• No results found

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer. Kantoorgebouw en onderzoeksruimten Galapagos te Mechelen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer. Kantoorgebouw en onderzoeksruimten Galapagos te Mechelen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaamse overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en –projecten Team Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-MER

Kantoorgebouw en onderzoeksruimten Galapagos te Mechelen

Initiatiefnemer:

Galapagos Real Estate I i.o.v. Galapagos NV -

Generaal De Wittelaan L11 bus A3 2800 MECHELEN

29/06/2020 PR2656

(2)

Projectbeschrijving en procedure

Het verzoek tot ontheffing van de project-MER-plicht (ontheffingsaanvraag) werd opgesteld in functie van een vergunningsaanvraag voor de bouw van een nieuw hoofdkantoor en een geïntegreerd onderzoeks- en administratief gebouwencomplex voor Galapagos NV te Mechelen ter hoogte van de stationsomgeving (“Raghenopark”). In het project zijn kantoorruimtes, laboratoriumfaciliteiten en ondergrondse parkeergelegenheden voorzien. Het project voorziet in de realisatie van 43.167 m² brutovloeroppervlakte waaronder 34.000 m² kantoorruimte, verscheidene soorten laboratoria, chemielokalen en andere bedrijfsspecifieke ruimtes op 10 of 11 niveaus (w.o. 1 of 2 kelderverdiepingen). Het project houdt rekening met 1.250 werknemers in de toekomst. Ook effecten t.g.v. de bemalingen werden in de ontheffingsaanvraag beschreven.

Het ontheffingsdossier werd opgesteld in toepassing van artikel 4.3.3 §3 2° van het DABM1 en het project-m.e.r.-besluit2. Het project is onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens rubriek 10 b) van de bijlage II van voormeld besluit namelijk:

• “Stadsontwikkelingsprojecten met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen o […] of

o met een brutovloeroppervlakte van 5000 m² handelsruimte of meer, of o […].”

Voor projecten van bijlage II dient in principe een project-MER opgesteld te worden. De initiatiefnemer kan er echter voor kiezen om een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-MER (ontheffingsdossier) in te dienen bij het Team Mer van de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten van het departement Omgeving van de Vlaamse overheid in toepassing van artikel 4.3.3 §3 van het DABM.

Het Team Mer ontving een verzoek tot ontheffing, opgemaakt door de initiatiefnemer, op 7 mei 2020.

Dit ontheffingsdossier werd door het Team Mer voor advies voorgelegd aan een aantal instanties waarvan de volgende advies gaven:

• Departement Omgeving, EKG, team Lucht (19/05/2020): geen advies en geen opmerkingen

• Agentschap Onroerend erfgoed (19/05/2020): geen advies en geen opmerkingen

• De Vlaamse Waterweg (2/06/2020): gaat akkoord met de conclusies

• De Lijn-Antwerpen (10/06/2020): geen opmerkingen m.b.t. de effectinschattingen

• Provincie Antwerpen (11/06/2020): opmerkingen

• VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer (12/06/2020): gaat akkoord met de conclusies

• Stad Mechelen (12/06/2020): gunstig met opmerkingen

• Departement MOW (24/06/2020): gunstig met opmerkingen

De gevraagde adviezen op deze ontheffingsnota aan Agentschap Wegen en Verkeer-Antwerpen en OVAM werden op de datum van deze beslissing door het Team Mer niet ontvangen.

1 Het decreet algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 (DABM, BS 03/06/1995, herhaaldelijk gewijzigd)

2 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van

(3)

Beoordeling van het verzoek tot ontheffing

De ontheffingsnota welke deel uitmaakt van het verzoek tot ontheffing voor het opstellen van een project-MER werd opgesteld met de hulp van erkende MER-deskundigen.

De ontheffingsnota is naar presentatie toe een volledig document. Het document bevat de nodige cartografische informatie. Bijkomende informatie, w.o. het MOBER en een bemalings- en stabiliteitsstudie, werd in bijlage opgenomen. Deze bijlage vormt integraal deel uit van het ingediende verzoek.

De ontheffingsnota bevat een duidelijke beschrijving van het project. Het project en de omgeving ervan worden duidelijk gesitueerd op topografische kaart en op de geldende bestemmingsplannen, nl. de figuren II.4 en II.1 in de figurenbundel. Er worden geen (locatie)-alternatieven aangegeven, wel uitvoeringsalternatieven (verschillende kelderdieptes). De milieueffecten van deze 2 uitvoeringsalternatieven werden, waar relevant, evenwaardig onderzocht en beschreven.

In de ontheffingsnota zijn milieueffecten t.g.v. de realisatie en de exploitatie van het project voldoende besproken door een vergelijking te maken tussen de referentietoestand (= huidige toestand) en de geplande toestand. Hierbij werd rekening gehouden met de kenmerken van het project en de kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop het project invloed zou kunnen hebben. Alle relevante disciplines (Bodem & Grondwater, Oppervlaktewater, Luchtkwaliteit, Geluid en Trillingen, Landschap, Bouwkundig erfgoed & Archeologie, Mobiliteit en mens-gezondheid) en de mogelijke effecten binnen elk van deze disciplines werden behandeld.

Binnen elke discipline wordt in de ontheffingsnota, voor elk van de beschreven milieueffecten, tot de conclusie gekomen dat er geen aanzienlijke negatieve effecten op het milieu t.g.v. het project kunnen optreden.

Geen enkele van de bevraagde adviesinstanties betwisten de bovenstaande conclusie maar enkele hebben toch opmerkingen die betrekking hebben op het project zelf. Hieronder worden deze als volgt samengevat:

In het advies van de provincie Antwerpen worden volgende bemerkingen gemaakt

• In de berekening betreffende het hergebruik van hemelwater zijn er een aantal zaken die overschat zijn (zie punt 2.1.2, p 39). Zo wordt er gerekend met een maximale bezetting en met een aanwezigheid van medewerkers van 365 dagen/jaar. Dit strookt niet met de realiteit. Naar aanleiding van hun lopende omgevingsvergunningsaanvraag en het advies van DIW op deze omgevingsvergunningsaanvraag, worden de berekeningen momenteel bijgesteld.

• Discipline biodiversiteit wordt achterwege gelaten in het rapport. Op het eerste zicht lijkt deze discipline weinig relevant, maar door de ligging van de aanvraag en de inpassing in het strategisch project ‘Ragheno’ is biodiversiteit en ecologie wel van belang. Aangezien het masterplan en het strategisch project ‘Ragheno’ wil inzetten op ecologische ontwikkelingen

(4)

en vernieuwingen kan de aanvraag zich eveneens beter kaderen in functie van ecologie en biodiversiteit. Zo kan er onderzocht worden of groendaken, gevelgroen, faunakasten,…

geïmplementeerd kunnen worden bij deze (nieuw)bouw (opmaak technische tekeningen afgestemd met doelen omtrent ecologie, dakconstructie aanpassen voor groendak,…).

Het team Mer is van oordeel dat deze opmerkingen geen info bevat m.b.t. “aanzienlijke effecten” maar wel kunnen bijdragen tot het optimaliseren van het project.

De Stad Mechelen geeft in haar advies aan dat:

• de ontwikkeling van Galapagos vervoerskundig ideaal gelegen is nabij een stationsomgeving en dichtbebouwde binnenstad, waardoor het potentieel voor openbaar vervoer en fiets aanzienlijk is. Op het huidige moment zijn de kantoren echter gesitueerd op een significante autolocatie. Er moeten aanzienlijke incentives worden gesteld om de werknemers te laten overschakelen op duurzame vervoersmodi.

• In de tussentijd dat het project gerealiseerd wordt zullen er veel wijzigingen plaatsvinden rond het projectgebied, met hierbij hun impact op openbaar domein en ontsluiting. De maatregel waarbij park & bike wordt aangeraden moet goed gestuurd worden om zodanig de afwenteling op het openbaar domein te minimaliseren. Een stimulans naar elektrische automobiliteit valt niet direct onder een flankerende maatregel, daar hier nog altijd eenzelfde impact op het openbaar domein plaatsvindt.

• Het aantal fietsparkeerplaatsen dat wordt benoemd en beargumenteerd in de MOBER is op vlak van aantal afdoende volgens de geldende normering. Er dient erover gewaakt te worden dat in de uiteindelijke vergunningsaanvraag deze ook op een kwalitatieve manier geïntegreerd en uitgewerkt worden.

• De transporten voor de sloop- en aanlegwerken, die te worden uitgevoerd, dienen te worden georganiseerd buiten de schoolspitsen.

• Voor regenwater moet de gewestelijke hemelwaterverordening gevolgd worden.

• Bij droogte (code oranje of rood) dient de inhoud van de bronbemaling opgevangen te worden in recipiënten onder de voorwaarde dat de beoordeling van het water na testen voldoet. Aan die recipiënten moeten buurtbewoners en uitvoeringsdiensten dan water kunnen gaan halen voor bewatering van planten.

Het team Mer is opnieuw van oordeel dat deze opmerkingen reeds vervat zitten in de ontheffingsnota en dat het advies van de stad Mechelen geen info bevat m.b.t. “aanzienlijke effecten” maar wel kunnen bijdragen tot het optimaliseren van het project.

Het departement MOW geeft aan nauw betrokken te zijn bij de mobiliteitsaspecten rond de stationsomgeving en Masterplan Ragheno. Voor de volledige invulling van het gebied, werd berekend dat enkel een ambitieuze modal split kan zorgen voor een duurzame bereikbaarheid. Alle modi zijn hiervoor nu reeds aanwezig, ook infrastructureel is dit quasi in orde. We dringen er dan ook op aan om op de geschetste korte termijn (bij de verhuis) naar deze duurzame modal split van maximum 20%

autogebruik te streven, teneinde andere ontwikkelingen niet te belemmeren. Parkeerplaatsen zijn er voldoende: de NMBS-parking is ruim overgedimensioneerd voor pendelaars.

(5)

De bedoeling is altijd geweest dat deze parking eveneens gebruikt wordt door de aanpalende activiteiten van het station. Een eigen parking is dus overbodig. Flankerende maatregelen werden concreet beschreven. De effecten werden voldoende beschreven en de aangehaalde maatregelen qua mobiliteit lijken ons voldoende. Er is geen verder studiewerk nodig voor het aspect mobiliteit.

Het team Mer is dus van oordeel dat de realisatie van het voorgenomen project, rekening houdende met de voor dit project relevante bijlage II-criteria van het DABM, zoals de kenmerken en de locatie van het project, geen aanzienlijke gevolgen kan hebben op het milieu en dat het opstellen van een project-MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten kan bevatten.

Besluit

Een ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-MER wordt toegekend voor de realisatie van een “Kantoorgebouw en onderzoeksruimten” door Galapagos in de stationsomgeving te Mechelen.

Deze ontheffing wordt verleend voor een termijn van vier jaar.

Deze beslissing dient samen met het verzoek tot ontheffing deel uit te maken van de vergunningsaanvraag/vragen.

Digitaal getekend Door ir. Lina Grooten

Directiehoofd Directie Gebiedsontwikkeling

Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De berekende stikstofdepositie gerelateerd aan emissies van Bioterra bedraagt maximaal 0,21% van de KDW van een habitat of zoekzone voor een habitat,

Dit milieueffectrapport werd opgesteld met het oog op de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van collectoren in Rotselaar, Leuven,

Het team Mer is dus van oordeel dat de realisatie van het voorgenomen project, rekening houdende met de voor dit project relevante bijlage II-criteria van het DABM, zoals de

Het algemene besluit, eveneens op p.134 stelt dan weer: ‘Op basis van bovenvermelde beschrijving kan er besloten worden dat het alternatief 1 voor de meeste milieueffecten geen

Beoordelingskader impact luchtkwaliteit (bij kwantitatieve impactbeoordeling); score toegekend voor de berekende bijdrage ten opzichte van luchtkwaliteitsdoelstellingen en

Bijgevolg wordt een ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een MER toegekend voor de realisatie en de exploitatie van deze defosfatatietank binnen de terreinen van

knoop O1/O2, waar de bewoning van Zelzate deels wordt afgeschermd van de R4 door de bestaande begroeide grondberm, en in zone W7/W8, waar de bewoning van Evergem wordt afgeschermd

In het project-MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,