Vraag nr. 106 van 1 februari 2001
van de heer DIRK HOLEMANS
N466 Drongen-Deinze – Verkeersveiligheid
In mijn schriftelijke vraag nr. 324 van 19 mei 2000 stelde ik de verkeersonveilige situatie op de ge-westweg N466 ter hoogte van Baarle-Drongen (Gaverlandstraat) aan de kaak (Bulletin van V r a -gen en A n t w o o rden nr. 16 van 30 juni 2000, b l z . 1530 – red.).
De minister vice-president antwoordde toen dat het aanleggen van vrijliggende fietspaden op het volledige traject Drongen-Deinze als de beste op-lossing wordt beschouwd, maar op korte termijn niet haalbaar is. Om deze reden, luidt het antwoord v e r d e r, is voorgesteld in eerste instantie ter hoogte van de gevaarlijke bocht het tracé te corrigeren en daar reeds vrijliggende fietspaden te realiseren. Ondertussen zijn we reeds driekwart jaar verder. 1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de
voorbereidende maatregelen (onder meer ont-eigeningen) noodzakelijk voor de geplande wer-ken ?
2. Wanneer worden ter hoogte van de gevaarlijke bocht de vrijliggende fietspaden gerealiseerd ?
Antwoord
1. Er is door de administratie Wegen en Ve r k e e r een voorstel uitgewerkt om het tracé van de N466 Gaverlandstraat te verbeteren tussen de Baarlewarande en Baarleboslaan.
Hierin wordt het tracé met twee opeenvolgende bochten met verschillende kromtestraal gewij-zigd tot één langere bocht met dezelfde kromte-straal.
Over deze lengte wordt aan weerszijden een vrijliggend fietspad gepland. Aan de binnenkant van de bocht zijn onteigeningen nodig. Er be-vinden zich geen gebouwen in de te verwerven strook.
Het voorstel is voor principieel akkoord voor-gelegd aan de stad Gent.
2. Op dit ogenblik kan nog niet worden meege-deeld wanneer realisatie mogelijk is. Een en ander is afhankelijk van het verder overleg met