• No results found

Bomen Effect Analyse 8 bomen Crabethstraat Gouda C O N C E P T

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bomen Effect Analyse 8 bomen Crabethstraat Gouda C O N C E P T"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bomen Effect Analyse 8 bomen

Crabethstraat

(2)
(3)

Bomen Effect Analyse 8 bomen

Crabethstraat Gouda

C O N C E P T

Opdrachtgever:

Gemeente Gouda

Afdeling:

Directie Ruimtelijke Ontwikkeling

Adres:

Postbus 1086 2800 BB GOUDA

Contactpersoon:

De heer J. van der Vliet Assistent-projectleider Telefoon: 0182 58 82 68

E-mail:

jeordie.vandervliet@gouda.nl

(4)
(5)

Inleiding

In opdracht van de gemeente Gouda, afdeling Directie Ruimtelijke Ontwikkeling, de heer J. van der Vliet, heeft Bomenwacht Nederland een Bomen Effect Analyse (BEA) uitgevoerd bij 8 bomen aan de Crabethstraat te Gouda.

Aanleiding voor de BEA is het voornemen om in deze straat de riolering te vervangen en, daar waar mogelijk, een ophoging van 10 à 20 cm uit te voeren. Voor het verwijderen van de riolering wordt (bron)bemaling ingezet.

De doelstelling van de BEA is drieledig. Ten eerste dient de huidige kwaliteit van de onderzoeksbomen in kaart gebracht te worden. Ten tweede dient te worden onderzocht welk effect de voorgenomen werkzaamheden mogelijk zullen hebben op de bomen.

Ten slotte dient een advies te worden opgesteld met maatregelen en randvoorwaarden om de bomen duurzaam te handhaven en, waar mogelijk, de omstandigheden te verbeteren.

Deze maatregelen zijn leidend in het definitieve ontwerp en het bestek.

Het onderzoek is uitgevoerd op 9 juli 2015 door P. van Es (European Tree Technician), boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland.

Situatie

De onderzoeksbomen staan aan de Crabethstraat te Gouda. Het gaat om 7 platanen (Platanus x hispanica) en 1 Amerikaanse es (Fraxinus americana). De platanen staan direct langs de weg in boomspiegels tussen de parkeervakken. De es staat op enige afstand van de weg in een beplantingsvak op de hoek van het Crabethpark.

De platanen hebben een stamdiameter variërend van 34 tot 38 cm, gemeten op 130 cm boven maaiveld. De es heeft een stamdiameter van 84 cm. De platanen hebben een beperkt kroonvolume omdat ze in gekandelaberde vorm worden beheerd.

Volgens informatie van de opdrachtgever bestaat het voornemen om in deze straat de riolering te vervangen en de bestrating, daar waar mogelijk, te verhogen. Voor het verwijderen van de riolering is het nodig (bron)bemaling in te zetten.

(6)

Crabethstraat 2

De rijbaan bestaat momenteel uit asfalt met daaronder een funderingslaag. Dit wordt vervangen door klinkers op (lichte) ophoogmaterialen (bims). De ophoging bedraagt 10 tot maximaal 20 cm.

De platanen staan direct langs de weg en kunnen daarom negatieve gevolgen ondervinden van de uit te voeren werkzaamheden. De es staat op enige afstand van het plangebied op de hoek van het Crabethpark en kan negatieve gevolgen ondervinden van de

(bron)bemaling. Een definitief ontwerp/bestek is in deze fase (nog) niet voorhanden.

In bijlage A is een overzichtstekening van de locatie opgenomen, waarop de genummerde onderzoeksbomen terug te vinden zijn.

Onderzoeksmethode

Hieronder wordt de methode van de BEA nader toegelicht.

Kwaliteitsbeoordeling

De huidige kwaliteit van elke onderzoeksboom is vastgesteld aan de hand van drie aspecten: conditie, veiligheid en beheerbaarheid.

Bij de conditiebeoordeling is met name gekeken naar de scheutlengte, de kroonstructuur en de bladgrootte, -kleur en -bezetting.

Bij de beoordeling van de veiligheid is gekeken naar biologische en mechanische aspecten die van invloed kunnen zijn op de stabiliteit en breukveiligheid van de boom. Voorbeelden hiervan zijn aantastingen, holten, scheuren, zware takken en plakoksels.

De beheerbaarheid is beoordeeld aan de hand van diverse factoren. Naast de conditie en veiligheid zijn onder andere ook de standplaats, de groeifase, de boomsoort en het boombeeld bepalend.

(7)

Beheervisie

Bij de beheervisie zijn de onderzoeksbomen op basis van hun huidige kwaliteit en

eventuele beheerproblemen ingedeeld in een aantal beheercategorieën. Er is daarbij vooral gekeken naar de toekomstkansen voor de bomen en de mogelijkheden om ze in de nieuwe inrichting van het gebied een (duurzame) plaats te geven.

Binnen de beheervisie wordt onderscheid gemaakt tussen bomen met een goede en een slechte toekomstverwachting. Bij een goede toekomstverwachting is het zeer wenselijk de betreffende bomen te handhaven, zodat ze gedurende langere tijd een positieve bijdrage kunnen leveren aan het omgevingskarakter. Bij bomen met een slechte

toekomstverwachting wordt handhaving tijdens en na de werkzaamheden als ongewenst beschouwd. Door deze bomen te verwijderen, kan ruimte worden gecreëerd voor nieuwe ontwikkelingen.

Ondergronds onderzoek

Het ondergronds onderzoek is uitgevoerd door (handmatig) een aantal profielsleuven te graven en profielboringen te verrichten in de nabijheid van de onderzoeksbomen.

Met behulp van deze sleuven en boringen zijn het aanwezige bodemprofiel

(bodemopbouw, -type en -structuur) en het bewortelingspatroon (worteldikte, intensiteit) in beeld gebracht. Tevens is de actuele grondwaterstand bepaald.

Aan de hand van het bodemprofiel zijn de verschillende grondlagen, de diverse

grondsoorten en de bodemvochtigheid in kaart gebracht. Het aanwezige bewortelings- patroon laat zien tot op welke afstand en diepte de beworteling zich heeft ontwikkeld, in welke kwaliteit en met welke hoeveelheid. Hieruit is af te leiden welke invloed de bodemomstandigheden hebben (gehad) op de wortelontwikkeling.

Planbeoordeling

Doel van de planbeoordeling is te bepalen in hoeverre de rioolvervanging en de ophoging een negatief effect kan hebben op het duurzaam behoud van de onderzoeksbomen.

De kwaliteit van de bomen en de ondergrondse situatie worden hierin betrokken.

(8)

Crabethstraat 4 Advisering

Op basis van de onderzoeksresultaten is een gericht advies geformuleerd ten aanzien van de aspecten veiligheid en onderhoud. Indien actieve veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn om de risico’s voor de omgeving te minimaliseren, is de boom benoemd als

risicoboom. Vergen de afwijkingen in de huidige situatie (nog) geen actieve maatregelen maar is jaarlijkse inspectie wel gewenst, dan is de boom als attentieboom aangemerkt.

Tevens is een advies opgesteld met maatregelen en/of randvoorwaarden om de

(relevante) onderzoeksbomen tijdens en na de uitvoering van het plan duurzaam te kunnen behouden.

Resultaten kwaliteitsbeoordeling

Hieronder worden de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling besproken.

Per boom zijn de beoordelingsresultaten terug te vinden op het registratieformulier in bijlage B.

Conditie

De conditie van de 8 onderzoeksbomen is als ruim voldoende tot goed beoordeeld.

Veiligheid

De veiligheid is bij de 7 platanen als goed beoordeeld. Deze bomen vertonen geen noemenswaardige afwijkingen in het kader van de veiligheid en vereisen dan ook geen gerichte veiligheidsmaatregelen.

Bij de Amerikaanse es (nummer 1) is de veiligheid als onvoldoende beoordeeld. In de kroon van deze boom is grof dood hout aangetroffen, wat een veiligheidsrisico met zich meebrengt. De boom is dan ook als risicoboom geclassificeerd. Om het gevaar weg te nemen, is een actieve maatregel noodzakelijk (zie Conclusie en advies).

(9)

Beheerbaarheid

De beheerbaarheid is bij de 8 onderzoeksbomen als voldoende beoordeeld. De platanen beschikken weliswaar over een beperkte bovengrondse groeiruimte, maar zijn door hun gekandelaberde vorm goed te beheren op deze locatie.

Kwaliteitsbepaling

Op basis van de conditie, veiligheid en beheerbaarheid is de kwaliteit van de onderzoeksbomen bepaald. De 7 platanen vallen binnen de kwaliteitscategorie

‘voldoende’, de Amerikaanse es valt in de categorie ‘matig’.

Resultaten beheervisie

De onderzoeksbomen zijn op basis van hun huidige kwaliteit en eventuele beheerproblemen ingedeeld in een aantal beheercategorieën.

Alle 8 onderzoeksbomen zijn ingedeeld in de categorie ‘handhaving gewenst vanuit boomtechnisch oogpunt’. Er zijn geen beheerknelpunten geconstateerd en de toekomstverwachting voor de bomen is goed te noemen.

Resultaten ondergronds onderzoek

Het ondergronds onderzoek is uitgevoerd door bij 2 onderzoeksbomen (nummers 4 en 5) 2 profielsleuven te graven en enkele profielboringen te verrichten.

Het bodemprofiel blijkt tot op een diepte van 20 à 30 cm beneden maaiveld te bestaan uit humusloos zand. Hierin heeft zich direct onder de klinkerverharding matig intensieve tot extensieve fijne beworteling ontwikkeld. Vanaf 20 à 30 cm tot aan 65 à 80 cm beneden maaiveld is bomenzand aangetroffen met daarin intensieve fijne beworteling die in de diepte afneemt tot extensieve fijne beworteling. Dieper in het profiel blijkt blauw verkleurd zand aanwezig te zijn. Hierin is in de eerste 10 à 20 cm afgestorven beworteling

aangetroffen, dieper is geen beworteling meer waargenomen. Het afsterven van de beworteling is vermoedelijk het gevolg van bodemdaling door zetting in de ondergrond.

(10)

Crabethstraat 6

De actuele grondwaterstand is in de profielsleuven aangetroffen op 95 cm beneden maaiveld. In de richting van het Crabethpark blijkt het grondwater zich op grotere diepte te bevinden; voor huisnummer 41 is in de peilbuis een stand van 150 cm gemeten. Verder zijn standen gemeten van 145 cm nabij boomnummer 1, 110 cm voor huisnummer 36 en 95 cm voor huisnummer 11.

Resultaten planbeoordeling

Het voornemen is om de riolering in de Crabethstraat te vervangen en de bestrating daar waar mogelijk te verhogen. Voor het verwijderen van de riolering is het nodig

(bron)bemaling in te zetten. De rijbaan bestaat momenteel uit asfalt met een

funderingslaag. Dit wordt vervangen door klinkers op (lichte) ophoogmaterialen (bims).

De ophoging bedraagt 10 tot maximaal 20 cm. De bomen kunnen nadelige gevolgen ondervinden van de werkzaamheden.

Ten aanzien van de bomen zijn de volgende knelpunten geconstateerd:

 Bij de toepassing van bronbemaling kan de grondwaterstand gedurende de

werkzaamheden dalen, waardoor de bomen te maken kunnen krijgen met droogte.

 De vervanging van het riool zal na afloop van de werkzaamheden mogelijk leiden tot een stijging van de grondwaterstand. Indien het bestaande riool lek is, vloeit er in de huidige situatie grondwater weg via het riool. Het aanbrengen van een nieuw riool stopt deze onttrekking van grondwater, wat een stijging van de grondwaterstand tot gevolg heeft. Het onderste deel van het wortelgestel van de onderzoeksbomen komt in dat geval in het grondwater en zal afsterven.

 De ophoging van de bodem kan nadelige gevolgen hebben. Het gewicht van de opgebrachte grond zorgt ervoor dat de onderliggende bodem wordt samengedrukt, zodat het poriënvolume wordt verkleind. De maximale ophoging die een boom kan verdragen, hangt grotendeels af van de specifieke eigenschappen van de boomsoort.

Bij de Amerikaans es (nummer 1) zijn nadelige gevolgen te verwachten bij een ophoging van meer dan 15 cm. De platanen kunnen de voorgestelde ophoging van 20 cm wel verdragen.

(11)

De ontgravingswerkzaamheden ten behoeve van het riool hebben naar verwachting weinig wortelschade tot gevolg. Boom 1 staat op 11 meter afstand vanaf het riool. De platanen staan weliswaar op korte afstand (80 cm) van de rijweg, maar het riool ligt op ruime afstand in het midden van rijweg. Die afstand bedraagt 3 meter, gerekend vanaf het hart van de stamvoet tot aan het hart van het riool. De (theoretische) stabiliteitskluit van de platanen heeft vanwege hun geknotte vorm een bijgestelde afmeting, met een straal van 125 cm.

Conclusie en advies

Op basis van de onderzoeksresultaten volgen hieronder de conclusie en het advies.

De 8 onderzoeksbomen vertonen geen ernstige afwijkingen of beheerknelpunten.

De kwaliteit is bij de 7 platanen als voldoende beoordeeld en bij de Amerikaanse es matig vanwege de aanwezigheid van grof dood hout, wat momenteel een veiligheidsrisico vormt.

Deze boom is dan ook als risicoboom benoemd. Alle 8 onderzoeksbomen zijn ingedeeld in de categorie ‘handhaving gewenst vanuit boomtechnisch oogpunt’.

De ondergrondse situatie bij de bomen kenmerkt zich deels door een relatief hoge grondwaterstand. Door bodemdaling zijn dunne wortels aan de onderzijde van het wortelgestel afgestorven.

Met betrekking tot de voorgenomen werkzaamheden zijn enkele knelpunten geconstateerd.

In de eerste plaats kan er droogte bij de bomen ontstaan wanneer door bronbemaling de grondwaterstand tijdelijk wordt verlaagd. In de tweede plaats kan de grondwaterstand als gevolg van de rioolvervanging na afloop van de werkzaamheden gaan stijgen. Een stijging zou sterfte van de boomwortels tot gevolg hebben. Ten slotte zijn nadelige gevolgen te verwachten voor de Amerikaanse es wanneer de ophoging meer dan 15 cm bedraagt.

Advies veiligheid en onderhoud

We adviseren het grove dode hout bij de Amerikaanse es binnen 3 maanden te verwijderen.

Naast verwijdering van het grove dode hout zijn er verder geen onderhoudsmaatregelen bij

(12)

Crabethstraat 8 Advies uitvoering plan

Om de (relevante) onderzoeksbomen tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden duurzaam te kunnen behouden, dienen een aantal maatregelen en randvoorwaarden in acht te worden genomen. Deze worden hieronder nader uitgewerkt.

 Met het oog op de inzet van bronbemaling adviseren wij de werkzaamheden uit te voeren in het winterseizoen. In die periode staat de vochtopname van de bomen stil en heeft een verlaging van de grondwaterstand geen nadelige gevolgen. Indien de werkzaamheden niet kunnen worden afgerond vóór het begin van het voorjaar (medio maart) dienen maatregelen te worden genomen om de vochtvoorziening bij de bomen op peil te houden.

 Voorafgaand aan de werkzaamheden adviseren wij de platanen (in het

winterseizoen) te snoeien. Het is raadzaam om de bomen daarbij niet volledig terug te zetten omdat de afgezette bomen dan moeizaam uitlopen. Van het kroonvolume dient 50 procent te worden verwijderd door het uitdunnen van de dikke takken.

 Rond de bomen adviseren wij een afschermingszone in te stellen. De grens van deze zone dient in het algemeen gelijk te lopen met de rand van de kroonprojectie. Waar zich de rijweg bevindt, dient de zonegrens in elk geval op een afstand van (minimaal) 125 cm uit het hart van de stam te liggen. Binnen deze afschermingszone gelden de volgende beperkingen:

- Er mag niet machinaal worden gegraven, aangezien dit zou leiden tot beschadiging van de stabiliteitswortels. Dergelijke wortelschade kan bij de bomen direct leiden tot instabiliteitsgevaar en/of een terugval in conditie.

- Er mag geen materiaal of materieel worden verplaatst of opgeslagen, aangezien dit zou leiden tot verdichting van de bodem. Bij verdichting krijgen wortels (onder meer) te maken met zuurstofgebrek, waardoor ze uiteindelijk kunnen afsterven.

- De verharding dient zorgvuldig te worden verwijderd.

 Bij de bomen dient rond de stam een stambescherming te worden aangebracht om directe schade te allen tijde te voorkomen.

 Bij een eventuele ophoging van het maaiveld adviseren wij een schrale, goed doorlatende grondsoort toe te passen. De voorgestelde ophoging wordt goed verdragen door platanen. De opgebrachte laag mag niet dikker zijn dan 20 cm.

(13)

Indien bij de Amerikaanse es een ophoging noodzakelijk is, dient deze maximaal 15 cm te bedragen en dient deze te worden uitgevoerd met veengrond. Dit is lichter en bevat meer voeding dan zand.

 Te allen tijde dient te worden voorkomen dat er door het inzetten van zwaar materieel schade ontstaat aan de kronen van de bomen.

 Ook na de uitvoering van de werkzaamheden dient de grondwaterstand op het huidige peil te worden gehandhaafd. Indien de kans bestaat dat het huidige riool een ontwaterende werking heeft, dienen maatregelen te worden getroffen om een stijging van de grondwaterstand bij de aanleg van het nieuwe riool te voorkomen.

Indien er voor de uitvoering van de werkzaamheden een bestek wordt opgesteld, adviseren wij de hierboven genoemde maatregelen en randvoorwaarden in dit bestek op te nemen.

Tevens kan er gedacht worden aan het opnemen van een boeteclausule die in werking treedt indien er schade aan de bomen wordt toegebracht.

Ten slotte verdient het aanbeveling om tijdens de uitvoering van de werkzaamheden een boomtechnisch toezichthouder (‘groenwacht’) aan te stellen. Deze ziet toe op de naleving van de randvoorwaarden en geeft zo nodig advies.

(14)

Crabethstraat 10

(15)

Bijlagen

Bijlage A Overzichtstekening Bijlage B Registratieformulier

(16)
(17)
(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Na het ondertekenen van de Leveringsakte, met overeenkomstige toepassing van artikel 27 lid 3, tweede zin, keert de Notaris aan Koper uit het niet aan Verkoper uitgekeerde

5 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 38,0 120 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Slecht 25 nee Afgestorven takken, zwamaantasting Slecht < 5 Risico Nee.

Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren,

Bij beide bomen kan het riool op basis van de aanpassing in het ontwerp worden aangelegd zonder nadelige gevolgen voor de bomen. Wel vormt de mogelijke inzet van bronbemaling

Voor zoveel nodig wordt door verkoper ten behoeve van haarzelf en alle overige -huidige en toekomstige- eigenaren van de hiervoor sub a bedoelde kavels bij deze aan koper opgelegd,

Voor zoveel nodig wordt door verkoper en alle overige -huidige en toekomstige- eigenaren van de betrokken kavels bij deze aan koper opgelegd, en verbindt koper zich bij

Ten tweede dient voor de bomen het effect te worden bepaald van de sloop van het voormalige schoolgebouw (Kanaalweg 52A) en de panden aan de Kanaalweg 44, 46, 48 en 50.. De

Conclusie: In de toekomstige situatie, zoals op de planschets staat, vormen het verplaatsen van het hekwerk, het inpoten van een beukenhaag, het aanpassen van het