GEZAMENLIJKE EUTHANASIE BLIJKT MOEILIJKER DAN GEDACHT
‘We zullen het met pillen moeten doen’
Een echtpaar uit Deurne wil samen overlijden door
euthanasie, maar hij kreeg op het laatst een nee te horen.
Het ziekenhuis zegt dat ze er alles aan zullen doen om het echtpaar toch te helpen. Maar het zegt ook: ‘Mensen
moeten beseffen dat euthanasie niet met een vingerknip kan worden opgeëist. Patiënten moeten daarover beter geïnformeerd worden.’
VAN ONZE REDACTRICE VEERLE BEEL
Fred Vandemeulebroucke (72) is al vijf jaar mantelzorger voor zijn vrouw, Lisette Franck (69). Zij lijdt sinds vele jaren aan Multiple Sclerose (MS), maar intussen ook aan chronische bronchitis en de ziekte van Crohn. Toen Fred begin januari vernam dat hij kanker had, was zij bang dat ze alleen zou achterblijven. Ze besloten allebei een euthanasieaanvraag in te dienen, zodat ze er samen uit konden stappen.
Dat blijkt moeilijker dan gedacht, zo vertelde Fred zaterdag in Gazet van Antwerpen. Toen Lisette eindelijk een positief advies had gekregen, nadat drie artsen zich over haar lijden hadden uitgesproken, vernam hij van zijn artsen dat hij ‘er nog veel te goed voor was’.
Gestopt met chemo
Fred: ‘In januari gaven mijn oncologen me nog zes tot negen maanden. Ik heb in het voorjaar 16 chemosessies gekregen. Ik heb daarmee ingestemd omdat ik niet meteen dood wilde. Ik wilde wachten tot Lisette ook een positief advies had gekregen.’
Halverwege zijn therapie gaf Fred er de brui aan: ‘Ik vond het niet meer zinvol. Waarom nog zo’n dure behandeling ondergaan als ik toch doodga?’
Het duurde even voor Lisette haar artsen kon overtuigen van haar wens om te sterven. Fred: ‘We hadden een afspraak met haar neuroloog, maar toen die niet kwam opdagen, zijn we na dik een uur opgestapt. Toen zeiden ze: jullie hadden maar moeten wachten!’
Na een lang traject met nog enkele wederzijdse misverstanden, verklaarde de betrokken arts zich toch bereid om Lisette euthanasie te verlenen. Het zou op 20 september kunnen gebeuren. Het echtpaar gaf alvast een hoop spullen weg.
BRUSSEL
Wat nu?
Waarop Fred op 6 september naar zijn artsen stapte om zijn vraag naar euthanasie te ‘activeren’: ‘In januari hadden ze me gezegd dat ze me zouden helpen. Maar nu waren ze ineens van mening veranderd. Terwijl ik daar toch recht op heb! Ze hebben dus negen maanden met mijn voeten
gerammeld.’
Het echtpaar veranderde een tijd geleden van huisarts. Hun nieuwe huisarts voelt zich niet geroepen om het in deze kwestie voor hen op te nemen. Hij kent hen er niet goed genoeg voor.
Wat nu? ‘Ik weet het niet’, zegt Fred. ‘We zullen het met pillen moeten doen zeker? Ik onderneem in elk geval geen stappen meer naar het
ziekenhuis in kwestie. Mijn vrouw wil er absoluut niet meer naartoe. Als ze ons nog willen helpen, zullen ze zelf naar hier moeten komen.’
Joost Baert is hoofdgeneesheer van het Klinaziekenhuis in Brasschaat, waar zowel Fred als Lisette in behandeling zijn. Hij zegt dat hij begrip heeft voor hun emotionele reactie: ‘Ik ga deze mensen maandagochtend bellen.
Wij willen hen zeker helpen. Maar ze moeten ook begrijpen dat euthanasie niet halsoverkop kan. Het moet ordentelijk gebeuren.’
Traject afleggen
Want Baert heeft ook begrip voor zijn artsen en hulpverleners: ‘Meneer was in mei weggebleven zonder iets te zeggen. In september wilde hij dan euthanasie. Hij heeft een gesprek gehad met zijn oncologen en iemand van het palliatief team. Hij eiste bijna dat het heel snel zou gebeuren. Zo gaat dat natuurlijk niet. Aan euthanasie gaat een traject vooraf dat je samen met je artsen doorloopt. Het volstaat niet dat je daar individueel over nadenkt en over beslist. De artsen en zorgverleners moeten er zich ook goed bij voelen.’
Het Klina is euthanasie niet ongenegen, zegt Baert. ‘We doen dit wel vaker, ook binnen onze palliatieve settings. De euthanasieaanvragen nemen almaar toe. Maar ook daar ondervinden onze artsen nu dat
patiënten euthanasie eisen zonder dat er een vertrouwensband is ontstaan.
We willen daarom eens neerschrijven hoe zo’n traject er uitziet. Patiënten moeten beter geïnformeerd worden. Je kan het niet met een vingerknip afdwingen.’