Pedagogisch beleidsplan
kinderdagverblijf Arthemis 2020
Nancy Bijen-Rose
2
VOORWOORD
Allereerst wil ik u van harte welkom heten bij kinderdagverblijf Arthemis.
Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van kinderdagverblijf Arthemis. In dit beleidsplan leest u welke keuzes kinderdagverblijf Arthemis maakt op pedagogisch gebied en wat de werkwijze is. Dit beleidsplan is van toepassing op kinderdagverblijf Arthemis dat opvang biedt aan kinderen van 0 tot 4 jaar.
Het pedagogisch beleidsplan is bedoeld voor zowel ouders als pedagogische medewerkers van het kinderdagverblijf. Het doel van het pedagogisch beleidsplan is ouders een beeld te geven van opvang die de kinderen geboden wordt, de wijze waarop opvang is georganiseerd en de manier waarop met kinderen wordt omgegaan. Voor de pedagogische medewerkers is het een richtlijn, zodat zij weten wat er op pedagogisch vlak van hen verwacht wordt.
Belangrijk is dat het dagritme een richtlijn is; hier kan in behoefte van de kinderen worden afgeweken.
3
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ... 5
1. VISIE ... 6
2. OPVOEDINGSDOELEN ... 7
2.1. HET GEVEN VAN EEN GEVOEL VAN EMOTIONELE VEILIGHEID ... 7
2.2. HET ONTWIKKELEN VAN PERSOONLIJKE COMPETENTIE ... 8
2.3. HET ONTWIKKELEN VAN SOCIALE COMPETENTIE ... 10
2.4. HET ZICH EIGEN MAKEN VAN NORMEN EN WAARDEN ... 12
3. PLAATSING ... 13
3.1. PLAATSING ... 13
3.2. INTAKE ... 13
3.3. WENPERIODE ... 13
4. DE DAGELIJKSE VERZORGING ... 15
4.1. HET DAGRITME ... 15
4.2. HET HALEN EN BRENGEN ... 16
4.3. HET CONTACT MET DE OUDERS ... 16
4.4. ETEN EN DRINKEN ... 17
4.5. TIJD OM TE SLAPEN ... 18
4.6. VERSCHONEN EN ZINDELIJK WORDEN ... 19
4.7. LOGEERVARKENs. ... 20
5. KINDONTWIKKELING ... 21
5.1. MENTORSCHAP ... 21
5.2. OBSERVEREN EN SIGNALEREN ... 21
5.3. PIRAMIDE-METHODE... 23
5.4. GROEIBOEKEN ... 23
5.5. SAMENWERKINGVERBAND FYSIOFIT ... 24
6. PERSONEEL ... 26
6.1. DE PEDAGOGISCHE MEDEWERKERS... 26
6.2. ZIEKTE ... 27
6.3. PERSONEELSBEZETTING ... 27
7. VEILIGHEID ... 30
7.1. VIEROGENPRINCIPE ... 30
4
7.2. UITSTAPJES ... 30
7.3. SOCIALE CONTROLE ... 30
7.4. MELDCODE KINDERMISHANDELING ... 30
7.5. TRANSPARANTIE ... 32
7.6. VEILIGHEID EN ONTRUIMINGSPLAN ... 32
7.7. WA-VERZEKERING EN ONGEVALLENVERZEKERING ... 32
8. GEZONDHEID ... 33
8.1. AUW!... 33
8.2. ZIEKTE EN MEDICIJNEN ... 33
9. OUDERS/VERZORGERS ... 36
9.1. VAKANTIEREGELING ... 36
9.2. WIJZIGING OPVANGDAGEN ... 36
9.3. PRIVACY ... 37
9.4. KINDEROPVANGTOESLAG ... 37
10. OUDERCOMISSIE EN KLACHTENREGELING ... 39
10.1. OUDERCOMMISSIE ... 39
10.2. KLACHTENPROCEDURE... 39
5
INLEIDING
Kinderdagverblijf Arthemis is in 2006 opgericht en geopend door Nancy Bijen-Rose.
Nancy heeft twintig jaar ervaring in de kinderopvang. Na al die jaren begon het te kriebelen en is ze als zelfstandig ondernemer een eigen kinderdagverblijf gestart.
De naam van het kinderdagverblijf, ‘Arthemis’, is afkomstig uit de Griekse mythologie.
Arthemis was de Godin die werd aangeroepen bij as moeders in barensnood.
Het kinderdagverblijf is gelegen aan de Springweg te Utrecht. Het kinderdagverblijf bevindt zich in een kloostertuin in het hart van het centrum van Utrecht. De uitstraling van deze unieke en karakteristieke locatie draagt bij aan de sfeer binnen het kinderdagverblijf.
6
1. VISIE
Kinderdagverblijf Arthemis geloofd dat kinderopvang van grote meerwaarde is op de ontwikkeling van jonge kinderen. Kinderdagverblijf Arthemis biedt ouders/verzorgers de mogelijkheid om de opvoeding van hun kinderen met een baan te combineren. Er wordt niet alleen professioneel verantwoorde opvang geboden, maar het kinderdagverblijf is er ook om, in samenspraak met de ouders/verzorgers, de kinderen onvoorwaardelijke liefde te geven, optimaal te begeleiden en te stimuleren in hun ontwikkeling.
Het kinderdagverblijf is er op gericht het kind in een speciaal op hun afgestemde omgeving een prettige dag te laten beleven. Er is bewust gekozen voor een kleinschalige kinderopvang om kinderen binnen een veilige en geborgen plaats op te vangen. Mede hierdoor kan de huiselijke en warme sfeer gewaarborgd worden. Het kinderdagverblijf tracht een verlengstuk van de opvoedsituatie thuis te vormen.
Kinderdagverblijf Arthemis heeft normen en waarden en hiervan staan wederzijds respect en vertrouwen hoog in het vaandel. Kinderen van alle gezindten zijn welkom en er wordt met iedereen rekening gehouden zolang het niet tegen de visie van het kinderdagverblijf ingaat. Er wordt geleerd respect voor elkaar en voor onszelf te hebben, al denken en zijn we soms anders. De kinderen leren dat ‘anders zijn’ niet gek is maar juist leuk en vernieuwend. ‘Open en eerlijk zijn’ dat is ons motto.
7
2. OPVOEDINGSDOELEN
Kinderdagverblijf Arthemis volgt in haar pedagogisch handelen de vier opvoedingsdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven, waarbij rekening wordt gehouden met de
ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden. Deze opvoedingsdoelen zijn gericht op:
- Het geven van een gevoel van emotionele veiligheid - Het ontwikkelen van persoonlijke competenties - Het ontwikkelen van sociale competenties - Het zich eigen maken van normen en waarden
2.1. HET GEVEN VAN EEN GEVOEL VAN EMOTIONELE VEILIGHEID
Het kinderdagverblijf is erop gericht dat het kind zich ontplooit tot een volwaardig autonoom persoon. We bieden hiervoor een omgeving die voldoet aan de behoeften van autonomie (ik heb keuzevrijheid), verbinding (ik word gezien en ik hoor erbij) en competentie (ik kan het zelf). Dit betekent dat we het belonen en straffen (negeren, apart zetten en corrigeren) achterwege laten. We willen namelijk dat kinderen vanuit intrinsieke motivatie ontwikkelen.
Opvoeden gericht op het versterken van de autonomie vraagt onder andere om voorleven, verbinding aangaan met de kinderen, spelen met de kinderen en het aangeven van de eigen grenzen. Het zorgt voor een sterke verbinding in de groep en voor ruimte waarin kinderen hun eigen talenten kunnen ontwikkelen.
Onze bewuste keuze voor kleinschalige kinderopvang heeft als meerwaarde dat kinderen zich in een huiselijke en geborgen omgeving bevinden. De kinderen volgen een vast dagritme waarin dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare volgorde naar voren komen. Dit dagritme wordt iedere ochtend, aan de hand van dagritmekaarten, met de kinderen
besproken. Op deze wijze weten kinderen waar ze aan toe zijn en is het inzichtelijk wat zij gaan doen. De baby’s houden zoveel mogelijk hun eigen ‘thuisritme’ aan.
Daarnaast verblijven kinderen, vanwege het verticale karakter, vier jaar lang in eenzelfde groep; kinderen ontmoeten steeds dezelfde groepsgenoten. Dit is een vertrouwde plek waar kinderen met elkaar om kunnen leren gaan en van elkaar kunnen leren. Deze sociale
interactie steunt de behoefte aan verbinding en blijkt de (vroege) sociale ontwikkeling te stimuleren.
Naast het groepskarakter heeft een kind recht op individuele aandacht en zorg. Ieder kind is uniek met eigen kenmerken, behoeften en ontwikkelingsmogelijkheden. Om aan de behoefte van autonomie te voldoen, wordt eigen keuzevrijheid van het kind gerespecteerd en
8
gestimuleerd, waarbij rekening wordt gehouden met het belang van de groep als geheel.
Doordat er kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in een groep zitten (het verticale karakter) wordt er zowel in groepsverband als individueel aangesloten op de behoeften en de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Het individuele kind mag niet lijden onder de groep, maar de groep mag ook niet lijden onder een enkel kind.
Een ander belangrijk kenmerk van het kinderdagverblijf zijn de pedagogische medewerkers op de groep. Kinderen behoren zich voor veiligheid en geborgenheid, naast aan de ouders, te hechten aan de pedagogische medewerkers van de groep. Hiervoor is het van groot belang dat er vaste gezichten op een groep staan. Zo kan er een band ontstaan tussen pedagogische medewerker en kind, wat het welzijn en de ontwikkeling van het kind ten goede komt.
2.2. HET ONTWIKKELEN VAN PERSOONLIJKE COMPETENTIE
In de eerste vier jaar van een kind maakt zijn of haar ontwikkeling grote sprongen. Het kinderdagverblijf tracht deze ontwikkeling te ondersteunen en te stimuleren. Hiervoor wordt de Piramide-methode gebruikt. Deze methode wordt veel gebruikt in kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en in de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. De methode schept een pedagogisch klimaat waarin kinderen zich veilig en thuis voelen waardoor zij zin hebben de wereld te ontdekken. De materialen die worden gebruikt zijn ontwikkeld door pedagogen en onderwijskundigen en zijn gericht op gebieden zoals voorlezen, muziek, spel, motoriek, taal en rekenen. Het doel van de Piramide methode is het optimaliseren van een brede
ontwikkeling.
Lichamelijke ontwikkeling
In de leeftijd van 0 tot 4 jaar maakt het kind een grote motorische ontwikkeling door.
Het kind leert het hoofd optillen, trappelen, omrollen, zitten, kruipen, staan, lopen, klimmen en huppelen. Onze pedagogische medewerkers begeleiden de kinderen in dit proces. Voor baby’s geldt bijvoorbeeld dat de pedagogische medewerker het aantrekkelijk maakt voor een baby om te (leren) rollen, bijvoorbeeld met behulp van een vrolijk speelgoedje.
Daarnaast wordt het kind op kinderdagverblijf Arthemis ook door muziek, dans en
uitnodigende materialen gestimuleerd zich motorisch te ontwikkelen. Er is dan ook een ruim assortiment aan speelgoed en materialen voor verschillende leeftijden aanwezig op het kinderdagverblijf.
9
Van nature hebben de meeste jonge kinderen belangstelling voor bewegingsspel. De ontdekking hiervan gaat niet doelgericht, maar meer in de sfeer van ‘hoe voelt het iets te doen?”.
De fijne motoriek ontstaat onder meer in het fysiek contact met de pedagogische medewerker en wordt gestimuleerd door verschillende materialen zoals blokken of
knutselspullen. Bij baby’s door rammelaars, een babypuzzel of het doen van schootspelletjes.
Creatieve ontwikkeling
Uiteraard worden er in het kinderdagverblijf met veel plezier creatieve activiteiten ondernomen met de kinderen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan tekenen, schilderen of plakken. Een kind kan via deze weg zijn/haar fantasie kwijt en creatieve vaardigheden ontwikkelen. Ook de baby’s betrekken wij bij de creatieve activiteiten door bijvoorbeeld samen te verven, papier te scheuren, een boekje te lezen of muziek te maken.
Daarnaast wordt er veel gezongen en gedanst, kinderen worden hier zeer actief bij betrokken.
Al op zeer jonge leeftijd kunnen kinderen zich creatief ontwikkelen.
Verstandelijke ontwikkeling
Verstandelijke ontwikkeling is onder andere het leren spreken en begrijpen van de taal.
Kinderdagverblijf Arthemis vindt het belangrijk om elke dag minimaal 15 minuten aan alle kinderen voor te lezen. Het kinderdagverblijf is lid van de bibliotheek en hier worden elke maand nieuwe boeken geleend. Hierdoor wordt het taalbegrip ontwikkeld. Ook wordt, door middel van de intonatie, geprobeerd het juiste gevoel over te brengen, zodat wanneer het kind naar het basisonderwijs gaat er al een goed gevoel voor de taal aanwezig is en het auditieve (gehoor) al aardig “geprikkeld” is. Voorlezen biedt een goede basis voor het op latere leeftijd aanleren van het lezen en schrijven van de taal op school. Arthemis zal kinderen met een dreigende taalachterstand extra individuele aandacht geven, aansluitend op de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt.
Daarnaast wordt een kind met behulp van spelletjes uitgedaagd zich verstandelijk te
ontwikkelen, denk hierbij bijvoorbeeld aan memorie. Ook is er constructiemateriaal aanwezig om de ontwikkeling van het ruimtelijk inzicht te stimuleren. Tenslotte is er aandacht voor vormen, cijfers en eventueel letters.
Met de baby’s wordt gedurende de dag veel gepraat en de pedagogische medewerkers benoemen wat ze doen. Een verschoonmoment is een ideaal moment voor dat extra stukje aandacht, waarbij de pedagogische medewerkers gezellig tegen de baby kletst of bijvoorbeeld een liedje zingt. Naast voorlezen bieden we baby’s ook voelboekjes aan die samen ontdekt kunnen worden .
10
Naast de beschreven lichamelijke, creatieve en verstandelijke ontwikkeling van het kind vinden wij van belang dat het kind leert zelfredzaam te worden. De pedagogische
medewerker zal het kind aanmoedigen zelfstandig iets te ondernemen, zoals het opruimen van het gebruikte speelgoed. We vinden het belangrijk om daarbij onze waardering uit te spreken (‘bedankt dat jij hebt opgeruimd’), zodat het kind zich durft te ontplooien en het vertrouwen krijgt de handeling later te herhalen.
De pedagogische medewerkers zullen erop toezien dat de aanmoediging van de zelfstandige ontwikkeling afgestemd wordt op de fase waarin het kind zich bevindt.
De ruimte van het kinderdagverblijf
Tenslotte is de ruimte van het kinderdagverblijf volledig afgestemd op kinderen. Bij de inrichting heeft veiligheid en een vriendelijke sfeer voorop gestaan. De inrichting schept een klimaat waarin kinderen veilig en ongestoord kunnen spelen en ontdekken. De kinderen kunnen zich op deze manier zelfstandig verder ontwikkelen. Dit betreft zowel de buiten- als binnenruimte.
2.3. HET ONTWIKKELEN VAN SOCIALE COMPETENTIE
Tijdens de sociaal-emotionele ontwikkeling ontdekt/leert een kind hoe het is om samen met andere kinderen te spelen. Elk kind komt immers uit een andere “thuiscultuur”. Leren omgaan met anderen en respecteren dat ieder individueel kind/persoon anders is, is van groot belang.
Het stimuleren van de sociale competentie komt dagelijks naar voren. Alle kinderen, zowel baby’s als peuters, zijn deel van een groep en nemen op die manier deel aan
groepsgebeurtenissen. Een voorbeeld hiervan zijn de gezamenlijke tafelmomenten. De baby’s zitten in een wip- of tafelstoeltje (mits hun ritme dit toelaat) en worden betrokken bij het tafelmoment door naar elkaar te kijken, te praten en te reageren op de signalen van de baby.
Bij de peuters bevorderen de pedagogische medewerkers het aangaan van onderlinge gesprekjes en het achtereenvolgend luisteren naar elkaar.
Ook werken de kinderen door het groepsritme samen aan activiteiten. Naast zelfstandig spel worden er regelmatig activiteiten georganiseerd waarin samenspel naar voren komt. Hierbij kan gedacht worden aan een gezamenlijke knutselactiviteit, ‘Nijntje-verstoppertje’ of een fantasiespel (op berenjacht gaan). Wanneer mogelijk betrekken wij de baby’s ook bij deze gezamenlijke activiteiten (bijvoorbeeld samen muziek maken). Daarnaast bieden wij baby’s
11
activiteiten aan die aansluiten bij de ontwikkelingsfase. Hierbij kan gedacht worden aan het samen doen van een kiekeboe-spelletje tot (onder begeleiding van een pedagogische medewerker) met andere baby’s of peuters spelen.
De pedagogische medewerkers zullen een ondersteunende rol spelen bij het ‘samen spelen en samen delen’. Wanneer het nodig is zullen de pedagogische medewerkers bij conflicten tussen kinderen hen leren hoe ze hier mee om kunnen gaan. Het kind leert hierdoor sociale vaardigheden en de uitwerking van zijn/haar gedrag op anderen.
Een voorbeeld: Wanneer een kind een stuk speelgoed van een ander kind afpakt, gebeurt dit vaak onbewust. Door de reactie van een ander kind wat in tranen is, schrikt het kind van zijn/haar handeling (het afpakken). Vaak zal het kind het stuk speelgoed terug geven en het verdrietige kind troosten. Natuurlijk begeleidt de pedagogische medewerker de kinderen hierin. Op deze wijze leert een kind op speelse wijze oorzaak en gevolg van bepaald gedrag.
Het geweten ontwikkelt zich al op jonge leeftijd, bijvoorbeeld door de hierboven genoemde situatie. Het grote voordeel van een kinderdagverblijf is dat de kinderen intensief met andere kinderen omgaan, zodat deze belangrijke sociale eigenschap zich al op jonge leeftijd kan ontwikkelen.
Conflicten
Pedagogische medewerkers hebben oog voor de sociale relaties tussen de kinderen onderling. Negatieve relatiepatronen worden zoveel mogelijk voorkomen door kinderen op een warme, maar wel duidelijke manier te laten zien waar de grenzen van een ieder liggen.
Pedagogische medewerkers geven daarbij suggesties voor fijn en prettig samenspel en geven het goede voorbeeld. Zo leren kinderen zich te uiten en voor zichzelf op te komen. Ruzies hebben een belangrijke functie; kinderen verkennen grenzen bij elkaar en zichzelf. Bij conflicten grijpen we niet direct in, meestal lukt het kinderen heel goed om er zelf uit te komen. Als we wel moeten inspringen, stellen we ons op als bemiddelaar. We proberen afspraken te maken waar alle partijen tevreden mee zijn. Als een ruzie uit de hand dreigt te lopen, wordt er uiteraard niet afgewacht, maar direct ingegrepen. We geven de kinderen dan de ruimte om even tot rust te komen, bij de pedagogische medewerker of als het kind het fijn vind, even apart. Daarna geven de pedagogische medewerkers het goede voorbeeld hoe we een ruzie oplossen en hoe ze het goed kunnen maken. We benoemen daarbij de gevoelens van beide kinderen en dragen oplossingen aan, zodat kinderen leren om empathie te ontwikkelen en rekening te houden met elkaar.
12
2.4. HET ZICH EIGEN MAKEN VAN NORMEN EN WAARDEN
Om volledig te ontplooien hebben kinderen kaders nodig in de vorm van afspraken en regels.
Kinderen maken de regels eigen, doordat de pedagogische medewerkers de regels voorleven en naleven. Door het goede voorbeeld te geven en uit te leggen waarom eenieder de regels van belang vindt, nemen de kinderen dit vanzelf over. Zo leren de kinderen bijvoorbeeld op hun beurt wachten tijdens het tafelmoment en ruimen we gezamenlijk het speelgoed op.
Als kinderen gedrag laten zien wat de regel overschrijdt (en dat gebeurt uiteraard dagelijks) dan laten de pedagogische medewerkers zien wat dit met een ander doet. We doen samen voor hoe we het op kunnen lossen en wat het gevolg is van het gedrag. We straffen nooit, omdat een kind bepaald gedrag nooit expres vertoont, maar dit altijd een uiting is van een frustratie op één van de behoeften. Een goed voorbeeld is het afpakken van speelgoed. Vaak hebben de kinderen de behoefte om dan zelf te spelen (behoefte aan autonomie) of om (onhandig) contact te leggen (behoefte aan verbinding). Om hier aan te voldoen, spelen de pedagogische medewerkers veel met de kinderen samen en laten actief zien hoe fijn het is om samen (of alleen) te spelen. Een voorbeeld gericht op baby’s is het pijn doen van een ander kindje door de baby. We benoemen dat het kindje verdrietig is, passen onze mimiek hierop aan en doen voor hoe een baby zachtjes kan doen (aaien).
Er wordt ook gebruik gemaakt van omgekeerd spel; welke gevoelens roepen afpakken/delen bij een kind op (inleven)? Bij duwen of trekken aan andere kinderen laten we zien wat dit met de ander doet en laten we zien hoe je het weer goed maakt. Mocht het om een conflict tussen kinderen gaan dan zal de pedagogische medewerker er naar streven dit gezamenlijk op te lossen.
Door het verticale karakter maken baby’s, dreumesen en peuters deel uit van de groep. We leren de oudere kinderen (door onder andere voorbeeldgedrag) zien hoe ze rekening kunnen houden met de jongere kinderen. Het moet tenslotte veilig blijven voor alle kinderen en te ruw spel kan, ook voor de kinderen zelf, tot vervelende situaties leiden. Er wordt rustig gelopen op de groepsruimte. Zo zal dit ook worden aangehaald in plaats van ‘niet rennen’.
Tenslotte wordt er voorgeleefd hoe kinderen netjes met zichzelf, elkaar en de leiding omgaan.
Dit betreft het vriendelijk verzoeken of vragen aan elkaar. Als kinderen gebiedende wijs praten, zoals ‘jij doen’ dan geeft de pedagogische medewerker (afhankelijk van de
vocabulaire mogelijkheden) aan dat ze het fijn vindt als dit netjes gevraagd wordt. Dit houdt uiteraard ook in dat de pedagogische medewerker ook niet gebiedende wijs met de kinderen praten. Ze leven altijd voor en geven het goede voorbeeld.
13
3. PLAATSING
Bij kinderdagverblijf Arthemis worden kinderen (0 – 4 jaar) opgevangen in één groep met maximaal 16 kinderen. Bij de indeling van de groep werken wij volgens de wettelijke bepaling beroepskracht-kindratio. Afhankelijk van de groepsgrootte zijn er twee of drie pedagogische medewerkers aanwezig.
3.1. PLAATSING
Na het invullen van het inschrijfformulier en de daaropvolgende rondleiding, wordt samen gekeken naar de gewenste opvangdag(en). Kinderdagverblijf Arthemis maakt gebruik van een wachtlijst. Indien er (nog) geen plek is op de gewenste opvang(dag) wordt het kindje op de wachtlijst geplaatst. Broertjes en zusjes van kinderen waarvoor al opvang wordt verzorgd hebben hierbij voorrang op de wachtlijst. Wanneer er een plaats vrij komt, wordt tijdig contact opgenomen met de ouders. Vervolgens wordt het wentraject in gang gezet.
3.2. INTAKE
Wanneer ouders voornemens zijn een kind te plaatsen bij kinderdagverblijf Arthemis dan zal er allereerst een intake plaatsvinden. Dit is een gesprek tussen één van de pedagogische medewerkers en ouders waarbij ruimte is voor wederzijdse vragen. Tijdens dit gesprek wordt tevens bekend gemaakt welke pedagogische medewerker mentor zal zijn van het kind en welke pedagogische medewerkers op diens opvangdagen werkzaam zijn.
3.3. WENPERIODE
Wanneer de ouders/verzorgers en het kinderdagverblijf de definitieve datum hebben gepland om de opvang van start te laten gaan, worden er twee wenochtenden- of middagen
afgesproken. Deze wenochtenden- of middagen zijn bedoeld voor het kind, maar ook voor de ouders/verzorgers en de pedagogische medewerkers van de groep. Deze wenochtenden- of middagen vinden ongeveer twee weken voor officiële ingangsdatum van de opvang plaats. Na deze wenochtend/middag komt het kind volgens het gewenste opvangpatroon. Tijdens de opvang van kinderen tot 1 jaar zullen er twee vaste beroepskrachten aan het kind gekoppeld worden, zodat het kind iedere dag ten minste één van deze vertrouwde gezichten ziet. Ook de kinderen ouder dan 1 jaar krijgen vaste gezichten toegewezen.
14
Wanneer gestart wordt met de opvang van het kind is het de bedoeling dat de ouders/
verzorgers zelf enkele spullen mee naar het kinderdagverblijf brengen:
- 1 extra verschoning (kleding met naamsticker) - 1 slaapzak ( met naamsticker)
- voor de baby’s: (fles)voeding met naamsticker
Daarnaast is het raadzaam een speentje/knuffeltje mee te brengen als het kind deze gebruikt.
Een speentje/knuffeltje heeft voor veel kinderen een vertrouwde en troostende werking. In de eerste wenfase wordt dit dan ook aangeboden wanneer het kind daar behoefte aan heeft.
Er wordt getracht het gebruik van een speentje/knuffeltje te beperken tot in bed, al staat het veilig voelen van het kind daar natuurlijk boven.
Wij hechten veel waarde aan een goede samenwerkingsrelatie tussen ouders en pedagogische medewerkers. De meest praktische en gebruikelijke manier is om als ouders/verzorgers aan het einde van de dag een gesprekje aan te knopen met de
pedagogische medewerkers om te vragen hoe het gegaan is. Om een nieuw kind zo goed mogelijk te kunnen opvangen maakt het kinderdagverblijf graag tijd voor ouders/verzorgers om even bij te praten over hoe het gaat met het kind en of er eventueel nog vragen zijn.
Daarnaast kunt u natuurlijk altijd een afspraak maken.
Na een wenperiode van twee maanden wordt er een evaluatiegesprek met de ouders gevoerd. Gedurende dit gesprek wordt de afgelopen opvangperiode geëvalueerd. Dit heeft als doel de zorg met de ouders af te stemmen en de opvang te optimaliseren.
15
4. DE DAGELIJKSE VERZORGING
4.1. HET DAGRITME
Kinderdagverblijf Arthemis is open van 07.30 uur – 18.00 uur. Het kinderdagverblijf heeft een dagindeling opgesteld die als leidraad dient om, voor zowel kinderen als leiding, structuur en regelmaat te bieden. Zo wordt er voor gezorgd dat alle kinderen toekomen aan hun slaapjes, voedingen, verschoningen en natuurlijk aan spel. Aangezien er kinderen van verschillende leeftijden op de groep zijn, zal er flexibel met de dagindeling worden omgegaan (afhankelijk van de behoeften van het kind).
De dagindeling ziet er als volgt uit:
07.30 uur – 09.00 uur Kinderen worden gebracht
09.00 uur – 09.15 uur Vrij spelen, baby’s krijgen een fruithapje
09.15 uur – 09.45 uur Ochtendkring: kinderen kunnen drinken en een cracker eten 09.45 uur – 10.15 uur Verschoning en toiletbezoek, slaaptijd voor kinderen die
tweemaal slapen
10.15 uur – 11.15 uur Activiteit of vrij spelen (afhankelijk van het weer ook buiten) 11.15 uur - 11.30 uur De kinderen die geslapen hebben worden uit bed gehaald en
verschoond
11.30 uur – 12.15 uur Gezamenlijk aan tafel brood eten en melk drinken 12.15 uur – 12.30 uur Verschoning en toiletbezoek
12.30 uur Kinderen die een halve dag blijven worden opgehaald 12.30 uur – 14.30 uur Slaaptijd voor kinderen die eenmaal slapen, speeltijd voor de
kinderen die tweemaal of niet slapen.
14.30 uur – 14.45 uur De kinderen die geslapen hebben komen uit bed.
14.45 uur – 15.00 uur Verschoning en toiletbezoek
15.00 uur – 15.30 uur Water drinken met vers fruit of yoghurt, slaaptijd voor kinderen die tweemaal slapen
15.30 uur – 15.45 uur Voorlezen
15.45 uur – 16.30 uur Activiteit of vrij spelen (afhankelijk van het weer ook buiten), mogelijkheid tot bijzondere activiteiten
16.30 uur Eventuele groentehapjes voor de kinderen die dit meebrengen
16.30 uur – 16.40 uur Verschoning en toiletbezoek, kinderen die geslapen hebben worden uit bed gehaald.
17:00 uur Kinderen krijgen nog wat te drinken 16.30 uur – 18.00 uur Kinderen worden gehaald
16
4.2. HET HALEN EN BRENGEN
Het kinderdagverblijf is geopend van 07.30 uur tot 18:00 uur. Brengen kan van 07.30 uur tot 09.00 uur en ophalen kan van 16.30 uur tot 18.00 uur. Hierbij dient rekening gehouden te worden dat het kinderdagverblijf om 18:00 uur zijn deuren sluit. Deze tijden zijn ingesteld om de rust in de groep zoveel mogelijk te waarborgen. Natuurlijk mag het kind eerder dan 16:30 uur opgehaald worden, echter is het gewenst dat er van tevoren gebeld wordt zodat de pedagogische medewerkers hier rekening mee kunnen houden.
In het begin valt het niet mee om je kind in een nieuwe omgeving achter te laten en gedag te zwaaien. Daar hebben de pedagogische medewerkers dan ook alle begrip voor en natuurlijk zijn ze erop ingespeeld om het afscheid zo makkelijk mogelijk te laten verlopen. Dit doen zij bijvoorbeeld door samen te zwaaien en de favoriete knuffel of stukje speelgoed bij de hand te houden. Om het afscheid zo goed mogelijk te laten verlopen is het belangrijk om duidelijk gedag te zeggen en dit niet te lang te laten duren. Het rustig weggaan zonder duidelijk afscheid te nemen (bijvoorbeeld omdat het kind lekker aan het spelen is) is niet wenselijk omdat het kind zo onnodig last kan krijgen van verlatingsangst. Het kind kan schrikken van de plotselinge verdwijning van de vertrouwde ouder/verzorger wat gepaard kan gaan met een onveilig gevoel. Afscheid nemen wordt erg serieus genomen. Uw kind zal hier dan ook in een gemoedelijke sfeer in begeleidt worden. Uiteraard mogen de ouders/verzorgers nadien nog even bellen om te vragen hoe het gaat om zo met een gerust hart aan het werk te kunnen.
Het is mogelijk om het kind door een derde te laten halen of brengen. Dit kan echter alleen wanneer de pedagogische medewerkers hier van tevoren door de ouders/verzorgers over ingelicht zijn. Uit veiligheidsoverwegingen wordt bij nieuwe gezichten een identiteitsbewijs gevraagd van de persoon die het kind komt halen. Wanneer dit niet gebeurt en er gaat onverhoopt iets mis dan kan het kinderdagverblijf hier niet aansprakelijk voor worden gesteld.
Ook is het mogelijk om het kind door een oudere broer of zus te laten ophalen; hier is de voorwaarde aan verbonden dat de broer of zus ouder dan 18 jaar moet zijn.
4.3. HET CONTACT MET DE OUDERS
Ouders zijn de belangrijkste opvoeders in het leven van een kind. Het kinderdagverblijf neemt een aantal uren zorg en opvoeding van het kind over. Om die reden is het van belang om gegevens omtrent de opvoeding en ontwikkeling van kinderen tussen ouders en groepsleiding uit te wisselen. Communicatie over het kind is belangrijk; over zowel “gewone” dagelijkse dingen als over bijzonderheden moet gecommuniceerd worden.
17
De pedagogische medewerkers worden graag op de hoogte gehouden van relevante informatie omtrent de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt, zodat de begeleiding en verzorging hierop afgestemd kan worden. Er wordt immers gestreefd naar een
samenwerkingsrelatie die in het belang van het kind staat. Ouders mogen van de
pedagogische medewerkers of leidinggevende betrokkenheid bij het kind verwachten. Zij zouden mee kunnen denken over eventuele opvoedingsvragen wanneer ouders daar behoefte aan hebben. Het kinderdagverblijf heeft een signalerende functie ten aanzien van het welzijn en het functioneren van de kinderen.
Vormen waarin informatie-uitwisseling een plek krijgt o Breng- en haalcontacten
o Schriftje waar door de pedagogische medewerkers een verhaaltje in wordt
geschreven. Bij kinderen onder de 1 jaar gebeurt dit dagelijks en wordt ook de slaap- en drinktijden vermeld.
- Bij kinderen ouder dan 1 jaar wordt eens per week in het schriftje geschreven.
Ouders kunnen, bij behoefte, ook in dit schriftje schrijven. De pedagogische medewerkers stellen dit zeer op prijs. Tevens bevordert dit de communicatie tussen ouders en pedagogische medewerkers.
o Dagverslag op het memobord van de stamgroep o Tienminutengesprekken (2x per jaar)
4.4. ETEN EN DRINKEN
Het eten en drinken wordt door het kinderdagverblijf verzorgd, met uitzondering van de baby’s die nog een fles krijgen. De ouders/verzorgers dienen zelf een fles inclusief de voeding mee te brengen tot de kleintjes zelf met de broodmaaltijd mee kunnen eten.
Borstvoeding mag bevroren, maar ook slechts koud worden aangeboden bij kinderdagverblijf Arthemis. De koude meegebrachte borstvoeding wordt gedurende de dag achter in de koelkast bewaard; ook bevroren borstvoeding wordt in onze koelkast gelegd, zodat deze langzaam kan ontdooien. Reserve bevroren borstvoeding wordt in de vriezer bewaard. De afgekolfde flesjes met borstvoeding moeten voorzien zijn van een label met naam en datum waarop de melk is afgekolfd.
Fruit wordt door het kinderdagverblijf verzorgd. Er wordt getracht alle kinderen fruit te laten eten; baby’s krijgen een fruithapje en in overleg met ouders wordt overgegaan op de stukjes fruit die de peuters krijgen.
18
Fruit bestaat uit appels, bananen, peren en eventueel seizoensfruit. De oudere kinderen mogen zelf kiezen wat voor fruit ze willen.
De broodmaaltijd bestaat uit bruin brood met beleg zoals smeerkaas, smeerworst, pindakaas, appelstroop, jam en chocopasta. De kinderen mogen eerst kiezen uit hartig beleg om een gezond eetpatroon te stimuleren. Een tweede boterham kan zoet belegd worden. Ook worden kinderen gestimuleerd een beker melk te drinken tijdens het brood eten. De
pedagogische medewerkers eten hun broodmaaltijd gezamenlijk met de kinderen om zo het goede voorbeeld geven.
Als tussendoortje kan worden gedacht aan een yoghurt, soepstengel, rijstwafel, cracker of rozijntjes. Soms kan een tussendoortje belegd zijn met wat lekkers; smeerworst of smeerkaas.
Heeft het kind een dieet of allergie dan zal hier rekening mee worden gehouden. Als hier speciale producten/merken voor nodig zijn dienen ouders/verzorgers deze zelf mee te nemen naar het kinderdagverblijf. De meegebrachte producten behoren te zijn voorzien van een naamsticker en houdbaarheidsdatum.
De tijden van het eten en drinken kunt u terug vinden onder het hoofdstuk ‘Dagritme’. Voor de baby’s wordt zo veel mogelijk het ritme van thuis overgenomen. Naarmate het kind ouder wordt zal het ritme zich meer aansluiten bij het groepsritme.
4.5. TIJD OM TE SLAPEN
Bij kinderdagverblijf Arthemis slapen de kinderen in ledikantjes die voldoen aan de meest recente eisen binnen de kinderopvang. Er zijn twee slaapkamers aan de rustige zijde van het kinderdagverblijf. Een slaapkamer bevat vier ledikantjes voor kinderen onder de één jaar. In de andere slaapkamer staan acht ledikantjes voor de oudere kinderen. De ledikantjes zijn verfraaid met wolkendaken om een vriendelijke sfeer te creëren.
Uiteraard worden slapende kinderen in de gaten gehouden; dit gebeurt onder andere door middel van een babyfoon met camera. Ook controleren de pedagogische medewerkers regelmatig of de kinderen comfortabel liggen te slapen. Kinderen slapen altijd in een slaapzakje. Ten aanzien van de slaaphouding volgt kinderdagverblijf Arthemis de veiligheidsregels; kinderen onder de één jaar die op de buik slapen worden gekeerd in verband met het verhoogde risico op wiegendood. Wanneer ouders de buikligging
goedkeuren dan moet er een buikslaapovereenkomst worden getekend. Naast de buikligging is er over slaapgewoonten (bijvoorbeeld het inbakeren) altijd overleg mogelijk. Ouders dienen eventuele extra hulpmiddelen zelf mee te brengen.
19
De slaaptijden zijn afhankelijk van de behoeften en leeftijd van het kind. Een kind moet uitgerust zijn om de wereld te kunnen ontdekken. Bij baby’s wordt er rekening gehouden met het ritme van thuis, maar naarmate de kinderen ouder worden en meer aan het
kinderdagverblijf gewend zijn ontstaat er een groepsritme.
Alle peuters die ‘s middags slapen gaan gezamenlijk een slaapje doen. Hoe lang de kinderen slapen is afhankelijk van de behoefte van het kind.
Om rustig in slaap te kunnen vallen zijn er veel kinderen die een speentje, knuffeltje, doekje of iets dergelijks prettig vinden. Ouders zijn vrij dergelijke spulletjes mee te nemen naar het kinderdagverblijf. Zo kunnen kinderen zich in alle vertrouwdheid overgeven aan het slapen.
Als de kinderen in hun ledikantjes liggen, wordt er wanneer mogelijk door de pedagogische medewerkers een verhaaltje voorgelezen wat het rustig in slaap vallen nog meer bevorderd.
Het in slaap vallen gaat bij sommige kinderen gepaard met huilen. Het kinderdagverblijf tracht hierbij goed naar de gewoonten van het individuele kind te kijken; wijkt het huilen af (in duur of klank) van de gebruikelijke slaapgewoonten dan wordt er nadrukkelijk gekeken of alles in orde is. Toch houdt deze richtlijn in dat een kind mag huilen om in slaap te vallen. Uiteraard wordt hier in het contact met ouders aandacht aan besteed.
4.6. VERSCHONEN EN ZINDELIJK WORDEN
Het kinderdagverblijf draagt zorg voor de middelen rondom de verschoning. Ten eerste is er een commode aanwezig en daarnaast zijn er twee kindertoiletjes. Het kinderdagverblijf zorgt voor voldoende wegwerpluiers in diverse maten. De kinderen die een luier dragen worden naar gelang het dagritme met regelmaat verschoond en daarnaast nog gecontroleerd. Een schone luier en een fris gevoel zijn noodzakelijk om de kleine zich zo vrij en schoon mogelijk te laten voelen. Daarnaast heeft het kinderdagverblijf sudocrème voor als een kind
onverhoopt toch pijnlijke billetjes heeft.
Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier; dat geldt ook voor het zindelijk worden. In overleg met de ouders/verzorgers wordt gekeken wanneer een kind hieraan toe is. Het voordeel van een kinderdagverblijf is dat de jonge kindjes zien hoe de oudere kindjes naar de wc gaan. Als kindjes eraan toe zijn, dan nemen we ze dan ook mee naar het wc-ritueel. Ze krijgen dan elke keer de mogelijkheid om hun behoefte op de wc te doen. We forceren niets, maar bieden alleen de mogelijkheid. We vertrouwen erop dat de kinderen bij een prettige en leuke sfeer vanzelf hun behoeften gaan doen op het toilet.
Natuurlijk bespreken we met ouders wat voor het kindje prettig is. Het kinderdagverblijf
20
maakt geen gebruik van het potje. Dit is mogelijk omdat de toiletjes op kinderhoogte zijn en daarom wordt de stap van het potje overgeslagen. Het idee hier achter is dat kinderen dan eenmalig hoeven te wennen en dat de kans op ‘toiletangst’ kleiner is. Omdat een ‘ongelukje’
in deze periode nog wel eens voorkomt is het handig als er extra schone kleren mee worden gebracht, zodat het kind opgefrist kan worden en niet meteen ontmoedigd wordt. Alles gaat op een ongedwongen natuurlijke manier; het is tenslotte een hele stap naar het groter worden.
4.7. LOGEERVARKEN
Het kinderdagverblijf heeft een logeervarken: Zoë. Elk weekend gaat Zoë mee met een kindje van het kinderdagverblijf. In het koffertjes bevindt zich een schriftje waar de avonturen van Zoë worden bijgehouden. Het is de bedoeling dat Zoë weer meekomt op de eerste dag dat het kind weer op het kinderdagverblijf is.
21
5. KINDONTWIKKELING
5.1. MENTORSCHAP
Vóór de start bij Arthemis wordt er een mentor aan het kind gekoppeld. De mentor is een pedagogische medewerker die het kindje actief begeleidt en volgt op het gebied van taal, motoriek, voeding en gedrag op de groep. Op deze wijze kunnen eventuele problemen vroegtijdig gesignaleerd worden en een eventuele achterstand worden voorkomen.
De mentor is tevens degene die aanspreekpunt is bij ontwikkelings- en/of opvoedingsvragen en, indien gewenst, ieder halfjaar het 10-minutengesprek voert. Tijdens de intake wordt bekend gemaakt welke pedagogische medewerker, aldus welke mentor, het kind gaat begeleiden en volgen.
5.2. OBSERVEREN EN SIGNALEREN
Observeren en signaleren is een belangrijke taak van onze pedagogische medewerkers. Een kind dat prettig in zijn/haar vel zit, heeft het zelfvertrouwen om te gaan ontdekken,
experimenteren, sociaal contact aan te gaan en zich te ontwikkelen. Het kind voelt zich op zijn gemak en is ontspannen.
Al onze pedagogische medewerkers worden geschoold in het werken met baby’s, waarbij kennis opgedaan wordt over onder andere de ontwikkeling, communicatie en leefomgeving van baby’s. Deze scholing draagt bij aan het, zo optimaal mogelijk, kunnen observeren en signaleren van bijzonderheden in de ontwikkeling van baby’s.
Soms komt het voor dat een kind zich niet fijn voelt en/of niet in de gelegenheid is zich te ontplooien. Dit kan aan zowel interne als externe factoren liggen, denk aan diens persoonlijk- heid, de omgeving of andere (medische) bijzonderheden. Door met regelmaat te observeren en signaleren kunnen eventuele (ontwikkelings-)problemen nauwkeurig in kaart worden gebracht, waardoor gepaste begeleiding en ondersteuning geboden kan worden.
Over het algemeen vindt er, indien er geen bijzonderheden zijn, twee keer per jaar een observatiemoment van het kind plaats dat door diens mentor uitgevoerd wordt. Hierbij wordt een observatielijst van Cito (passend bij de leeftijd) ingevuld dat ingaat op het sociaal-
emotioneel functioneren, motoriek en taal. In tienminutengesprekken worden onze observaties besproken met de ouder(s)/verzorger(s). Indien er geen behoefte is voor een gesprek, hebben ouders de mogelijkheid om op een later moment de observatielijst in te
22
lezen. Tevens wordt een kopie toegevoegd aan het dossier van het kind, zodat de ontwikkeling gemakkelijker in kaart kan worden gebracht.
Signaleren en doorverwijzen
Als er op het kinderdagverblijf bijzonderheden worden opgemerkt, worden deze meestal gesignaleerd door één van onze pedagogische medewerkers (bij vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling worden altijd de stappen van de meldcode gevolgd!). Middels observatie worden de bijzonderheden in kaart gebracht en vervolgens gedeeld met de andere pedagogische medewerkers. Onze pedagogische medewerkers hebben ervaring/expertise in verscheidene onderwerpen (door bijvoorbeeld het volgen van cursussen of het hebben van een bepaalde opleidingsachtergrond). Denk hierbij aan een PABO- of Pedagogiek-
achtergrond, maar ook het volgen van cursussen betreffende meldcode kindermishandeling, EHBO of BHV. Hierdoor kunnen onze medewerkers elkaar op verschillende gebieden
ondersteunen.
Bestaan er hierna vragen, dan zal de casus in een teamvergadering aan bod komen. Hierbij wordt er door de houder en kwaliteitsmedewerker ondersteuning gegeven aan de
pedagogische medewerkers. Op deze wijze kan het gehele team + de houder kritisch naar de signalen kijken en een plan opstellen betreffende de aanpak. Vervolgens nodigen wij de ouder(s)/verzorger(s) uit voor een gesprek waarin we de signalen zullen bespreken. Hierin voorzien we de ouder(s)/verzorger(s) van een gericht advies betreffende een hulpverlenende instantie of specialist.
Wij hebben verschillende samenwerkingsverbanden met instanties. Zo kunnen we onder andere doorverwijzen naar het Centrum voor Jeugd en Gezin, Fysio-Fit (bij motorische bijzonderheden bij het kind) of het buurtteam (bijvoorbeeld bij vragen over de opvoeding).
Overdracht basisonderwijs of buitenschoolse opvang
Op de leeftijd van vier jaar verlaat een kind onze opvang en zal de overstap worden gemaakt naar basisonderwijs en eventueel buitenschoolse opvang. Om een zo optimaal mogelijk doorlopende lijn met het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang te realiseren, maken wij gebruik van een overdrachtsformulier. Hierin wordt alle informatie, voortgekomen uit de opgedane indrukken betreffende de ontwikkeling het kind, verzameld. Aansluitend wordt het overdrachtsformulier besproken met de ouder(s)/verzorger(s), waarbij de gelegenheid is om te wijzigen en/of aan te vullen. De ouder(s)/verzorger(s) tekenen de overdracht, waarna deze
23
(bij toestemming; hiervoor tekenen de ouder(s)/verzorger(s) desgewenst tijdens de start van de opvang) door hen aan de basisschool of buitenschoolse opvang wordt overgedragen.
Indien ouder(s)/verzorger(s) bezwaar hebben tegen de overdracht en niet voor de overdracht hebben getekend, vindt er geen overdracht plaats tussen onze opvang en de andere partij. In dat geval ontvangt de basisschool of buitenschoolse opvang bericht waarin staat dat er geen toestemming is gegeven.
5.3. PIRAMIDE-METHODE
Wij werken met de Piramide-methode. Deze methode bestaat uit verschillende, voor kinderen aansprekende, thema’s. Hierbij kan gedacht worden aan verkeer, ziek en gezond of de lente. Met Piramide stimuleren wij jonge kinderen op een speelse manier. Door een slimme combinatie van activiteiten krijgen ze in een veilige omgeving grip op de wereld. Ieder jaar komen de thema’s terug en kunnen kinderen, op een steeds hoger niveau en met een andere invulling, aan het thema ‘werken’.
De Piramide-projecten
Projecten zijn de basis van Piramide. Die gaan over voor kinderen aansprekende onderwerpen, zoals thuis, lente, kunst en verkeer.
Elk jaar staan – op een steeds hoger niveau – dezelfde thema’s op het programma, met een andere invulling, passend bij de leeftijd en ontwikkeling van jonge kinderen.
De thema’s worden in projectboeken uitgewerkt.
In de projectboeken staan veel activiteiten, toepassingen, ideeën, spelletjes, liedjes en suggesties voor de inrichting van de hoeken.
Er is aanvullend materiaal, zoals cd’s met vrolijke liedjes.
Piramide biedt ruimte voor eigen inbreng en initiatieven van pedagogische medewerkers én kinderen.
Met slimme hulpmiddelen, zoals de cd Piramide werkdocumenten, kunnen wij eenvoudig Piramide-activiteiten vanuit doelen plannen en registreren.
5.4. GROEIBOEKEN
In de tijd dat uw kind op Arthemis verblijft, houden wij een groeiboek bij. Hierin komen knutselwerkjes van uw kind, foto’s en korte verhaaltjes van de pedagogische medewerkers.
24
De foto’s die op Arthemis worden gemaakt van uw kind bewaren wij. Als uw kind het kinderdagverblijf verlaat krijgt het kind het groeiboek mee en tevens een usb-stick met alle foto’s ter herinnering aan het verblijf bij Arthemis.
5.5. SAMENWERKINGVERBAND FYSIOFIT
Om de motorische ontwikkeling van de kinderen te monitoren is er een
samenwerkingsverband met de afdeling kinderfysiotherapie van Fysio-Fit Utrecht. Concreet houdt dit in dat gezinnen de mogelijkheid krijgen om onderzoek te laten doen naar het fijne en grove motorische ontwikkelingsniveau.
Dit wordt gedaan door middel van de Movement ABC en de Bayley Scales of Infant and Toddler Development - Third Edition-Nederlandse versie (BSID-III-NL). Beiden testen worden gezien als de gouden standaard met betrekking tot het in kaart brengen van het motorische vaardigheid niveau. Hieronder een korte samenvatting van de testen met daarbij de
methodologische kwaliteit.
De Movement ABC test is in Nederland en Wereldwijd de meest gebruikte test voor het vroegtijdig vaststellen van motorische beperkingen bij kinderen. De Movement ABC 2 is een herziening van deze test. De herziening bevat ook een Test en een Checklist. Met deze instrumenten kunnen problemen vroegtijdig worden opgespoord en ze kunnen worden gebruikt voor het opstellen en evalueren van een behandelplan. De Movement ABC-2 heeft een checklistinstructie op DVD. Dit biedt de mogelijkheid om het geobserveerde met collega’s te vergelijken en te evalueren.
De Bayley Scales of Infant and Toddler Development - Third Edition-Nederlandse versie (Bayley-III-NL) is de opvolger van de BSID-II- NL. De schaal is ontwikkeld vanuit de Bayley Ontwikkelingsschalen 2-30 (BOS 2- 30). Deze test is bedoeld om heel jonge kinderen met risico op ontwikkelings- achterstanden of ontwikkelingsstoornissen te onderzoeken of te volgen. Er kan een uitspraak gedaan worden over het huidige ontwikkelingsniveau van het kind. Er kan ook een terughoudende prognose gesteld worden met betrekking tot de verwachte ontwikkeling. De test meet de domeinen cognitie, taal, motoriek, sociaal emotioneel- en adaptief gedrag
De BSID III NL is een norm-referenced test bedoeld om kinderen van 1 - 42 maanden met een ontwikkelingsachterstand te identificeren. De herziende versie naar Nederlandse norm (BSID 3-NL) is in 2014 gevalideerd. De Bayley-III-NL is een voor Nederland genormeerde,
25
betrouwbare en valide ontwikkelingstest voor jonge kinderen van 15 dagen tot 42 maanden oud voor o.a. de grove motoriek.
Vroege signalering van een achterstand verkleint de kans op vergroting van deze achterstand.
Mede om deze reden is het relevant en legitiem om de gezinnen bovenstaande screening aan te bieden.
Indien er sprake is van een ontwikkelingsachterstand bestaat er een mogelijkheid om dit onder begeleiding van een kinderfysiotherapeut te verbeteren. Dit kan d.m.v. Fysio-Fit Kids of individuele begeleiding.
Voor ouders die meer inzicht willen krijgen in het motorisch ontwikkelingsniveau is vanaf januari de mogelijkheid om dit te laten testen. De test wordt vergoed door de zorg-
verzekeraar en de testlocatie is 20 meter verderop op de Springweg 184. Het is de bedoeling dat de ouders bij deze test aanwezig zijn.
Contactpersoon: Caroline Bennemeer Telefoonnummer: 06-29374515 Website: www.fysiofit-utrecht.nl
26
6. PERSONEEL
6.1. DE PEDAGOGISCHE MEDEWERKERS
Er is gekozen voor een verticale groep met maximaal 16 kinderen en vier pedagogische medewerkers. Wanneer er een stagiaire is, geldt deze als extra pedagogische medewerker en staat zij boventallig op de groep.
De pedagogische medewerkers in het kinderdagverblijf zijn voorzien van een diploma of hebben gelijkwaardige aantoonbare ervaring conform de kwalificatie-eis pedagogische medewerker. Zij zullen gedurende de dag de opvang verzorgen. Daarnaast zal Nancy Rose, de eigenaresse, zeer regelmatig aanwezig zijn op het kinderdagverblijf; soms in functie van directrice, soms in functie van groepspedagogische medewerker.
Binnen kinderdagverblijf Arthemis heerst een open aanspreekcultuur. “Open en eerlijk zijn”
dat is ons motto. Vanwege het kleinschalige karakter zijn pedagogische medewerkers, directie en de ouders/verzorgers nauw bij elkaar betrokken. Het team waarin gewerkt wordt is stabiel en hecht te noemen. Dit is wat wij ook willen uitdragen naar eventuele nieuwe personeels- leden en ook naar de ouders/verzorgers. Wederzijds vertrouwen staat bij ons in hoog vaandel en we hopen vandaaruit alles bespreekbaar te maken. De drempel houden wij graag zo laag mogelijk. Op die manier wordt een (werk)omgeving gecreëerd die veilig te noemen is en waarin pedagogische medewerkers elkaar kunnen aanspreken op ongeoorloofd gedrag.
De pedagogische medewerkers kunnen bij vraagstukken tijdens hun werkzaamheden ondersteund worden door de directie, de kwaliteitsmedewerker of de pedagogische coach.
Deze ondersteuning kan, afhankelijk van het vraagstuk, zowel individueel als in teamverband geboden worden.
Pedagogische coach
Onze pedagogische medewerkers worden bij hun werkzaamheden gecoacht door een pedagogische coach. De coaching heeft als doel de professionele ontwikkeling van de pedagogische medewerkers én de pedagogische kwaliteit van onze dienstverlening te verbeteren. Afhankelijk van de behoefte vanuit de pedagogische medewerkers wordt er onder andere gewerkt aan doelen, vraagstukken, knelpunten en kennis.
27
Stagiaires
Kinderdagverblijf Arthemis is een erkend leerbedrijf en biedt een stageplek aan stagiaires die de opleiding volgen tot pedagogisch medewerkster niveau 2, 3 en of 4 van het middelbaar beroepsonderwijs (MBO).
Bij de begeleiding en inzet van stagiaires houden we rekening met de opleidingsfase waarin zij zich bevinden. Onze kwaliteitsmedewerker is verantwoordelijk voor de begeleiding van de stagiaires en zal hier intensief aandacht aan besteden. Zij begeleidt stagiaires gedurende de werkzaamheden op de groep en voert wekelijks evaluatiegesprekken. In deze gesprekken wordt de ontwikkeling besproken, vraagstukken en eventuele knelpunten. Observeren en evalueren komt gedurende de begeleiding veelal aan bod.
De stagiaires draaien mee in het dagelijkse ritme en voert, afhankelijk van de opleidingsfase en ontwikkeling, verscheidene werkzaamheden uit (denk aan de voorbereiding en uitvoering van activiteiten, de verzorging van kinderen en huishoudelijke taken.
Een stagiaire heeft nog geen verantwoordelijkheid over de kinderen en staat nooit alleen op de groep; altijd onder toeziend oog van een pedagogische medewerker.
6.2. ZIEKTE
Kinderdagverblijf Arthemis opent om 07.30 uur de deuren. Er zijn altijd twee pedagogische medewerkers aanwezig om de kinderen op te vangen. Mocht onverhoopt een pedagogische medewerkster ziek zijn geworden, dan treedt het ‘ziekteprotocol medewerkers’ in werking.
Dit betekent dat voor inval gezorgd wordt; hetzij een andere pedagogische medewerker, een invalkracht of de eigenaresse Nancy Bijen-Rose. Op deze wijze komt het niet voor dat een pedagogische medewerker alleen in het pand is en/of alleen op de groep staat.
6.3. PERSONEELSBEZETTING
Het aantal kinderen in verhouding tot het aantal pedagogische medewerkers (beroepskracht- kindratio) wordt te allen tijde in naleving van de verordening van de GGD gewaarborgd.
Omdat er gewerkt wordt volgens het 4-ogenbeleid, zijn er bij Arthemis altijd minimaal twee pedagogische medewerkers aanwezig, ook wanneer dit gezien de beroepskracht-kindratio niet vereist is. Dit betekent dat er nooit één beroepskracht wordt ingezet, maar dat gedurende de dag er altijd minimaal twee pedagogische medewerkers zijn.
28
6.3.1. DRIE-UURSREGELING
Vanuit de wet is het toegestaan om maximaal drie uur per dag af te wijken van de
beroepskracht-kindratio (de zogeheten drie-uursregeling), waarbij ten minste de helft van het aantal benodigde beroepskrachten volgens de beroepskracht-kindratio moet worden ingezet.
Uitwerking drie-uursregeling
Maandag:
Op de maandag maken wij van 13:00 uur – 14.00 uur én van 17:00 uur – 18:00 uur gebruik van de drie-uursregeling (2 uur in totaal).
Dit betekent dat wij van 07:30 uur – 13:00 uur én van 14.00 uur – 17:00 uur níet afwijken van de beroepskracht-kindratio en daarmee voldoen aan de beroepskracht-kindratio.
Dinsdag:
Op de dinsdag maken wij van 12:30 uur – 14:00 uur én van 17:00 uur – 18:00 uur gebruik van de drie-uursregeling (2,5 uur in totaal).
Dit betekent dat wij van 07:30 uur – 12:30 uur én van 14:00 uur – 17:00 uur níet afwijken van de beroepskracht-kindratio en daarmee voldoen aan de beroepskracht-kindratio.
Woensdag:
Op de woensdag maken wij van 12:30 uur – 14:00 uur én van 17:00 uur – 18:00 uur gebruik van de drie-uursregeling (2,5 uur in totaal).
Dit betekent dat wij van 07:30 uur – 12:30 uur én van 14:00 uur – 17:00 uur níet afwijken van de beroepskracht-kindratio en daarmee voldoen aan de beroepskracht-kindratio.
Donderdag:
Op de donderdag maken wij van 13:00 uur – 14:00 uur én van 17.00 uur – 18.00 uur gebruik van de drie-uursregeling (2 uur in totaal).
Dit betekent dat wij van 07:30 uur –13:00 én van 14:00 uur – 17:00 uur níet afwijken van de beroepskracht-kindratio en daarmee voldoen aan de beroepskracht-kindratio.
Vrijdag:
Op de vrijdag maken wij van 12.30 uur – 14.00 uur én van 17.00 uur – 18.00 uur gebruik van de drie-uursregeling (2,5 uur in totaal).
29
Dit betekent dat wij van 07.30 uur –12:30 uur en van 14.00 uur – 17.00 uur níet afwijken van de beroepskracht-kindratio en daarmee voldoen aan de beroepskracht-kindratio.
6.3.2 PAUZEMOMENTEN
De pedagogische medewerkers nemen op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag een half uur pauze . De pauzetijden zien er als volgt uit:
Maandag Dinsdag
13:00 uur – 14:00 uur 12:30 uur – 14:00 uur
Woensdag Donderdag Vrijdag
12:30 uur – 14:00 uur 13:00 uur - 14:00 uur 12.30 uur – 14.00 uur
Zodoende wordt er, afhankelijk van de dag, tussen 12:30 uur – 14:00 uur afgeweken van de beroepskracht-kindratio, zodat de pedagogische medewerkers voldoende pauze kunnen houden. De pedagogische medewerkers wisselen elkaar af met pauze, zodat er altijd twee pedagogische medewerkers op de groep staan. Wanneer er met twee pedagogische
medewerker wordt gewerkt, neemt degene die pauze heeft een rustmomentje op de locatie van Arthemis (waarbij oogcontact kan worden gemaakt).
30
7. VEILIGHEID
7.1. VIEROGENPRINCIPE
Met oog op de veiligheid en ter preventie van seksueel misbruik en geweld jegens kinderen, zijn kinderdagverblijven vanaf 1 juli 2013 verplicht invulling te geven aan het vierogen- principe. Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd een andere volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met de beroepskracht. In de hiernavolgende tekst staat beschreven hoe wij hier, op kinderdagverblijf Arthemis, concreet aan vormgeven.
De pedagogisch medewerkers werken qua uren in verschillende diensten. Op dagen dat het beroepskracht-kindratio vereist om twee pedagogische medewerkers in te zetten, is er voor gekozen om de werkdag van de pedagogische medewerkers te verlengen met een half uur.
Op deze wijze zijn er gedurende de gehele dag “vier ogen” aanwezig. Stagiaires vanaf 18 jaar tellen mee als “een extra paar ogen”.
7.2. UITSTAPJES
Tijdens uitstapjes blijven er altijd twee of meer pedagogische medewerkers op de groep en gaan er altijd twee of meer personen mee met het uitstapje. Eén op één uitstapjes naar bijvoorbeeld de bibliotheek of de supermarkt zijn vanwege het vierogenprincipe afgeschaft.
Hiervoor is in de plaats dat er ouders worden gevraagd om mee te gaan met een uitstapje of een stagiair. Ouders geven hiervoor desgewenst toestemming tijdens het intakegesprek.
7.3. SOCIALE CONTROLE
De directrice Nancy Rose loopt regelmatig, op verschillende tijden, onaangekondigd binnen.
Op die manier wordt de ook de sociale controle vergroot.
7.4. MELDCODE KINDERMISHANDELING
Als kinderdagverblijf kan het mogelijk zijn dat wij te maken krijgen met slachtoffers van kindermishandeling of huiselijk geweld. Sinds 1 juli 2013 werkt Kinderdagverblijf Arthemis volgens de verplichte ‘Meldcode Kindermishandeling’. Dit houdt in dat Kinderdagverblijf Arthemis een vaste meldcode voor zijn pedagogische werkers hanteert bij het signaleren en melden van kindermishandeling of huiselijk geweld. Deze meldcode bestaat uit een
stappenplan waarin concreet wordt beschreven hoe onze pedagogische werkers in een
31
dergelijke situatie moeten handelen. Het leidt onze pedagogische werkers door het proces van de eerste vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld tot het organiseren van de juiste hulp.
De meldcode is verdeeld in drie routes, namelijk;
- Vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling.
- Vermoedens van een geweld- of zedendelict jegens kind op de werkvloer door een collega.
- Seksueel grensoverschrijdend contact tussen kinderen onderling.
Iedere route geeft de pedagogische werkers handvaten hoe om te gaan met het signaleren en melden van kindermishandeling of huiselijk geweld. De stappen die voorkomen in het
stappenplan zijn in een bepaalde volgorde ingedeeld. Echter deze stappen dienen als leidraad hoe de pedagogische werker moet handelen; de volgorde van de stappen is niet verplicht.
Wij vinden een nauw contact met de ouder(s)/ verzorger(s) belangrijk en streven er dan ook naar om eventuele vermoedens met de ouder(s)/ verzorger(s) te delen, om op deze wijze de juiste zorg te organiseren. Er zal uiteraard respectvol worden omgegaan met de privacy van de ouder(s) en kind.
Bij zorgen over een kind werken wij, in overleg met de ouders, samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin (www.jeugdengezinutrecht.nl), de buurtteams (www.buurtteamsutrecht.nl) en/of andere samenwerkingspartners. In dit kader kunnen wij, met inachtneming van de procedure die daarvoor is geschreven, een signaal afgeven in een samenwerkingsinstrument sluitende aanpak (de Verwijsindex). Onze medewerkers zijn op de hoogte van het
functioneren van de interne- en externe zorgstructuur en weten wanneer en hoe zij deze kunnen inzetten. Zij stimuleren ouders om gebruik te maken van externe zorg als dat gewenst is.
Het buurtteam is er niet alleen voor het jonge kind, zij zijn er ook voor volwassenen,
gezinnen, jongeren en ouderen met verschillende vragen. Bijvoorbeeld als u schulden heeft of problemen in het gezin of op school. Of als u vragen heeft over opvoeding, wonen,
echtscheiding, overlast werk of eenzaamheid.
Natuurlijk kunt u via Arthemis met hun in contact komen, dit kan echter ook zonder ons.
32
Contactgegevens:
Buurtteam binnenstad
Telefoonnummer: 030-7400510
Email: binnenstad@buurtteamsutrecht.nl
7.5. TRANSPARANTIE
De speelruimte is zeer overzichtelijk. Zowel vanuit de keuken als de verschoonruimte kan goed de gehele ruimte in de gaten gehouden worden. Tevens bevinden er zich geen hoekjes waarin personen zich ongezien op kunnen houden. De speel- en toiletruimte worden gescheiden door een deur voorzien van doorzichtig glas. Op die manier is er ook altijd goed overzicht bij de toiletjes. Tevens is de deur tussen de speel- en ontvangstruimte voorzien van glas. In de slaapruimtes ontbreken de deuren, waardoor de pedagogische medewerker zich niet met één of meerdere kinderen kan isoleren. De slaapruimtes zijn voorzien van een audiovisuele babyfoon. De speelruimte buiten grenst direct aan de speelruimte binnen en is gescheiden door ramen voorzien van doorzichtig glas. Op die manier is er ook altijd goed overzicht op de tuin. In de tuin zelf bevinden zich ook geen mogelijkheden waarin personen zich kunnen isoleren met een of meerdere kinderen. De afspraak is dat de deur van de schuur open blijft wanneer er iemand in de schuur is. Is er niemand in de schuur, dan is deze deur gesloten en op slot.
7.6. VEILIGHEID EN ONTRUIMINGSPLAN
Het kinderdagverblijf is goedgekeurd door de brandweer en is in bezit van een ontruimings- plan. Daarnaast is in het kinderdagverblijf Arthemis altijd iemand met een EHBO- en een BHV- diploma aanwezig. Veiligheid en kwaliteit staan in het kinderdagverblijf boven alles. Wij beschikken over een veiligheids- en gezondheidsbeleid die met regelmaat door het team geëvalueerd en geactualiseerd wordt. In dit beleid wordt onder ander ingegaan op de
veiligheids- en gezondheidsrisico’s, de daaruit voortkomende maatregelen en de handelswijze bij verwezenlijking van het risico. Het beleid is inzichtelijk voor ouders.
7.7. WA-VERZEKERING EN ONGEVALLENVERZEKERING
Het kinderdagverblijf Arthemis heeft een permanente WA-verzekering en een collectieve ongevallenverzekering waar alle kinderen en het personeel onder vallen.
33
8. GEZONDHEID
8.1. AUW!
Natuurlijk is het kinderdagverblijf zo kindvriendelijk en veilig mogelijk ingericht. Een ongelukje kan echter in een klein hoekje zitten. Hoe goed de pedagogische medewerkers ook opletten;
dit is, net als thuis, helaas niet altijd te voorkomen. Door een val of een botsing kan de kleine een bloedneusje, schaafwond of een blauwe plek oplopen. Gelukkig hebben de pedagogische medewerkers in het kinderdagverblijf een EHBO-diploma en de beschikking over een goed uitgeruste EHBO-koffer. Op deze wijze kan er adequaat gehandeld worden. Toch staat het troosten bij een klein ongelukje voorop; een kind kan schrikken van een ongelukje en dan is veilig laten voelen en gerust stellen het eerste doel.
8.2. ZIEKTE EN MEDICIJNEN
Natuurlijk komt het voor dat een kind een verkoudheid of een lichte griep heeft. Op het kinderdagverblijf wordt altijd een afweging gemaakt tussen de mogelijk extra verzorging die een kind behoeft en het belang van de groep (besmettelijkheid) Daarom zijn enkele grenzen opgesteld waarbij het kinderdagverblijf geen passende opvang meer kan bieden. Wanneer een kind ziek is, is het niet de bedoeling om op Arthemis aanwezig te zijn. Dit omdat een kind dan meer individuele zorg en aandacht nodig heeft dan er door de pedagogische
medewerkers geboden kan worden.
Bij ziekte handelen we volgens het ziekteprotocol. Arthemis hanteert de landelijke richtlijn om vanaf 38,5 graden koorts je kind op te halen; dit is tevens de richtlijn die voor vele andere kinderdagverblijven geldt.
Op Arthemis worden er door de pedagogische medewerkers geen zetpil gegeven. We willen een duidelijk verschil aangeven wanneer het wel/niet is toegestaan om een kind te brengen die een zetpil heeft gehad.
1) Het is mogelijk dat wanneer kinderen pijn hebben, ze hiervoor een zetpil krijgen toegediend door ouders zelf. In overleg met de pedagogische medewerker kan er afgesproken worden om zelf naar het kinderdagverblijf te komen om de zetpil te geven.
Dit kan enkel in overleg en is niet vanzelfsprekend. We vinden rust op de groep belangrijk en willen benadrukken dat deze gewaarborgd dient te worden.
34
2) Het is niet toegestaan om een kind te brengen met een ingebrachte zetpil bij koorts en/of verhoging. Kinderen die ziek zijn behoren thuis uit te zieken en zo weer op krachten te komen. Een kind dat ziek is heeft extra zorg en meer individuele aandacht nodig. Deze kan op Arthemis niet continu geboden worden.
Wanneer word je als ouder gebeld?
Wij bellen de ouder(s) wanneer we vermoeden dat een kind zich niet lekker voelt (zoals hangerig/huilerig, warm aanvoelen of niet willen eten/drinken) of de lichaamstemperatuur 38ᵒ of hoger is. Meestal wordt afgesproken om op een later moment nog eens contact te hebben, zodat gekeken kan worden of het kind opgehaald moet worden of dat het vals alarm was. Op deze wijze willen we de ouder(s) gelegenheid geven eventueel voorbereidingen te treffen.
In sommige gevallen moet er direct gehandeld worden. Daarom vinden wij het belangrijk dat de volgende gegevens aanwezig zijn bij kinderdagverblijf Arthemis:
- relevante medische gegevens met betrekking tot het kind - naam en telefoonnummer van de huisarts of eventueel specialist - naam en telefoonnummer van het werk van de ouders/verzorgers - naam en telefoonnummers van een andere contactpersoon indien de
ouders/verzorgers niet bereikbaar zijn
Het kinderdagverblijf zal zelf een huisarts bellen. In degelijke gevallen wordt de volgende huisartsenpraktijk geconsulteerd: Huisartsenpraktijk Catharijnesingel
Catharijnesingel 106 3511 GV Utrecht
Medicijnen
Wanneer een kind medicijnen behoeft, dienen ouders een medicijnverklaring in te vullen.
Hierop wordt onder andere beschreven welke medicatie het kind gebruikt en hoe de dosering eruit ziet. Met het invullen en ondertekenen van de medicijnverklaring wordt toestemming gegeven voor het toedienen van de medicatie door een pedagogische medewerker. De verantwoordelijkheid omtrent de toediening van de medicatie blijft bij de ouders.
35
Inentingen
Ouders/verzorgers zijn niet verplicht om hun kind te laten inenten. Kinderen die niet ingeënt zijn worden wel toegelaten op het kinderdagverblijf. Wel wordt geregistreerd welke kinderen ingeënt zijn. We willen benadrukken dat het belangrijk is om uw kind te vaccineren, omdat uw kind op het kinderdagverblijf dagelijks met meerdere kinderen in aanraking komt.
Hygiëne
Bij Arthemis staat hygiëne hoog in het vaandel. De handjes en gezichtjes worden met regelmaat gewassen. Hiervoor wordt per kind een washandje gebruikt. Als een kind
verkouden is zal regelmatig het neusje worden schoongepoetst en de kinderen die dit zelf al kunnen doen dit zelf. Alles in een gemoedelijke en geduldige sfeer.
Ook de pedagogische medewerkers zijn zich bewust van de verantwoordelijkheid die ze dragen betreffende persoonlijke hygiëne. Daarnaast hebben zij ook een voorbeeldfunctie. De pedagogische medewerkers wassen altijd de handen voor aanraking met voedsel en na verschoningen. Roken is in en rondom het kinderdagverblijf niet toegestaan.
Betreffende het schoonhouden van de ruimten wordt gewerkt met schoonmaaklijsten.
Daarnaast is er een checklist om de hygiëne te kunnen waarborgen. Ook het speelgoed en andere materiaal op de groep wordt nadrukkelijk schoon gehouden.
36
9. OUDERS/VERZORGERS
9.1. VAKANTIEREGELING
Op nationale feestdagen zijn wij gesloten. Dit zijn de volgende dagen:
- Tweede Paasdag - Koningsdag
- Bevrijdingsdag (1x in de vijf jaar, vanaf 2010) - Hemelvaart én vrijdag na Hemelvaart - Pinksterdag
- De periode tussen kerst en oud & nieuw (24 december, de dag vóór kerst, zijn wij geopend tot 16.00 uur)
9.2. WIJZIGING OPVANGDAGEN
Ruildagen
Het is mogelijk om een opvangdag te ruilen, mits het kindaantal op de groep dit toelaat. Op Arthemis is het ruilen van dagen onbeperkt. Het aanvragen van een ruildag kan maximaal vier weken van tevoren, via de mail (team@arthemis.nl). Zowel de ruildag als de alternatieve opvangdag dienen bij aanvraag in de toekomst te liggen. De ruildagen zijn kindgebonden.
De termijn waarin een dag geruild kan worden, betreft het resterende deel van het
kalenderjaar. Het aanvragen van een alternatieve opvangdag (de dag waarop opvang gewenst is) kan ook uiterlijk vier weken van tevoren via de mail. Na afloop van het kalenderjaar en aan het eind van de plaatsingsovereenkomst vervallen de ruildagen die niet ingezet zijn.
Opvangdagen die op een nationale feestdag vallen, kunnen niet geruild worden.
Extra dagen
Op Arthemis is mogelijk om incidenteel extra hele en extra halve dagen af te nemen mits het kindaantal op de groep dit toelaat. Graag ontvangt Arthemis vier weken van tevoren een mail voor de aanvraag van de extra dagen (team@arthemis.nl).
De tijden van extra halve dagen zijn als volgt:
07.30 uur - 12.30 uur of van 13.00 uur - 18.00 uur.
37
Opzegging
De opzegging van een kindplaats dient altijd één maand van tevoren per post en aangetekend te worden ingediend. De opzegtermijn van een maand gaat in op de dag van de opzegging.
Het veranderen van het aantal dagen gaat schriftelijk per post, maar dit hoeft niet aangetekend te zijn. Houd hierbij rekening met verzendtijd. Er zit verschil in het
vermeerderen van dagen en het verminderen van dagen. Een extra vaste dag in de week zal indien mogelijk per direct kunnen ingaan en dit is ook per mail aan te vragen. Bij het
verminderen van dagen is een opzegtermijn van één maand. Wij willen u hierop attenderen wanneer bovenstaand voor u van toepassing is.
Wijziging reglement
Wijzigingen betreffende het reglement/de beleidsvoering worden altijd in de vorm van een nieuwsbrief medegedeeld. De belangen van het kind staan hierbij centraal, maar de wensen van de ouders/verzorgers worden ook meegenomen in de eindbeslissing. Uiteraard wordt er, indien gewenst, een informatieavond georganiseerd om zo duidelijkheid en een tevreden gevoel te waarborgen.
9.3. PRIVACY
Individuele ouders hebben recht op privacybescherming door een zorgvuldige behandeling van alle (in vertrouwen) gegeven informatie. Ouders worden op de hoogte gesteld indien er over hun kind contact en/of overleg is met derden, die niet aan het kinderdagverblijf verbonden zijn (school, hulpverlenende instanties, etc.) Er wordt door de pedagogische medewerkers geen vertrouwelijke informatie over kinderen en/of ouders aan andere
kinderen, ouders en collega’s in het kinderdagverblijf gegeven. Voor zover dit de kwaliteit van het handelen ten goede komt, wordt vertrouwelijke informatie over kinderen/ouders wel met het hoofd besproken.
9.4. KINDEROPVANGTOESLAG
De kinderopvangtoeslag is geregeld in de Wet kinderopvang, die op 1 januari 2005 is ingegaan. Deze wet heeft als doel ervoor te zorgen dat kinderopvang voor iedereen op dezelfde manier geregeld wordt. De wet regelt dat ouders, werkgevers en rijksoverheid de kosten voor kinderopvang samen betalen. De kinderopvangtoeslag is de bijdrage van de
