• No results found

Vraag nr. 162 van 12 augustus 1997 van mevrouw NELLY MAES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 162 van 12 augustus 1997 van mevrouw NELLY MAES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 162

van 12 augustus 1997

van mevrouw NELLY MAES

Media II – Nederlandstalige producties

De Europese Commissie wil door middel van een speciaal daartoe gevormd budget bijdragen tot de promotie en verspreiding van Europees audiovi-sueel werk en de verbetering van de kennis van het Europees audiovisueel cultuurbezit. Projecten in het kader van de organisatie van audiovisuele eve-nementen moeten opgezet worden door minimum drie tot maximum negen landen.

Worden daardoor Nederlandstalige producties niet de facto uitgesloten ?

Moeten in het licht van de doelstellingen de mini-mumnormen niet worden aangepast ? We r d e n hiertoe reeds stappen ondernomen ?

Antwoord

1. De vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger heeft betrekking op de besluiten van de Europese Raad betreffende het Media-pro-gramma.

2. Dit "actieprogramma ter bevordering van de ontwikkeling van de audiovisuele industrie in Europa" kende een eerste uitvoering onder de benaming Media I van 1991 tot en met 1995 (besluit 90/685/EG van de Raad van 21 decem-ber 1990) met een totaal budget van 230 miljoen ecu.

3. Overwegende dat, na de evaluatie van Media I en een grondig onderzoek van de sector (groen-boek : "Strategische opties voor de versterking van de audiovisuele programma-industrie" – juni 1994), een voortzetting van de acties nood-zakelijk bleek, besliste de Raad tot tenuitvoer-legging van een Media II-programma voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 decem-ber 2000.

4. Media II kreeg een nieuwe organisatiestructuur en een andere – meer rationele – aanpak mee.

In plaats van de ruime diversiteit gespreid over 19 projecten, worden de acties nu geconcen-treerd op 3 grote onderdelen met een globaal budget van 310 miljoen ecu :

1. een beroepsopleidingsprogramma voor vak-mensen (besluit van de Raad van 2 decem-ber 1995 : 95/563/EG-Media II – Opleiding) met een budget van ± 7,5 miljoen ecu per jaar ;

2.3. een programma ter aanmoediging en distri-butie van Europese audio-visuele werken (besluit van de Raad van 10 juli 1995 : 95/563/EG-Media II – Ontwikkeling en Distributie) met een jaarlijks budget van ± 13 miljoen ecu voor 2. en ± 33 miljoen ecu voor 3.

5. In de bepalingen van het Media II-programma wordt er onder meer rekening mee gehouden dat :

a) de deelneming van het programma de cultu-rele verscheidenheid van Europa weerspie-gelt ;

b) in de audiovisuele sector naast het concur-rentievermogen evenzeer de culturele aspec-ten dienen te worden ondersteund ;

c) bij de maatregelen voorrang dient te worden verleend aan de ontwikkeling van creatief en productief potentieel in landen of regio's met geringe audiovisuele productiecapaciteit en/of met een klein geografisch gebied en taalgebied en/of de ontwikkeling van de zelf-standige productiesector, met name van het midden- en kleinbedrijf ;

d) met in achtneming van het subsidiariteitsbe-g i n s e l , de tussenkomst van de Europese Unie de maatregelen van de bevoegde instanties van de lidstaten moet ondersteu-nen en aanvullen ;

e) alle maatregelen gericht zijn op transnatio-nale samenwerking, zodat aan de ontwikkel-de acties een toegevoegontwikkel-de waarontwikkel-de wordt ver-leend.

6. Uit de twee laatste overwegingen volgt de voor-waarde om "Europese" audiovisuele projecten minstens met drie coproducenten uit drie verschillende lidstaten op te zetten : louter "natio -nale" of "bilaterale" projecten worden daar-door inderdaad uitgesloten. N e d e r l a n d s t a l i g e Europese coproducties komen, als dusdanig, evenwel niet in het gedrang, maar kennen anderzijds problemen na de productie : m e t name op het vlak van distributie en

(2)

wereldver-koop voor bioscoopexploitatie en tv-uitzendin-gen.

Meestal wordt dan een versie in een wereldtaal gevraagd én geleverd (bv. de Franstalige post-synchronisaties van "Daens", "Eline Vere" e.a.). 7. Wat de verplichting betreft van samenwerking met negen lidstaten (of zelfs meer) : dit is een regel die specifiek geldt voor Europese netwer-ken en audiovisuele platformen : zoals onder meer Cartoon (= Europese verzameling van animatiestudio's), Multimedia (ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën), E u r o p a Cinemas (groepering van bioscoopexploitanten) en Archimedia (bescherming voor het cinema-tografisch patrimonium in filmarchieven). 8. Via de Media Desk (een informatiebureau

opgericht door een werkingsovereenkomst tus-sen de Vlaamse Gemeenschap én de Europese Commissie) worden alle Vlaamse audiovisuele professionelen geregeld ingelicht over de moge-lijkheden tot participatie aan de opleidingen en steun uit de ontwikkelings- en distributiefond-sen van Media II.

9. De beoordeling van de ingezonden projecten en steunaanvragen gebeurt door Europese "exper-t e n j u r y ' s " . Deze jury's worden facul"exper-ta"exper-tief samengesteld aan de hand van een door de lid-staten opgegeven namenlijst.

10. De Vlaamse Gemeenschap heeft bij het opzet-ten van het Mediaprogramma een aanpassing van de vooropgestelde minimumnormen bepleit, evenwel zonder enige kans op resultaat. Van in het begin was het immers duidelijk de bedoeling om slechts middelen beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van een audiovisu-ele industrie zonder interne grenzen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij het sluiten van een sponsorovereenkomst tus- sen de Nationale Loterij en de initiatiefnemers wordt de Vlaamse Gemeenschap niet betrokken.. Ook voor de aankoop van

[r]

Erkent de minister dat er in Brussel een behoef- te bestaat aan een groter aanbod taallessen Nederlands voor allochtonen?. Erkent hij de behoefte aan contact en coördinatie

Hiervan zal door Nederland 1 miljard frank (54 miljoen gulden) als bijdrage in de wrakruimingen en de oeververdediging en 0,8 miljard frank (44 miljoen gulden) als bijdrage in

In een aantal gevallen zal de OVAM gegronde redenen hebben om de aanmaning niet te ver- sturen en de overdracht niet te beletten, m e e r bepaald wanneer de overdrager

De toepassing van het principe "de veroorzaker betaalt" dat is opgenomen in de herziene Euro- pese Conventie voor Bescherming van het Archeologisch Patrimonium

Welke acties heeft de minister-president onderno- men opdat niet alleen het Handvest inzake Lokale Au t o n o m i e, maar nu ook dat voor de Regionale Autonomie weldra door

Subsidies voor orkesten en ensembles – Criteria Net als vorig jaar zijn er weer klachten omtrent de subsidieregeling voor de orkesten en muzieken- s e m b l e s, meer bepaald