Inspectierapport
Montessori centrum (VPO) (KDV) Tesselschadelaan 16
1217LH HILVERSUM
Registratienummer 190049595
Dit is een publicatie van:
14.0006486
Inspectierapport
Montessori centrum (VPO) (KDV) Tesselschadelaan 16
1217LH HILVERSUM
Registratienummer 190049595
Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: HILVERSUM
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 4
Observaties en bevindingen ... 5
Pedagogisch klimaat ... 5
Personeel en groepen ... 6
Veiligheid en gezondheid ... 7
Inspectie-items ... 8
Gegevens voorziening ... 11
Gegevens toezicht ... 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Op 3 september 2014 heeft er een jaarlijkse onaangekondigde inspectie plaatsgevonden. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van zogeheten risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.
Beschouwing Algemeen
Verlengde Peuter Opvang (VPO) Montessori Centrum is onderdeel van BINK en samen met Buitenschoolse opvang Spektakel gehuisvest in een villa met tuin. De groepsruimte wordt 's middags door de jongste kinderen van deze BSO gebruikt. Er wordt gewerkt met de Montessori- methode waarbij er vanuit wordt gegaan dat ieder kind een individu is met een eigen aanleg en een eigen karakter. Welke in zijn eigen tempo de verschillende fasen van zijn ontwikkeling doorloopt.
Inspectiegeschiedenis
Tijdens de jaarlijkse inspectie van 2012 voldeed het domein veiligheid en gezondheid niet volledig.
Naar aanleiding daarvan is er een aanwijzing gegeven door de gemeente Hilversum. In 2013 voldeed de jaarlijkse inspectie aan alle getoetste items.
Huidige inspectieTijdens de huidige inspectie speelden de kinderen veelal zelfstandig. De
beroepskrachten verdeelden de aandacht over de aanwezige kinderen. Er was individuele aandacht en aandacht voor groepsactiviteiten.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘pedagogisch klimaat’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
• Emotionele veiligheid
• Persoonlijke competentie
• Sociale competentie
• Overdracht van normen en waarden
Alle vier de competenties zijn waargenomen en positief beoordeeld.
Pedagogische praktijk
Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen.
De locatie Montessori Centrum is geen officiële VVE locatie. Er wordt wel gewerkt met een VVE-methode, Uk en Puk. De beroepskrachten zijn ook opgeleid in het werken met Uk en Puk.
Zij werken met de thema's van Uk en Puk. Daarnaast betrekken zij Puk in de verschillende activiteiten die zij aanbieden.
Emotionele veiligheid
Er heerst een open en ontspannen sfeer op de groep. De meeste kinderen zijn bekend met de dagelijkse routine. Na het spelen opruimen, handen wassen, in de kring een stoeltje kiezen, liedjes zingen en dan eten en drinken. De nieuwe kinderen worden door de beroepskrachten begeleid in dit proces.
Persoonlijke competentie
Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.
Wanneer de kinderen buiten gaan spelen is de beroepskracht van te voren al naar buiten gegaan om spelmateriaal klaar te leggen zoals fietsen, zandbak materiaal en stoepkrijt. Op het moment dat de kinderen naar buiten gaan kunnen zij een keuze maken uit de aangeboden materialen.
Er is aandacht voor leermomenten. De kinderen zitten in een kring om te gaan eten. Eerst worden er liedjes gezongen om de dagen van de week te oefenen en om te leren tellen.
Sociale competentie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie. Op de locatie is een nieuw kind wat moeite heeft met wennen. De beroepskrachten begeleiden het kind om zelfstandig te gaan spelen.
Er zijn korte momenten dat het kind aandacht heeft voor het aangeboden spelmateriaal. Daarna zoekt het de aandacht van de beroepskrachten. Voor de beroepskrachten is dit een extra belasting.
Zij besluiten na een aantal pogingen om het kind op te laten halen. De beroepskrachten maken een wen-schema. Welke speciaal aangepast is voor het kind.
Gebruikte bronnen:
• Observaties (Onaangekondigd op 3-9-14)
Personeel en groepen
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’. Binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma’s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten.
De beroepskracht-kind-ratio en de stam- of basisgroepen zijn getoetst door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten.
Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd.
Verklaring omtrent het gedrag
Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie.
Opvang in groepen
Op de locatie is één groep voor kdv/psz. De kinderen zitten altijd in dezelfde stamgroep.
Beroepskracht-kindratio
Ten tijde van de inspectie waren er 14 kinderen aanwezig en 2 beroepskrachten.
Conclusie uit de waargenomen praktijk is dat er aan de minimale eisen betreffende de beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan.
Gebruikte bronnen:
• Observaties (Onaangekondigd op 3-9-14)
• Verklaringen omtrent het gedrag (Beroepskrachten werkzaam op 3-9-14)
• Diploma's beroepskrachten (Beroepskrachten werkzaam op 3-9-14)
• Presentielijsten (3-9-2014)
Veiligheid en gezondheid
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘veiligheid en gezondheid’. Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Er is onder andere gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie beschrijft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om er kennis van te kunnen nemen.
Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft in juli 2014 de risico's opnieuw ingeschat en maatregelen beschreven. De houder maakt hiervoor gebruik van de digitale risicomonitor, ontwikkeld door Veiligheid.nl.
De risico-inventarisaties hebben betrekking op de situatie bij de huidige inspectie en is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes.
Naar aanleiding van de risico-inventarisatie zijn actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld.
Gebruikte bronnen:
• Interview anderen (Beroepskrachten werkzaam op 3-9-14)
• Observaties (Onaangekondigd op 3-9-14)
• Risico-inventarisatie veiligheid (RIV 16-7-2014)
• Risico-inventarisatie gezondheid (RIG 16-7-2014)
• Huisregels/groepsregels (Huisregels pedagogisch medewerkers PSZ)
• Notulen teamoverleg (Groot&klein psz overleg 2013+2014)
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Montessori centrum (VPO)
Website : http://www.binkkinderopvang.nl
Vestigingsnummer KvK : 000025197592
Aantal kindplaatsen : 7
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder
Naam houder : Bink Hilversum
Adres houder : Postbus 1064
Postcode en plaats : 1200BB HILVERSUM
Website : www.binkkinderopvang.nl
KvK nummer : 55449808
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek
Adres : Postbus 251
Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM
Telefoonnummer : 035-6926377
Onderzoek uitgevoerd door : Nine de Jongh Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : HILVERSUM
Adres : Postbus 9900
Postcode en plaats : 1201GM HILVERSUM
Planning
Datum inspectie : 03-09-2014
Opstellen concept inspectierapport : 11-09-2014
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 30-09-2014 Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
: 30-09-2014 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 30-09-2014 Openbaar maken inspectierapport : 07-10-2014
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.