• No results found

De bogen tegen St Servaaskerk te Maastricht.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De bogen tegen St Servaaskerk te Maastricht."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

28" Jaargang. — 1 — Januari 1906, N° 1.

PRIJS P E R J A A R G A N G : Voor Nederland . . 2 50 gulden

» 't Buitenland . 3.— gulden Advertentiën: 10 cent per regel.

Dit blad verschijnt maandelijks onder redactie van de heeren A . J . A . F L A M E N T , Rijksarchivaris, DR P . D O P P L E R , Commies, en Jos. M . H . E V E B S E N , Adjunct-commies aan het Rijksarchief in L i m - burg.

De nadruk van artikels, buiten toestemming der schrijvers, is verboden.

Abonnementen, brieven on mededeelingen te bezorgen bij de uitgevers

B O O S T E N & S T O L S , Moesmarkt 16, Maastricht.

D e b o g e n t e g e n S t S e r v a a s k e r k te M a a s t r i c h t .

Tegen de westzijde van den narthex van St. Servaas- kerk staan twee kolossale steunbeeren, elk voorzien van een breede boogopening voor voertuigen en van een smalle Voor voetgangers.

Do onregelmatige plaatsing dezer gevaarten tegen den westelijken gevel der kerk bewijst dat zij eerst na den bouw van deze zijn opgetrokken, kennelijk omd&t zich in den narthex een zetting had geopenbaard.

Wanneer dit geschied is, kan slechts bij benadering borden opgegeven. De aard van het gebezigd materiaal

"— steen uit de bergen tusschen Arkenteil (Argenteau) en Wandre — moet doen besluiten tot een periode gaande tot omstreeks het jaar 1300; de halve cirkel der bogen moet den bouw doen terugbrengen tot vóór 1200; het ruwe werk verhindert aan te nemen dat deze beeren kort na den zeer zorgvuldigen bouw van den narthex (+ 800)

°Pgetrokken zijn. Waarschijnlijk moet men derhalve de X le en X I P eeuwen aanwijzen.

De zuidelijke beer is in hellende richting afgedekt.

De noordelijke heeft een horizontale afdekking. Dit staat in velband met een houten gaanderij, welke langs de Zuidzijde van dezen beer werd getimmerd en een ver- binding leverde tusschen de woning van den Proost en de kerk.

Deze woning, thans deel uitmakende van het gesticht

va n de Zusters van den H . Carolus Borromaëus en welke

uit het einde der Xe of het begin der X Ie eeuw dagtee- kende, is helaas voor weinige jaren door den architect Kaiser roekeloos afgebroken. Alleen is toen, op het laatste oogenblik, door mij de Oostelijke gevel, die enkele maan- den vroeger op Rijks kosten was gerestaureerd, gered geworden, alsmede een aantal zeer zeldzame gebakken vloertegels, welke thans zijn ingemetseld in den vloer van het lokaal boven den ingang naar den kloostergang langs de Noordzijde van den narthex.

Het beloop der houten gaanderij langs de zuidzijde van den noordelijken beer is nog goed te volgen. Men ziet nog de gleuven waarin de nokbalk van het dak en de vloerbalk lagen, alsmede een aantal kraagsteenen waarop de karbeelen steunden ; eindelijk de deuropening waardoor men in den narthex k w a m .

Onder die gaanderij, in den pijler tusschen de kleine en de groote boog zag men tot voor korten tijd eenig metselwerk in baksteen. Ik heb dit doen wegbreken en bevonden dat dit metselwerk een oorspronkelijke nis verborg, waarvan de vorm aanduidde dat er een zittend beeld in geweest was. Thans heb ik er wederom zulk een beeld in doen plaatsen, voorstellende de H . Maagd met het zegenend kind Jezus. Het is op voortreffelijke wijze in den stijl der X I I8 eeuw door Dr. P. J . H . Cuypers vervairdigd. die zich daarbij inspireerde op een drietal beelden, afkomstig van de gesloopte kerk van Nieuwe Niedorp en thans bewaard in 's Rijks museum te A m - sterdam.

Victor de Stuers.

(2)

- 2 In het nummer van September 1905 N° 9 p. 65, deeldeikmede.dat de verminking van het „Brabantsch gouvernement" verricht was door den architect Hadelin H a l k i n . Ik verneem van den Luikschen architect S. Ré- mont, dat deze de verantwoordelijkheid van het gepleegde wandalisme aanvaardt en dat de Heer Halkin slechts zijn medewerker is.

Victor de Stuers.

I n h u l d i g i n g t e M a a s t r i c h t van Franciscus Antonius Lambertus Gilissen,

als PRIMUS V A N L E U V E N , 24 Augustus 1784.

Medegedeeld door P. Doppler.

Toen Franciscus Antonius Lambertus Gillissen, (1) ge- boren te Maastricht den 1 0 Auguftus 1 7 8 4 , te Leuven tot primus was geproclameerd, besloot de Raad van Maastricht in zijne vergaderng van 1 2 Augustus d. a. v.

dit heugelijk feit te gedenken en hem eerbewijzen aan te doen. De leden van den Raad benoemden uit hun midden eene commissie om een plan van feestelijke ontvangst te beramen, deze voor te bereiden en stelden ter harer beschikking eene som van 6 0 0 guldens om daarvoor eene gouden en een zoo groot mogelijk aantal zilveren herinneringsmedaljes te laten slaan of wel een passend zilverstuk te laten vervaardigen of aan tekoopen. Namens deze commissie werd in de daaropvolgende vergadering van 20 Augustus, door den burgemeester J . A J . Olislagers medegedeeld, dat aangezien g^en tijd meer was voor het slaan van de gouden en zilveren medaljes, de leden der commissie omgezien hadden naar een passend geschenk in zilver en er te L u i k een gevonden hadden ter -vaarde van ongeveer 800 gulden. De leden van den Raad keurden dat voorstel goed en tot aankoop werd b e s l o t i D i t geschenk bestond uit twee zilveren kandelaren en eenen schotel op drie poten, geciseleerd en gegraveerd.

In het midden van den schotel, onder het wapen der stad, vastgehouden door een amor, is door volgend inschrift die schenking gerememoreerd:

(IJ Hij werd den 15 Maart 1764 gedoopt in de parochiekerk der H . Catharina en was de zoon van W . Gilissen J . IJ. L . oud schepen van Luiksche zijde van Maastricht en Hoog Drossaard des lands van Dalhem wegens zijne kiezerlijke Majesteit, en van M . de Fromenteau, dochter van Frans Matheus de Fromenteau, Treso- ner-Generaal en eerste Minister van den hertog van Lotharingen en Bar en van de Franquinet.

Quod Franc. Anton. Lamb.

de Gillissen Mosae Traiectinus

I V Idus. A u g . in Almae Universitatis Lovaniensis Generali Promotione A r t i u m

Primus Proclamatus fuerit Hoe ei monumentum Pridie Idus A u g .

Senatus Indivisus Civitatis Mosae Traiectensis

ex Aerario publico decrevit CIO 10 CC L X X X I V .

Een dergelijk inschrift, doch verkort, is op de voorzijde van den voet der beide kandelaren gegraveerd.

Deze drie voorwerpen zijn thans eigendom van baron Henri de Watremont te Born, die ze in het afgeloopen jaar tentoon heeft gesteld in de Afdeeling „1'Art A n c i e n " der Internationaal tentoonstelling te L u i k .

In den „Catalogue génêral" van die afdeeling zijn ze onder nummers 4241 en 4242 aldus beschreven:

„4241. Plateau sur trois pieds en argent ciselé.

Marli mouluré décoré a 1'extérieur de noeuds de rubans ajourés, a 1'intérieur de guirlandes fruitées et fleuries. L e fond porte les armes de la ville de Maestricht que tient suspendues un amour aux ailes déployées et 1'inscripton (zie hierboven)

' P . Velbrück. - D . : Om 35."

„4242. Chandeliers (paire) en argent coulé, ciselé, et gravé. Pied circulaire, cautonné de trois consoles noyées reposant sur la plinthe et relieés par des chutes de fieurs a trois têtes debéliers. Balustre orné de guir- landes, d'une friso médaillée avec chute de draperies et s u r m o n t é d'un vase orné de m ê m e . Bobèche sertie d'une torsade d'olivier fruitée.

P . Sede vacante 1772. — Signé R E G N I E R FECIT.

D. : 0m 27.

De feestelijke inhuldiging van den Primus had te Maastricht plaats den 24 Augustus. Een beknopt ver- haal daarvan, alsmede van de aangebrachte versieringen, zoo van wege de verschillende autoriteiten der stad als van particulieren, werd in het licht gegeven:

B E K N O P T V E R H A A L der V R E U G D E - F E E S T , ter I N H U L D I G I N G van den W e l Edele en zeer Geleerde Heer.

F R A N C I S C U S A N T O N I U S L A M B E R T U S G I L L I S S E N PRIMUS i n de Philosophie der Hooge School van L O V E N

Ingehuldigt binne MAESTRICHT den X X I V Augusti M D C C L X X X I V .

(3)

- 3 -

g e d r u k t :

T e M A E S T R I C H T , B y H. J. Landtmeter, B o e k d r u k k e r e n B o e k v e r k o p e r , i n de K l e i n e S t a a t , N ° V I I , i n de

d r i e K r o o n e n .

Met P R I V I L E G I E d e r beide G E N A D I G E H E E H E N e n P R I N S E N . H e t beslaat 1 2 b l a d z . K I . 4 ° e n i s g e v o l g d o p b l a d z . 1 3 e n 1 4 v a n :

L I E R Z A N G

T e r I n h u l d i g i n g v a n d e n W e l E d e l e e n zeer G e l e e r d e n H e e r F R A N S I S K U S A N T O N I U S L A M B E R T U S G I L L I S S E N , P R I M U S i n de W y s g e e r t e o p de H o o g e S c h o o l v a n

L o v e n . M D C C L X X X I V .

B i j d i e g e l e g e n h e i d w e r d e n n o g m e e r a n d e r e g e d i c h t e n e n feestgezangen v e r v a a r d i g d . D a a r v a n b e z i t t e n w i j o n d e r a n d e r e n b e h a l v e h e t v o o r m e l d Beknopt Verhaal n o g :

O R N A T I S S I M O , D O C T I S S I M O Q U E D O M I N O , F R A N C I S C O A N T O N I O L A M B E R T O

G I L L I S S E N M O S A E - T R A J E C T I N O , F L O R E N T I S S I M I P A E 1 M G . L I L I E N S I S

P H I L O S O P H O E M E R I T O , I N P Ü B L I C O Q U A T Ü O R P A E D A G O G I O R Ü M

C O N C U R S U P R I M O I N A R T I B U S , S O L E M N I T E R R E N U N T I A T O

L O V A N I I X V I I A U G U S T I M D C C L X X X I V .

C A R M E N .

O D E .

E t y p o g r a p h i a J o a n . P e t . G e o r g . M i c h e l .

E g r e g l o J T J V e n l A n t o n l o F r a n C I s C o L a M b e r t o

G I L L I s s e n T r a J e C t l n o

I n L I L I o P h I L o s o p h I a e L a V r V

C o r o n a t o .

E t y p o g r a p h i a J o a n . P e t . G e o r g . M i c h e l .

V R E U G D E — G E Z A N G E N

O v e r d e n g l o r i e u s e n i n t r e e v a n d e n A l d e r - geleersten H e e r

F R A N C I S C U S A N T O N H J S L A M -

B E R T U S G I L L I S S E N , P R I M U S

i n de b e r o e m d e U n i v e r s i t e y t v a n L o v e n : Verwillekomt in de Wijd vermaarde Stad M A E S T R I C H T

den 24 Augustus 1784 S t e m m e : M a g d e k e n s zoet, J . B . C o m p o s é . G e n j m t door J a n B a p t i s t , z a n g e r e n c o m p o n i s t .

V R E U G D E — Z A N G .

O p d e n t r i u m p h a n t e n i n t r e d e v a n d e n a l l e r g e l e e r d s t e n heere m i j n - h e e r

F R A N C I S C U S A N T O N I U S L A M B E R T U S G I L L I S S E N g e b o r t i g v a n de s t a d M a e s t r i c h t e n o n l a n g s g e p r o c l a m e e r t

a l s P r i m u s

der P h i l o s o p h i e i n de v e r m a e r d e U n i v e r s i t e y d v a n L o v e n , z y n e n I n t r é e doende

b i n n e n M a e s t r i c h t , o p don 2 2 A u g u s t i 1 7 8 4 . Op de loij'se van den ouden Man.

G E R I J M T e n G E Z O N G E N d o o r J . D E M E Ï E R E .

B i j d i e g e l e g e n h e i d w e r d door de o u d e r s va.n d e n P r i m u s een d i n e r e n b a l aangeboden a a n de A u t o r i t e i t e n der s t a d e n a n d e r e g e n o o d i g d e n . V a n de u i t n o o d i g i n g g e d r u k t , v r e e m d genoeg, op g e w o n e s p e e l k a a r t e n , b e z i t t e n wij een p a a r e x e m p l a r e n :

Mr Ie C o m m i s s a i r e I n s t r u c t e u r K e r e n s et m a dm s o n t p r i é s de faire 1 ' h o n n e u r a M r . et M a d . de G i l l i s s e n , d ' a s s i s t e r a u B a l , q u ' i i s d o n n e r o n t , a u Moulinet ( 1 ) , l e 2 5 d ' A o u t , a 1'occasion de 1 ' E n t r é e S o l e m n e l l e , de l e u r fils, d a n s c e t t e V i l l e c o m m e P R I M U S de L O U V A I N .

De S o c i ë t e i t de E m u l a t i e g a f bij d i e gelegenheid o o k een b a l , w a a r v a n w i j i n s g e l i j k s een u i t n o o d i g i n g s k a a r t j e b e z i t t e n :

M o n s . l e C o m m i s s a i r e I n s t u c t e u r K e r e n s e s t p r i é d e faire 1 ' h o n n e u r a u x M e s s i e u r s d u c o r p s , d ' A e m u l a t i o n d ' a s s i s t e r a v e c s a D a m e a u B a l et S o u p e r b o u r g e o i s , q u ' i i s d o n n e r o n t k l a M a i s o n de S t . A n t o i n e l e 2 6 A o u t a 8 h e u r e s , a l o c c a s i o n de 1 ' E n t r é e s o l e m n e l l e de M r . D E G I L L I S S E N d a n s c e t t e V i l l e c o m m e P R I M U S de L O U V A I N .

K a n i e m a n d d e r l e z e r s i n l i c h t i n g e n g e v e n o v e r h e t h i e r v e r m e l d e „ M a i s o n de S t . A n t o i n e ? "

(1) Le Moulinet, de windmolen, was het voornaamste restaurant van Maastricht. Het lag in de Groote Staat bij het Vrijthof op den hoek bij den ingang der Predikheerenkerk (naderhand stadsmagazijn).

Een steen met windmolen in den gevel van het tegenwoordig aldaar gelegen huis, bewoond door de wed. F . La Kose-Stielen, herinnert nog aan dat restaurant.

(4)

4

Nachklange von der Lütticher Weltausstellung.

Aachen, den 21 Nov. (1905).

Die Weltausstellung in Lüttich hat mit dem 6. d Mts.

ihr Ende erreicht und gegenwartig ist man damit be- scbaftigt, die der Ausstellungsleitung anvertrauten Ge- genstande an ihre Eigentümer züruckgehen zu lassen.

Ein nie dagewesener Erfolg is dem Unternehmen beschieden gewesen, so r ü h m t sich die Leitung in einem Rund- schreiben, das sie vorkurzem an die Aussteller versandt hat.

Es klingt fast wie Spott gegenüber der Tatsache, dass die berechtigten Forderungen und W ü n s c h e dei letzteren durchgangig unbefriedigt gebheben sind. Irsbesoi.it..re bei den Ausstellern in der Abteilung für alte Kunst eind nachtraglich vielfache Klagen lauo geworden. Es halt ja schwer, bei einem Unternehmen wie einer Weltaus- stellung es allen recht zu machen, aber viele Vtirseben hatten doch bei etwas mehr Umsicht und weniger Knickerigkeit leicht vermieden werden können Nach den Ausstellungsbedingungen sollte z. B. in der ^enannten Abteilung jeder Aussteller als Gegengabe für seine Be- mühungen und Auslagen (man denke nuran die schrift- lichen Mitteilungen, Verpackungskosten u s w i eine freie Eintiittskarte für die Dauer der Ausstellung, ein Exemplar des Katalogs in der Luxusausgabe und niplom oder eine Medaille erhalten. Man hatte nun z w a r t e n dürfen, dass diese Dinge den Berechtigten zugeschickt worden waren, und zwar die Eintrittskarte alsbald nach Empfang der Ausstellungsgegenstande, der Katalog nach seinem Erscbeinen i m Sommer und das Diplom oder die Melaille am Scblusse der Ausstellung. Nichts von alle- dem! Einem Aussteller aus Aachen, der die Eintritts- karte reklamierte, wurde der Bescheid zu teil, dass er zunachst seine Photographie einsenden solle Nun war der Reklamant zufallig nicht im Besitze sein>s Km t<>rfeis und ein solches ad hoe herstellen lassen, woll' . r der Kosten halber nicht. E r verzichtete also auf die Freikarte und zog es vor, das Eintrittsgeld beim Besüct'6 der Ausstellung zu erlegen. E i n anderer Aussteller. ebenfalls aus Aachen, der von vornherein auf den Bezug der Freikarte verzichtet hatte, beschwerte sich über die Nicht- zusendung des Katalogs. Man entschuldigte sich mit vieler Arbeit, machte auf die hohen Portokosten (!) im Falie der Ueberseniung aufmerksam und versprach, bei der Rückgabe der ausgestellten Gegenstande den Katalog beizufügen. Dass aber ein Katalog nach Schluss der Ausstellung keinen praktischen Wert mehr hat, weiss wohl auch die Ausstellungsleitung. Uebrif eens wurde dem-

selben Aussteller noch ein anderes Missvergnügen bereitet.

Nachdem ihn die Ausstellungsleitung trots mehrfacher Erinnerung viele Wochen lang auf die Anzeige von dem Eingang der ihr auf ihren ausdrücklichen W u n s c h zur Ausstellung übersandten Gegenstande hatte warten lassen, traf endlich die Empfangsanzeige mit — Strafporto ein.

Handelte es sich dabei auch um keinen erheblichen Geldbetrag, so war doch das ganze Verfahren der A u s - stellungsleitung geeignet, eine unzufriedene Stimmung hervorzurufen, und das um so mehr, als i m vorliegenden Falie die Beziehungen des Ausstellers zu der Leitung und seine vielen i m Interesse der Ausstellung aufgewandten Mühen eine besondere Rücksichtnahme erheischt hatten.

Wie mag es, so fragt man sich unwillkürlich, unter weniger günstigen Umstanden vielen anderen Ausstellern ergangen sein ? Wahrlicb, die Erfahrungen, die man an der Lütticher Weltausstellung wenigstens in der kunst- historischen Abteilung gemacht hat, sind nicht danach angetan, zur Beteiligung an weiferen derartPen Unter- nehmen in Auslande aufzumuntern. Die Unzufriedenheit in den wissenschaftlichen Kreisen hat sich deren auch bereits in den Besprechungen des Katalogs für die A u s - stellurg der alten Kunst Luft gemacht. So heisst es in der neuesten Nummer der Zeitschrift „De Maasgouw", die bekanntlich von dem Maestrichter Staatsarchivar A . J . A . Flament geleitet w i r d : „De Limburgsche kunstvoor- werpen zijn op sommige plaatsen treurig behandeld;

't is of men alles beter wilde weten dan uit Maastricht was opgegeven." Zur Begründung werden dann einige aller- dings charakteristifche Belege beigefügt. Nicht so schlimm ist es mit dem bestellt, was der Katalog über dio Aachener Ausstellungsgegenstande bringt, aber ganzlich fehlerfrei ist es auch nicht Ausgestellt waren von hier Raerener Steinzeug eine Anzahl Kaiserurkunden mit Goldbullen, mehrere Siegelstempel der Stadt und eine Tabaksdose aus der Zeit Ludwigs X V I . Die Besitzer der wertvollsten Kunstschatze in Aachen, wie zum Beispiel das Münster- stift, hitten wbhl auf Grund früher gemachter unange- nehmer Erfahrungen, ihre Beteiligung an der Ausstellung abgelehnt. Der zweittalteste stadtische Siegelstempel mit der Darstellung K a ï l s des grossen, der knieend der Gottes- mutter die von ihm erbaute Pfalzkapelle darbringt, wird unter Nr. 3172 dem 14. Jahrhuntert zugeschrieben, obgleich er tatsachlich dem 13. Jahrhuntert angehört, wie auch in den einleitenden Bemerkungen zu den Siegelstempeln richtig angegeben ist. Bei der Beschreibung einer Urkunde Friedrichs II, vom Jahre 1215 (Nr. 2018) wird K a r l der Grosse auffalligerweise durch Charles le Grand statt mit dem richtigen Cnarlemagne wiedergegeben. Im Uebrigen

(5)

- 5 - enthalten die den einzelnen Abteilungen vorgesetzten einführenden Bemerkuugen und insbesondere die ge- schichtliche und kunstgeschichtliche TJebersicht zu Anfang des Katalogs manches lesenswerte. U n d nun noch ein W o r t über die Medaille, welche den Ausstellern gemass den Ausstellungsbedingungen zugedacht worden ist. Sie ist ein höchst mittelmassiges Fabrikat moderner Kunst und die letzte Enttauschung, die den Ausstellern bereitet w i r d . A u f der Vorderseite sind drei Frauengestalten, Kunst, Industrie und Handel versinnbildend, in sitzender Stellung, auf der Rückseite eine ebenfalls sitzendo weibliche Figur, den Erfolg des Ausstellung in die Welt hinausposaunend, dargestellt. Namentlich die letzterd spricht durch die Nacktheit des grosseren Teils ihres Körpers bei durch geradezu abstossender Magerkeit wenig an. Dazu ent- behrt die Pragung der genügenden Scharfe, so dass man Erflndung und Ausführung auf gleiche Stufe stellen darf.

Damit genug. Der Aachoner Kunstsammler wird, wenn nochmals die Versuohung i m Auslande auszustellen, an ihn herantreten sollte, des alten S p r ü c h w o r t s eingedenk sein : A , bie, en net mie.

(„Echo der Gegenivart" Aachen, 22. Nov. 19ü5).

B E S C H R I J V I N G D E R Z E G E L S van v o o r m a l i g e

Venlosehe Regeeringspersonen,

door Jos. M. H. Eoersen. ' (Vervolg).

Derick van Beringen.

Schepen 1537—1559.

Vermeld in De Maasg., jg. 1880, p. 412.

Marcellis van Beringen.

Schepen 1589.

Z: Wapen: Doorsneden, I, boven, twee rozen naast

«lkaar geplaatst, II, onder, drie palen. Helm met vlucht.

O. Onleesbaar. Midd. 2,5 c.M.

Afdruk in gips op het Rijksarch. in L i m b . Jan van Beringen.

Richter 1589—1603.

Z. beschr. jg. 1880, p. 393 en 414 en jg. 1882, p. 667, afgeb. door v. B . , plaat I.

Wapen: Doorsneden, I, boven, twee rozen naast el- kander geplaatst, II, onder, drie palen. Half aanziende helm. Helmteeken eene vlucht.

Ch. van 1589, Nov. 8 - Schepenbr.; 1591, Juli 12 (Tr. aan ch. van 1438, Oct. 8) M . W . ; 1592, Nov.

15 - Schepenbr.; 1593, Nov. 19 - M . W . ; 1593,

Nov. 19 — M . W . ; 1595, Juni 2 - Schepenbr.;

1595, Nov. 29 (Tr, aan ch. van 1593, Nov. 19) M . W . ; 1600, Mei 19 — A n n . ; 1601, Jan. 24 — l d . ; 1601, A p r i l ê — M . W . ; 1601, Maart 28 - Schepenbr.; 1601, Nov. 11 - A n n . ; 1601, Dec.

19 - Schepenbr.; 1602, Febr. 16 — l d . ; 1603, Mei 23 (Tr. aan ch. van 1577, A u g . 24) A n n . Antonius van Beringen, overleden 17 Nov. 1618, gehuwd met Elisabeth Moeitz. ( A k t e van 22 A u g . 1617; reg.

met overdrachten).

Schepen 1 6 0 7 - 1 6 1 7 .

Zegelt: Doorsneden; I, boven twee rozen, naast elkan- der, II, onder, drie palen. Helm met dekkleeden. Helm- teeken eene vlucht.

O.: Anthonius van Beringen. Midd. 3 c.M.

Ch. van 1607, Oct. 31 — A n n . ; 1611, Oct. 17 - Schepenbr.; 1615, Febr. 23 - H . Geest.; 1617, Dec. 22 — Schepenbr.

Jan van Beringen, doet den 25 Sept. 1624 den eed als Raad van Venlo, gehuwd met Antonet N . (Hij overl.

20 A p r i l 1625).

Schepen 1 5 9 0 - 1 6 2 8 (De Maasg. jg. 1880, p. 414).

Zegelt: Doorsneden, I, boven twee rozen, naast elkaar, II, onder, drie palen. H e l m met dekkleeden. Helmteeken eene vlucht.

Ch. van 1628, Maart 11 - A n n .

Bertholt Mertenssoen.

Schepen 1 4 0 3 - 1 4 3 2 .

Z. beschr. jg. 1880, p. 397. Wapen: Een molenijzer, vergezeld rechts en links van een zespuntige sterretje.

0.: S. Bertolt Mertensson.

Ch. van 1403, Maart 25 — M . W . ; 1404, Mei 13

— K r . ; 1408, Mei 13 - Schepenbr.; 1408, Oct.

28 - M . W ; 1409, A u g . 23 - K r . ; 1410, Maart 17 - A n n . ; 1416, Nov. 10 - K r . ; 1417, A u g . 10 - M . W . ; 1418, A p r i l 28 en 1420, Juli 24 - K r . ; 1421, Febr 14 (Tr. aan ch. van 1408, Febr. 13 — Schepenbr.; 1421, Juni 15 — M. W . ;

1425 - Nov. 5 — K r . ; 1427, Juni 30 - M . W . ; 1427, A u g . 12 - K r . ; 1429, Mei 12 — l d . ; 1429, A u g . 14 - A n n . ; 1430, Nov. 30 - K r . ; 1431, J u l i 31 - l d . ; 1432, A u g . 23 - l d Reiner in gen (in de) Bethou. (Betouw-Betou).

Schepen 1580—1585.

Z. beschr. jg. 1880, p. 414, stelt voor een schepen- merk. 0. Beyner in gen Bethou, 1570. Midd. 3 c . M .

Ch. van 1582, Dec. 19 - K r .

(6)

6 -

Dirk in de Betou. (Dierick-Diederic in de Betow).

Schepen benoemd 8 April 1634—1636.

Z. beschr., doch foutief, jg. 1882, p. 667. Ziehier hoe het moet zijn: In het schild eene vlucht, tusschen de beide vleugels eene zespuntige ster. Helm met dekkleeden.

Helmteeken de figuur uit het schild. 0. onleesbaar. Midd.

3,5 c.M.

Afdruk in gips van zijn zegel uit het jaar 1634 op het Rijksarch. in Limb.

Een ander afdruk van een zegel van hem uit hetzelfde jaar is kleiner, doch vertoont dezelfde voorstelling met het O in de Bet Midd. 3 c.M.

N B . : Vorsterman van Oyen, in zijn Stam- en Wapen- boek van aanzienlijke Nederlandsche familiën, geeft dl.

II, p. 121 v. eene genealogie van de familie In de Betou, die als wapen voert: in keel eene ster van zilver met vijf punten. Helm met dekkleeden. Helmteeken de ster van het schild tusschen eene vlucht.

Onze beide schepenen zijn in die genealogie niet ver- meld. Uit eene zekere overeenkomst der wapenen meenen wij echter te mogen opmaken, dat zij tot dezelfde familie behooren.

Diederick in gen Betou, schepen, geh. met Hilleken Boonenbeckers (Overdr. v. Venlo, 27 Jan. 1635).

Johan in gen Betou, werd benoemd tot Raad van Venlo den 3 April 1634.

en eene beneden den balk. Aanziende open helm met wrong. Helmteeken: eene bij met uitgestrekte vleugels, van voren gezien.

N.B. Het helmteeken is niet duidelijk en kan ook één der vogels van het schild zijn.

Ch. van 1662, Maart 29.-Schepenbr.; 1679, Jan. 14 -Doos Kessel; 1682, Sept. 18 - Overkw. 1686,.

Juli 16 — H . Geest.

Joannes Byll — Byell.

Schepen 1535.

Zegelt met een scheponmerk. O. onleesbaar. MiddelL 2,5 c.M.

Gosuinus Beugels.

Schepen 1709-1722.

Z. beschr. jg. 1882, p. 672. Afb. door v. B. pl. I.

Wapen: Een schild met een uit de rechterzijde uit- komende berg, waartegen op een hert loopt, gevolgd van twee honden, achter elkander. Aanziende open helm met wrong. Helmteeken een waasend hert.

Afdruk in gips van zijn zegel uit 1709 op het Rijks- arch. in Limburg.

Willem Bex.

Schepen 1682.

Zegelt: een kruis met acht slangenkoppen, waartegen een hartschild rust, beladen met drie bladereren. O

Willem Bex.

Ch. van 1682, Juli 15 - Doos Overkw.

Hermannus de Bye (Bie): Raad van Venlo in 1647 en

1653. Schepen aangesteld en beëedigd den 10 Dec. 1659- 1686.

Z. beschr. jg. 1882, p. 671. Afgeb. door v. B. pl. I.

Een gewelfden dwarsbalk, bezet met drie vogels en ver- gezeld van drie hellende, zespuntige sterren, twee boven

Gordt Byll.

Schepen 1589-1602.

Z. beschr. jg. 1882, p. 667, afgeb. door v. B. pl. I. Het vertoont hetzelfde merk als van Joannes Byll, met dit onderscheid, de vertikale lijn is van onderen iets langer doorgetrokken en het schild wordt vastgehouden door een opgerichten griffoen met uitgespreide vleugels, den staart tusschen de achterpooten; in zijn bek houdt hij den kruiselings door elkander geslingerden band, die achter het schild uitkomt.

Ch. Van 1589, Nov. 9 - Schepenbr.; 1591, Juli 12:

— (Tr. aan ch. van 1438, Oct. 8) — M. W.; 1593, Nov, 1 - M. W . ; 1595, Juni 2 - Schepenbr.;

1595. Nov. 29 (Tr. aan ch. van 1593. Nov. 19}

- M W . ; 1597, Mei 19 — Schepenbr.; 1601, Jan.

24 - Ann.; 1601, April 9 - M. W.; 1601, Dec. 1 9 - Schepenbr.

Arnoldt Bloemarts.

Schepen 1688-1711.

Stadhouder 1699.— Geheimen Raad van zijne Keurv, Doorl. van d 9 Paltz. Overdr. 1 Oct. 1729.

Z. beschr. jg. 1882, p. 671. Afgeb. door v. B. pl. L Drie vierbladerige rozen, ieder aan den top van een gebla- derden steel (2 en 1). Een half aanziende open helm met wrong, waaruit een kameelskop? en hals, beladen met vier schuinbalken, opkomt, in den muil de drie stelen der rozen houdend, waarvan de middelste hoogar geplaatst is.

Ch. van 1711, Jan. 20 — K r .

Goert Eoegell.

Schepen 1506-1530.

Z. beschr. jg. 1880, p. 412, doch onvolledig: Een schild,

beladen met een beugelring; schildhouder een wildeman

of naakte vrouw, staande ten vollen lijve, houdende het

schild in de rechter hand, terwijl hij of zij in de linker,

(7)

7 welke langs het schild afhangt, een beugelring houdt.

O: S. Goert Boegel.

Ch. van 1508, A p r i l 20 - K r . ; 1508, Juli 10 - l d . ; 1509, Jan. 24 - l d . ; 1510, A u g . 20 — A n n . ; 1519, Febr. 25 (Tr. aan ch. van 1490, Mei 3) — K r . ; 1523, Maart 31 - K r . ; 1530, Juni 17 — K r . Jan Boegell.

Schepen 1 5 5 4 - 1 5 5 9 .

Zegelt met hetzelfde wapen; de schildhouder of houd- ster is hier naar rechts knielend voorgesteld.

0. onleesbaar. Midd. 2,5 c . M .

Afdruk in gips op het Rijks-arch. in Limburg.

Henrick Boenebecker.

Schepen 1 5 7 9 - 1 5 8 5 .

Z. beschr. jg. 1880, p. 414. Het vertoont een schepen- merk. O. Henrick Boenebecker. Midd. 2,5 c.M.

Ch. van 1582, Febr. 13 (Tr. aan ch. van 1578, Nov.

23) — Schepenbr.

Henrick Boener. Licenciaat in de Rechten, doet den 20 Dec. 1625 den eed als Raad van Venlo.

Zegelt met een scbepenmerk. Schildhouder: een naar rechts gewende griffoen. O : S. Herman Boener. Midd.

3,5 c . M .

Afdr. in gips op het Rijks-arch. in Limburg.

Herman ? Boener benoemd 3 A p r i l 1634 als schepen.

(Wordt vervolgd).

Volgend schrijven werd ons onder dagteekening van 27 December 1.1. toegezonden:

D E R E D A C T I E . Liége, le 27 Décembre 1905.

d Monsieur le Directeur de la Revue

„Maasgouw d Maestricht.

Monsieur.

J'ai 1'honneur de vous faire savoir q u ' a la suite de Tarticle de Monsieur V . de Stuers, votre correspondant, relatif a la destruction d'une colonnette, Place d'armes a Maestricht, article reproduit par le „Limburger Koe- rier," j ' a i envoyé a Mr de Stuers une rectification le 17 Nb r« dernier, un mois après, non sans s'être fait tirer 1'oreille, Mr de Stuers m'a répondu le 16 Décembre qu'il ö'avait rien a changer a son article. Je viens vous prier, Monsieur le Directeur, d'avoir 1'extrême obligeance de

publier dans votre revue la lettre ci-jointe que je viens de faire parvenir a Monsieur de Stuers.

Confiant dans votre impartialité je vous prie Monsieur, d'agréer l'assurance de ma considération distinguée.

S. RÉMONT, Architecte, Quai de 1'Industrie 19

a Liége.

C i joint vous trouverez le croquis de cette fameuse colonnette :

Liége, 22 Décembre 1905.

d Monsieur Victor de Stuers d Maastricht.

Monsieur.

J'ai pris connaissance du fait que vous relatez dans la Revue „Maasgouw" et que le Journal „Limburger Koerier" a reproduit le 7 Novembre dernier, fait qui s'est passsé i l y a de longs mois et auquel vous paraissez donner, bien tard, une importance extraordinaire. E n voici le r é s u m é : „L'architecte de Monsieur Pyls, Monsieur

„Hadelin Halkin a fait bêtement et inutilement détruire

(8)

8 -

„une colonnette de la facade de l'ancien hotel du soi-

„disant gouvernement brabancon occupé actuellement par

„la Banque Sud-Limbourgeoise a Maestricht, colonnette

„d'une grande valeur artististique etc. etc.

Permettez-moi de vous faire savMr, que vous vous êtes d'abord trompé d'adresse ; c'est moi signataire de la présente qui suis 1'architecte de Monsieur Pyls, et Mon- sieur Hadelin Halkin est mon collaborateur. Ensuite, Je vous prie de croire que, autant que vous, je suis un grand amateur et t r é s respectueux des belles choses anciennes et autres. Cette colonnette composée d'un fut et d'un chapiteau, absolument dépourvue d'ornementation n'avait qu'une valeur artistique insignifiante. Sa démo- lition s'imposait puisqu'elle se trouvait être en plein sur la propriété de Monsieur Pyls et sa destruction était nécessaire puisqu'elle faisait corps avec les pierres de la facade voisine, auxqtelles il nous était interdit de toucher.

J'ose espérer Monsieur, q u ' é t a n t donné les explications, vous voudrez bien être assez aimable pour reconnaïtre que le fait en question a été considérablement exagéré, que mieux informó vous auriez été plus poli a mon égard et que vous ne niariquerez pas d'en faire part a la revue „Maasgouw" et le „Limburger Koerier".

Recevez Monsieur mes civilités distinguées

S. Eémont, architecte, Quai de llndustrie 19 a Liége.

Overeenkomst tusschen den abt van Averbode en den graaf van Gelre

aangaande de collatie der kerk te Roosteren.

1330 — Juni 10.

Nos Johannes Dei paciencia abbas monasterii Averbodien- sis, Premonstratensis ordinis, Leodienf.is dyocesis, notum facimus universis, presentibus et futuris, presentes literas visuris vel audituris, quod ad removendam omnem dis- cordiam super jure patronatus ecclesie de Rosusteren inter nobilem et potentem virum, dominum Reynaldum, comitem Ghelrensem, et nos, exstitit et existit concor- diter ordinatum, quod jus pratronatus ecclesie de Ro- susteren et ius presentandi rectorem ad eandem duabus vicibus successive ad prefatum dominum comitem et una vice ad nos pertinet. Quare recognoscimus per presentes, quod post istam collacionem secundam rredicti domini comitis, quam ad presens dedit Godefrido, clerico, filio Theodorici dicti Wambays, de Elmt, quamprimum va- caverit dicta ecclesia, nos eam conferre possumus et debemus, et post collacionem nostram, cum vacaverit,

potest et debet sepedictus dominus comes bis successive conferre et nos semel, et sic deinceps inter nos vicissim, ut prenotatum est, ad dictam ecclesiam presentabimus et eandem perpetuis temporibus conferemus.

In cuius rei testimonium sigillum nostrum presenti est appensum.

Datum anno Domini M C C C X X X , Dominica proxinia post festum beati Bonefacii.

(Naar den oorspr. brief No. 86, voorzien van het uit- hangende abtszegel in bronskleurig was. Vermeld bij Nijhoff, Gedenkw, I, No. 233).

Voor zoover mij bekend is, is deze, bij Nijhoff slechts vernielde, brief tot dusver nergens uitgegeven. A l s bijdrage tot de kerkelijke geschiedenis van Limburg, acht ik hem niet zonder belang, terwijl hij tevens uit een geographisch oogpunt aandacht verdient. De oudste vorm toch van den naam van het kerspel, Rosusteren, wijst op een vroegere nauwe betrekking tot het stadje Susteren. Niet onmogelijk is het, dat het prefix Ro in verband htaat met roden.

Boven een afschrift van dezen brief in het zoogenaamde oudste register staat: „Rosusteren off Roesteren Kercken- gifft", een bewijs dat omstreeks het midden der 15e eeuw toen genoemd register vervaardigd is, de samengetrokken vorm reeds gebezigd werd.

Arnhem. J. S. van Veen.

A N T W O O R D op de vraag in ,,Maasgouw" 1905, bladz. 90.

De heer Etienne (Stephanus) de Geloes, die in den optocht bedoeld is, als hulde brengende aan Keizer K a r e i V te Maastricht, is eerst in 1590 getrouwd, terwijl zijn vader, Jan de Geloes, in 1581 stierf en eerst in 156fr h u w d e ; dus is het Etienne zeker niet geweest, daar Karei V , vijftien jaren voor het huwelijk van zijn vader te Maastricht k w a m . Deze Jan de Geloes was heer van Bievene (Bever) in Henegouwen, stadhouder van den leen zaal van Curingen in het graafschap Loon en stad- houder van den „état noble" van L u i k (1). Met Karei V als Keizer of hertog van Brabant, in welke hoedanig- heid hij Maastricht bezocht, had deze heer de Geloes dan ook weinig betrekkingen, daar gelijk men weet de Zuidelijke Nederlanden in 1540 van het Duitsche Rijk zijn afgescheiden. Men had echter den heer de Geloes kunnen voorstellen als den Keizer complimenteerende namens den bisschop van L u i k alsmedeheer van Maastricht.

. A . J . A . F l . (1) Annuaire de la Noblesse de Belgique — 1856 p. 115'116.

Gedrukt bij BOOSTEN & STOLS, Maastricht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de volgende tabel wordt per bijlage een omschrijving gegeven. In de kolom &#34;type&#34; wordt aangegeven of de bijlage algemeen, voor een bepaald gebied of voor een

Sloop van de voormalige bedrijfsopstallen in ruil voor de realisatie van één nieuwe woning en het herbouwen van de bestaande bedrijfswoning.. Beide woningen krijgen

De uitzetting van deze kosten kunnen binnen het programma Ruimtelijke Ordening en volkshuisvesting worden gedekt (o.a. door hogere legesopbrengsten). -A C 25.000 I

In de Algemene Subsidieverordening van Beuningen toe te voegen dat deze verordening van toepassing is op alle subsidieverlening en -vaststelling door de gemeente Beuningen

Op basis van een advies van Twynstra en Gudde is afgesproken dat de subsidievoorwaarden op verstrekte beschikkingen door de Stadsregio Arnhem Nijmegen worden geëerbiedigd

Paviljoen het Buitenhuis is een meerwaarde voor de gemeente Beuningen en bruidsparen dienen steeds vaker een verzoek in om het huwelijk op deze locatie te laten voltrekken..

Het nieuw beleid wordt vanaf dit jaar niet meer gesplitst in &#34;onontkoombaar&#34; en &#34;overige voorstellen aan de raad&#34;. In de toelichting bij het nieuw beleid

Het plan maakt de realisatie van woningen op de begane grond mogelijk zonder dat het totaal aantal woningen toeneemt en dus de parkeerdruk toeneemt.. Door de