• No results found

Labour en het laboratorium

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Labour en het laboratorium "

Copied!
72
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A.P. Oele

Labour en het laboratorium

Kanttekeningen bij de rede van Harold Wilson op de jaarvergadering van de Labour Party, ge- houden te Scarborough op 1 okta,ber 1963.

De Leider van onze Engelse zusterpm,tij 1heeft de bevordering en de toepassing van wetenschappelijk 'en technologisch onder- zoek tot een voornaam politiek strijdpunt in de komende ver- kiezingen in Groot-Brittannië gemaaktt. In de speech van W,J!lson wordt een duidelijk verband a:angegeven tussen de revolutionaire voortgang van de toegepaste natuurwetensdhappen en de ver- wachtingen en doelstellin~gen van de Engelse Partij van de A_t,beid.

Al lezende on'l'komt men niet a:an de verleiding een vergelijking te b·effen tussen het strijdpunt van Latbour en dat, waarmede in ons land de Partij van de Arbeid de rverkiezingen is ingegaan. De neiging daartoe zal ons edhter niet mogen afhouden van een kri- tische en zakelijke beschouwing van de inhoud van Wilsons rede, waaraan in het kader van dit artikel aan:dadht zal moeten worden gegeven.

In de aar~hef van zijn rede stelt Wiloon op pakkende wijze dat En- geland meer dan ooit op nieuwe hu1pbmnnen is aangewezen om een eervolle plaats in de were1d •te behouden. Er is geen echte steun en geen enkel vaol'deel meer te halen uit de in het ,verleden verkregen relaties bij moeilij<k!heden in het internationale vlak Wil het land niet de bus missen in deze tijd met zijn grote veranderin- gen, dan 1zal het zidh in een ,versneld tempo aan de gewijzr~de orn-

standi~heden moeten aanpassen. Wilson spreekt in dit veroand op karakteristieke en onvertaalbare wijze van de onhoudbaarheid van 'the old~boy netwol'k approadh to life' en suggereert daarbij een conservatief denkpatroon, waarin men gevangen zit.

Uitvoerig oga:at WHson in op de verreikende gevolgen van de automatisering. Hij gebmH<'t zeer speotacullaire voo!J.ibeelden en ves- tigt de aandacht op het onmenselijk grote geheugen en de fan- tastisch snelle opeenvolging van bewetkingen en keuzemogelijk- heden van de moderne rekenmadhines. Dat hij daal'bij deze ma- chines ook het vermogen van 'judgmenil:' d.w.z. verstand, beoor- delingsvermogen toekent, gaat mij te ver, maar het zij hem graag vergeven.

819

(2)

Letterlijk stelt Wilson, dat zo er ooit een dwingende reden voor was, de automatisering het bestaansreoht van het socialisme wel bij uitstek aantoont. Alleen indien de technische vooruitgang een onderdeel vormt van planning op nationale schaal, kan de vooruit- gang aan de gehele natie ten nutte wovden gemaakt. Hij plaatst deze conclusie tegen de achtergrond van een aantal verontrusten- de verschijnselen. Eén daarvan is de geringe toename van het aan- tal arbe]dsplaa:tsen in de oudere industriegebieden van Engeland en Sdhotland. Een ander niet minder verontrustend gegeven is het a:antal van 10 miljoen nieuwe arbeidsplaatsen dat vóór 1975 in Groot-Brittannië moet wo11den geschapen ter wille van een volle- dige wer~gelegenlheid.

De enorme achterstand van het natuurwetenschappelijk onder- wijs ten opzichte van de Verenigde Staten en - in toenemende mate - ook ten opzichte van de USSR is een niet minder zorglijke zaak. Wilson hekelt het ontoelaatbare lage rendement van het En- gelse schoolsysteem op laag en middelba:ar niveau en tekent aan dat onder de conservatieve regering in de afgelopen tien jaren de uitbreiding van de universiteiten 30.000 tot 50.000 plaatsen achter- gebleven is bij het op zich zelf nog onvoldoend groeiende aantal kandidaten voor het universitaire onderwijs. Waar de Tories stre- ven naar een percentage van 5 pot. universitair geschoolden wil Wilsoa 10 pot. van de jeugd een universitaire studie laten volgen.

Ook aan de kant, waar de jonge wetenschappelijk geschoolden moeten worden opgevangen, is de zaak niet in orde. Vele bedrij- ven hebben nog niet geleerd van de potentiële mogelijlci1eden van deze mensen gebruik te maken en een daarbij behorende beloning te geven. Wilsou gewaagt van de vele jonge Engelse onderzoekers, die naar Amerika gaan werken en spreekt in dit verband van de 'brain drain'. Ook het oppotten van talentvolle wetensohapsbeoe- fenaars in nauwelijks serieuze defensieprojecten is niet de manier om de nationale economie te redden.

Het is hartverwarmend voor een technicus om een econoom en politicus als Wilsou zo nadrukkelijk bezig te zien met een pleidooi voor het primaat van natuurwetenschap en techniek. Nu is Enge- land een bijzonder land, waar in onze ogen soms vreemde dingen gebeuren en paradoxale toestanden bestaan. Het is dus de moeite waard om na te gaan of bij de keuze van het centrale thema door Wilsou een typisch Engelse situatie de doorslag heeft gegeven. Er is een aantal avgumcnten, dat daarvoor pleit.

In de eerste plaats is er de tweede rangsstatus van de tech- 820

(3)

Harold Wilson

821

(4)

niwhe 'redbrick'-urriversiteiten van voor de wereldnorlogen naast het Eton-Oxford-Gambridge' monopolie voor topfuncties. Een mo- nopolie, waar na de laatste oorlog met de bouw van nieuwe uni- versiteiten en de uitbreiding van bestaande natuurwetenschappe- lijke faculteiten nog slechts langzaam afbreuk aan wordt gedaan.

In samenhang hiermede zijn er de daar nog voortlevende re- miniscenties van de oude klassenmaatschappij, waarin door ve- len van de beste teohnici de topfuncties worden 'beschuuwd als goreserveer,de plaatsen voor de leden van wat Wi:lson noemde the olcl boy netwerk. Hier staat dan tegenover het in Engeland zo sterk levende besef van de ongekende mogelijkheden van de mo- derne natuurwetenschappen. Men denke slechts aan de science fiation van H. G. Wells en Prie~tley. Voorts is er de herinnering aan de op de eerste industriële revolutie gebaseerde macht van het Victoriaanse Engeland. En in het verlengde hiervan de ge- k-wetste nationale trots over de achteruitgang van de rol van Gmot-Brittamrië in de wereldpolitiek.

Wi'lson echter laat het niet bij een welsprekend bejammerde 'science gap' maar komt met richtlijnen voor een beleid, dat aan deze aohterstand een einde moet maken. Wilson wil een volledig bemand ministerie voor fundamenteel en natuurwetensdhappelijk onderzoek. Dit ministerie zal niet slechts dit onderzoek moeten stimuleren en coördineren maar tevens moeten zorgen daA: de resultaten van dit onderzoek door de industrie WOl'den gebruikt.

In lijn hiennede zal er ook een apart ministerie voor hoger onder- wijs moeten komen., daJt zal moeten zolègen voor de opleiding van belangrijk meer beoefenaren van de fundamentele en toegepaste natuurwetensdhap. Ten slotte wil Wilsou de uit de periode van de naoorlogse Lalbomregering daterende Raad voor Researdh en OntwitJ<1keHng meer mogelijkheden geven.

Nieuwe ill!dustrieën gebaseerd op de uitkomsten en het ontwik- kelingswerk van het op grote schaal verrichte oil!derzoek zouden in de eerste plaats in de nu noodlijdende gebieden moeten worden opgeriuht en onder controle van de overheid moeten blijven. Ook de verkoop en de exploitatie van de kennis resulterend uit het ont- wikkelingswerk ten bate van buitenlandse bedrijven moet meer de a·lgemene aandacht hebben. Wilson noemt in dit ve11band de behoefte aan ohemisohe bedrijven in de ontwikkelingslanden van de commonwea:lth. Ook de Russen zijn geïnteresseerd, zoais Wil- son in Moskou gebleken is. Hier zijn grote mogelijilffieden voor de Engelse ingenieursbureaus en apparatenbouw bedrijven. Wilson constateert, dat deze mogelijk<heden slecht worden uitgebuit om-

822

(5)

dat in veel geva:Hen door Duitse of Amerik!aanse bedrijrven fabrie- ken wol'den gebouwd, die werken met in oorsprong Engelse vin- dingen. Een nieuwe Labour-regering zou de oprichting van een door de staat gecontroleerd consortium voor de bouw van chemi- sche fabrieken als haar taak zien. Voor de scholing en omscholing op m~ddelbaar en bger teohnisdh uiJVea:u bepleit W'i!lson een even- eens nieuwe aanpak, waarbij vooral aandacht zal moeten worden gegeven aan het leerlingstelsel.

Al met al een arnb~tieus programma, waaraan een duidelijk prak- tische grondslag niet kan worden ontzegd. Het moge waar zijn, dat de werkelijk baanbrekende uitvindingen niet van bovenaf kun- nen wol'den georganiseePd, het .is niet minder waar, dat de kans daarop door uitbreiding van de onderwijs en onderzoek.ingsfaoili- teiten meer dan evenredig WOl'dt ve11groort. Meer dan evenredig omdat de klimaatverandering, die met deze uitbreiding gepaard gaat, de crerutiviteit stimuleert. Het is ecihter een programma van lange adem, waarin de nood:ma:k van een ervaren en evenwichtig opgebouwd kader het omnogelijk maaJ.<"t om een zeer snelle voort- gang te maken. Het is aan de andere kant grotendeels een pro- gramma met grote lev,ensva;tbaarhe.id, waarin aangeknoopt wordt aan duidelijk waarneembare tendensen en de klok niet kan wor- den teruggedraa~d.

Ook ons land en eigenlijk geheel West-Europa is in toenemende mate op de verbeeldingskradht, het inventieve vermogen en de vakkennis van zijn bevolking aangewezen. Voom:l de sterke bevol- kingsgroei binnen onze gl'enzen dwingt ons de aandacht blijvend te bepa1en bij de uitbreiding en de verdieping van de basis van on- ze industrie.

Het is interessant na te gaan of wij in dit opzioht van Wilson iets kunnen leren. Wij hebben geen ministerie voor uitsluitend het ho- ger onderwijs, maar wel een minister, die een groot deel van zijn aandacht aan het hoger onderwijs zal gev,en. De lange duur van de studie voor functies in het bedrijfsleven is een zocrglijk punt.

Het m::utige rendement van de studie hangt hiermede ten dele sa- men. Bij de uitbreiding van het hoger technisoh onderwijs en het techniSdh-wetenschappelijk onderwijs worden prognoses gehan- teeJ,d, die zijn afgestemd op een met de voortgaande indush·ialisa- tie samenlhangende behoefte; bij een rela,tief grote belangs,telling voor de universitaire natuurwetenschappelijke opleiding dre~gen

er tekorten vHn afgestudeerden in de ingenieurs,va;kken. In be- paalde vakrichtingen van het hoger tedlmisdh onderwijs dreigen

823

(6)

er eveneens tekorten (vnl. chemische en fysisdhe techniek) terwijl ook met alle gewes,ten van het land gelijkelijk zijn bedeeld met HTS capaciteit.

Ems,tiger nog is de situatie ten aanzien van het voorrtgezette lager en mklde}baar onderwijs. Met veel pijn en moeite is de mammoelwet versohenen mede om ruimte te scheppen voor ver- beteringen op dit gebied. Deze verbeteringen moeten nog komen.

Ook het feit, dat de huidige regering geen kans ziet om vóór 1967 de duur van de leerplicht te verlengen is symptomatisch. Meer plezier valt te beleven aan het in Nederland reeds vrij ver ont- wikkelde leerlingstelsel, hoewel er wat dit betreft in bepaa:Me sec- toren (o.a. bouwvakken) een adhterstand is.

Er is in ons land geen ministerie voor toegepast en fundamenteel natuurwetenschappelijk onderzoek. De overheid heeft sinds de laatste oorlog echter wel willen luis,teren naar de verlangens van de mannen van wetenschap en industrie, die in Nederland stellig niet als tweederangsfiguren worden beschouwd. Zo zal in 1964 ten bate van de uibbreiJding van het TNO (instituten voor toegepast natuurwetenschappelijk onde1·zoek ten dienste van het bedrijfs- leven) lhet bescheiden bedrag van 15 miljoen gulden rijksbijdrage worden gegeven. Hoe weinig spectaculair onze totale speurwerk- inspanning is blijkt bij nadere vergelijking van de totale uitgaven aan speurwerk en ontwikkelingswerk met die van Engeland in 1959.

De aohts,te industriaHsatienota constateert, dat in Nederland slechts een vijftal internationaal georiënteerde concerns twee derde van het totale bedrag voor hun rekening nemen. Nooh de overheid, nodh de miJddelgmte en de kleine bedrijven leveren een passen-

in geld in percenten van het (guldens) nationale inkomen:

Nederland 1 470 mln. 1,5

Engeland 2 4800 mln. 2,9

1 Hiervan slechts 20 pct. door de overheid. CBS publikatie 1961.

Speur- en ontwikkelingswerk.

2 Research and Development; maart 1963 blz. 27. Inclusief uitgaven voor de defensie. De bijdrage van de overheid bedroeg 65 pct. I

(7)

de bijdmge. Het is niet Wa'aTsdhijnlijk, da;t er sinds 1959 een ver- betering is gekomen in dit bee1d. Er is dus alle reden om meer aandacht te besteden aan het effect van de TNO-acthiteiten en ook de gedadhte van WHson van een afzond~lijk m~nis,terie voor speurwerk en ontwikkeling au sérieux te nemen.

In d~t verband past ook een vergelijking van Nederland en En- geland ten a<anzien van ~de export van kennis. Ook bepaa!lde secto- ren van het Nederlandse bedrijfsleven blijken inventief op dit ter- rein. Evena:ls in Engeland mag echter worden betwijfeld of de Nederlandse appamten- en maohine-industtde in <VoLdoende mate geéquipee1'd zijn om van de daarbij belloTende mogelij'k1heden ge- bruik te ma:ken.

Het is de moeite waal"d hier te hetihrulen, wrut <dirt jaar op het Were1d Petroleum Congres in Frankfort door de preslident~direc­

teur van de Koninklijke Petmieurn Maarschappij over de versnel- ling van het tempo der teclhnologisdhe ontwikkeling in de aard- olie-industrie is gezegd: 'Bij onze pogingen . . . moeten wij craoh- ten twee dingen te doen: ten eerste, het aanta:l werkelijk nieuwe ideeën te vet'gl"oten door de fundamentele researdh te steunen en ter hand te nemen; ten tweede, onze teelhnologen en ons com- mercieel peTsoneel bij hun keuze van nieuwe procédés en pmduk- ten voor ontwikkeling tot groter doortastendheJid aan te sporen.

Vomts zouden wij a:ls burgers de vmag eens moeten mrerwegen hoe lang de vrije wereld zich nog lmn veroorloven een inefficiënt gebruik te maken van rn1s waal'devoHe bezit aan intellect.'

Deze uir1a<ting krijgt nog een bijzonder re<liëf uit de mond van een leider van een zeer grote onderneming, waar men sinds j~a:ar

en da!g aan speurwe1•k doet en tot in de top naar nieuwe organi- satievormen :zJoekt om drt werk te coördine1·en en te s1timuleren.

De keuze van Wils<ons thema getui1gt van moed en van eenzijdig- heid. Hier is een vooraanst::mnd democratisch socialist aan het woord, die de wisselwerking <aanprijst ?cussen de drijvende kracht van een vooruitstrevende politiek en de drijvende kraciht van on- derzoekingswei•k en ontwikkelingswerk op het geibied van de na- tuurwetenschappen en de techniek. De erkenning van de techni- sche ontwikkeling als een bruiwbare kracht in de maatsdhappelijke evolutie is vanzelfsprekend niet nieuw. Evenmin is nieuw de door een politieke partij of door de overhe]d aangeprezen mogelijkhe- den van de teclhniek. Men denke aan Lenins uitspmken over de elektrificatie, aan de stuwdammen in de Tennessee-rivier gebouwd in de periode <Van Rooseve1ts New Deal, om van de meer recente

825

(8)

ruimtevaartsuccessen maar te zwijgen. Nieuw is, dat een oppo- sitionele socialistische partij in een democratisch 1and de bevor- dering van de tedmisohe ontwikkeling tot het centrale politieke thema maakt vom: de verkiezingen. En zidh daarbij nadrukkelijk distantieert van inspanningen op het gebied van de defensie, maar wijst op de bma:kHggende mogelijkheden op het gebied van de achterop rakende nijverheid.

Edhter, zoals ook het gangbare democratisch socialisme zich vaak richtte op de neutralisering van de kwade kansen van de industriële revolutie, kan ook Wilsons stellingname een zekere éénzijdigheid niet worden ontzegd. WHson bespreel't alleen de goede kansen. Hij laat onbesproken het perspectief voor de men- sen, in het bijzonder het minder begaafde deel der jongere gene- ratie die deze ontwikkeling niet bij kunnen benen. Ook deze keer- zijde van de medaiHe zou een socialist moeten interesseren. Wil- sou laa:t het bij enkele woorden over de vrijetijdsbesteding en de omsdho1ing.

Het is de moeite waavd om na te gaan of het poHtieke strijdpunt van de Labour Party voldoet Han de 'door van 'IIhijn (in S. en D.

jaargang 20, blz. 488) geformuleerde voorwaarden. De eerste voor- wamde was, dat het strijdpunt als zodanÏJg herkenbaar moet zijn.

Dit houdt dan tevens in, dat de andere partij(en) er juist ten aan- zien va:n dit punt geheel andere opvattingen op na houdt. Men kan de Britse conservatieve partij waarschijnlijk niet verwijten, dat ze blind is voo1· de mogelijkheden van de ontwikkeling van na- tuurwetenschap en techniek. De gedachte om deze ontwi'kkeling te stimuleren met middelen die veel verder gaan dan die voor de uitbreiding en de vel'dieping van het onderwijs zal de conserva- tieve partij echter niet aanspreken. Hier valt te denken aan het versch:!l tussen vooruitzien en vooruitstuwen of het versobil tus- sen stug doovgaan met vo~doening over de bereikte resultaten en de roep om een nieuwe aanpak Ook met haar afwijzing van de eenzijdige speurwerkinspanningen op het gebied van de defensie markeevt Labour een andere opvatting, die haar rechtvaardiging vindt in het nu wel algemeen aavaarde inzicht dat de nuttige ne- venprodukten van militaire researdh op üÏJviel terrein te verwaar- lozen zijn.

Men kan zioh ve11der afvragen of voldaan is aan de tweede voorwaa1ue, die inhoudt, dat het sh·ijdpunt een maximum a,an emotie moet oproepen. Labour maakt hier een goede kans door onmiddellijk in het verlengde van 'science and socialism' de in-

l

1

i

I

I

!

(9)

l

1

i

I

I

!

dustriële renaiss[!Jnce van Engeland en de democmhlsering van het bedrijfsleven te plaatsen.

Veel zn:l afhangen van de uitwerking van het tJhema in de ac- tuele verk:iezingspropaganda. Moeilij'k kan worden ontkend, dat in het huidige tijdsbestek binnen de geografische .g~'enzen van een land een nog onorverzienbare ontwikkeling denkbaar is. Afgewacht zal moeten worden of de masSia van de kiezers van Groot-Brittan- nië zioh willen identificeren met het beeld van de homo falber, voor wie de were1d open staat. Voorwaar een boeiende zaak om te vol- gen, niet in het minst voor ons N ededandse socialisten.

827

(10)

Priscilla 1 ohnson

De machthebbers en de intellectuelen

Meer dan een jaar geleden, toen !hun behoudzuoht~ge opperhoof- den afwezig waren voor een rondreis door de provincies, .is het een groep Moskouse schrijvers gelukt om - :via een handig ge- bruik van hun geheime stemrecht - acht jonge, ruimdenkende le- den in het bestuur van de Moskouse sohrijverso11ganisatie gekozen te krijgen. Twee vooraanstaande conservatieve leden verloren hun zetel en drie anderen kwamen zelfs niet meer voor herver- kiezing in 'aanmerking. Het was een nederlaag die sták, en de ver- slwgen onverzoenlijken ltmkrken Zïidh terug naar Rostow aan de Don,

l

waar de meest reactionaire sdhrijversorgan.isatie van de USSR

1

?Jetelt, om dwar van de schrik te bekomen en op wraak te ZJinnen.

Leon~d Sobolew, de Ieider van de Russische sohrijversorganisa- tie, zei: 'Mijn Zliel is 'ZJozeer met pijn beladen, dat ik er wel over

j

móét spreken.' Hij beloofde de conservatief-gerichte schrijvers J da:t ze hun wraak krij,gen zouden . . . 'vanuit het standpunt van

1 .

de partij over de litemtuur.'

Nog geen jaar later, in maalt 1963, leek de conservatieve hoop

I

op wraak bewaa[lheid gewo11den te zijn. Maar zij kregen hun · wraak 'vanuit het standpunt der partij betreffende de Hteratuur', en juist daarom zullen de conservatieven net zo goed als de voor- *1 uitsh·evenden ten eeuw:Ugen dage tot teleurs,teHingen gedoemd czijn.

Want uit de laatste ge~bem,tenissen is één ding wel1heel duidelijk . gebleken: de Communistische Partij van de Sowjet-Unie heeft de gewoonte om ZJidh eerst van de linkse richting te bedienen en dan van de rechtse, om zich beide richtingen ten nutte te maken en ze nooit aan haa·r toezicht te laten ontsnappen . . . maar intussen zal geen van beide riohrtingen ooit ondubbelzinnige steun ontvangen.

In de herfst van 1962 hadden de vom'llitstrevende kunstenaars (beeldende kunsten en literatuur-beoefenaars) zoveel succes ge- boekt dwt ze best aan de bekende communistische 'succesduize-

lingen' hadden kunnen gaan lij-den. Er waren een stuk of wat boe- ~

ken en artikelen versdhenen die het opnamen voor moderne, ja, zelfs voor abstracte schliderkunst. Er was een enkele tentoonstel- ling van moderne schilderijen en modern beeldhouwwerk geweest.

828

(11)

l

I

j

I

I

i I

Y ewtoesjenko

829

(12)

In het Hteraive kamp waren meer speotaculaire en stellig verder- gaande successen behaa1d. Minstens twee pogingen van de con- servatieve schrijvers om de vooruitstrevende Moskouse schrijvers- organisatie op te doeken waren in 1962 verijdeld, en latCT in dat- zelfde jaar werden Yewgeni Yewtoesjenko en Wassili Aksionow

(twee Hguren die a.h.w. symbolisch zijn voor de geest van jeug- dige vooruitstrevendheid) in de redactie van het dagblad Yunost

gekozen. Op een plenaire zitting van het bestuur van de Moskouse sahrijverso'!'ganisatie, eind september, we1•d een toespraak geihou- den door de criticus Aiexander Borsjwkowski, die zich warm uit- sprak vóór de jeugd. In de woorden van de dichteres BeHa Akh- madu1ina klonk de hoopvolle toon door die nu - gedeeltelijk op- recht en soms m1t diplomatieke handighe1d - het kenmerk van de

jonge sohrijvet·s was geworden: 'Ik geloof dat dit een gelukkige tijd voor ons is, da't de tijd nu ten onzen gunste werkt. Niet alleen dat mijn kamemden nu werken kunnen, zij worden bij hun pogen aangemoedigd.'

Niehtemin was het gedurende de hele zomer en de hele herfst tooh wel merkhaar dat de conservatieve richting in de kunstbe- oefening, hoewel misschien gekastijd, bepaald niet dood was. In juli verscheen in het theoretische pa1,tij-orgaan Kommunist een ongesigneerd artikel, getiteld: 'De houding ten aanzien van de literaire mlolatenschap van A. V. Lunaoharski'. Het artikel noem- de geen namen, maar scheen zioh vooral te richten tegen mensen als b.v. IljH Ehrenburg, die de mening van Lerrins minister van Voorlichting geciteerd ha!d om een milde partijlijn ten aanzien van de schone kunsten te bepleiten. Eveneens in juli plaatste het lite- raire blad Zvezda een aanval op het zogeheten 'linkszijn' van de 29-jarige dichter Andrei Voznesenski. De verschijning van het eer- ste, vooruitsh'C'Vende deel van de Beknopte Literaire Encyclope- die in het hartje van de zomer werd aanvankelijk met lof begroet, vervolgens met kritiek. Toen trad opeens een vreemde stiite in.

En ten s'1otte we1•d de Dag van de Dichtkunst, die doorgaans op de eerste zondag in oktober gehouden wo1•dt, om mysrterieuze rede- nen uitgesteld en pas op 16 decemher gehouden.

Er vah nauwelijks 3:an te twijfelen dat deze tegenstrijdigheden in de literatuur - vooruitstrevend versus conservatief - alleen maar de weerspiegeHng zijn van een veel dieper gaande verdee1diheid in de poHtieke sfeer, en dan met name van de strijd die de over- gebleven bureaucraten uit de tijd van Stalin nu te voeren hebben om hun maoht en hun baantje niet kwijt te raken. Op de 21ste ok-

l

i !

i

(13)

l

i !

i

tober, bijna zonder waarschuwing, publiceerde de Prawda een ge- dicht \-'an Yewgeni Yewtoesjooko, 'Erfigenamen van Sta1in'. In dit gedidht riep Yewtoesjenkn de cornmunisthische partij op om de wacht bij Stalins graf 'te verdubbelen, te verdrievoudigen', 'om te voorl<:omen dat StaHn herrijst en dat met Stalin het verrieden her- rijzen :zJou.' Het is mogelijk dat de dichter en degenen die tot pu- blikatie van het gerdiohrt besloten, niet zozeer Sta'lins erlgenamen in algemene zin wilden treffen, maar één speeia,le man op het oog hadden. In het gedicht komt de passage voor: 'Niet voor niets hebben Stalins erfigenamen hartaanrvallen gehad.' De belangrijkste man in de Sowjet"top van wie men weet dat hij een hartaanval had is Frol R. Kozlow. 1 Op dezelfde dag waarop het gedioht 'Sta- lins erfigerramen' verscheen, publicee!'de de Komsomolskaia Prawda ook een gedic•ht van Yewtoesjenko, 'Angsten', waarin het einde van de terreur bezongen wm•d. Het best;a,an van beide ge- dichten was reeds enige tijd bekend, maar dit wa:s de eerste keer dat ze in druk verschenen.

Toen kwam in novelll'ber het literaire tijdsdhrift Novyi Mir uit met 'Een dag uit het leven van Iwan Denisowitsj', het opmer- kelijke en door zijn besdheJiden vel'tehmn!t zo indrukwekkende ve!ihaal van Alexander SolzjenHsyn. Deze ontroerende beschrij- ving van het le\-'en in een Russfsdh ge\-'angenkamp onder Stalins heerschappij moest bij het publiek wel de gedachte oproepen dat het tijd was om diegenen die voor de misdaden van het s'talinisti- sche tijdpm•k verantwoordelijk waren, nu maar eens ter verant- woording te roepen. Met pubHkatie van dit vm1laal leek het signaal gege\-'en voor een dieper en verder gaande desta-linisatie dan ooit tevoren. Het leek er even op of de baantjes - mogelijk zelfs de levens - van de handhngers der S't'alin~termur overal in het land gevaar Hepen. 2

1 In een interview met Wolfgang Leonhard dat op 8 februari 1963 in Die Zeit (Hamburg) verscheen, ontkende Yewtoesjenko niet toen hem gevraagd werd of de leider die hij bedoelde, Kozlow was. Kozlow had zijn eerste hartaanval in 1960.

2 Kennelijk hadden de redacteuren de vergunning om het verhaal op te nemen uiterlijk 21 september gekregen, want op die datum ging Novyi Mir naar de drukkerij en de boete voor het terugnemen van een manu- script van 67 pages nadat het al gezet was, zou praktisch onbetaalbaar zijn geworden. De stalinisten in de partij moeten dus geruime tijd van tevoren geweten hebben dat dit verhaal verschijnen zou en zij hadden dus tijd genoeg om een tegenoffensief in te zetten.

831

(14)

Intussen was er nog een dreiging voor de sta!lill'isten aanwezig, die nu snel tot rijpheid geraakte. Het Centrale Comité van de Communistische partij van de Sowjet-Unie besloot op zijn ver-ga- dering van 19 november tot een herziening op reu~aohtige schaal van het totale economische en politieke staatsappamat, en ook de- ze maatregel zou een poging kunnen zijn om de in onproduktieve voordee}tfes vastgebakken erfgenamen van Sta:lin in de naam van gmtere economische efficiency uit hun sohuHhoeken te drijven. De oude discussie over de verhouding van economische en ideologi- sche factoren in een socialistische maatschappij was weer op gang gebracht, met Ohroesjtsjow aan de kanrt: van degenen die voor- rang wHden geven aan de economische factoren en de ideologie de tweede plaats toebedachten. In deze reorganisatie was hij dan ook de leidinggevende figuur.

Op de vm'gadering van het Centrale Comité bleek dat hij ook het initiatief had genomen tot vernieuwing van de antis,talinisti- sdhe campagne in de literatuur. Op 23 november ont!hu1de Ohroe- sjtsjow, dat hij persoonlijk toestemming had gegeven tot publika- tie zowel van Yewtoesjenko's 'Erfgenamen van Stalin' als van Solzjenitsyns 'Een dag in het leven van Iwan Denisowitsj'. Hij verte1de daJt andm·e leden van de Russische regering bekortingen in het verhaal hadden willen aanbrengen, maar dat hij dit had weten te voo'l'komen met het argument 'dat niemand het reohJt had om de oorspronkelijke versie te veranderen.'

Deze toespracak van Ohroesjtsjow is nooilt openbaar gemaa!M, en een paar dagen erna al bleek hij zelf op een andere knop gedrukt te hebben, daarmee een ·totaal omgekeerde politiek op kunstgebied inluidend. De laactste week van november is ten s·1otte een van die madse1aohtige perioden gewe~t waarmee men snel vertrouwd raakt bij het bestuderen van de toestanden in de Sowjet-Unie, één van die perioden waarin een ontwikkeling die in opgang lijkt te zijn, in werkelijkheid al (als een golf) zijn top bereikt heeft en op het aHeronverwachtst opeens met een gevaarlijke snellieid om- laa:gschiet.

Op het ogenbli!k dat de plenaire zitting verdaagd werd, werd aangekondigd dat het Centrale Comité een speciale Ideologische Commissie had ingesteld, onder voorzitterschap van Leonid Ili- tsjew. De nieuwe commissie zou de taak hebben erop toe te zien dat gedurende de komende periode van economische hervormin- gen de ideologische activiteiten niet verslappen zouden.

Intussen hadden Staiins erl!genamen het initiatief in eigen han- den genomen in de hoop hun positie te herwinnen. Tijdens de zit-

832

l

i

....

'

1

(15)

l

i

....

'

tingsperiode van Hl tot 23 november ODitv,ing het Ceoo,rule Comité een petitie van 'een grote groep kunstenaars', waa,f'in dezen klaagden over toenemende 'forma:listische tendensen in de kunst' en de partij verzodhten hier in te grijpen. Dit is de eerste s:tap gewo11den in een lange reeks, en het resultaat was dat de conser- vatieven binnen de pa1tij de nieuwe vooruitstrevende ricihting in de beeldende kunsten en daarna in de literatuur 'Om hals brach- ten, in een poging om de destalinisatie regen te gaan en het machtsevenwicht binnen het partijpresidium te verstoren. We mogen veilig aannemen dat ze bij deze pogj,ngen gesteund werden door het feit dat de Amerikanen in de Cubaanse cris:is tegen het eind van oktober het wonnen van Chroesjtsjow, en verder doordat Chroesi'tsjows politieke lijn aan steeds sterkere kritiek van Ohine- se zijde kwam bloot te Sltaan.

Kunst om der wille van De Partii

Op maandag 26 november werd 's avonds, in de schuurachtige ruimte die door de Moskouse leraar in beeldende kunsten Eli Bel- joetin als studio wol'dt gebruikt, een min of meer bes'1oten ten- toonstellinkje geopend van werk dat, na:ar Moskouse maatstaven gerekend, avantgardistisch genoemd kon worden. Er was een handjevol westerse correspondenten aanwezig en culturele Sow- jet"ambtenaren plus een paar honderd spedaa:l hiertoe uibgeno- digde Moskovieten. Buiten stonden nog ettelijke honderden men- sen te wadhten j,n de hoop na:ar binnen te kunnen komen. Er wa- ren ongeveer 75 doeken te zien, allema:al werk van Beljoetins stu- denten en in abs:tracte of half-aJbstraote s:tij:l geschilderd. Ook werd er wel'k van de beeldhouwer Ernst Neizvestny geëxposeerd. De voor het grote publiek niet toegankelijke tentoonstelling duurde mam een paar uur, maar aohtemf be2lien was dit een uiterst dui- delijk voorbeeLd om a:an te tonen waarom de vooruitstrevende Sowjet.Jburgers ieder stapje vooruit 210 zorgvu1~g afmeten, uit vrees dM die s:tap een terugval in vroegere methoden :mi uitlok- ken.

Op donderdag 29 novemlber zou in het Yunost Hotel in Moskou een tweede tentoonsteHing van modeme kunst p1aartsrvinden, maar enige uren voor de openling vond opeens een geiheimzinn~g uitstel plaats en later we1u de hele tentoonstelling afgelast. Intuss'en werd het werk dat in Beljoetins studio hing, opeens overgebracht naar de grote Mane:zJh~galerij, wa:ar al een maand lang een o~er­

zichtstentoonstelling geopend was. 'Dertig jaar Moskouse kunst' was het onderwerp van de daar a:anwezige 2000 sCJhiLderijen en

833

(16)

beeldhouwwerken, alle urtgevoe1'd in de nu :zn gewilde varaties op de officiële socialistisch-realistische stijl. Het werk uit Beljoetins studio werd niet hierbij geihangen, maar kreeg drie aparte ver- trekken toegewezen, zonder dat de sdlü1ders enig idee hadden waarom hun werk zo opeens naar de Mane:zJh-ga:lerij moest. In het optimisme van het ogenbl:ik zullen sommigen hunner wel gedacht kunnen hebhen dat hun werk nu aan het publiek getoond zou wor- den . . . maar wie dat hoopte wu diep teleurgesteld worden.

Zaterdagmiddrug 1 december ontving de Mane:zih-galerij OllVer- wadht bezoek van Nikita Ohroesjtsjow, die vergezeld was door vier leden van het Presidium en enkele leden van het partijse- cretariawt. U heeft elders wel kunnen lezen hoe Ohroesjtsjow re- a:geei,de, hoe heft]g en hoe grof. In dit Vet'band is s'lechts belang- rijk dat zijn negatieve reactie, en zeker zijn felheid, een valkomen vermssing waren. Want had Ohroestsjow in 1961 niet de toestem- ming gegeven tot publikatie van een vooruitstrevend gericht boek, Tarusskie stranitsy, dat al door zijn ambtenaren geconf,isqueerd was? En kende men niet de prij'zende woorden waarmee hij eerst de zomer tevoren het moderne glazen Pionier Paleis geopend

!had? Er was een 'mythe' over Ohroestsjows vooruitsh·evendheid die niet geheel ongegrond had geleken.

ledereen die met Ohroesjstjow mee is gegaan bij bezoekeen aan wes1terse tenroons<tellingen, weet dat hij een ovredhte hekel schijnt te hebben aan moderne sdhiclderkunst en moderne beeldhouw- kunst, in tegensteHing tot functionele architectuur. Vermoedelijk

hebben degenen die hem aanspoorden om in de Manezh~galerij

het modeme werk te gaan bezichtigen, en die in zijn nabijheid bleven staan om de modemistrsohe schilderijen over de hekel te halen, wel gerekend op een profane uitbarsting zijnerzijds. Ze zul-

len dit bezoeik hebben wHlen benutten voor hun eigen doeleinden.

In de gespannen atmosfeer na het Cubaanse avontuur, nu de voors'tanders van een gemat:i,gde politiek in letterlijk ieder opzicht in de verdediliging gedrongen waren, rekenden deze behoudende figuren erop de consequenties van hun opvattingen wel heel ver te kunnen doorvoeren. De tijd was op hun hand. De paniek die met 'Iwan Dentisowitsj' over hen kwam, viel gelukkilgerwijs samen met de terugslag binnen de pa11J:ij na Cuba.

Zo kon het gebeuren dat, siedl!ts enkele uren na Ohroestsjows uitval in de Manez!h-galerij, er al ee11 hele campagne op gang was gekomen voor 'ideologische zuiverhe]d' in de kunst. De kranten ha,dden hoofdartikelen, waarin o.a. een samensmelting geëis1t werd van alle vakverenigingen van kunstenaars, schrij<Vers, oomponis-

834

I 't

...

I

I

I

I

(17)

I 't

...

I

I

I

r

ten, filmers en rt;oneelspelers, want in één zo'n gmoo vakcentrale zou non·conformisme in de toekomst beter besh'•eden kunnen worden. Bureaucraten die vroeger hoog te paard hadden gezeten, wisten weer op de voorgrond te komen en er waren er zelfs die op belangrijke posten benoemd werden. Maar ook de vomu~tstre­

venden zaten niet stiL Zij lieten zidh niet afschrikken door de vrees dat ze later wegens 'fractievorming' aangeklaagd zou- den kunnen worden, en ten minste drie groepen intellectuelen richtten zich in protesterende petities tot het Centrale Comité.

Een groep jonge acbstmcte sdhilders verklaarde in een brief dat zij zioh een weg zodhten in de 'socialistische kunst', en dat er in de hmst geen vamuitgang kon zijn zonder ZJoeken. Een groep be- staande uit :zJeventien prominente kunstermars en wetensdhapsbe- oefenaars zond een recihtsh•eekse boodschap aan Ohroesjtsjow en drong er bij hem op aan 'een einde te maken aan de ontwikkeling in de representatieve kunsten, die dreigt ons terug te voeren naar

me~hoden die nu verleden tijd zijn, methoden die in tegenspmak zijn met de geest van onze tijd.'

Ook werd nog ,een brief van gelijke aard verzonden, die even- wel nog verder scheen te gaan en waarin gevraagd werd om 'vreedzame coëJris~terrtie van alle richtingen in de kunst'. Volgens één bericht zou deze brief later teruggenomen zijn. Andere men- sen menen te weten dat enkele onderteikenacars zich terugtrok- ken. Later is bekend geworden dat hlexei Surkow, de vroegere leider van de Unie van Schrij~vers en de man die Boris Pastemak vervolgd 1heeft, oorspron1kelijk tot de ondertekenaars van deze brief behom,de; wel een bewijs dat de vooruitstrevende denrobeel- den diep zijn dom,gedrongen en zeilfs het gedach!ten[ev,en zijn gaan beïnvloeden VTan mensen die de partij tot op dat ogerrblik be- schouwd had a1ls de meest hebrouwbare ijveraars voor confor- misme.

Uitspraken en discussies

Op 17 december vond een bijeenkomst plaats in ihet Pionier Pa- leis op de Lenirrheuvel, waar partijlleiders samenkwamen met 400 schrijvers, kunstenaars en andere inteHecrt:uelen. De eeJ.'SrOO fase van de nieuwe campagne bereikite hier duidelijk een top. Ohroe- sjtsjow sprak de vergadering toe, maa~r zijn rede wevd niet ge- publiceerd. Ilitsjew evenwel was de voornaamste spreker; naar verluidt is hij Hen uur lang aan het woord geweest. Hij stelde da:t de kuns~t militant dient te zijn en de 'commurustisclhe partijgeest' moest bevorderen. Het meest opme1,kelij1ke in Ihtsjews rede was

835

(18)

echter de verdedigende toon die hij aansloeg. Hij beldaagde zich 'dat men het ongemakkelijk en zelfs ongebruikelijk acht om de juis·te partijstacndpun>ten aan te hangen; men zou er haast de re- putatie bij krijgen van reactionair en conservatief te zijn.' Onge- wild liet hij wél zien hoe groot de druk is die op de regering wordt uitgeoefend om tocih wat meer vrijheid van express,ie toe te staan.

Hij gaf toe dart sommige lieden zelfs de censuur willen afsohaf- fen. 'Men vraagt tentoonstellingen zonder jury, boeken zonder re- dacteur, het recht van een beeldende kunstenaar om zonder be- middeling van wie ook zijn werk tentoon te stellen. Deze mensen ZJeggen: Laat ons creëren naar onze ergen wens. Beperk ons niet.' Telkens en telkens weer - het motief loopt als een rode draad door zijn rede heen - klaagt hij over de invloed die het Westen heeft op de kunst van de Sowjet-Unie. Dusdoende bleek uit zijn eigen woorden wel heel duidelijk hoe gevoelig de partij zelf is voor buitenlandse lof voor haar artistieke export, en hoe handig de vooru1tstrevende groeperingen gebrurk hebben gemaackt van de goede naam die zij in het W·esten hebben, om daarmee hun bin- nenlandse reputatie te verstevigen.

De buitenwereld hoorde lruter pas iets over de informele con- tacten ter vergadering, en daar zijn ·zeer opmerckelijke bij, niet alleen om wat eruit blijkt over Ohroesjtsjows eigen gevoelens maar ook om het kennelijke verzet van de intelleotuelen tegen de partijbemoeienis met de kunst. Ilja Ehrenburg b.v. haalde Picas- so en Mayakowski aan om te bewijzen dwt moderne artiesten be- pwald niet - ZJoa:ls de partij beweert - politiek reactiona,if be- hoeven te zijn. Naar verluidt heeft de beeldhouwer Ernst Neisvest- ny tegen Ohroesjtsjow gezegd: 'U mag mijn werk dan niet be- wonderen, maar het heeft de warme steun van eminente weten- sohapsmensen, zoals Kapitsa en Landau,' Ohroesjtsjow antwoord- de: 'Mam dact is niet wa•arom we Kapitsa en Landau bewonderen.'

Yewtoesjenko sprong voor Neizvestny in de bres op ridderlijke en loywle wijze. 'Hij had 14 kogels toen hij uit de orn·log kwam,' verklaavde hij. 'Ik hoop alleen maar drut hij nog heel veel jaren zal leven en nog veel fraaie kunstwe:rken zal produceren.' Waar-

op Chroesjtsjow: 'Het gezegde luidt dact genezing voor een bochel in hert gvaf gevonden wordt.' En nu was het Yewtoesjenko's beurt om een bestraffend woord te uiten: 'Ik hoop toCih, kameraad Chroesjtjsow, dat we niet meer leven in de tijd waarin het graf tot geneesmiddel diende.' De toehoorders, eerst perplex, barstten uit in applaus, waaraan zelfs Chroesjtsjow meedeed. Deze uitingen van soHdariteit in het vooruitstrevende kamp, onverschillig de

~

I

(19)

~

I

tak van kunst die men beoefent, verklaren wel waarom de cam- pagne zo snel van de beeldende kunstenaars naar de letterkundi- gen oversloeg.

Toen Sjowstakowitsj als thema voor het eerste gedeelte van zijn nieuwe Dertiende Symfonie Y ewlloesjenko' s gedidht Babi Yar koos, veromzaa:kte hij daarmee een s:l'ormaclJt]ge mtva:l V'an Chroesjtjsow over antisemitisme. Chroesjtjsow verklaarde dat de Sowjet-Urne geen antisemitisme kent. Het is alleen maar beter a:ls er geen joden hoge regeringsposten bekleden, anders krijgt men last met de bevolking. Ohroesj,tsjow voegde hier nog a1an toe da:lt maar veroorzaakt waren doordat er zoveel joden in de regering naar zijn gevoel de onlusten in Polen en Hongarije in 1956 alleen waren. Na deze opme1<kingen bleef de mal zo onrust]g, dat Ohroe- sjtsjow later naar Ehrenbwg toeging om hem te verzekeren dat hij niets persoonlijks bedoeld ha:d. Ohroesjtsjow 'Zei: 'U moet be- grijpen dat ik als beroepspoliticus de dingen moet nemen zoals ik ze vind en tegen gevaren moet waarschuwen .. ' De nasleep van Chroesjtsjows verklaring was, da;t Yewltoesjenko erin toestem- de nog een paar nieuwe regels bij Babi Y ar te voegen. 3

Een aanval van rechts

Tegen het einde van januari werd de campagne verscherpt. Van nu af aan richtte de aanvwl zioh reohtstreeks tegen de schrijvers.

De koerswijûging trad in op 20 januari, toen de Izwestiia een ve- nijnige anonieme aanval publiceerde op de 52-jarige V]ktor Ne- krasow rvoor zijn reisbeschrijvingen van Italië en Amerika. De Izwestiia beschreef zijn als zeer objectief bekend staande beschou- wingen over het Westen ais 'buitengewoon oppervlakkig en volko- men onjuisf en waarschuwde dat het 'een gevaarlijk spe1Hetje' is om, gelijk de sdhrijver tradhllte te doen, bij het afwegen V'an de verdiensten van de berde partijen in de koude oorlog met gelijke maten te meten.

De prelimin:ariën van de literaire slag kwamen een. paar da- gen later tot een climax, toen de Izwesti;a een venijn~ge aanval van Yermilow op Ilja E'hrerrburg plaats,te ... een ruanval die zich voomarnelijk richtte op E:hrenbm,gs mededeling in zijn in Novyi Mir gepubliceerde memolires, dat hij en de andere burgers V'an de

3 Naar verluidt heeft Sjostakowitsj er het eerst in toegestemd toen geëist werd dat de tekst van Babi Yar in de symfonie van een paar ex- tra regels zou worden voorzien. Yewtoesjenko zou zich er eerst bij heb- ben neergelegd nadat de componist had toegegeven.

837

(20)

Sowjet-Unie in de dertiger jaren heel goed beseft 'hadden dat mil- joenen van Stalins slaohooffers volmaakt onschuldig waren, maar dat ze genoodma'kt waren geweest om 'de tanden op elkaar te bij- ten' en in stilte verder te leven. 4 Dit nu ontkende Yemülow hef- tig. Volgens hem had niemand die niet over een of ander speciaal 'voordeel' beschikte, destijds kunnen weten dat de arres,taties meesta'l een doo11gestoken kaart waren. De doodenkele die wist dat een of ander siaohtoffer onsdhuldig was, 'streed voor hem, en deed dat niet in stilte.' Het is duidelijk dat de vraag hier is hoe het staalt met hoge bestuurders a:ls b.v. Ohroesjtsjow, die ook toen al verantwoordelijke posities in de partij innamen, als een journalist als Ehrenburg het al weten kon? Waren zij dan te laf om iets tegen de slaohtpwtijen te ondernemen? Of wisten zij ervan en waren zij 'handlangers bij d.it bedrijf?

Ehrenburg liet er geen gras over groeien. Hij ging onmiddellijk in op Yermilows bewering daot de mensen 'gestreden' zouden heb- hen regen de arrestaties van de dertiger jaren. 'Ik ben nog nooit op een vel1gadering geweest waar iemand opstond om te protes- teren tegen de willekeurige vervolging van kameraden aan wier

on:sdhuld niemand twijfelde. Ik heb niet één artikel gelezen waarin protest werd aangetekend.'

De Izwestija drukte Ehrenburgs antwool1d wel af, maar voorzag het van een tweede aanva:l door Yermilow plus een onderschrift van de redactie waarin de aarwal ondersteund we11d. In dit tweede stuk helihaalde Yermilow zijn eerdere ins:inuatie: Ehrenburg was óf wel een leugenaar, óf hij had in de dertiger jaren 'speciaal in- zidht' gehad of een of ander 'voordeel' genoten. Met dit 'voovdeel' kon alleen marar de persoonlijke bescherming van Stalin bedoeld wo11den. Op zijn minst was deze schrijverij een poging om een vooraanstaande rebel uit de oudere generatie het etiket van laf- aard of leugenaar op te plakken. In het ergste geval kan men er een aanwijzing in zien dat Bru·enburg - tenzij hij zijn opmerl<!ingen intrekt - gevaar loopt vandaag of morgen als handlanger van

Sralin aangeklaagd te worden.

De campagne bereikt haar hoogtepunt

De groep van 600 schrijvers, kunstenaars en andere intellectuelen

4 Het citaat waar Yermilow van uitging, staat in een aflvering van Ehrenburgs 'Mensen, Jaren, Leven', gepubliceerd in N.M., No. 1., 1961, op 105-106. De aflevering die gedetailleerder ingaat op de zuiveringen, verscheen in N. M., 5, 1962. Zacht gezegd was het rumoer rond Eh- renburgs memoires rijkelijk laat.

838

"

.

(21)

.,.

.

i

die op de 7de maart in de Swerdlow~zaa!l van het Kremlin bijeen- k'Wam om eens 'te meer naar de ldders 'V'an. de paretij te luisteren, verkeerde in angstige spanning. Yew~oesjernko was op 28 februa- ri per telegram uit Parijs teruggeroepen om op tijd 'V'OIOr de ver- gadering ,thuis te zijn. W'ie ,aan de stemming onder de inteHeotue- len mocht twijfelen, wopdJt wel orve1,huigd als hij ûet wrut voor rijen sombere gezichten in de Prawda afgebeeld werden, en hoeiVeel handen met angst en vrees de juiste woorden van elke spreker trachtten op te schrijven.

De eerste spreker Vlan belang was l1iJtsjew. Met inadlr!Jneming van het feit dat de disousste die op 1 december begonnen was, nu was uitgegroeid tot een. 'nationarul debat', erkende hij dat de po- gingen van de partij gestuit waren op scepbioisme, stilzwijgen en open verzet.

Ehrenburg kreeg het in Hitsjews rede het 'Zwaarst te verdu- ren. Zoals Yermilow a'l ee1'der ,gedaan ha~d, bescJhuldigde nu hij de bejaavde sdhrijver ervan, onder Stalins spechrle bescherming gestaan te hebben. Hij citem,de een paar van Elhrenburgs pro- za-uitingen om daam,an de retorische vraag te ve1•binden of Ehren- burg zelf 'in 1951 zich niet prijzend OIVer Stalin hrud uitgelaten?

En blijkbaar beseffend dat dit wapen zicJh wel eens tegen hem zelf zou :kunnen keren, voe~gJde l:litsjew eraan toe: 'Omstreeks die tijd spraken en sdru·eiVen wij alleman,l zo, zonder daJt wij hui- chelden. Wij geboMen in hem en dus scJhreven wij. Maar nu blijkt dat u niét geloo~de, en ,t:ooh schreef u. Da1t maakt versclhill'

Elhrenburg bes'loot op deze venijnige wanval niet te an!t:woo!l'den, noch op volgende aanvn1len. Direct na de rede ve!l'troik hij naar zijn 'daclha' even buiten Mosl~ou, waar hij zich enilge weken lang afzoll'dePde. Voor hij de zaa1l van het K1'emlin veJ1liet, sprak hij evenwel een soort grafscih11ift vnn al zijn hoop uit tegen een jon- gere. 'Ik,' zei hij bedroefd, 'zrul de kunst va:n de Sowjet-Unie niet tot bloei zien komen. Maar met een jaar of 'twintig zullen julHe het zien.' Een van de buitenlandse waca!l'nemers mer'~te, met een blik op de algemene onts,teltenis van de aanwezige Russen, op dat het moeilijk te ze:~gen wws of deze pmfetis,ohe ui!t:lating aan de optimiSitisohe dan wel aan de pess,imistisdhe kant wrus.

Ilitsjews scJhet,pe aanval op Ehrenbmg werd OIVergenomen door anderen, ook door Sihorokthow, die naar men zegt !het woord nam met de opme11lçing: 'Ik heb er aT lang naar verlangd om E:hren- burg eens te kritiseren.'

De gmotste 'redeVIOe:ring op de twee dagen durende bijeenkomst werd gehouden door Nikita Chroesjtsjow. Eerst in deze toespraa:k

839

(22)

bleek ten volle hoe fel de campagne tegen de Moskouse intellec- tuelen was geworden, want het hoofdtJhema van Chroesjtsjows be- weringen was niet ;rlleen de gedeeltelijke rehabiHtatie van Stalins opvattingen over kunst, maar de rehaihilita:tie van StaHn zelf:

'W<aren de kaderleden van de partij destijds op de hoogte van de arres1ta1Jies? }a, dat waren ze. Maar wisten zij dat er mensen gevangen werden gezet die absoluut geen solmld hadden? Nee, dat wis<ten zij niet. Zij geloofden in Stalin en konden zich niet in- denken dat eerlijke mensen, die onze idealen toegewijd dienden, onderdrukt :znuden worden.'

Bijna in één adem toonde Ohroesjtsjow zijn eigen aohiUesrhiel ten aanzien van Sta1ins misdaden en ontkende hij dat hij nergens v;an geweten zou hebben. Hij beroemde zich erop dat in Moskou en in de Oekraïne voorgenomen grote zuiveJJingsacties geen doorgang hadden kunnen vinden doordat er geen 'ja-broers' te vinden waren voor het vuile werk . . . want op da:t ogenblik was hij zelf immers het hoofd geweest van respectievelijk de Mos- kouse en de Oekraïense partij"organisaJ!1ie. Hij ste}de de aanvang V'an Stalins fouten eerst in 1934, hoewel partijhis,toric.i enkele we- ken terug tot de conclusie gekomen waren dat zijn fouten al te- ruggingen tot het begin van de 20ste eeuw. En Ohroesjtsjow re- haJbrliteerde Stalin met de volgende woorden: 'Bij Stalins be- grafenis haddenvelen onzer, ~k zelf inbegrepen, tranen in de ogen.

Eerlijke tranen. We wisten van Stalins persoonlijike tekor&omin- gen af, maar todh geloofden wij in hem.'

Deze woorden gaven Stalins erfgenamen wat zij wensten: een beweging dtie begon als een onderzoek door de partij naar 'ab- tracte' kunst, hadden zij weten om te buigen ~tot een wei'ktu.ig

voor het S'topzetten van de destalinisatie.

Er was venijn in de wom,den die Ohroesjtsjow tot Ehrenburg richtte. De bejaarde joodse schrijver, die dan de speciale he-

5 Serebri<akowa, de weduwe van twee uitgezuiverden, Grigori Sokol- nikow en L. P. Serebriakow, heeft zelf tien jaar in de gevangenis door- gebracht. In een niet openbaar gemaakte rede op de vergadering van 17 december schijnt zij Ehrenburg ervan beschuldigd te hebben in Stalins tijd strafrechterlijke en politieke misdaden te hebben bedreven. Zij ont-

hulde bovendien het sensationele feit dat Stalins persoonlijke secretaris Alexander Poskrebyshow niet, naar werd aangenomen, dood was, maar leefde en haar aanklacht kon ondersteunen. Haar hesehuldigingen gaven van het begin af aan een sinistere ondertoon aan de campagne tegen Ehrenburg en Chroesjtsjow blies deze ondertonen nieuw leven in toen hij

haar naam noemde.

840

r

..

(23)

r

..

scherme1ing van Sta1in geweest ZQIU zijn, vergeleek hij met de sohrijfs,ter GaJina SerebriaJkowa, 5 een van Stalins 'Slachtoffers, en met Mihka'H Sholokhow, die in 1933 in een brief aan Stalin be- zwaar ma1a'kte tegen 'schandalige handelingen' en 'excessen' bij de collecticv'isatie van de boeren in de Don•vallei. Ohroesj<tsjow ci- teerde uitvoerig uit de arahieven van de geiheime politie, onge- twijfe1d met de bijbedoeling om zijn toelboorders een beetje bang te maken. Immers op deze wijze herinnerde hij hen eraan, dat de- zelfde ardhieven wel eens, op e1k door de partij gewenst moment, rnaterracal konden opleveren dat voor ieder van hen bijzonder be- zwarend zou kunnen zijn. Hij vers:h,]kte zidh zelf weer eens in te- genspraak, maar tegenstrijdigheden van dit Silag schijnen hem nooit te hinderen.

Terwijl Ohroesjtsjow oi'baten u]t de ardhieven om :zJidh heen strooide, waarschuwde hij tegelijkertijd de Sowjet-sabrijvers er- voor da:t zij zidh niet r!:e veel door hun geiheugen moesten 1aten lei- den Hij noemde de zuiveringen van de dertiger jaren 'een uiterst gevaarlijk thema'. De uitgevers, zo vel'te1de hij, we~'den 'over- stelpt met manuscripten o'ver het leven van mensen in balling- schap, in de gevangenissen en in de kampen, maar ... ' zo voeg- de hij hieraan toe, 'dit sool't ma;teriaal kon alleen maar dienen om de buitenlandse vijanden van de Sowjet-Urne 'te ve:t1blijden'. 6

Bij een bespreking van M. Khutsjews film 'Poort van Ilitsj', raakte Ghroesjtsjow aan het probleem dat missdhien wel het pijnlijkste pu111t is van het hedendaagse leven in de Sowjet-Unie:

dat van de verhouding vad~'s/zonen. Dit 11hema bigt de RuSisisohe leider misscJhien wel extTa dicht aan het hart omdart ook hier de kwestie van de veranrtwoordelijl\1heden in de dertiger jaren een rol speelt. De jongeren, die vaak in de der~iger jaren hun eigen vader verloren helblben, voelen diepe veradhting voor die hele 'va- dergenemtie', die de zuiveringen niet kon tegenhouden. In zekere zin is dit meer speciaail de veraohticng van jonge Russen voor ou- de mensen en oude ideeën, voor 'vaders' die vas>bgeroest zijn in de bureaucratie die ze onder SbaHn aanleerden en nu niet meer af- leren kunnen.

6 Niettegenstaande Chroesjtsjows waarschuwing bleef men doorgaan met het publiceren van destaliniserende literatuur: in het begin van 1963 verscheen Solzjenitsyns roman (in een oplaag van 100.000 exem- plaren), in het tweede kwartaal van dat jaar Kozhevnikows boek De vliedende dag (30.000 exemplaren) en in het derde kwartaal Mensen zijn geen Engelen (115.000) exemplaren) van I. Stadniuk.

841

(24)

Aan de an!dere kant speelt hier natumHjk ook lhet eeuwige onge- duld van jonge mensen een rol: de jeugd wil de verantwom'delijk- heid overnemen. Sprekend over 'Boor1t van Ilitsj' ontkende Ohroe- sj!tsjaw, gelijk aitijd, dat er een 'vaders en zonen-'probleem be- staat. Maar hij antikende dit met een hefHgheid die het vermoeden wettigt dat hij uvet,gevoelig is voor de gedaahte dat de Russisohe 'vaders' hun ':zJonen' niets meer kunnen leren en dat het, ZJoals hij het ste1de, 'zinloos zou zijn advies van hen te vragen'. 7 Chroe- sjtsjow moefut zicJh overigens intens bezighouden met de 'zonen', maar daarom vevgat hij hun 'grootvaders' niet. Met 'grootvaders' wovdt het handjevol dappere oude mannen bedoe1d die de jeugd beschemning sdhonken en tevens de geestelijke band ·vormen met een were}d die geen stalinisme kent: het Westen, het 19de-eeuwse Rusland en het hartstochtelijk experimenteTerrde Sowjet-Rusland van de twintiger jaren.

Tegen nietnand was Ohroesjtsjow zo dubbelzinnig a·ls tegen Yewtoesjenlm. Het ene ogenblik beschu1digde hij Yewtoesjenko en Ehrenbmg in één adem van 'een grove ideologische fout' om hun voorkeur voor hedendaagse kunst, en het andei'e ogenblik prees hij Yewtoesjenko om diens rede tijdens de bijeenkomsten van 24- 26 decemlber en •gaf hij de diohter het vaderlijke advies: 'het ver- trouwen •van de volksmassa's nooit te beschamen, geen goedko- pe sensatie te zoeken en niet te buigen voor de ideeën en de smaak van de filistijnen'. Het gedicht 'Babi Yar' nam hij als aanleiding voor de uitvoerigste publieke verHaring die hij ooit over het anti- semitisme in de Sowjet-Unie heeft uitgesproken ('Wij hebben geen joodse kwestie en de lieden die dit verzinnen zingen een buiten- lands liedje').

De eerste van de door Ohroesjtsjow persoonlijk bekritiseerde in- tellectuelen die zich in het openbaar uitte, was Neizvestny. Zijn verklaring was meesterlijk van dubbelzinnigheid en eindigde met de WOOI'den: 'Ik vertel mij zelf telkens weer: ik moet harder werken, beter werken, meer idealogisoh en meer expressief wer-

7 Sowjet-functionarissen beweren dat het 'vaders en zonen'-probleem een westers verzinsel is; niettemin voert de Russische pers voortdurend artikelen over het onderwerp, voornamelijk geschreven door conserva- tieven. No. 11, 1962, van Oktiabr wijdde b.v. 20 pagina's aan een bespre- king van het onderwerp. Merkwaardigerwijs was een van de bijdragen geschreven door legergeneraal A. A. Yepishew, hoofd van het Centraal Politieke Departement der Sowjetstrijdkrachten.

842

'

(25)

'

ken - want alleen op die manrier kan ik nurtill~g zijn voor mijn land en mijn volk' (de partij we11d niet genoemd). De emge randere was de 30-jarige dicQ-.rter Robert RuZJhdesrtvenski. Zijn korte ver- klaring was ook wonderlijk dubbelzinnig. Hij begint met: 'Het is interessant om te leven,' en lalter ze<gt hij: ':fk vind het illll:eres- sant om in leven te zijn.' Hij erindii!gt met een verdediging van 'kwaliteit' (een modewomxl bij de modemen) en van de 'J!deolo- gisdhe zuiverheid' (S'largzin van de partij) in de kunst.

De jonge schrijvers reageerden over het gelheel genomen zo onbevredigend dat de Komsomolskaia Prawda 'Van 17 maaTt (:het blad was nu de spreekbuis van de reactie geworden), zioh geroe- pen voe1de een voorstel (tevens dre]gement) van de 20-ja1.1ilge dich- ter ~gor Volgin te pu!bhlceren: 'Het zou ons goed doen als we eens een tijdje werken konden aan de plaatselijke rdlagibladen, week- bladen en drukkerijen. Zo'n ervaring zou ons de plaaits van de dichter in het arbe]dsproces beter doen begrijpen.'

Op de 17de maart behelsde de Prawda ook weer twee aanwij- zingen voor de strijdlust van de oonservartieven. De eerstbe was een gruve aan Stalin hel'innerende ruanvai op Miclhel T'rutu, de Moskouse correspondent van het Franse rblad Le M1onde, de man die meer dan enig ander westers oorrespondent de lezers in het buitenland acan zidh verplicht had door jursrte infonnrubie over :het culturele offsensrief. De aanval, ondertekend door Yuri Zjoekow 8,

was een poging om Trutu naar Parijs t!e bten terugroepen, blijk- baar ümdat het de nogal onver1dra:agzame functionarissen in Mos- kou niet zinde dat gedetailleerde en acCUJrate verSilargen van de campagne in het Wesrten verkrijrgJbaar ,zouden zijn.

Op rdezeHde dag berichtte de Prawda dact Sterphan Slhohipaclhow een niet-politieke dichter die in zijn functie van hoofd der Mos- kouse organisactie zich orrderscheliden hrud door zijn torleran:te hou- ding tegenorver jonge taienwoHe sdhrij,vers, twee dargen tevoren 'op eigen verzoek' orr~heven was van zijn functie van voor:zJitter der Moskouse Unie van Sohrij,vers en vervangen was door Georgi Markow, ironisdherwijze de sdhrijver van een boek dat 'Vrader en Zoon' heet ...

8 Vroeger Prawda-correspondent in Parijs, later voorzitter v:an het Staatscomité voor Culturele Betrekkingen met het Buitenland. In laatst- genoemde kwaliteit zei hij in de herfst van 1959, vlak voor er een nieuwe culturele uitwisseling met de Verenigde Staten tot stand zou komen, te- gen de Opperste Sowjet dat dit soort uitwisselingen 'een Trojaans paard' zijn.

843

(26)

De zaak-Y ewtoesjenko

Zoals hierboven al gezegd, was Yewtoesjenko degene op wiens herroepingen het meest werd aangedrongen. Lezers stuurden 'spontane' brieven waarin alle registet's werden opengetrokken, van bedreiging met geweld tot de hoop op herstel, alles om maar een nieuwe zelfvernede~.·ende ·herroeping van hem los te krijgen;

in april 1963 versdheen in Yunost een officiële verklaring die liet doorschemeren dat hij verder moest gaan dan in zijn verklaring van de 29ste maart als hij niet ontslagen wilde worden als redac- teur van het bhd; en op 19 april ten slotte gaf het hoofd van de Komsomol, Sergei Pawlow, een persconferentie waar hij de jeug- dige schrijver duidelijk dreigde dat zijn nieuwe gedichtenbundel verboden zou WOI1den als hij zich niet beter gedroeg ('Yewtoesjen- ko's paohen is hem noodlottig gewo!'den, of, beter gezegd, zal hem noodlottig worden als hij zijn sohandelijk gedrag niet her- ziet') - de som van al deze onhvikkeHngen wijst erop dat Yew- toesjenko nu het mikpunt van de hele campagne was geworden. De manier waarop deze aanval 2lioh langz;aam ontplooide werpt een sdhril lioht op de dynamiek aohter de aanvallen op alles wat vooruitstrevend is.

De pressie om de jonge dichter de woestijn in te sturen werd onweerstaanbaar. Op 25 maart werd Stephan Shehipacihow (voor- zitter van de Moskouse Unie van Schrijvers) van zijn functie ont- heven, deels omdat hij Yewtoesjenko's eerste reizen naar het bui- tenland had aangemoedigd. 9 Op 19 maart kondigde Zjoekow aan dat hij 'de sporen zou nagaan' van Yewtoesjenko (en Voznesens- ki) in het buitenland. Een dag of wat later ondersohepte de veilig- heidspolitie een manuscript van Yewtoesjenko. Op 22 en 24 maart drukte zowel de Izwestija als de Prawda satirische sohotsdhriften af die tegen de diohter gericht waren. En voor wie er nog aan hvijfelde of de gehele strategie wel de steun van de hogere func- tionadssen had, werd de hvijfel wel weggenomen toen tegen het einde va1r maart Alexander Komeiohuk (een vriend van Ohroe- sjtsjow uit de lange jaren waarin deze hatste partijsecretaris was in de Oekraïne) zijn redevoering hield. Kennelijk was het de tac-

9 Shchipachow heeft misschien moeten boeten voor de fouten van zijn superieuren, Cluoesjtsjow misschien niet uitgesloten. Deze laatste bleef intussen aanmoedigend aan de kant staan en incasseerde de propagan- distische winst die uitging van de reizen van de flamboyante Yewtoe-

·sjenko, die overal op de voorpagina's van de kranten kwam.

844

(27)

t

tiek van de leiding om zich Ziorveel mogelijk met de aanrvallende partij te vereenzelvigen, teneinde ze onder controle te houden en om ertegen te waken dat de aanrval onverhoopt tegen Ohroe- sjtsjow zou gaan.

Omkeer?

Tegen het einde van maart en in het begin van april begon het er innerdaad op te lijken dat de campagne de conservatieven uH de hand liep. Ko~"t daarna evenwel vers,tilde het kabaal tegen Yew- toesjenko en de andere jonge sohrijve~·s. Naar de redenen moeten we gissen. We hebben maar twee aanwij'Zingen; de ene ligt in protesten van communis1Hsohe partijen in het buitenland, de twee- de heeft betrekikill!g op de spanningen binnen de Sowjetleilding.

Einde maart of begin april, toen de campagne tegen de jonge schrij,vers ha:ar lhoiQigtepunt had bereikt, waren aille buitenland- se oommun'is,tisdhe oorrespondenten in Moskou opgeroepen voor een vergadering. Daar kregen ze een toespraak van de redaoteur van een vooraanstaand >literair tijdsdhrift. Hij toonde hun het 'dos- sier van de aangekla:rugden'. In een woordkeus die sterk aan de tijd van de zuiveringen herinne~1de, sprak dit 'dossier' over de 'opportunrshlsohe fractie', .,nan Yut'i Kazakow ('deze afstamme- ling van Iwan Bunin') tot Yewtoesjenko, in de trrumtie van 'die bedenkelij1ke politieke figuur Boris Pasternak'. Yewtoesjenko's autobiografie (o Dr. Zhiwago!) werd besefureven a,ls een schennis van de oktoberrevolutie'.

Deze poging om de buitenlandse oommunistisclhe opinie tegen de jonge sdhrijvers te mobHisemn, schijnt mis,lukt te zijn. Een be-

jaarde communrist in de vergade1.1ing zei dat het hen1 zjdanowisme leek. Een Cubaan stond op om Yewtoesjenko - een nationale held in Cuba- in besoherm~ng te nemen. 10 De correspondent van het communisNsdhe Italiaanse 'drugblad L'Unità, Panm1di, schreef een kritisch vers,hg. De Frans,en zwegen, en todh moet het een Map voor Maurice 1lhorrez en Luis Amgon en an:dere sterren van de Franse communistische partij geweest zijn dat Yewtoesjenko's boek een 'schennis van de oktdberrevoluitie' genoemd werd. Niet alleen dat hun compeltentie in de dia1eo1Jiek gefaa·ld hrud zodat zij de 'sohenn:is' niet hrudden ol1derkend; marur nadat er al afleve-

10 Toen Fidel Castra in begin mei in Moskou was, is Yewtoesjenko, die toen heel diep in de narigheid zat, hem gaan opzoeken. Over het gesprek is niets bekend, maar het lijkt wel waarschijnlijk dat Castro ten behoeve van zijn vriend tussenbeide kan zijn gekomen.

845

(28)

ringen van in de Fmnse pers waren versdhenen, hadden ze - toen de auteur nog in Parijs was - een receptie te zijner ere gegeven!

Hetze!Me gold voor de Tsjedhen, die openlijke pogingen hadden gedaan om het boek te mogen publiceren. De Polen voelden zioh kennelijk beledigd omdat men een interview van 2 maart in Poli- tyka hrud gebruikt om Vosnesenski en Aksionow op hun nummer te zetten. hls klap op de vuurpii'J kwam op 30 april, vlak voor de Ita- liaanse verkiezingen, een vel'klaring van Palmiro Toglirutti, de lei- der van de ItaHa:anse communistische pal'tij. In zijn verklaring

•hie1d 1hij zicih verre van de Russisohe actie. Niemand, zei hij, hoe bekwaam en inteHigent ook, mag 'een kunstenaar vertellen hoe hij een gedicht moet schrijven of hoe hij muziek moet componeren of een schilderstuk ·tot stand brengen.' Zo iets op een tijdstip waar- op de Russisc~e kameraden, die het todh ai zo moeilijk hebben door een ruzie met China, s•teun voor hun st:andpunt proberen te vinden in de Europese communistisdhe partijen!

Naar het scQlijnt hebben nog meer omstandfgheden een rol ge- speeLd. V1an ongeveer 20 maart tot 20 april was Chroesj•tsjow in Gagra voor zijn vakantie, en zijn representatieve functies werden wa:argenomen door de andere seniores in het Pres·idium: Koslow, Soes:1ow, Mikoya:n, Brezjnew en Kosygin. Eind maart begonnen in het W es' ten gerudhten de :ronde te doen, dat er binnen de hoogste regionen van de Russische partij oneJlli,gheid 'heerste die vamna- melijk beh·ekiking zou hebben op Ohroesjtsjows aangewezen op- volger, Frol KmzJow. Wij weten niet walt voor rol Koz1ow speelde in de culturele aol!ie en óf hij er iets mee te maken had. Wel weten we dat Y ewtoesjenko op 8 februari, in zijn interview met Die Zeit, nogal opvaHend verzuimde om ontkennend te antwourden op de vraagd of een passage in zijn gedicht 'Staolins erfgenamen' geschre- ven was met het oog op Kodow. Zo iets moet de leioder die num- mer twee staat :in de Sowjetchiërarclhie, wel razend gemaakt heb- ben. Hoe dan ook: op 7 april kwam de laatste van een serie venij- nige aanvallen op Yewtoesjenko. Op 11 april wevd Kozlow ziek;

weer een hartaanval.

Kennelijk is dus de du~delijk verminderde felhe~d van de aotie tegen de inte1lectuelen in april, evena•ls destijds de eers:re stadia in november, het resultaat van manoeuvres aan de top binnen de partij gecombineerd met de invloed van de communistische par- tijen buitenslands. Op 20 april was Clhroesjtsjow terug aan zijn werktafel in helt KremHn. Op 24 aprH sote1de hij nog eens met na- .druk, in een kraclh:tige toespraak tot industriem~beiders, dart de centmie partij de controle moest hebben zowel over redhts als

846

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Opnieuw wordt tegen Timotheüs gezegd, dat hij zijn taak zó zal moeten verrichten, dat hij zich daarover niet hoeft te schamen voor de HERE (Fil.1:20; 1Joh.2:28).. Verder

• goede taalvaardigheid: in onze samenleving (al dan niet in de beeldcultuur) zitten veel schatten levensecht materiaal, waarmee je taalbeschouwend kan werken, maar je moet zelf

-Zoek synoniemen, andere formuleringen zodat de tekst wel past op de muziek -Lukt dit echt niet: zoek dan naar iets anders dat Pippi op deze plaats zou kunnen zingen, zodat tekst

nieuw computermodel, dat niet alleen een andere opname van medicijnen in het lichaam mogelijk maakt, maar waardoor ook dierproeven in de toekomst grotendeels geschrapt kunnen

pedagogische rol gegaan en ik pleit ervoor dat dit een belangrijk gesprek wordt binnen de teams zodat wij als docenten meer bewustwording creëren van onze eigen rol hierin en

ANÉEKA VAN TEMMER: Het zaadje zaaien dat de mens niet alleen is en dat hij niet op Aarde geschapen is en dat er buiten de Aarde nog veel meer zijn zoals zij en dat zij deel

Middels jarenlange ervaring door het werken met Beeldcoaching, heeft Christine namelijk een visie opgebouwd over hoe een kind helemaal tot ontplooiing kan komen

De vraag van het begin – ‘wat moeten wij doen?’ – vat ik in dit artikel op als het in- nerlijke moeten dat patiënten en hun naas- ten kunnen ervaren in een grenssituatie,