van de stamvoet geen grond worden aangebracht.

Uitbreken en plaatsen opsluitbanden Hovystraat

Bij de linden aan de Hovystraat dienen de opsluitbanden te worden uitgebroken zonder daarbij wortelschade te veroorzaken. De nieuwe banden dienen ten minste 30 cm te worden verschoven in de richting van de weg. Op deze manier kan wortelschade deels worden voorkomen en kunnen (toekomstige) beheerproblemen voorlopig worden beperkt.

Behouden boom 286

Om boom 286 (gewone es) te kunnen behouden, is het noodzakelijk een plantspiegel te realiseren van 4,5 bij 4,5 meter. De bodem binnen de plantspiegel dient ongeroerd te blijven. Als dit niet mogelijk is, kan de boom niet behouden blijven.

Verplanten boom 104

Onderzocht kan worden of boom 104 kan worden verplant. Deze boom is vanuit de planvorming niet te handhaven.

Instrueren aannemers

Vooraf dient aan de aannemers een instructie te worden verzorgd door de gemeente Ridderkerk of door de boomtechnisch toezichthouder. Tijdens deze instructie dient uitleg te worden gegeven over de boombeschermende maatregelen. Indien onduidelijkheden ontstaan over de aard van de boombeschermende maatregelen, dan is de aannemer verplicht om hierover navraag te doen bij de gemeente Ridderkerk of bij de boomtechnisch toezichthouder.

Opnemen boombeschermende maatregelen bestek

De boombeschermende maatregelen dienen te worden opgenomen in het bestek en in andere relevante contracten.

(25)

Opnemen boombescherming bouwvergaderingen

Wij adviseren boombescherming als vast onderwerp op te nemen tijdens bouwvergaderingen.

Afhandelen schade aan bomen

Als er schade ontstaat aan de bomen, resulteert dit in een schadeclaim. De hoogte van het schadebedrag wordt vastgesteld door een onafhankelijk geregistreerd taxateur van

houtachtige gewassen (lid NVTB). De schade kan bijvoorbeeld bestaan uit bastschade en schade aan het houtweefsel van de stamvoet en/of stam. Kroonschade (het uitbreken van takken tijdens transport of hijswerk) en de kosten die noodzakelijk zijn om de schade te herstellen, worden gezien als schade. Ook de kosten die noodzakelijk zijn om bijvoorbeeld de negatieve gevolgen van bodemverdichting op te heffen, worden opgevoerd in een schadetaxatie.

Advies veiligheids- en onderhoudsmaatregelen

Naar aanleiding van de kwaliteitsbeoordeling is een gericht advies geformuleerd ten aanzien van de aspecten veiligheid en onderhoud. De geadviseerde maatregelen gelden zolang de bomen worden gehandhaafd. Wordt een boom verwijderd vanwege de uit te voeren werkzaamheden, dan komen ook de eventueel voor die boom geadviseerde veiligheids- en/of onderhoudsmaatregelen te vervallen.

Veiligheid

In totaal zijn 15 bomen als risicoboom geclassificeerd. Voor deze bomen adviseren wij actieve maatregelen om het veiligheidsrisico te minimaliseren.

Bij 14 risicobomen dient op korte termijn (binnen 3 maanden) het grove dode hout te worden verwijderd.

Bij 1 risicoboom (nummer 42) dient op korte termijn (binnen 3 maanden) gerichte snoei te worden uitgevoerd. Hierbij dient voldoende vrije doorgangshoogte boven de rijweg te worden gerealiseerd.

(26)

11 bomen zijn als attentieboom aangemerkt, veelal vanwege afstervingsverschijnselen of aantasting door een schimmel of ziekte. Deze bomen dienen jaarlijks te worden

gecontroleerd, met extra aandacht voor de aangetroffen afwijkingen.

Daarnaast dienen nog 4 risicobomen (nummers 40, 52, 263 en 264) na verwijdering van het grove dode hout te worden gehandhaafd als attentieboom.

Onderhoud

Wanneer en in welke mate de bomen dienen te worden gesnoeid, is afhankelijk van het boombeeld. Algemene richtlijnen hiervoor zijn weergegeven in de volgende tabel.

Boombeeld Actuele snoeibehoefte

Aanvaard Geen

Regulier 1 reguliere snoeibeurt (maximaal 25% van het kroonvolume) Achterstallig 1 ingrijpende snoeibeurt (maximaal 40% van het kroonvolume)

Verwaarloosd Meerdere ingrijpende snoeibeurten (elk maximaal 40% van het kroonvolume), verdeeld over een aantal jaren

Onherstelbaar Snoei kan nuttig c.q. noodzakelijk zijn (al is een aanvaard boombeeld niet meer te realiseren)

Per boom kan de actuele snoeibehoefte dus worden bepaald aan de hand van het aangetroffen boombeeld (zie hiervoor het registratieformulier in bijlage B).

Daarnaast is bij 6 bomen sprake van specifieke aandachtspunten op onderhoudsgebied, namelijk overmatige klimopbegroeiing en een ontoereikende groeiplaats. Het is wenselijk maatregelen te nemen om deze knelpunten te verhelpen. Voor 1 boom (nummer 262) geldt uit beheeroogpunt een rooiadvies. De specifieke onderhoudsmaatregelen zijn terug te vinden in het registratieformulier in bijlage B.

(27)

Bijlagen

Bijlage A Overzichtstekening

Bijlage B Registratieformulier kwaliteitsbeoordeling Bijlage C Registratieformulier boomwaardebepaling Bijlage D Voorbeelden rekenbladen

Bijlage E Foto’s nul-situatie

Bijlage F Overzichtstekening afschermingszones

(28)
(29)
(30)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij beide bomen kan het riool op basis van de aanpassing in het ontwerp worden aangelegd zonder nadelige gevolgen voor de bomen. Wel vormt de mogelijke inzet van bronbemaling

Ten tweede dient voor de bomen het effect te worden bepaald van de sloop van het voormalige schoolgebouw (Kanaalweg 52A) en de panden aan de Kanaalweg 44, 46, 48 en 50.. De

De versleeptechniek die Willy van de Vorst (Van de Vorst Groenprojecten) gebruikt om grote bomen te verplanten, is nu ondergebracht bij Van Helvoirt Groenprojecten in

22 Pyrus calleryana 'Chanticleer' Sierpeer Niet vrij uitgroeiende boom Heesterbeplanting 11 &lt; 5 m &lt; 6 Onvoldoende 5 tot 15 jaar Stagnerende groei Onhoudbaar Bouw

Ten slotte dient een advies te worden opgesteld met maatregelen en randvoorwaarden om de bomen duurzaam te handhaven en, waar mogelijk, de omstandigheden te verbeteren..

Voor bomen 4 en 7 geldt dat duurzaam beheer op langere termijn niet mogelijk is (vanwege het ontbreken van meerdere etages)..

Omdat de bomen in het huidige ontwerp niet behouden kunnen worden, is een kostenraming voor maatregelen om de bomen duurzaam te behouden eveneens niet

Aspecten die te maken hebben met het functioneren van de boom op zijn huidige standplaats, zijn conditie, beheerbaarheid en toekomstverwachting.. In het algemeen wordt bij bomen