• No results found

DE SCHOOL MET DEN BIJBEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE SCHOOL MET DEN BIJBEL"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zestiende Jaargang Donderdag 24 October 1918 No. 17

DE SCHOOL MET DEN BIJBEL

Weekblad voor hef Christelijk Onderwijs.

Commissie van Redactie:

A. Jonkman, Amsterdam - K. Wielemaker, Biggekerke - H. J. van Wijlen, Rotterdam.

Vaste medewerk(st)ers: Dr. H. BAVINCK, H. A. BACKER, K. V. D. BERG, A. BOOT, K BRANTS, W. N. BROEKHUYSEN, P. BROUWER, J. C. V. D. DOES, K.VANDIJK.H. VANEYK,]. GRAS, J. P. HEBLY, R. HUIZENGA, H.W.KAMMEIJER, Bloemfontein, J. KLEIN

Rz.,

Mej. E. M. F. KLEIJN, J. J. LEIJS J. C. LIGTVOET, H. v . D. LINDEN, G. MAKKES VAN DER DEIJL, J. W. MARMELSTEIN, H. MILO, E. V. NIEKERKEN, D. W. REINDER J . SCHAAP HZ., CHR. STAPELKAMP, SJ. J . STEENSMA, J. STRIKWERDA, Mej. A. TEUNISSE, W. UITTENBOGAARD, Mej. A. M. v . D VELDEN, BART V. D. VELUWE, R. VAN WAGENINGEN, A. WAPENAAR, J. WEDEVEN.

Adres der Redactie: K. WIELEMAKER, Biggekerke.

Voor Ingez. Stukken: A. JONKMAN, Nassaukade 123, Amsterdam.

Voor werken ter recensie: DE UITGEVERS, Goes.

Voor vragen, de Wet betreffende: J. C LIGTVOET, Stadhoudersplein 62, 's-Gravenhage.

VERSCHIJNT ELKEN DONDERDAG.

Drukkers-Uitgevers OOSTERBAAN & LE C01NTRE, Boes.

Interc. Tel. no. 58.

Abonnementsprijs per kwartaal f 0.90 bij vooruitbet.

Afzonderlijke nummers (bij vooruitbetaling) f 0.10.

Advertentieprijs: 20 cents per gewonen .regel.

Bij abonnement volgens tarief.

Aangeboden of gevraagde boeken: 10 et» per titel.

INHOUD: In Memorlam : Peter Koelewijn, Jan Willem Gombert , Sent van den Berg. — Lichtstralen uit het Woord. — Nog eens : de wet van 23 Pebruaai 1918 en de z.g. na akte. — Een Slimmigheidje. — Voor de Rijpere jeugd. — Gad Gadja, Gad, Gadja. — Vragenbus. — Ingezonden Stukken. — Berichten, enz

IN MEMORIAM.

P E T E R K O E L E W I J N . 28 Juli 1879—16 October 1918.

Meester Koele wijn is overleden, w,as de schokkende lijding, dié Woensdagavond door Spakenburg en Bun­

schoten ging.

't Was reeds zoo gedrukt in onze gemeente. In zoo velt- gezinnen was rouw. De Spaanfeche ziekte ureep zoo verschrikkelijk om zich heen. De dood ging door het dorp

Kinderen, jongelingen en jongedochters, vaders en moeder? werden door de zeis des doods afgemaaid.

En, nu ook meester Koelewijin!

Geweldig had de koorts hein aangegrepen. Tien da­

gen !a,g h:j aldoor in een© ijlende koorts van meer dam 40

(

'.

Zondag constateerde die dokter, dat de longen ern­

stig aangedaan waïen.

Van toen af lag hij nagenoeg geheel buiten kennis.

Aldoor was hij in ,z'n koortsijlen bezig inet zijlno klas;

hij vertelde, sprak met zijne kinderen en zong met hen psalm na psalm — welhaast alles onverstaanf haai Zoo was hij bezig, tot God hom afriep van, zijnen post, Woensdagavond ruim zeven uur. Toen kreeg de rustelooze rust.

Onvermoeid had hij altijd gearbeid.

.,Ds lust elders", was ook zljln zinspreuk.

Onbegrijpelijk vooi zijne" collega's, waarvan velen, zelf aan hun ziekbed gebonden, hem niet konden be­

zoeken. Onbegrijpelijk — Koelewijn uit onzen kring weggenomen!

Hoe kon hij met ernst zijne klas wijzen op den Gr ooien Kindervriend!- Met welk een ijjver sprak hij met 'de kinderen over den weg der zaligheid. Zjdlf mocht hijï een i ge dagen voor zijne ziekte

s

toen 't ge­

sprit over sterven ging, getuigen, dat hij door Gods genade wel zou kunnen sterven.

Hoe ging zijn ha.rt op, als hij zingen 'kon met de kindci en! 'Wat leefde hij in de muziek f 'Hoe gaarnfa

veïZi

»melde bij een klein kringetje oudeion bij zich in de woning om gezamenlijk te zingen 'sHoeren lof!

Iloc zal 't heinelsch Hallelujah .hem hebben

4

ian>- gcgrepen toen hij kwam in 't Vaderhuis!

Hij is 39 jaar oud geworden.

Geveld in, 't midden der jaren!

Op' het oogenblik, dat ik dit 'schrijf, wordt iiij uit­

gedragen. Zwaai galmt de doodsklok over de velden en een vnendenfstoet staal gegroept om de g rei we.

Slechts weinigen konden

;

hem volgen naar zijné laatste rustplaats. -*

Och daar zijn er zoo velen ziek.

Gods wegen zijne hooger dan onze wegen.

Zijn weg. is in het heiligdom.

Bij ons vermenigvuldigen de vragen zich.

Evenwel — wie keft er, die Zijn hand afslaan kan, of zeggen: „Wat doet Giji?"

God achtte hem rijp voor het Vaderhuis, waar hij mot 'alle. gezaligden mag juichen voor den Troon van;

het Lam, dat ook voor hein werd geslacht.

Voor zijne bejaarde ouders, voor zijne jeugdige echt­

genoot© met haai vier kinderen is de slag groot.

'i looste de Christus Consolator de diepgewonde 'be­

trekkingen

En welk een Roepstem kwam tot ons, tot 3iijn col­

lega's- in Spakenburg en Bunschoten en daar buiten?

Wanneer zal do dood onze levenslamp blusschen?

Wij weten 't niet. maar 't kan o, zoo spoedig zijn.

De dagen des nnenschen z;ij!n als het gras; gelijk een bloem des velds, alzoo bloeit hijf; als de wind daarover gegaan is zoo is zij! niet meer en zijne plaats kent hem niet meer.

Daarom laat ons arbeiden terwijll het nog dag is.

Laat, obs lrreid zijn om Go 1 te ontmoeten.

Dan, mijn trouwe vriend is niet meer. Vanaf de schoolbanken heb ik hem gekend, ben ik zljln vriend geweest.

Wie hein niet kende, noemde Jiem stroef, maar die hem leerde kennen, önitidektja in hem eein hart van goud, een vriendern'hart zoo trouw, als ter wei­

nig klopten.

Davids klacht over Jonathan vertolke mijln smart:

Ik ben benauwd om uwentwil niij'n broeder Jonathan!

Gij waart mij zeer liefelijk!

. Spakenbc rg A. Blok h u i sl.

(2)

280 DE SCHOOL MET DEN BIJBEL.'.

J A N W I L L E M G O M B E R T . Het was in Augustus van liet vorige jaar, dat wij onzen trouwen Gombert bij gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als onderwijzer aan onze school met velen gehuldigd hebben In massa waren zij opgekomen, de leerl ngen en oud-leerlingen van onze schoolgemeente, om hem te toonen, dat zij hem eerden en liefhadden.

Op het stuk van waardeering zijn de Twentenaars doorgaans zoo indolent; hier uitten zij zich in spontane, welgemeende hulde.

Hoe kon het ook anders!

Gombert was een onderwijzer van groote paedago- gische kracht: aan liefde voor zijn werk paarde hij groote liefde voor den enkeling; naast zeldzame blij­

moedigheid vond men in hem voorbeeldige levensernst;

geen die daardoor zoo den kindertoon wist te treffen als hij; hij drukte een stempel op ieder zijner leerlingen.

Onder de jeugdherinneringen bewaren de oud-leerlingen het best de lessen van Meester Gombert; allen zeggen U, dat hij zoo treffend kon vertellen en steeds tot helpen bereid was.

Groot in wetenschap was hij niet — hij had slechts de lagere acte —, maar hij was groot in het dienen, hij was gaarne getrouw.

Zijn jarenlange ervaring heeft hem niet kunnen leeren zijn werk binnen den officiëelen schooltijd te beëindigen;

het werk, in de klas verricht, die hij afleverde, was dan ook altijd af.

En nu hebben wij hem met velen begraven.

Hier is een scherpe tegenstelling, en toch de grondtoon gelijk: dank aan Hem, Die ons Gombert in Zijne genade schonk.

Het droevig verlies beteekent voor ons zeifs verdieping:

wij, de schepselen van 't verloren paradijs, wij verloren den absoluten maatstaf der waardeering; wij moeten 't verlies leeren kennen om 't bezit naar waarde te schatten.

En 'tbezit was zoo groot!

In volle verzekerdheid des geloofs ging bij heen; de Heere maakte hem het sterven licht.

„Ja, het is vrede in mijn hart door het bloed van Jezus Christus", was het laatste woord, dat wij van zijn stervende lippen hoorden.

Genade ontsloot voor hem de poort, waar 't vrome volk door gaat.

Uw mede-arbeiders staren U droevig na; dank, trouwe dienaar, voor wat gij voor de school deed en wat gij

voor haar waart. H.

S E N T V A N D E N B E R G .

Zaterdagvoormiddag, na een Week van ernstige krank­

heid, sloop de vale dood binnen en rukte; dit krachtigs leven als een bloem van zijn stengel.

Pas 58 jaar! Hos veel had hij! nog kunniein arbeiden.

Zijn taak hier beneden was evenwel volbracht en dl3.

Heere na«i hem weg. Waar God spreekt, voegt ons bat zwijgen.

Bijna '20 jaar lang mocht hij

1

het Christelijk' onderwijs dienen. 'Opgeleid aan de Christelijke Normaallessen ie Meppel, vond hij, te Nieuweroord zijn eersten werkkring.

Spoedig werd het openbaai', welke kostelijke gaven hij voor do school bezat, want weldra vond hij! een plaats aan de KeucbeniuSiSchool te 's Gravenhage. Vandaar ging hij naai' Woerden, waar hij

1

als eerste onderwijzer in dienst trad.

In October 1905 werd hij hoofd aau de Christelijke schooi te Polsbroek, wiaar onzfe wegen voor *t eerst elkaar kruisten. Hier mochten we de warmte van zïjto vriendenhart gevoelen en leerden we heta waardel ren in zijn schoolarbeid en in wat hij deed voor de Christ.

Normaallesseri. „de Lopikienvaard", waar hij les gaf in verschillende vaktoen.

\

In Februari 1913 verwisselde hij Polsbroek met Lek- kerkerk, waar bijl aan het hoofd kwam ba staan van een nieuwe school, waaraan hij

1

'zich weer geheel wijdde.

Met opgewektheid, ijver en toewijding heeft hrj steeds g! arbeid. Niet alleen zijn klas, maar zijn gehee'e school wist hij onder den invloed van zijn .geest te brengen.

En waar hij in de praktijk van het schoolleven over meer dan gewone gaven beschikte, droeg ziij!n arbeid steeds 'rijke vrucht.

Hoe wist bij: zijn leerlingen te boeien. Hoe bezielend was zijn woord. Hoi eenvoudig ©n klaar wist bij de moeilijkheden voor zijn lieefiingen op te lossen. Hij!

was correct in alles. Zijn eigen 'werk, zoowel als dat zijner leerlingen droeg steeds hetzelfde sieimpel. In;

alles één vaste hand.

Hij -wist zijn leerlingen te brengen tot imteasiéven arbeid. Waar hij zelf steeds vol ijver was, eischte

hij dit ook van hen. ,.

Hoe trouw was ook 'zÜjln vriendschap. Ook in dit opzicht gaf hij zich geheel. Hoe kon onoprechtheid zrj.1i verontwaardiging opwekken en geveinsdheid hem met afkeer vervullen. Zich zelf gevend, eischte hij dit ook van ziih Vrienden.

Eerlijk was bij, ook ten opzichte van zich zeiven.

Toen hii' zijn ziekte voelde aansluipen, had hij' zich verzoend met die gedachte aan 'züjln sterven, ook al het het zich ee'rst niet zoo erg aanzien. Voor hem pcfosien 'I vast. te staan, Idat hij! van z'ijn Legerstede niet toneer ,zou opstaan. Hij .deelde, eer hij naar huis ging, zijin leerlingen mee, dat zijn eenige troost hierin bestond', dat hii wist het eigendom van zijn Zaligmaker

1

, Jezus .Christus "te z:ijm. Dat moesten ze weten; hun mees­

ter

1

mocht voor hen geen onbekende zijn, ook n:et wlat de 'geestelijke zijde van zijn bestaan betrof. Hoe b.eeif hij zich zelf gelijk tot in den dood. Ongeschokt in p-ijn geloof, onwankelbaar vertrouwend pp de genoegzaam­

heid en de vastheid van het verlossingswerk van zijn' Heiland, ging hij! den dood tegen.

Gestorven en toch overwinnaar, ja meer dan over­

winnaar door Christus, die hem krachten gaf.

Met weemoed staren we hem na. Voor hem niet dan winst, maar voor z:ij!n gade en voor de .school van' Ltkk el-kerk een gevoelig en simaxteli'k verlies.

De Heene God vertrooste de weduwe, in haar oeni- zlaamheid, schenkt- aan de school van Lekkerkerk den man, geschikt en bekwaam onru den arbeid van zlijh.

begaafden voorganger voort te zetten en gorde ons aan met kracht om te arbeiden, zoolang het voor o-nel nog dag is

Moordrecht Oct. 1918. W'. M. B'oerkoeI.

lichtstralen UIT MET WO«RI».

En 't gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten. Jak. 5 : 15.

Men weet, da.t dit de teks-t is dergenen, die van de ..gebedsgenezing" een stelsel maken, t Is niet mijn bedoeling, dit "stelsel hier ie gaan bestrijden. Ik wil alleen, een poging wagen, dit woord verstaanbaar te maken, zoodaL wij de * moeilijkheden, die 't ook be­

paaldelijk voor kinderen inhoudt, ©enigermate kunnen

oplossen. f J ,

Ik herinner mij

1

, dat ik ats kind — 'k weet niet of 't mij iemand gezegd had, dan wel of ik t zelf op­

gemerkt had, maar ik geloof t laatste > ast v n zeker geloofde: twee gebeden worden altijd verhoord:

't gebed om den Heiligen Geest, op grond van Luk.

li" 13 en 't gebed om genezing van krankheid^ op grond van Jak. 5:15. Ik herinner mij! ook, wat 't laat­

ste betreft, hoe ik in dit laatste gesterkt werd, toean

mijn moeder destijds van zeer ernstige krankheid ge-

(3)

OE SCHOOL MET DEN BIJBEL'. 231

lias, waarin ik zeer bepaald de verhooring van mijto.

gebed erkende, 'k Geloof — als ik althans naga, hoe onze goede kinderschrijvers hun helden en heldinnen laten denken (wat natuurlijk voor een groot deel weer­

kaatsing hunner eigen herinnering is) —dat soort­

gelijke gedachte bij zieer veel kinderen heerscht, dit?

voor de meester, hunner, voor zoover zij bij de Schrift opgevoed zijn, nooit 't gebed eerder hun toevlucht is en zij vaster op verhooring hopen, dan bij ernstige krankheid van zichzelf en van één hunner geliefde betrekkingen. Maar natuurlijk brengt deze gedachte dik­

wijls een bittere ontgoocheling: immers niet iedere kranke, voor .jvien gebeden werd, genteest.

't Antwoord, dat men dan aan 't vragende kind geeft, is doorgaans een beroep op Gods vrijmacht en op Zijn wijsheid, die beter weet dan wij, wat voor ons en de onzen nuttig 'is. Er is, wil men dan wel zeggen, eigenlijk maar één gebed, dat altijd verhoord wordt, omdat 't altijd met Gods wil overeenkomt: 't ge- bed om tien Heiligen Geest.

Telkens als 't'kind echter dan weer leest of hoort lezen: 't gebed des geloofs zal den zieke behouden, en| des Heere zal hem oprichten, komt weer zijn oude

„geloof' boveri en Jtan hij! geen vrede nemen met de „verklaring". Daar 't vast staat, dat niet iedere kranke op 't geloovig gebed genezen weidt, en- toch ook dit Godswoord niet kan gebroken woiden, moet 't min­

der volstrekt bedoeld zijn dan wij' zoo bij yppervlak- kigp lezing zouden meenen. En indien dit zoo is, dan moeten wij dit ook aan onze kinderen duidelijk maten, want niets is gevaarlijker, dan hen in de meeriirig te laten, dat er strijd is tusschen een woord deir Schrift, een woord Gods, en de ervaring des levens.

Tlat Jakobus' woord niet volstrekt mag of kan op­

geval worden, is a priori waarschijnlijk. Immers, in­

dien zulks 't geval ware, zou daaruit volgen, dat in de Gemeente e!ke krankheid door 't geloofsgebed zou kun­

nen worden afgewend en de ervaring leerde toch ook reeds aan de eerste Christenen, dat zulks niet 't ge­

val wast Paulus moest z!ij|n vriend Trofimus te Mileie krank achterlaten (2 Tim. 4:20).

'k Geloof dat we bij 't lezen van Jak. ."5:14—16 evenmin als bij

1

't lezien van heel den Brief van Jakobus vergeten mogen, dat Jakobus veel meer van 't Joden­

dom in zich heeft vastgehouden dan één Ier andere Nieuwtestamentische Schrijvers. Daaruit vloeit o.a. voort, dat hij dadelijk denkt aan 't verband yan ziekte en zonde (zie vs. 15b, 16); zeker was hij wel genezen V'an den waan, dat elke ziekte straf voor een bepaalde zonde was, maai' opgegroeid in dezen waan, stonden toch zonde en ziekte voor zijn besef altoos nader bij elkander dan bij anderen. Daaruit vloeit verder ook voort, dal hij telkens woorden overneemt uit de Joodsche literatuur, niet alleen uit 't O. T., maar ook uit de Apokrie'fen, althans zeker uit een van deze, nl. de * Spreuken van Jezus. Sirach. Daar nu vinden wij ook woorden, dies aan h. 5:14—16 doen denken: Sirach prijst in h 38:1—15 den geneesheer, maar vergeet niet deze vermaning in te vlechten:

(Mijinzoon, zoo g,ij krank zijt, zoo: veronachtzaam 't niet, maar bid tot den Heere, en H ij zal u genezen.

Laat af van zondigen en laat uw handen rechtdoen, enl van elke zonde neinig uw hart.

Hier valt de nadruk niet zoozeer op de zekerheid d e r g e n e z i n g , d a n w e l o p ' t f e i t , d a t ' t d e H e e r e ia, die genezing geeft (niet de geneesmeester, van wiem Sirach vervolgens zegt, dat ook hij God bid­

den zal, dat God 'hem zijtn werk zal doen gelukken).

Nu .J>elet m.i. niets

1

óns, ook bij Jakobus, alaoo> den nadruk te leggen: dan is zijn bedoeling: de kranke moet zijn betrouwen op God stellen: als hij' genezen zal

worden, zal God

-

't moeten doen, op 't geloovig ge­

bed. Wil men daarnaast nog — en dei tekst geeft daar wel aanleiding toe — denken aan ziekten, die bepaaldelijk gevolg van een of andere zonde waren ('t zij als natuurlijk uitvloeisel daarvan, 't zij bij wijze van Goddelijke tuchtoefening, als waaraan Paulus 1 Kor 5:5 denkt), dan mag men aannemen, dat God zulke krankheden menigmaal (altoos?) wegnam, als de zonde op ootmoedig gebed vergeven was: zulk oen teeken 'konden de kinderen in 't geloof noodig liebben.

Maar een algemeene, altoos geldende belofte van ge­

bedsgenezing hebben wij

1

in Jakobus' woord vast niet te lezen.

Een] enkele opmerking nog over gebedsgenezing. De waarde daarvan voor 't geestelijk leven wordt m.i. vaak overschat, Ik heb zelf althans herhaaldelijk ondervon­

den, dat God ook nu nog krankheid heelt op 't ge­

bed, maar ik heb zelden of nooit ondervonden, dat dit 't hart vee! nader brengt tot God; leed en zorg doet dit doorgaans veel meer. Of is die ervaring

geheel persoonlijk? K. W.

-Vojjf e*ni: de wet van 23 Februari 1918 en de zg. na-akte.

Gaarne dien ik den heer Ligtvoet van repliek.

Op onbewezen kwalificaties als: „uitvoerig maar we i n i g z l a . k e l i j k a r t i k e l " ; „ d i a l i e e r T e r p s i t r a h e e f t zijn lans gebroken. En goed ook."; „zoo'n oppervlakkig getteldo vraag"; „zijin minder' juist inzlicht in bet on­

derwerp" — ga ik natuurlijk niet in. Ze 'deren mij', althans mijn betoog, niet. Sommige debaters achten' het nuttig, op die wijs hun lezers te suggereeren, — f i a t ! i [ | . t l '

i ;

Evenmin laat ik mij lokken op het zijpad van de salarisregeling en akten van aanstelling, „die maar al te vaak op zeer onbenullige: wijze zijn geformuleerd", fk heb al heel wat aanstellingen onder de oogen ge­

had, maar niet alle en z!al dus voorzichtig met mijn oordeel zijn. Toch geloof ik, dat zie nog wel wat meé-

\ allen, en dat vaak geschillen, ook die, welke voor de Commissie van Beroep konten, ontstaan, doordat de menschen hun eigen contracten niet goed leze'n.

Doch hoe het ook zij, ik vertrouw, dat de beer Ligtvoet l i e t m e t m i j e e n s i s : d a t d e w e t e r i s , o m ] h e t leven te.dien en en niet omgekeerd. Ik hoop, dat de zetter dit goed spatieert, want het schijnt in dézen tijd wel eens, of het omgekeerde gevraagd wordt.

Ock wil ik het niet hebben oveir de techniek van de wet van 23 Febr. De bedoeling van 'dit wetje is piraebtig geweest; het heeft in tal van gezinnen een uitkomst gebracht, waarvoor we niet dankbaar genoeg kunnen zijn, en voorzoover ook de hl:er Ligtvoet bij de totstandkoming ervan nauw betrokken is geweest —•

ik wist dit'als lezer van „de School met dien Bijbel"

niet — geldt die, dank ook hem. Doch met dit alles is over da techniek der wet nog niets gezfegd. Ik acht liet niet noodig. daarover thans te schrijlven; de heer Ligtvoet. vindt, dat. er geen onbillijkheden schuilen in deze wet

x

); het is eeni te merkwaardige uitspraak!

om die niet even vast te leggen! Ook vergeet de befar Lietvoet. da! bil thans in strijd is mef het slot j/an zrn eerste

1

artikel (voorlaatste alinea].

Nieiu.wi' gezichtspunten oveir de eigenlijke kwestie heb ik overigens niet kunnen ontdekken, wat natuur­

lijk wel aan mijn „minder juist inzicht in het onderwerp"

kan liggen. Enkele uitspraken, van den Minister en van den heer Van der Molen kan men tweeledig inter- p'refeeien, al naar men den klemtoon legt. Door spa,-

„Het heeft in zijne uitvoering zeer veel goedgtmaakt. Maar het draagt zoozeer de kenmerken van een overhaast ontworpen noodwetje, dat eene wel doordachte definitieve regeling in de hoogste mate urgent is". („Chr. Schoolblad" van 18 October 1918.)

(4)

232 DE SCHOOL MET DEN BIJBEL.

üeering heb ik dit in mijn vorig artikel aangegeven.

Dat de debatten over de tweede regeling vatn artikel 3 liepen, blijkt echter overduidelijk uit de woorddn!

van den heer Otto en ook uit wat de heer Van der Molen onmiddellijk na den Minister sprak. Over de BEDOELINGEN van den-Minister, enz., zoo ook, waarom de heer Van 'der Molen niet de aandacht ves'ig le op1 de tegenstelling, indien hij 'van oord1; el waie geweest, dat die bestond — 'zouden we lang1 kunnon twisten. Wij - zouden daarnaar een 'psychologisch onderzoek kunnen

instellen, doel' ik acht het noodzakelijk, dan tevens te onderhoeken, hos al de andere leden van de Twec-de en van de Eerste Kamer in het diepst van hun gemoed over dézb kwesties dachten,- want de heer Ligtvoet zal toch 'niet bewenen, dat alleen de Minister en een paai 'leden van de Tweede Kamer de wet maken en haar interpretatie voor het vervolg vast­

stellen. ~ ,

Op hef eigenlijke, 'positieve deel van mijn betoog gaat de heet 'Ligtvoet niet in. Het is dus ook niet noodig, mijn eigen interpretatie van de .weit tegen zijn '•rmnvnl f-O vrvrvlorli,™ >in 'l f-r^f uliorfvl »vi rv «n., v.a ^l,,t

""""" XX. J.1VO Jliv; MjCM [

in, naar nummer van lö uctobcr 1.1. de redactie"

van het „Christelijk Schoolblad" precies dezelfde op­

vatting huldigt als ik (zie de driestar: ,,Illusoir ce- maakf"). II; kan niet nalaten, de conclusie van dit a.ruKei ovev lïe nemen: ,,Maar laat de |ormuleering daarvan geen twijfel 'toe omtrent de bedoeling van liet schoolbestuur om voor eenige bijzondere bevoegd­

heid eens bepaalde extra-belooning toe te kennen, dan mag geen Departementale 'bes'issing die aanspraak van de(n i betrokkene illusoir 'maken. Met name ook voor

• !vet diploma van den Schoolraad moet dit gelden".

Zoo is het.

Ten slotte. Hel verwondert mij niet, dat ik den heer Ligtvoet niet 'heb kunnen overtuigen. Wie zelf bij 't opstellen van eenig wetsartikel behulpzaam ge­

weest is, daarin een bepaalde opvatting meende te zien liggen; dit opvatting maanden lang als onaan­

tastbaar heeft verdedigd, kan maar niet zoo ineens voor een teg-nove'gestelde redeneer:ng gi vo.'lén.

Het is volkomen begrijpelijk en onwillekeurig denk ik dan aan het juweel van een schetsje, dat Jan Ligthart geeft in zijn „Verspreide . Opstellen", II. bldz. 7: „De tweede"; men weet wel, dat ?óó begint. „Er was eens ean vrouw, die nooit den zin van 'haai man deed". Als ik straks mijn vriend Ligtvoet weer zie,, willen we daar samen nog eens ever boomen. Wamt — dit met het oog o<p' een en­

kelen brief, dien ik naar aanleiding van mijn eerste ar­

tikel ontving —, ik stel er hoogen prijs op, met den kundigen en bekwamen 'h er Ligtvoet bevriend te zijn;

oen enkel verschil van meening zal daaraan niet scha- dcn> en gaarne hef ik mijn (gebroken) lans op, 0111

hein warme hulde te brengen voor alles wat hiji reeds in he+ belang 'van ons Christelijk onderwijs "dred.

J . T e r p s t r a . Dit antwoord werpt geen nieuw licht over de kwestie.

Het had dus gevoeglijk ongeschreven kunnen blijven.

Was de heer Terpstra in zijne eerste bestrijding van mijn gedocumenteerd artikel in ons blad van 3 October j 1. inderdaad weinig zakelijk, thans brengt hij bet per­

soonlijk element in geding.

Ik zal hem op dien weg niet volgen.

Slechts een tweetal opmerkingen.

Ik heb nimmer beweerd, dat er geen onbillijkheden in deze wet schuilen In mijn antwoord had ik het over onbillijkheden, „die bij de toepassing dezer wet aan den dag komen". Bij eene meer aandachtige lezing zal de heer T. misschien wel willen erkennen, dat dit iets anders beteekent, vooral als hij let op het verban^, waarin die woorden door mij werden gebezigd

Dat de redactie van het „Christelijk Schoolblad" precies dezelfde opvatting huldigt als de geachte Secretaris van den Schoolraad, verwondert mij allerminst De meerder heid van ons auditorium staat ongetwijfeld aan zijne zijde W a a r m e d e g e e n s z i n s i s u i t g e m a a k t , d a t o o k h e t r e c h t aan die zijde is.

Wat de redactie van het „Chr. Schoolblad" verstaat onder „Departementale beslissing" is mij niet duidelijk.

In dubieuze gevallen beslist de Minister en niet het Departement. Zoo zal ook de onderwerpelijke zaak wel onderworpen zijn geweest aan de beslissing van den toenmaligen Minister van Binnenlandsche Zaken, den vader van deze wet. Ik twijfel niet of deze beslissing zal ook wel onder de oogen zijn gekomen van den Minister, die thans met de uitwerking der wet van 23 Februari 19! 8 is belast Indien Z.Exc. Minister de Visser zich met de aangevallen beslissing niet kan ver­

eenigen, zal dit wel blijken.

Men wachte dus kalm den loop van deze zaak af. L.

Ken Slimmigheidje,

E k , J o o s s e e n T h i j s s e 11 — de nela'.teuren van De li ode — hebben een benauwden dag gehad. Over­

dag hebben ze hun slimmigheidje niet uit kunnen broeden. Daar was de duisternis van den nacht voor noodig. Enfin, als het dan toch maar gelukt is, zul­

len ze denken.

Wat ons aangaat, betwijïelen we dit.

I)e Bode van 11 October had het over „De aanstaande Salarisherzienin g". Héél de süekking van dit artikel — doorzichtig als glas was geen andere dan lo. de bijlzbndeie onderwijzers te doen gelooven, dat zij: m er hadden te verwachten van den Bond van _\el. Onderwijzers en van de voor 1 Januari 1909 tot royaliteit gedrongen Gemeente­

besturen dan van den rechtsehen Minister van On­

derwijs, en 2o. dien Minister in zijn aanstaande sa­

larisregeling van die Gemeentebesturen te eenenmale afhankelijk te maken.

Reeds dat was een slimmigheidje, maar van al le dun allooi. We gaan daar dan ook niet weer op in.

D: redactie eindigde echter mot den wenseh: „Ons zou een uitstel der behandeling van het te wachten.

Begeeringsvoorstel tot na 1 Januari dus in het' .al­

gemeen belang bet meest gewenscht lijken. Het gaat dus slechts om 'een uitstel van enkele maanden, waar­

van niemand schade, doch zeer velen voordeel zou­

den .ondervinden, omdat de nieuwe regeling vermoe­

delijk toch pas niet 1 Januari 1919 in werking zal toden".

Verklaarden E k, Joosse en Thijsson, de leids­

lieden van den Bond in de pars, zich daarmee niet met beslistheid vóór ó n v e r w ij 1de s a 1 a r i s.h e r-

•ziening? Alleen niet vóór 1 Januari 1919. Over 3 maanden wèl.

Ei js geen twijfel aan.

B10 inhoud van dat artikel valt niet te verdonkere­

manen.

Toch moest het, het koste wat het wfl.

1 9 0 5 herhaalt zich. Z u t p h e n repeteert..

De F r o li t m ak er ij kan toch niet sterven. De histo­

rische lijn moei vastgehouden, ten einde toe.

Wat is het geval 1

D e T e l e g r a a f b r a c h t e e n l u m i n e u s i d e e t e r tafel.

Zou Links niet te organiseeren zijn tegen het „on­

verwijld" van Minister De V^ser? Waarom niet!

Van T i' e u b was men niet zeker, maar heel de rest borg toch onverdachte palstaanders onder haar scha­

ren.. E11 die mobiliseeren, dat was toch geen kunst.

Of er zich nu zoo iets achter de schennen heeft

(5)

DE SCHOOL MET DEN BIJBEL. 233

afgespeeld of wel, dat toet balletje nog maar alleen is opgeworpen, E k, Jooss e en Th ijls sein, of ook ïij.irir twee- van de drie, of misschien maar één der redactieleden, van De Bode, vond die vinding zoo schitterend, dat de draai onmiddellijk moest wor­

den genomen.

O n v e r w ij l 1 d !

Het arlikel van .11 October was een geheel en — was af. H Was heelemaal niet bedoeld als yervolg- ai tikel. Maar dal deerde immers niet.

Als 18 October eens een jarfikel „De aaiïstaando Sa i a r i stoer z i e n i n ;g" gaf niet een 11 'er onder, dan zou toch.' geen lezer van De Bode anders den­

k e n , d a n d a t 1 8 O c t . d e v o o r t z e t t i n g g a f r e c t a v i a v;; n 11 October!

De redactie ken) 'natuurlijk haar Pappenheime: s. Daar zitten heel wat mannen met een teekenacte onder en die zijn we! gewend een gebroken lijn zóó t e b e z i e n , < l a t z e r e c h t i s , m a t h e m a t i s c h z u i - v e r jrl e c h t.

Vveinu, klaar is Kees.

Een. nieuw artikel. 'En dan direct den lezer sug- gereeren, dat 11 voortzetting is van een artikel, ©en week geleden gezet onder denzelfden titel.

Een meesterlijk'..- zet.

„In het eerste gedeelte van dit artikel deden we uitkomen" enz. Een goed b.'gin is een daalder waard.

Maar daar moest nu een artikel achter volgen van ganseb anderen aard, van totaal nieuwe strekking.

S i c l l i n g n e m e n t e g e n . d e i n d e T r o o n r e d e a a n ­ gekondigde partieele wijlziging der onderwijswet.

F r o r i t m a k e n m e t k r a c h t .

Dat iDocsi het doel wezen, en dus ook het slot.

Het is gelukt. De draai is radicaal.

Alleen zaten do heeren nog met die gewiekste tee- kenmeestiers, die als ze een rechte lijn zien, met­

een zich vergewissen, of de perspectief zo ook be­

driegt.

Die slimmerds moesten tevreden gesteld worden.

E,n daar nu hebben de heeren ongetwijfeld «jan nacht naa besteed. Want nu moesten ze razend glad zijin.

Dat ging zoo gemakkelijk niet.

Toch juichte er ten slotte één zijln heureka.1

„Ate we — zoo sprak de oolijkerd — zoo fusscheni 'i redtvneeneri door, dien perspectief-mens. hen eens en knipoog'je gave|n en beduidden: ja, er zijln er wel t w e e l i j n e n , m a a r d e é é n i s d i e v a n d e t a k t i e k e,n de /Kiider van het principe, dan houden ze hun mondje wel. En de list is gelukt".

F i a t ) k l o n k h e t . v a n t w e e z ' r j d e n . En toen ging het van een leien dakje.

V e r h o o g i n g v a n r ijl k s s u b s i d i e a a n d e b ij - z o n <3 e r e s c h o l e n — d a t m o e t n u m a a r e e n s v o o r 1. iji z ij n!

Geen cent (leen hal ven duit, die bijzon tere onder­

wijzers I

Collega's,- maakt front! Blaast de.bazuin! Alle hens aan dek'

Voorwaar, de barmhartigheden van de Bondsman­

nen zijn wreed.

Iirlusstbrn onze profetie wordt bewaarheid. De front- makcis zijn een taai ras. Ze sterven nooit uit.

C' o 11 e g a's aan bijzondere schole n, k © n u w

P 1 i c h t. A. J.

Voor de Hijpernr jeugd.

Pr Gunning schrijft in een van s°hoone gedachten overvloeiend artikel „Problemen der rijpere jeugd" in

„Stemmen des Tijds" (October 1918, p. 329—308):

, In. toet algemeen kunnen wij op dit gebie 1 van de R. -Katholieken, vooral van de Diiitsehe, wel leeien, want zij hebben er theoretisch en practisch reeds veel

meer aan gedaan en zijn ons stellig een heel eind vooruit".

Onder den indruk van de lezing van dia „Verzame­

ling van Rapporten uitgebracht aan de Staatscommissie tot onderzoek naar de ontwikkeling der jeugdige per­

sonen van 13—18 jaar, door organisaties, welke zich met, de ontwikkelig bezig houden", dl. I, p. 1—200 neem ik dit citaat met volle instemming over. Zou er jJJeen de beperking uit wensehen te schrappen, die de gc\"erde schrijver van het geciteerde uitspreekt in de clausule: „Vooral van de Duitsche".

Want na lezing van het vijftal rapporten over

„Roomsch-Katholieke jeugdvoirming in Patronaten en andere organisaties, algelKele vorming beoogend" zial Dn*. Gunning toestemmen, dat ook de R.-K. arbeid in Nederland in dit werk een plaats bovenaan verdient.

En dat met recht genoemde Staatscommissie (A. van Wijnbergen voorzitter; A. H. Gerhard, secretaris; J.

van der Mrilen Tzn., II. W. Blaupot ten Cate, .Cox, leden, en H. van Haeringen, adjunct-secretaris) aan die rapporten in haar bundel de eereplaatsi toekent.

Waar onze lezers: grootendoels bestuurders en ouders en onderwijzers aan Christelijke scholen, dagelijks ar­

beiden aan do jeugd, twijfel ik niet, of een hreeder overzicht van den inhoud yan dat rapport, ook van di daarna volgende (die van Nederlandsch Jongelings­

verbond, Nederlandsche Bond van Gereformeerde Kna- penleiders, enz.ï zal algemeene belangstelling trekken.

Ik wil beginnen met de Patronaten voor R.-K. meisjes, de jongste dier instellingen; daarom, omdat zijl zijin opgebouwd naasl en naar het idieëete voorbeeld der reeds eerder bestaande R.-K. Jongenspatronaten, en dus een zuiverder beeld kunnen geven van wat de Roomscto- Katholieken hier te lande- wensehen te bereiken.

Zij beoogen, zegt de hoer P. M. Hack, kapelaan!

te Rreda, „de voortzetting en afwerking van de .op­

voeding van de meisjes, die de lagere school verlaten hebben", om ze te „vormiein tot brave katholieken en tc>

f

goedr huisvrouwen en moeders". (Rapp. p. 148).

,,De eigenlijke vorming van het meisje voor het latere leven begint pas feitelijk, als het de school verlaten heeft".

Voorop staat de religieuse en dus ook zedelijikp vorming „door voor twee zaken te zorgen: dat de kennis van de godsdienstige .zaken vergroot wordt, en dat geleerd .wordt, den. godsdienst in het leven in beoefening te, brengen". (J. A. Ruhe, kapelaan), (Rapfp'i 1, p 1.65). Daaraan wordt verbonden „herhalings- en voortgezet onderwijs" en eveneens: „opleiding in het vak (en hieronder verstaan wijl voor meisjes de oplei­

ding voor de verschillende huiselijke bezigheden"). Ook:

„een gewonen dragelijken brief te schrijven, de meest gewone berekeningen te maken, een courant te lezlen, ee.i preek 'te verstaan, enzi., dat er gelegenheid itioat bestaan om zich (Je oefenen in naaien, knippen on andere handwerken, in .wasscben, strijken, koken en andere huiselijke bezigheden"/(H. Nabuurs, p. 153—154).

Immers „leert de ervaring, dat er z'oovele vrouwen zijn, vooral uit (den kleinen burgers

1

- en arbeidsstand, die hare roeping (niet schijnen te kennen of althans giovelijk verzuimen, die jhare plichten en haar taak ia het huisgezin niet naar behooien vervullen" (Hack, Rapp p 148)-

Dezo gelegenheid geeft |vaak noch het huisgezin, noch de kerkdienst, noch toet maatschappelijk milieu (de dienstbodenbetrekking, dio werkplaats, in de dorpen:

4'-' veldarbeid)..

De meisjespatronaten zijln jniet bloot meisjesvereeni-

gingen.

(

Veeleer zijn zij ,,,verenigingen van ouders, die hun kinderen naar het patronaat zenden".

De middelen om (de ouders te trekken zijn ouder­

avonden en huisbezoek, i

Diat huisbezoek dient (te geschieden door de dames-

(6)

DE SCHOOL MET DEN BIJBEL'.

m

leden /ter Patronaats-Commissies, (^i© onbezoldigd zijn en „over tijd ien tact beschikken" om geregeld dat huisbezoek té verrichten.. Naast deze arbeiden een aart-, tal dames (in den regel bezoldigd), die ziich belasten met het onderricht, (Ruhe, p. 143—146).

Behalve het godsdienstig ien maatschappelijk onder­

wijs wenscht het patronaat den lust tot sparen te lei­

den en te prikkelen en gelegenheid te geven tot beoefening van den gang en tot lichaamsoefening.

En nu iets over de resultaten.

„Er bestaat een iCentraal-Comité tot bevordering )tan R.-K. meisjespatronaten in Nederland, hetwelk geves­

tigd is te Utrecht en zich ten doel stelt, de samenwer­

king tusschen de Diocesane Besturen van de R.-K.

Meiisjcspatronaten te bevorderen" {p

1

. 113).

Dit Centraal-Comité roept \de verschillende diocesane besturen op tot .besprekingen en samenwerking. Daar­

door kon c.m. ie 's Bosch gon opleidingscursus wor­

den opgericht, voor ia.s. onderwijzeressen aan R.-K. Volks­

huishoudscholen. L

Volder spoort het de D-ioc. Besturen aan, het Pa- troma als werk uit te breiden, geeft het een Tweemaande­

lijkse h Tijdschrift uit („Het Meisje&patronoat", Hoofd­

redactie: de Z.Eerw. heer 'D. Huurdeman, pastoor te Nieuw-Schoonebeek, uitg. te i&rnhem) en stelt het zich voor congressen en tentoonstellingen te organiseeren.

Aangesloten zijn 100 patronaten, o.a. 6 in Arnhem, S in Amsterdam. 8 in (Rotterdam, 6 in 's-Gravenhage;

ook 1 oja. in Hellendoorn, Zeddam, Etten, Bennebroek, Ovt'jschie).

Het hoofddoel is (zie p. 120): godsdienstige vorming (godsdienstonderwijs), verstandelijke ontwikkeling (her­

haling? onderwijs), lichamelijke opvoeding (vrije en orde- oefeningen , gezondheidsleer), maatschappelijke vorming (nutt handwerken, koken, wasschen, strijken, huishoud­

kunde), zedelijke vorming. .

De meisjes worden toegelaten op gemiddeld elf­

jarigen leeftijd en kunnen blijven tot hun 18de jaar.

In het Bisdom Den Bosch hebben ook meisjes van andere gezindten toegang. >

Het aantal leerlingen (de ofiicieele naam isl: bescher­

melingen.) bedroeg in 1917: 5179 (van 13—18 jaar).

In het Bisdom .Utrecht ontvangen alle meisjes onder­

richt in naaien, knippen, Verstellen, enz!.,; 7 patronaten hebben een gymnastiekcursus, in 7 krijigen de leerlin­

gen fes ~n de wellevendheid; in 9 wordt de spaarzaam­

heid bevorderd.

In het Bisdom Haarlem geven somimig© patronaten, verband cursussen, anti-alcoholisch onderwijs, les in schoonheidsgevoel.

In het Aartsbisdom Utrecht hebben 4 plaatsten (met 10 patronaten) .een Commissie tot voorlichting hij Bci- roepskeuze, IC patronaten zijn des gewenscht behulp­

zaam biji het zoeken van geschiktei betrekkingen.

In 't Bisdom Breda zoeken de patronaten haar „be­

schermelingen" verwijderd te houden van de fabrieken en i'e te plaatsen in dienstbetrekkingen.

In de meeste plaatsen wordt ook het onderricht (door ïe!igiei.izen

X|

, gratis gegeven.

Het meeste onderwijis wordt gegeven in tle avonduren j eld

.eTS

(Lobith, Didam, enz.) in de middaguren.

„Over de resultaten zijn de patronaten over het alge­

meen goed tevreden." (Wordt vervolgd.) H. J. Van W ijl e n.

Op mijn verzoek was de heer A. van Os, Zen­

deling onder Israël te Amsterdam, zoo vriendelijk, het volgende voor ons blad te schrijven naar aanleiding van 't oude rijlm, waarover ik in 't voorvorige nummer sclireef. Zijn brief geeft mij een welkome aanleiding, 'twerk onder de Joden eens met allen aandrang onder de aandacht onzer Collega's te brengen. De Zending onder de heidenen is, gelukkig, bezig, zich een plaats

'ook in de belangstelling der Chr. - School te ver­

werven. Ook de Zending onder 'toude Bondsvolk heeft

daarop .alle recht. K. W..

«ad Onfijn, Gad, Oadja.

(Een jong, een jong).

Ik had een lam, een zeer jong lam, Dat eens mijn vader voor mij nam;

voor twee zoezim,

Dat arme lam, dat arme lam.

Daar kwam een groote, valsche kat, Die 'tlam verscheurde en daarvan at;

Dat. lam, dat vader voor mij nam, enz.

Een hond, die 'tlam had hooren Kuchten, Beet nu de kat en wilde vluchten;

Hij beet die groote, valsche kat,

Die 'tlam verscheurde en daarvan at, enz..

Nu kwam hiervoor een dikke staf, Die onzen hond wat slagen gaf;

Die hond, die 'tlam had hooren zuchten, enz.

Een vuur, toevallig daar voorhanden, Deed op zijn beurt de staf verbranden;

Den ïreeds bekenden (dikken staf, Die onzen hond wat slagen gaf, enz.

Een waterstroom liep langs den muur, En bluschte nu dat felle vuur;

Dat vuur, dat juist daar was voorhanden, enz.

Een dorstend' os, kon dat verheugen, Dronk 'twater op bij volle teugen;

Dat water, vloeiend langs den muur, enzi Een slachter, op gewin bedacht,

Had nu terstond den os geslacht;

Den os, die zich zoo mocht verheugen, enz.

De dood, die alles zoo doet beven, Bracht, nu den slachter om het leven;

Den slachter, op gewin bedacht, enz.

Maar toen kwam God, de hoogste macht, En had weldra den dood geslacht;

Den dood, die alles zoo doet beven, enz

!

.

Bovenstaande is een van eenige kleine liederen — echt Joodsche volksliederen — die echter in den Por- tugeesche ritus geen ingang hebben gevonden en door Maimonides

]

) en Abucterham

2

) niet gekend waren. Deze liederen werden weldra ook in 'tDuitsch en in de Slavonische talen gezongen.

Dit lied komt aan het slot der voordracht op het Paaschfeest. Het ^jeeft eene zlinnebeeldige voorstellinjg van de verdrukking, die Israël van eeuwen her moest verduren, en die door verschillende volkeren werd ver­

oorzaakt. Die volkeren worden door de kat, den hond enz. aangeduid. De inhoud van het lied steunt, volgens

') Maimonides, rabbi Mozes ben Maimon (1135—1204) — naar de beginletters van zijn naam gewoonlijk Rambam genoemd — groot Joodsch geleerde, geboren te Cordova, later wonende of reizende in Marokko, Palestina en Egypte (waar hy gestorven is, doch in Tiberias begraven) Hij schreef een commentaar op de Mifjna, een Godsdienstwetboek en een meer wijsgeerig werk (Gids der verdwaalden), waarin hij de voorschriften der Wet voor de menscheHjke rede trachtte te rechtvaardigen. De Joden zeggen van hem: Van Mozes (den Wetgever) tot op Mozes (ben Maimon) is er geen opgestaan als Mozes Hij is ook de steller der Joodsche geloofsbelijdenis (in 13 artikelen).

s) David Aboederham (Aboedarham) leefde omtrent 1340 te Sevilla; hij schreef een commentaar bij de Joodsche gebeden.

(7)

»E SCHOOL «ET DEN BIJBEU.

235

(allo oördeelkundigen, op hot wtijzle gezlegdb van Hillel

s

)

ia Pirko Aboth (d. w. z. Spreuken d'. r vaderen)

4

,) „Om­

dat gij anderen hebt doen verdrinken, heeft men u verdronken, maar eindelijk zullen zij, die u hebben doen ondergaan, op hunne beurt verdrinken.'

TJ • gé?ei?rde David Oppenheim

5

) citeerde uit een anfcr werk de volgende verklaring, welke aan .dit volks­

lied een© godsdienstige beteekenis geeft:

„Het bokje of lammetje, waarvan hier sprake is, door een heer, een voornaam beer, gekocht, zinspeelt op Israëi, naar aanleiding van Jer. 50:17: „Israël is een verbijsterd lam, dat de leeuwen verjaag! hebb an;

de eerste, die hem heeft opgegeten, was de koning van Assur, en deze de laatste, Nebukadnezar, de ko­

ning van Babel, heeft hem de beenderen verbrijzeld.'' Door de verlossing uit Egypte koos God zich dit tam tof een volk. Da twee zoezim zijjn. Mozes en Aaron, die bij den uittocht werkzaam waren. Ach, dat arme .bolye heeft veel moeten lijden. Vooreerst kwam de kat ©n 'verscheurde het bokje. Het Assy- ïiscLe Rijk wierp zich vernietigend op liet innferlijk verdeelde Israël, en voerde do tien stammen ge van-' kelijk weg. Nog meer vernielend trad dei hond, het kort daarna, ontstane Babylonische Rijk, op, die de overgebleven rest verslond. Maar wat gebeurde? Daar kw&im de stok'en sloeg den hond. Cyrus, de stich­

ter van de Perzische wereldmonarchie, veroverde Baby- Ion. Maar ook deze heerschappijl was niet van langen duur. Alexiander de Groote, het vuur, verbreidde zich over geheel Azië. Dat vuur werd echter door het water gebluscht. De Romeinen verspreidden zich over de geheel bekende aard©, en, als een alles verslin­

dende stroom, vernietigd© d© Romeinschei macht al wat haar in den weg stond. Later kwam de o s en dronk het water ©n stiet met zijne, horend alles overhoop. Mohammed en zijlne kalifen verdrongen de Romeinsche heerschappij uit Azië. Daar kwam de slach­

ter en wette zijln scherp' mes — Godfried van Bouil­

lon, die Jeruzalem veroverde, — maar d© «Joodsengel bleef zegevierend daar; dei Turkseiue

1

macht .verhief zich, alk-s te vuur en t© ziwaard vernietigend.

Zoo woelden de volkeren tegen elkander gedurende den loop der geschiedenis van alle eeuwen. Maar zal dit eeuwig aanhouden ? Nee-n! de Hieilig©, geloofd zij!

Hij, zal ten einde maken aan alle vervolging, Ifiat, naijver en moord onder de volken ©n de menschen.

Dian 'zal het rijik des vredes ©n der Ji©fd© op

1

aarde!

bestaan, het rijk der menschen- en "der volken- verbroedering. Jesaja 40:9".

In het licht der ontzaggelijke gebeurtenissen, die zich thans voor onze oogen voltrekken, krijgt de verwach­

ting van de heerlijke toekomst, van het rijk des vredete voor ons nieuw voedsel. Blijive het ook onzie bede:

„Och, dat Israëls verlossing uit Zion kwame".

A . v a n i O s . De juiste beteekenis van het woord zoezim, eigent lijk zoczi, is niet uit te vorschien.

6

)

3) Hillel, van geboorte uit Babylonië, naar men wil uit Davids geslacht, leefde in den tijd van Herodes 1; hij was evenzeer om lijn zachtmoedigheid als om zijn geleerdheid beroemd. Zijn tijd­

genoot was de even geleerde, maar driftige Sjammai. Evenals Paulus, en trouwens de meeste Joodsche geleerden, beoefende Hillel een handwerk: hij bikte steenen. Hillels zoon Simon was de vader van Gamaliël I, den leermeester van Paulus.

4) De Pirke Aboth ') vormen het 9de traktaat uit de éde afdee- ling der Misjna; 't is een verzameling spreuken van omtrent 60 geleerden, daarin met name genoemd. De hier aangehaalde woorden sprak Hillel, toen hij een schedel op't water zag drijven.

6) Bedoeld zal wel zijn David Oppenheimer, afkomstig uit Worms, doch als rabbijn te Praag in 1736 gestorven, beroemd om zijn Hebreeuwsche boekerij, thans een deel der „Bodleiana'', d.w.z. der Oxfordsche Universiteitsbibliotheek.

't Woord Aboth (= vaderen) leeft in onzen volksmond:

schertsenderwijs noemt men een kind weieens : kind van Aboth («vroeg groot eD gauw zot" — vo^gt men er wel achter).

Vragenbus.

Vraag 192. a. 14 April j.1. kreeg het hoofd onzer school ont­

slag. De onderwijzer met hoofdakte werd aangesteld als tijdelijk hoofd, tot 1 Mei d. a. v. Die ond. was de 28 gepasseerd, en gehuwd, ontvangt dus huishuur. Op de rijkssubsidie maakt dat f25 over een vol jaar. Nu kan natuurlijk als tijdelijk hoofd voor hem over die 14 dagen subsidie aangevraagd worden. M. i, vervalt dan de huishuur-subsidie over dien tijd.

Ia dat niet zoo ?

b. Het is vergeten aan de heeren schoolopzieners door middel van model F, dat vervallen op 14 April en weer in werking treden op 1 Mei van bedoelde huishuur, m«e te deelen. Wat is daarvan het gevolg? Hoe dat verzuim te herstellen? Of zou het nu het zekerst zijn om straks op mod«l L geen tijdelijk hoofd subsidie aan te vragen? Het is toch maar een luttel be­

drag 1 En kan dan huishuur doorloopen ? Antwoord vraag 192. a, Accoord.

b. Indien geen officiëele opgave is verstrekt van de benoeming van dien onderwijzer tot tijdelijk hoofd, dan blijft hij ten aan­

zien van de subsidie-berekening voor het geheele jaar bijstands­

onderwijzer en loopt dus zijn vergoeding voor huishuur alsmede de desbetreffende rijksbijdrage door. Maar indien van die tijde­

lijke benoeming wêl officiëele opgaven zijn gedaan, dan zal door middel van een een verbeterde opgave model E het verzuim alsnog zijn te herstellen. Er bestaat echter voor dit geval geen reden tot vrees voor ernstige gevolgen. L.

Vraag 193. a. Ik ben niet opgenomen in het pensioenfonds voor Weduwen en Weezen. Mijn vrouw heeft als onderwijzeres daarvoor wel betaald. Ik betaal dus slechti 2 pCt Zou er ook kans zijn daarin alsnog te worden opgenomen. Wat is daartoe de weg.

b. Moet de aanst. van een volontair, die straks 1 jaar als zoodanig functioneert, ook vernieuwd worden. Zij mag toch wel langer dan 1 jaar in dienst zijn?

c. Is het voldoende, als men zijn gewone L. S. tot een tT. L. O.

Echool maakt, dat men vernieuwd leerplan en lesroosters inzendt met een korte kennisgeving aan beide schoolopzieners wat dit laatste betrelt ?

d. Mag men op een U. L. O. Sch. de meisjes van de wiskunde uitsluiten en die tijdens dat onderwijs N. Handw. lesgeven?

e. Kan raen voor een U L. O. school volstaan met vakken a—k plus Frausch en Wiskunde f

Antwoord vraag 193. a. Het niet opnemen in het Weduwen- foDds kan alleen het gevolg zijn van Uwe desbetreffende in 1908 vrijwillig afgelegde verklaring. Deze verklaring is, volgens de uitdrukkelijke bepaling van art. 23, tweede lid, der Weduwenwet voor de onderwijzers, onherroepelijk. Er staat voor Ugeen weg open om ais onderwijzer deelgerechtigheid in dat Fonds te verkrijgen.

b. Indien die z. g. „volontair" voor vast is benoemd, kan van vernieuwing van zijne aanstelling geen sprake zijn. Maar de t ij d e 1 y k e aanstelling van een niet-verplichte leerkracht mag in geen geval langer dan een jaar duren.

c. Ja 1

d. Hiertegen bestaat geen wettelijk bezwaar.

e. Ja. Zie het derde lid van art. 2bia der L. O. wet. Maar wanneer de meisjes worden uitgesloten van de „wiskunde" mag worden betwijfeld, of de school dan wel voldoet aan de eischen voor het bekomen van de hoogere rijksbijdrage als u. 1. o.-school.

n moet zulke grensgevallen niet forceeren ? L.

Vraag 194. a. Moet bij de inzending van Model Wb. in Jan.

a.s. weer opnieuw een afschrift van de op 1 Oct. 1917 geldendi salarisregeling worden overgelegd ?

b. De onderwijzers aan onze school hebben elk een salaris­

regeling, die ectter wat formuleering betreft niet voor allen geheel gelijk is. Bij de opgave in April zonden wij dan ook voor 12 ond., acht verschillende afschriften in. Als de le vraag bevestigend wordt beantwoord, zouden wij dan niet kunnen volstaan met overlegging, van één u i 11 r e k s e 1 uit genoemde salarisregelingen of is afschrift beslist noodig ?

Antwoord vraag 194. a. Neen. Dit was alleen noodig bij de opgave over 1917, welke in April 1918 moest worden ingediend.

b. Bij de in 1919 en volgende jaren in te zenden opgaven Wb behoeven geen afschriften van de op 1 Oct. 1917 geldende salarisregelingen meer te worden overgelegd. Die stukken zijn nu eenmaal aan het Ministerie aanwezig. L.

u) 't Bleek mij echter, dat 't de naam eener munt is (enkelvoud:

zuz, zoez) in den Talmud meermalen genoemd. De waarde vond ik op ± f 0,<526 opgegeven. Waar en wanneer zij gangbaar ge­

weest is, kon ik nog niet te weten komen — naar 't schijnt onder de Joden omtrent 't begin onzer jaartelling. K. W.

(8)

236

DÈ SCHOOL MET DEN BIJBEL.

Vraag 195. a. De salarisregeling onzeronderwijzeres (tweemans- school) was: aanvangssalaris f600, dus f 100 boven bet minimum, verder de opklimmingen volgens de wet. Onder dat aanvangs- ralaris was, volgens de regeling, begrepen de vergoeding, (niet bepaald hoeveel) voor het geven van les in Nutt. Handwerken.

Het bestnur vroeg, volgens het Wetje van 23 Febr. 1918, f200 aan en verkreeg die. Nu komt er een nieuwe onderwijzeres.

Gesteld, bet bestuur benoemt (ter oorzake van de schrale ka») op f550, verder de verhoogingen als boven, en dezelfde bepaling betreffende de Nutt. Handw. Krijgt het Bestuur nu ook die f200, evenals het vorige jaar, voor deze nieuwbenoemde? Wij dachten van ja, aangezien U er immers voortdurend den nadruk op legt, dat voor de berekening der bijdragen telkens zal gelden de datum van 1 Oct. 1917. Wat dunkt U daarvan?

b. Met Mei 1918 kwam er een nieuwe onderwijzeres, die nog niet in lunctie was geweest. Zij zond haar biljet duurtetoeslag een week of drie later in, bij bet gemeentebestuur. Sedert hoorde zij nog niets. Door het gemeentebestuur is het biljet doorgezonden.

Wat staat haar nu te doen ?

Antwoord vraag 195. a. Zooals ik reeds meermalen in on« blad heb te kennen gegeven, is de bepaling dat de op 1 Oct. 1917 geldende salarisregeling basis is voor de berekening der wedde- verhoogingen, juist in de wet opgenomen om te verhinderen dat door verlaging der wedde aanspraak zonde ontstaan op hoogere suppletie uit 's Rijks ka3. Het bedrag hetwelk het schoolbestuur op deze wijze wil bezuinigen kan niet ten laste van het Rijk worden gebracht.

b. Informeeren aan het Ministerie van Onderwijs enz., of het stuk zijne bestemming inderdaad heeft bereikt en zoo ja, alsnog voor spoedige uitbetaling te willen zorgen. Voor zulk een infor­

matie behoeft geen zegel te worden gebruikt. L.

Vraag 196. a. Op 5 September 1918 behaalde ik de hoofdakte, 't Hoofd der Sch. heeft onmiddellijk daarvan kennis gegeven.

H e t B e s t u u r h e e f t m y e c h t e r o v e r d e m a a n d S e p t e m b e r geen verhooging gegeven. Heb ik daar recht op of gaat de ver- hoogiDg pas in op 1 October ?

b. Wanneer wordt het geld uitbetaald van het Welje Heems­

kerk ? (f 50 woniDghuur -f- f 40 voor elk kind boven de twee).

In meende, dat het begin October altijd werd uitgekeerd en zit, door mijn vergissing, nu op zwart zaad.

Antwoord vraag 196. a. Volgens art. 26, tweede lid, der L.O.wet gaat de verhooging wegens het verkrijgen van de hoofdakte eerst in met den eersten dag der maand volgende op die waarin de akte is verkregen. Of U recht heeft op die verhooging met in­

gang van een vroegeren datum is alleen afhankelijk van hetgeen dienaangaande in uwe salarisregeling is bepaald. Raadpleeg dus eerst uwe salarisregeling.

b. Dit geld moet worden uitbetaald binnen 2 maanden nadat de opgaven model Ila van het schoolbestuur by het Ministerie zijn ingekomen en in orde bevonden (ait. 6, tweede lid, van het Kon. Besluit van 22 Juli 1913, St.bl. no. 331).

In den regel geschiedde de uitbetaling in de eerste dagen van October. De betalingsstukken worden dit jaar blijkbaar wat laat

afgezonden. L.

Vraag 197. Welke verhooging ingevolge de wet van 23 Febr.

j.1. ontvangt een onderwijzeres met ruim tien dienstjaren, reeds geruimen tijd buiten betrekking, als ze „volontair" wordt ? Alleen de f100 van het wetje Ketelaar of ook verhoogiDg voor dienst­

jaren ?

Antwoord vraag 197. Dit is uitsluitend afhankelijk van de falarisregeling welke op 1 October 1917 gold aan de school waar ('ie onderwijzeres is, of zal worden benoemd. Het z.g. „volontair"- schap heeft hiermede niets tn maken. L.

Vra»g 198. Mogen bij het Bijz. Lager Onderwijs meisjes tegelijk met de jongens in de avonduren aan hetzelfde Herh. Onderwijs deelnemen, zonder dat voor haar de gelegenheid wordt gegeven om buiten de avonduren Herhalinjsonderwijs te genieten ?

Antwoord vraag 198. Ja ongetwijfeld ! Hetgeen dienaangaande in art. 17 der Lager onderwijswet is voorgeschreven, geldt uit­

sluitend voor het openbaar herh. onderwijs dat vanwege de

gemeente wordt gegeven. L,

Vraag 199. Aan onze school w«s op 1 Oct. 1917 de Balarisrege- ling voor de onderwijzers f75 boven het minimum. Dit salaris stond voor ieder onderwijzer afzonderlijk in de aanstelling vermeld.

Een afzonderlijke regeling werd daarbij niet gegeven. Van 1 Jan.

tot 1 Juni was ik een overtallig onderwijzer en genoot een salaris van f300 en dat stond ook in de aanstelling. Toen nu met 1 Juni een onderwijzer vertrok, werd ik in zijne plaats benoemd als verplichte onderwijzer, insgelijks op een salaris van f75 boven het minimum, in dit geval, wijl ik slechts 2 dienst­

jaren heb, f575. Wat moet nu in Jan. 1919 voor mij aangevraagd worden als weddeverhooging, ingevolge de wet van 23 Febr. 1918 ?

Antwoord vraag 199. 6/!n van f700—f500 = f 83.335. Vu van f700—f575 = f 72.91.

dns in totaal f 156.24'. L

Ingezonden Stukken.

(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).

Verrasslag.

Zeer werd ik verrast, daar het personeel eener Chr. School, als dankoffer voor duurtetoeslagen en verhoogingen volgens wetje 23 Febr. 1918, mij voor de ondersteuningskas van „Johannes"

f 20 ter hand stelde.

I k z e g h i e r n i e t s b i j . W i e ' t l e e s t , d o e d a t z e l f m a a r .

Wel wil ik zeggen, recht dankbaar te zijn, daar door de lage r e n t e n e n v e l e e x t r a - a a n v r a g e n v a n h e n , d i e g e e n v e r h o o ­ ging of toeslag ontvangen, de behoeften groot zijn.

Afwachtend,

J. HOBMA, 2e Penn, v. „Johannes".

Utrecht, Springweg 101.

Berichten.

In de vergadering, uitgeschreven door de piopagandacommissie der afdeeling Hoogeveen van de Vereen, van Chr. Ond. en Ond.essen in Ned. en O. B, gehouden 12 Oct. j.1., werd besloten lot de oprichting van de afdeeling „Nieuw-Amsterdam en Om­

streken". Aanvankelijk hebben zich vijftien* leden opgegeven.

Eeriige Chr. onderwijzers op het eiland Flakkee hebben een afdeeling van de Unie van Chr. Onderwijzers opgericht.

Te Medan (Sumatra) is een Vereeniging opgericht, die 1 Juli 1919 een Europeesche Lagere School voor Chr. Onderwijs hoopt te openen. Het noodige kapitaal is reeds gevonden en over een bouwterrein is de beschikking verkregen.

Zaterdag j.1. is na korte ongesteldheid overleden de heer S. J.

van den Berg, hoofd der school met den Bijbel te Lekkerkerk.

De overledene, iemand van buitengewoon grooten ijver en toe­

wijding, verrichtte ook op politiek terrein en voor de Jongelings- vereenigingen veel nuttigen arbeid.

De Chr. school te Geldermalsen heeft verleden week een gevoelig verlies geleden door het overlijden van éen harer onderwijzeressen,

mej. G. J. Burgwal. (St.)

De netto opbrengst van een te Honselersdijk gehouden bazar voor de Chr. School is f1256. Een prachtig resultaat.

Dezer dagen werd te Koudekerk a. d. Rijn de eerste steen gelegd van de Herv. Chr. School, door Ds. J. H. Israël.

Te Nieuw-Beets (Friesland) komt een Chr. school. De Kerke- raad der Geref. Kerk heeft vergunning gegeven, in haar kerkge­

bouw zoodanige vertimmering te doen plaats vinden, dat de School binnen kort geopend kan worden. Een vijftig kinderen wachten reeds. De SchooJ gaat uit van de Vereeniging tot op­

richting van een Chr. School op Geref. grondslag. De vereeniging is lid van Chr. Nationaal Schoolonderwijs. (Rott.)

De Groen van Prinsterer-Kweekschool te Doetinchem zal 1 Nov. a.s. 40 jaren bestaan hebben.

Oud leerlingen trachten een bibliotheek voor de leeraren der Kweekschool te stichten.

Met 15 October zijn al de lessen aan de Chr. Normaalschool op den „Klokkenberg" te Nijmegen weer hervat. De leerlingen zijn gedeeltelijk geplaatst in het internaat en gedeeltelijk bij enkele families wat de voeding betreft. Alle leerlingen logeeren in het internaat, waar ook de lessen worden voorbereid.

Te Mr. Cornelis (Java) is overleden, op 32-jarigen leeftijd, de lieer Jan Kornelis Ritsema, lid der commissie van ontvangst van den Christelijken Onderwijzers-Bond.

De Commissie van Beroep voor de Christelijke 8cholen op Walcheren heeft 't ontslag, door 't Bestuur der Diaconieschool te Aagtekerke tegen 1 December gegeven aan mej. A. F. Wig- gelinkhuizen vernietigd, op grond der overweging, dat't Bestuur haar ten onrechte als een t ij d e 1 ij k e leerkracht had beschouwd, die 't te allen tijde kon ontslaan, mits met drie maanden tus- schenruimte tusschen ontslagbrief en [ontslagdatum — daar 't Bestuur-zelf haar bij de subsidieaanvrage als vaste leerkracht

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling ( de pester) tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school.. Ook het

In de bijbel zult u die spreuk echter tevergeefs zoeken. Het leerzame boekje Spreekwoorden en zegswijzen uit de bijbel van J. van Delden verklaart echter niet alleen duizend

De leerling wordt tijdelijk voor een dagdeel bij een andere leerkracht in de groep gezet (time-out) of voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd

School en ouders kunnen samen een aanvraag doen voor een extra ondersteuningsarrangement om kinderen met specifieke ondersteuningsvragen (bijv. rondom zeer moeilijk leren,

Ben je reeds ingeschreven in onze school, dan hebben je (plus)broers en (plus)zussen inschrijvingsvoorrang op alle andere nieuwe leerlingen bij de inschrijving in het eerste

Van je ouders verwachten wij hiertegenover een positief engagement. In jouw belang engageren je ouders zich er toe om aanwezig te zijn op het oudercontact. Een school kan

Kan de leerling om een geldige reden niet deelnemen aan één of meer examens, dan moet hij/zij onmiddellijk en vóór de aanvang van het examen de directeur en/of zijn

In de schooljaren 2017-2018 en 2018-2019 heeft het bestuur, directie en team, aan de hand van een schaalanalyse (uitgevoerd door de Schoolbegeleidingsdienst 'Centraal Nederland'),