Bomen Effect Analyse Schoolterrein De Korenaar Eindhoven

(1)

Bomen Effect Analyse Schoolterrein ‘De Korenaar’

Eindhoven

Opdrachtgever: Gemeente Eindhoven Contactpersoon: Mevrouw B. van der Padt

(2)

Status rapport: Concept

15 maart 2016

Opgesteld voor: Mevrouw B. van der Padt Gemeente Eindhoven

Postbus 90150 5600 RB Eindhoven

Gezien door: D. van Iersel.

European Tree Technician Natuurtechnisch adviseur

Opgesteld door: T. Faber

European Tree Technician Van Helvoirt Groenprojecten BV Oisterwijksebaan 8A

5056 RD Berkel-Enschot

Postbus 145

5056 ZJ Berkel-Enschot

013-5408200 06-52396038

www.vanhelvoirtgroenprojecten.nl

(3)

Inhoudsopgave

INHOUDSOPGAVE ... 3

1 INLEIDING ... 4

2 HUIDIGE SITUATIE ... 5

2.1 Onderzoekslocatie ... 5

2.2 Boomgegevens ... 6

2.3 Bodemonderzoek ... 9

3 EFFECTEN ANALYSE ... 15

3.1 Voorgenomen werkzaamheden ... 15

3.2 Te verwachten knelpunten ... 15

4 FINANCIËLE BOOMWAARDE ... 17

5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ... 18

5.1 Conclusies ... 18

5.2 Aanbevelingen ... 18

BIJLAGE 1: OVERZICHTSKAART BOOMNUMMERS EN VOORLOPIG ONTWERP ... 21

BIJLAGE 2: OVERZICHTSKAART AANBEVELINGEN ... 22

BIJLAGE 3: BOOMGEGEVENS ... 23

BIJLAGE 4: FINANCIËLE BOOMWAARDE ... 24

(4)

1 Inleiding

Inleiding

In opdracht van de gemeente Eindhoven, in de persoon van mevrouw B. van der Padt is een Bomen Effect Analyse (BEA) uitgevoerd. Het betreft de bomen rondom het schoolgebouw de Korenaar.

Aanleiding

De aanleiding voor deze BEA is de voorgenomen sloop van het huidige schoolgebouw en de realisatie van een nieuw schoolgebouw. Rondom het huidige schoolgebouw staan 24 bomen. In hoeverre bescherming en behoud van de betreffende bomen mogelijk is wordt in opdracht van de gemeente Eindhoven in deze BEA onderzocht.

Doel

De onderzoeksopdracht, die aan Van Helvoirt Groenprojecten BV is voorgelegd, luidt:

 Inventariseren van het huidige bomenbestand bomen;

 Inzichtelijk maken van de huidige kwaliteit van de bomen;

 Beschrijven welk effect de voorgenomen inrichting heeft op de bomen;

 Vaststellen van aanbevelingen ten behoeve van de mogelijkheid tot duurzaam behoud van de bomen.

Uitvoering

Dit onderzoek is uitgevoerd in maart 2016 door T. Faber, boomtechnisch adviseur bij Van Helvoirt Groenprojecten BV. Dit rapport bevat de uitwerking hiervan.

Leeswijzer

Hoofdstuk 2 beschrijft de huidige situatie van de bomen. De knelpunten analyse in hoofdstuk 3 beschrijft de onderdelen waar problemen ontstaan in het voorgenomen herinrichtingsplan ten opzichte van de bomen. Hoofdstuk 4 beschrijft conclusie en aanbevelingen ten behoeve van het duurzaam behoud van het betreffende bomenbestand. Hoofdstuk 5 bevat de financiële waarde van de bomen in het projectgebied. Dit is een onderdeel van het format ‘boomonderzoek’ van de gemeente Eindhoven.

(5)

2 Huidige situatie

In maart 2016 heeft het veldwerk voor deze BEA plaatsgevonden. Het veldwerk bestaat uit een inventarisatie van de bomen, opname van de boomgegevens en een bodemonderzoek, welke separaat in dit hoofdstuk worden beschreven of weergegeven. Hierbij is gebruik gemaakt van het format

‘boomonderzoek’ van de gemeente Eindhoven.

2.1 Onderzoekslocatie

De onderzoekslocatie bevindt zich op en rond het schoolterrein van de basisschool ‘de Korenaar’ aan de Monseigneur Witloxweg en de Gerretsonlaan te Eindhoven, zie afbeelding 1. Zie bijlage 1 voor een overzichtskaart inclusief boomnummering. Hierin is tevens een voorlopig ontwerp van het schoolgebouw weergegeven. In totaal zijn 24 bomen opgenomen.

Afbeelding 1: Overzichtsfoto onderzoekslocatie

(6)

2.2 Boomgegevens

Boomgegevens

De resultaten van de inventarisatie zijn opgenomen in de tabel in bijlage 3 en de overzichtstekening in bijlage 1. De inventarisatie kan als volgt worden samengevat:

 Het grootste deel van de bomen verkeert in de volwassen fase;

 De bomen ten westen van de school staan in een groep op een gazon. Het betreft voornamelijk es (Fraxinus excelsior), Noorse esdoorn (Acer platanoides) en Zweedse lijsterbes (Sorbus x intermedia);

 De bomen ten noorden van de school (nabij de ingang) staan op regelmatige afstand in een rij voor het gebouw. De gehele rij bestaat uit Zweedse lijsterbes (Sorbus x intermedia). De bomenrij heeft vooral een ruimtelijk-visuele functie. Enerzijds zorgt de bomenrij voor een duidelijke scheiding tussen schoolplein en openbare weg en anderzijds camoufleert de bomenrij op hoofdlijnen het schoolgebouw;

Aan de zuid- en oostzijde van het schoolgebouw staan enkele solitaire bomen, onder andere bestaande uit berk (Betula pendula), kronkelwilg (Salix babylonica ‘Tortuosa’), zomereik (Quercus robur), lawsoncipres (Chamaecyparis lawsonia) en gewone plataan (Platanus x hispanica). De zomereik verdient gezien de huidige omvang en habitus een ‘waardevolle’ status.

Visueel onderzoek

Bij het visuele onderzoek van de bomen is gebruik gemaakt van de zogenaamde VTA-methodiek (Visual Tree Assessment) en de IBA-methode (Integrierte Baum Analyse). Met deze methodieken worden alle delen van de boom (kroon, stam en wortelvoet) beoordeeld op afwijkende kenmerken.

Tevens wordt de conditie¹, onderhoudstoestand² en levensverwachting³ geschat op basis van visuele kenmerken, uitgaande van ‘normale ondergrondse groeiomstandigheden’. Doelstelling van deze beoordeling is om een indruk te krijgen van de huidige kwaliteit⁴ van de bomen.

1. De conditie betreft de toestand van de boom op het moment van opname. Beoordeeld wordt: De bladgrootte, bladkleur, bladbezetting in het groeiseizoen en het vertakkingpatroon, scheutlengte, knopbezetting, hoeveelheid afgestorven takken buiten het groeiseizoen. De volgende klassen worden onderscheiden: goed, redelijk, matig en slecht.

2. De kwaliteit van het betreffende bomenbestand is een algemene beoordeling op basis van de volgende kwaliteitscriteria;

conditie, veiligheid, onderhoudstoestand, duurzame toekomst en esthetiek. De volgende klassen worden onderscheiden:

goed, redelijk, matig en slecht.

3. Een duurzame levensverwachting kan worden opgemaakt uit meerdere factoren. De boomsoort, leeftijd en de conditie spelen hierbij een belangrijke rol. Maar ook de boven- en ondergrondse hoeveelheid ruimte voor verdere groeimogelijkheden is van belang voor een duurzame levensverwachting. De volgende klassen worden onderscheiden:

< 5 jaar, 5-10 jaar, 10-15 jaar, >15 jaar.

4. Bij de onderhoudstoestand wordt gekeken naar de benodigde snoeimaatregelen. Hierbij wordt voornamelijk gelet op de aanwezigheid van afgestorven takken of mogelijk (toekomstige) ‘probleemtakken’ zoals plakoksels of te laag hangende takken voor een normale afwikkeling van verkeer. De volgende klassen worden onderscheiden: aanvaard, achterstallig of verwaarloosd.

(7)

De uitkomsten van de VTA-inspectie zijn opgenomen in de tabel in bijlage 3 . De VTA-inspectie kan als volgt worden samengevat:

 De bomen 1, t/m 4, 6 t/m 15, 17 en 21 t/m 24 zijn beoordeeld met een redelijke tot goede conditie en kwaliteit, zie afbeelding 2.

 De duurzame levensverwachting van de bomen is over het algemeen meer dan 10 jaar, uitgaande van ongewijzigde groeiplaatsomstandigheden.

 De onderhoudstoestand is over het algemeen aanvaard. Er is in een aantal bomen afgestorven takken aangetroffen, met een diameter van meer dan 4 cm.

Afbeelding 2: Bomen met een goede/redelijke conditie Afbeelding 3: Boom 23 (ruwe berk)

(8)

 De bomen 5, 16, 18, 19 en 20 zijn beoordeeld met een slechte conditie. De duurzame levensverwachting is 5 - 10 jaar, uitgaande van ongewijzigde groeiplaatsomstandigheden, zie afbeelding 4 en 5.

 De onderhoudstoestand is achterstallig. In de kroon zitten veel afgestorven takken met een diameter van meer dan 4 cm.

Afbeelding 4: Boom 5 (Sorbus x intermedia) Afbeelding 5: Boom 16 (Sorbus x intermedia) met zwamaantasting in de kroon

(9)

2.3 Bodemonderzoek

Het bodemonderzoek is erop gericht om het bodemprofiel in kaart te brengen en de ondergrondse groeiruimte van de bomen in het plangebied inzichtelijk te maken. Op drie locaties in het projectgebied is een profielkuil gegraven. Aanvullend is op drie locaties een grondboring uitgevoerd. De exacte locaties van de profielkuilen en grondboringen zijn weergegeven op de overzichtstekening in bijlage 2. Boring 1

De eerste grondboring is uitgevoerd nabij de drie gewone platanen (boom 18, 19 en 20) aan de noordzijde van het schoolgebouw, ter hoogte van de huidige ingang. De gewone platanen groeien slecht en hebben een zeer beperkte knop- en twijgbezetting.

De profielopbouw van de boring is weergegeven in afbeelding 6. De bodem bestaat tot 40 cm –mv uit humusloos wit straatzand. Hierin worden slechts extensief haarwortels aangetroffen. Grotere wortels Ø

> 1,5 cm zijn niet in het profiel waargenomen. Van 40 tot 80 cm – mv wordt de grond donkerder van kleur. Handmatig is vastgesteld dat de bodem op deze diepte verhoogd verdicht is. Als richtlijn geldt dat als de weerstand (bij normaal droog weer) groter is dan 3 MPa, de bodem niet langer doordringbaar is voor wortels. Vanaf een waarde van 1,5 MPa is de wortelontwikkeling al niet meer optimaal. Op enkele plaatsen in het profiel heeft de grond door een gebrek aan zuurstof een blauwgrijze kleur.

De voedselarme grond in combinatie met de bodemverdichting verklaren de slechte groei van de bomen.

Afbeelding 6: Overzichtsfoto boring 1

(10)

Boring 2

De tweede grondboring is uitgevoerd nabij de zomereik (boom 24) ten zuidoosten van het schoolgebouw. De profielopbouw van de boring is weergegeven in afbeelding 7.

Het profiel bestaat tot een diepte van 80 cm uit humeuze grond. Handmatig is vastgesteld dat het profiel tot op een diepte van 40 cm verhoogd verdicht is. In de toplaag van 40 cm worden door de bodemverdichting nauwelijks haarwortels aangetroffen. Van 40 tot 90 cm –mv worden extensief wel haarwortels aangetroffen.

Vanaf 80 cm –mv wordt humusarm nagenoeg wit zand aangetroffen. Sporen van roest wijzen erop dat zich in deze laag (soms) water bevindt. In het profiel is tot op een diepte van 130 cm –mv geen grondwater aangetroffen.

(11)

Profielkuil 1

De eerste profielkuil is gegraven op circa 2 m afstand van de stam van de zomereik (boom 24) aan de zuidoostzijde van het schoolgebouw. De verwachting is dat de geplande nieuwbouw zoals vastgelegd in het voorlopig ontwerp, negatieve invloed heeft op de ondergrondse groeiruimte van boom 24.

De profielkuil heeft een diepte van 90 cm, zie afbeelding 8. Het gehele profiel bestaat uit humeuze, donkerbruine teelaarde. In tegenstelling tot boring 2 is de toplaag van 40 cm in dit geval niet verdicht.

Door het gehele profiel worden matig intensief haarwortels aangetroffen.

Op 80 cm –mv worden vijf grotere wortels Ø 1,5 – 3 cm aangetroffen, zie afbeelding 9. Vanaf 90 cm – mv wordt humusloos wit zand aangetroffen.

Afbeelding 8: Overzichtsfoto profielkuil 1 Afbeelding 9: Grotere beworteling Ø 1,5 – 3 cm op 80 cm -mv

(12)

Profielkuil 2

De tweede profielkuil is gegraven op circa 3 m afstand van de stam van de zomereik (boom 24) aan de zuidoostzijde van het schoolgebouw. De verwachting is dat bij de nieuwbouw van het schoolgebouw de fundering tot op deze afstand wordt uitgegraven.

De profielkuil heeft een diepte van 80 cm, zie afbeelding 10. Tot op een diepte van 80 cm wordt humeuze, donkerbruine teelaarde aangetroffen. Handmatig is vastgesteld dat bodem tot 40 cm –mv verhoogd verdicht is. In de toplaag van 40 cm worden slechts extensief haarwortels aangetroffen.

Van 40 tot 80 cm –mv wordt de grond losser en de beworteling intensiever. In dit deel van het profiel wordt zeer intensief haarbeworteling aangetroffen. Daarnaast zijn er drie grotere wortels Ø 1,5 – 3 cm aangetroffen.

Vanaf 80 cm –mv wordt humusloos wit zand aangetroffen. Door de abrupte overgang in grondsoort heeft het water moeite om te infiltreren. De grote intensiteit aan wortels net boven deze grensovergang duiden erop dat de boom op deze diepte veel vocht opneemt, zie afbeelding 11.

Afbeelding 10: Overzichtsfoto profielkuil 2 Afbeelding 11: Grotere wortels Ø 1,5 – 3 cm net boven de overgang in grondsoort op 80 cm -mv

(13)

Profielkuil 3

De profielkuil is gegraven nabij boom 8 (Zweedse lijsterbes), ter hoogte van het huidige hek, zie afbeelding 12. De verwachting is dat bij de nieuwbouw van het schoolgebouw de fundering tot op deze afstand wordt uitgegraven.

De profielkuil heeft een diepte van 80 cm. Het gehele profiel bestaat uit humeuze, donkerbruine teelaarde. In het gehele profiel worden slechts extensief haarwortels aangetroffen, zie afbeelding 13. Grotere wortels > Ø 1,5 cm worden in het profiel niet aangetroffen. De verwachting is dat de wortels zich meer aan de gazonzijde van de boom bevinden.

Afbeelding 12: Overzichtsfoto profielkuil 3 Afbeelding 13: Extensieve haarbeworteling in profielkuil 3

(14)

Boring 3

De laatste boring is uitgevoerd nabij boom 9, ter hoogte van het huidige hek. De verwachting is dat bij de nieuwbouw van het schoolgebouw de fundering tot op deze afstand wordt uitgegraven.

Het profiel bestaat tot 110 cm –mv uit (licht) humeuze, bruine teelaarde, zie afbeelding 14. In het gehele profiel worden brokken fijn puin aangetroffen. In het profiel worden slechts extensief haarwortels aangetroffen. Vanaf 110 cm –mv wordt wit zand aangetroffen. Hierin zijn geen wortels waargenomen.

(15)

3 Effecten analyse

In dit hoofdstuk wordt het voorgenomen inrichtingsplan beoordeeld op mogelijke consequenties voor de bomen. Alle negatieve effecten die het voorgenomen ontwerp direct en/of indirect hebben op de boven- en ondergrondse situatie van de bomen worden in dit hoofdstuk beschreven.

3.1 Voorgenomen werkzaamheden

Projectomschrijving

Het huidige schoolgebouw wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Hiervoor is een voorlopig ontwerp opgesteld. Het voorlopig ontwerp is tevens opgenomen in bijlage 1.

Uitgangspunt

Het uitgangspunt is het duurzaam behoud van de bomen bij realisatie van de voorgenomen ontwikkelingen.

3.2 Te verwachten knelpunten

Effect wortelgestel

Door de nieuwbouw verdwijnt de ruimte voor boom 22 en 23. Duurzaam behoud van boom 22 en 23 is in het voorlopige ontwerp niet mogelijk.

Boom 24 zal door de geplande werkzaamheden 25 – 40 % van de wortels verliezen. Een dergelijk wortelverlies is onacceptabel⁵ en leidt tot een structurele conditievermindering en verlaagde toekomstverwachting.

Ter hoogte van boom 13 t/m 17 worden in het voorlopig ontwerp parkeerplaatsen gerealiseerd.

Hierdoor verdwijnt de groeiplaats van de betreffende bomen deels of helemaal. Zonder maatregelen geldt dit in alle gevallen tot een wortelverlies van > 40 %. Een wortelverlies van 40 % is onacceptabel en leidt tot stabiliteitsrisico’s en ernstige conditievermindering. Duurzaam behoud is in dat geval niet mogelijk.

Uitvoer van de werkzaamheden leidt bij de overige bomen (1 t/m 12 en 18 t/m 21) in het projectgebied tot een wortelverlies van < 10 %. Een dergelijk percentage wortelverlies is acceptabel en heeft nauwelijks of geen gevolgen voor de conditie van de boom.

(16)

Effect stam en kroon

Tijdens de werkzaamheden is er een verhoogd risico op schade aan de stammen en kronen. Met uitzondering van de bomen 1 t/m 12, geldt dit voor alle bomen in het projectgebied. Om schade tijdens de werkzaamheden te voorkomen is toepassing van een deugdelijke boombescherming noodzakelijk.

Effect groeiplaats

Als gedurende de werkzaamheden de bodem onder de kroonprojectie van de bomen wordt belast met zwaar materiaal en materieel raakt de bodem verhoogd verdicht. Dit heeft structurele conditievermindering van de bomen tot gevolg. Met name bij de bomen 13 t/m 17 en 24 worden negatieve gevolgen verwacht.

Effect vochtvoorziening

Het grondwater bevindt zich deels binnen en deels buiten het bereik van de wortels. Om aan vocht te komen zijn veel haarwortels afhankelijk van capillaire werking. Verlaging van de grondwaterstand kan tot gevolg hebben dat een groot deel van de haarwortels het grondwater niet meer kan bereiken.

Verlaging van de grondwaterstand is daarom alleen acceptabel indien dit plaatsvindt buiten het groeiseizoen. Verlaging van de grondwaterstand binnen het groeiseizoen is acceptabel mits dit niet langer duurt dan één week en dit niet wordt uitgevoerd tijdens extreem droge periodes.

(17)

4 Financiële boomwaarde

Voor de betreffende bomen binnen het plangebied wordt de boomwaarde berekend met behulp van de rekenmethode NVTB 2013. Deze rekenmethode is gebaseerd op de theoretische kosten, die gemaakt moeten worden om de betreffende bomen op dezelfde locatie te vervangen.

De boomwaarde wordt bepaald uit de kosten van het (her)planten van de bomen, plus de kosten van beheer en onderhoud tot de betreffende bomen in vergelijkbare mate de functie vervullen. Hierbij wordt rekening gehouden met de functionele ouderdom (afschrijving) van de betreffende bomen. De berekening bestaat in dit geval uit een aantal stappen:

 Het aanvangsformaat van de boom; op basis van de huidige plantsituatie wordt uitgegaan van herplant met een maat 14-16;

 De soortklasse is conform de klasse-indeling van de NVTB;

 De NVTB hanteert over het algemeen uitvoerende kosten per individuele boom. In deze situatie, met 24 bomen, zijn de uitvoerende kosten gereduceerd met 30%, meerdere bomen tegelijk planten geeft lagere kosten per boom;

 Doordat de bomen in een tuin staan zijn de beheerkosten verlaagd naar extensief.

 De periode tot functievervulling; De waarde van de bomen bestaat uit de kosten van het (her)planten van bomen, plus de kosten van beheer en onderhoud tot de betreffende bomen hun functie vervullen. Dit is tevens afhankelijk van de soort, standplaats en groeiomgeving van de betreffende bomen. Tot dit moment worden de kosten berekend. Na het moment van functievervulling volgt een afschrijving;

 Afgestorven bomen en bomen met een levensverwachting < 5 jaar zijn niet meegenomen in de waardebepaling, conform de richtlijn NVTB.

 De afschrijving is annuïtair. Deze gelijkmatige afschrijving beïnvloedt de berekening van de boomwaarde na functievervulling.

 Doordat het gemeentelijke bomen betreft is de boomwaarde berekend exclusief BTW.

De boomwaarde is berekend met behulp van de rekenmethode van de NVTB 2013. In bijlage 4 zijn de resultaten per boom weergegeven.

De totale boomwaarde van de 24 bomen bedraagt afgerond: € 36.270,- exclusief BTW.

Deze waardebepaling is geregistreerd onder nummer 079-16-08.

Meer informatie en uitleg over de rekenmethode NVTB 2013 is te vinden op de site www.boomtaxateur.nl.

(18)

5 Conclusies en aanbevelingen

5.1 Conclusies

Het onderzoek heeft geleid tot de volgende conclusies:

 Door de nieuwbouw volgens het voorlopig ontwerp verdwijnt de groeiplaats van boom 13 t/m 17, 22, 23. Duurzaam behoud van deze bomen is niet mogelijk tenzij maatregelen genomen worden;

 Uitvoer van de geplande werkzaamheden leidt bij boom 24 tot een onacceptabel wortelverlies. Duurzaam behoud van deze boom is niet mogelijk tenzij maatregelen genomen worden;

 Diverse bomen hebben afgestorven takken in de kroon. De betreffende bomen zijn daarom aangemerkt als risicoboom;

 De bomen 5, 16 en 18 t/m 20 verkeren in slechte conditie. De levensverwachting is daarom teruggebracht tot < 10 jaar;

 De bomen 7 t/m 15, 17 en 24 hebben een redelijke conditie.

5.2 Aanbevelingen

Voor de aanbevelingen wordt tevens verwezen naar de tekening in bijlage 2. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende aanbevelingen:

Boom 1 t/m 12

Ten aanzien van boom 1 t/m 12 worden de volgende aanbevelingen gedaan.

 Voor aanvang van de werkzaamheden wordt de gehele bomengroep afgezet met bouwhekken, zie bijlage 2. Het gebied binnen de bouwhekken wordt aangewezen als boombeschermingsgebied. Hier mogen geen werkzaamheden plaatsvinden en mag geen materiaal en materieel worden gestald.

 Gezien de slechte conditie van boom 5 wordt aanbevolen om deze boom te rooien.

(19)

Boom 13 t/m 17 Optie 1

De bomen hebben een beperkte conditie. Uitgaande van ongewijzigde groeiplaatsomstandigheden hebben de bomen nog een levensverwachting van maximaal tien jaar. Aanbevolen wordt om deze bomen, gezien de beperkte levensverwachting niet in te passen in het definitieve ontwerp. Aanbevolen wordt om voor een bedrag dat gelijk is aan de monetaire waarde van boom 13 t/m 17, nieuwe bomen in te passen in het ontwerp.

Optie 2

Indien behoud van de betreffende bomen toch wenselijk is zijn de volgende maatregelen noodzakelijk:

 In het voorlopig ontwerp zijn ter hoogte van boom 13 t/m 17 parkeerplaatsen gesitueerd.

Deze parkeerplaatsen dienen in het definitieve ontwerp te komen vervallen.

 De boomspiegels moeten worden vergroot en de groeiplaats dient te worden verbeterd.

Aanbevolen wordt om na de werkzaamheden groeiplaatsverbetering toe te passen. Onder de kroonprojectie mag geen verharding worden aangebracht. Onder de gehele onverharde kroonprojectie de bodem ploffen en vervolgens mulch aanbrengen;

 Voor aanvang van de werkzaamheden dient de kroonprojectie van de bomen te worden afgezet met bouwhekken, zie bijlage 2. Het gebied binnen de bouwhekken wordt aangewezen als boombeschermingsgebied. Hier mogen geen werkzaamheden plaatsvinden en mag geen materiaal en materieel worden gestald.

Voor beide opties geldt:

Gezien de slechte conditie van boom 16 wordt aanbevolen om bij beide opties deze boom te rooien.

Boom 18 t/m 20

Ten aanzien van boom 18 t/m 20 worden de volgende aanbevelingen gedaan:

 De kroon van de bomen rondom innemen tot een diameter van circa 10 m;

 Afgestorven- en mechanisch zwaarbelaste takken verwijderen;

 De kroonprojectie van de bomen afzetten met bouwhekken, zie bijlage 2. Het gebied binnen de bouwhekken wordt aangewezen als boombeschermingsgebied. Hier mogen geen werkzaamheden plaatsvinden en mag geen materiaal en materieel worden gestald;

 Aanbevolen wordt om na de werkzaamheden groeiplaatsverbetering toe te passen. Onder de kroonprojectie mag geen verharding worden aangebracht. Onder de gehele onverharde kroonprojectie de bodem ploffen en vervolgens mulch aanbrengen;

Boom 21

(20)

Boom 22 en 23

De groeiplaats van boom 22 en 23 verdwijnt in het voorlopig ontwerp. Aanbevolen wordt om het ontwerp hier niet op aan te passen en beide bomen te rooien.

Boom 24

Gezien de huidige habitus en omvang van boom 24 is duurzaam behoud wenselijk. Gelet op het voorlopig ontwerp is duurzaam behoud echter niet mogelijk. Om boom 24 toch duurzaam te kunnen behouden worden de volgende aanbevelingen gedaan:

 Het voorlopig ontwerp dient te worden aangepast. Tot 1 m buiten de kroonprojectie van de boom mag geen bebouwing worden gerealiseerd. Daarnaast mag buiten de huidige verharding niet meer verharding onder de kroonprojectie worden aangebracht;

 Afgestorven- en mechanisch zwaarbelaste takken dienen te worden verwijderd;

 De groeiplaats dient gedurende de werkzaamheden tot 1 m buiten de kroonprojectie te worden afgezet met bouwhekken, zie bijlage 2. Het gebied binnen de bouwhekken wordt aangewezen als boombeschermingsgebied. Hier mogen geen werkzaamheden plaatsvinden en mag geen materiaal en materieel worden gestald;

Aanbevolen wordt om na de werkzaamheden groeiplaatsverbetering toe te passen. Onder de gehele onverharde kroonprojectie de bodem ploffen en vervolgens mulch aanbrengen.

(21)

ENTREE ONDERBOUW - PSZ

BOVENBOUW

WUOBNEDDIM

HOOFDENTREE

N

1 2 3 4

5 6

7 8 9

10 11 12 14 13

15 16

17

18 19 20

21 23 22 24

^B2_P2

P1

B1

P3 B3

Toegang bouwterrein

(22)

ENTREE ONDERBOUW - PSZ

BOVENBOUW

WUOBNEDDIM

HOOFDENTREE

N

VOORLOPIG

1 2 3 4

5 6

7 8 9

10 11 12 14 13

15 16

17

18 19 20

21 23 22 24

Bomen Effect Analyse Basisschool ‘De Korenaar’

gemeente Eindhoven (20160267)

Opdrachtgever Contactpersoon Opdrachtnemer

Gemeente Eindhoven Mevr. van der Padt Van Helvoirt Groenprojecten BV Acer platanoides (Noorse esdoorn)

Betula pendula (ruwe berk)

Chamaecyparis lawsoniana (lawsoncipres) Fraxinus excelsior (gewone es)

Liriodendron tulipifera (tulpenboom) Platanus x hispanica (gewone plataan) Quercus robur (zomereik)

Legenda

(23)

Bijlage 3: Boomgegevens

Nr. Boomsoort (latijnse naam)

Boomsoort

(Nederlandse naam) Standplaats Stamdiam. in cm

Stamomtrek

in cm Levensfase Kroonvorm Onderhouds-

toestand Conditie Leeftijds-

indicatie Verplantbaarheid Opmerkingen Kwaliteit Levensverwac

hting in jaren Zorgplicht Flora/Fauna

1 Acer platanoides Noorse esdoorn gazon 47,0 148 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Goed 30 nee Goed > 15 Normaal Nee

2 Acer platanoides Noorse esdoorn gazon 56,0 175 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Goed 30 nee Afgestorven takken Goed > 15 Risico Nee

3 Acer platanoides Noorse esdoorn gazon 46,0 145 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Goed 30 nee Goed > 15 Normaal Nee

4 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes gazon 51,0 160 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Goed 25 nee Scheefstand Goed > 15 Normaal Nee

5 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 38,0 120 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Slecht 25 nee Afgestorven takken, zwamaantasting Slecht < 5 Risico Nee

6 Liriodendron tulipifera Tulpenboom beplanting 65,0 205 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Goed 30 nee Afgestorven takken Goed > 15 Risico Nee

7 Fraxinus excelsior Gewone es gazon 49,0 155 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Redelijk 30 nee Afgestorven takken Redelijk > 15 Risico Nee

8 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 65,0 203 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Redelijk 30 nee Redelijk > 15 Normaal Nee

9 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 53,0 165 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Redelijk 30 nee Redelijk > 15 Normaal Nee

10 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 59,0 184 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Redelijk 30 nee Afgestorven takken Redelijk > 15 Risico Nee

11 Fraxinus excelsior Gewone es gazon 48,0 152 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Redelijk 30 nee Afgestorven takken Redelijk > 15 Risico Nee

12 Ulmus glabra Ruwe iep gazon 59,0 185 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Redelijk 30 nee Redelijk > 15 Normaal Nee

13 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 36,0 112 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Redelijk 30 nee Redelijk 10-15 Normaal Nee

14 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 55,0 173 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Redelijk 30 nee Afgestorven takken Redelijk 10-15 Risico Nee

15 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 55,0 172 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Redelijk 30 nee Afgestorven takken Redelijk 10-15 Risico Nee

16 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 50,0 158 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Slecht 30 nee Afgestorven takken, zwamaantasting Slecht <5 Risico Nee

17 Sorbus intermedia Zweedse lijsterbes beplanting 47,0 148 volwassen vrije uitgroei Achterstallig M atig 30 nee Afgestorven takken, holte in de stam Redelijk 5-10 Risico Nee

18 Platanus x hispanica Gewone plantaan verharding 25,0 78 halfwas vrije uitgroei Achterstallig Slecht 20 ja Afgestorven takken Slecht 5-10 Risico Nee

21 Chamaecyparis lawsonianaCipres verharding 43,0 135 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Goed 20 nee Goed > 15 Normaal Nee

22 Salix babylonica 'Tortusa' Kronkelwilg beplanting 30,0 94 halfwas vrije uitgroei Aanvaard Goed 15 ja Goed > 15 Normaal Nee

23 Betula pendula Ruwe berk gazon 42,0 132 volwassen vrije uitgroei Aanvaard Goed 30 nee Goed > 15 Normaal Nee

24 Quercus robur Zomereik gazon 82,0 258 volwassen vrije uitgroei Achterstallig Redelijk 30 nee Afgestorven takken Redelijk >15 Risico Nee

(24)

Bijlage 4: Financiële boomwaarde

Nr. B o o mso o rt (latijnse naam) Klasse Functiecatego rie Ko sten plantgo ed Ko sten aanplant Ko sten nazo rg Ko sten beheer Waarde

1 A cer platano ides 1 1 € 150 € 55 € 65 € 15 € 2.022

4 So rbus intermedia 2 1 € 150 € 55 € 65 € 15 € 2.022

5 So rbus intermedia 2 1 € 150 € 55 € 65 € 15 € 0

6 Lirio dendro n tulipifera 3 1 € 160 € 55 € 65 € 15 € 1.595

7 Fraxinus excelsio r 1 1 € 120 € 55 € 65 € 15 € 2.050

11 Fraxinus excelsio r 1 1 € 120 € 55 € 65 € 15 € 1.915

12 Ulmus glabra 2 1 € 120 € 55 € 65 € 15 € 1.987

16 So rbus intermedia 2 1 € 120 € 55 € 65 € 15 € 0

18 P latanus x hispanica 2 5 € 140 € 55 € 65 € 15 € 814

21 Chamaecyparis lawso niana 2 5 € 140 € 55 € 65 € 15 € 814

22 Salix babylo nica 'To rtusa' 2 1 € 150 € 55 € 65 € 15 € 956

23 B etula pendula 2 1 € 120 € 55 € 65 € 15 € 465

24 Quercus ro bur 2 1 € 120 € 55 € 65 € 15 € 1.915

T o t a le bo o m wa a rde € 36.274